1.9 C
Amsterdam

De val van Kaag en Bijleveld toont: een minderheidskabinet is een goed idee

Gert Jan Geling
Gert Jan Geling
Publicist. Kernlid van de denktank Liberales. Onderzoeker aan het Leids Universitair Centrum voor de Studie van Islam en Samenleving dat verbonden is aan de Universiteit Leiden.

Lees meer

Met het opstappen van de ministers Sigrid Kaag en Ank Bijleveld kwam eindelijk het moment dat ons democratisch bestel zo hard nodig had: de Tweede Kamer toonde haar tanden en het dualisme keerde weer een stukje terug in de Kamer. Het was coalitiepartner ChristenUnie die besloot zich aan te sluiten bij de oppositie en de motie van afkeuring over het handelen van beide ministers steunde. Eindelijk een Tweede Kamer die van zich afbijt en die zich niet laat piepelen door het kabinet, zou je denken.

Of zou dat een naïeve gedachte zijn? Was de steun van de ChristenUnie voor deze motie niet eerder een verkapte politieke afrekening? Wraak voor het feit dat Kaag eerder de CU uitsloot als partner voor een nieuw kabinet? Wat als het kabinet in zijn huidige samenstelling gewoon van plan was van om met elkaar nog eens vier jaar door te gaan? Had de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie dan alsnog dezelfde beslissing genomen, om zo ministers van haar twee coalitiepartners af te vallen? Ik vermoed van niet. De motie had het dan hoogstwaarschijnlijk niet gehaald.

Het feit dat ze de ChristenUnie uitsloot pakte voor Kaag nefast uit, maar is voor de democratie een geluk bij een ongeluk. Bij dit kabinet-Rutte III – dat aan elkaar hangt van de plucheplukkers, politieke ongelukjes en glibberige ritselaars die met hangen en wurgen toch weten te blijven zitten – is een flinke afstraffing door het parlement een goede zaak.

Het feit dat ze de ChristenUnie uitsloot pakte voor Kaag nefast uit, maar is voor de democratie een geluk bij een ongeluk

Natuurlijk zit Rutte zelf, net als zijn secondant Wopke Hoekstra, nog steeds op zijn plek. Daar waar Lodewijk Asscher als PvdA-leider wel de ruggengraat had om op stappen over de toeslagenaffaire, bleven zij gewoon zitten als minister. Rutte stapte ook niet op na een motie van afkeuring aan zijn broek. Kaag deed dit wel. Ze werd een dag later gevolgd door Bijleveld, die besefte dat ze niet heel veel anders kon doen dan het voorbeeld van Kaag navolgen. Maar Mark Rutte blijft zitten, ten koste van alles, inclusief zijn eigen geloofwaardigheid als premier.

Het is interessant om nu te filosoferen over wat dit alles betekent voor het toekomstige kabinet-Rutte IV – mocht het er komen -, een kabinet dat hoogstwaarschijnlijk zal bestaan uit VVD, D66 en CDA. Een minderheidskabinet dus. Een kabinet dat niet langer een meerderheid van het parlement achter zich heeft staan. Een kabinet dat door de oppositie gemakkelijker naar huis gestuurd kan worden, een lot dat eveneens de individuele kabinetsleden kan treffen.

De implicaties voor de bestuurscultuur, het onderwerp waar het afgelopen jaar zoveel over te doen is geweest, zijn mogelijk verregaand. Het parlement zal met een minderheidskabinet meer in staat zijn om haar tanden te laten zien, het kabinet en kabinetsleden scherp aan te pakken wanneer ze falen of over de schreef gaan. Het kabinet kan immers niet langer rekenen op een Kamermeerderheid en zal dus echt zijn best moeten doen om het vertrouwen van een meerderheid van de Kamer te winnen en te behouden. Probeer je als kabinet of als individuele minister de Kamer weer te piepelen? Leid je ze weer eens om de tuin, of voer je hun wensen niet uit? Grote kans dat je niet veel later naar huis gestuurd wordt. Zoals het hoort in een gezonde democratie.

Dit impliceert wellicht dat we als Nederland weer een stukje dualisme in de politiek krijgen, en dat het kabinet goed zal moeten luisteren naar de wensen van de Kamer. Maar vooraleerst zal het kabinet niet langer naar eigen believen de Kamer voor de gek kunnen blijven houden, wat Rutte III bijna tot een kunst verheven had. Rutte en co konden dit doen, omdat ze wisten dat ze toch wel een Kamermeerderheid achter zich hadden. Die monistische tijden lijken nu echter over te zijn. En de gevolgen hiervan voor onze democratie en bestuur zijn mogelijk verstrekkend en veelbelovend. Laat dat minderheidskabinet er maar komen. Leve het dualisme.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -