Het Amazonegebied staat in brand. Dit roept vragen op over het menselijke vermogen om met vrijheid om te gaan. In Brazilië, waar zestig procent van het Amazoneregenwoud zich bevindt, hebben de bewoners Jair Bolsonaro als president gekozen. Dat is een man die tijdens de presidentverkiezingen beloofde dat hij bedrijven toestemming zou geven om economische activiteiten in het beschermde natuurgebied te verrichten, zoals mijnbouw en houtkap. Met alle gevolgen van dien.
Deze zomer verloor het Amazonegebied twee voetbalvelden per minuut als gevolg van menselijke economische activiteiten. Vorige week telde het Braziliaanse agentschap voor ruimteonderzoek INPE zo’n tachtigduizend branden. Het zorgde voor beelden waar de wereld van schrok. De Franse president Emanuel Macron sprak over een internationale crisis. De longen van de aarde stonden in de fik.
Maar volgens Bolsonaro hebben Europeanen als Macron niets over deze Braziliaanse aangelegenheid te zeggen. Dat zou koloniaal gedrag zijn. Toen Europeanen hun eigen natuur kapot maakten om economische groei te genereren protesteerde er niemand, aldus de ultrarechtse president. Maar Brazilië heeft, net als Europa, het recht om de eigen economie te ontwikkelen, vindt Bolsonaro. Het is een kwestie van nationale soevereiniteit.
Een grote vraag die nu speelt is of het kapitalisme over zijn houdbaarheidsdatum heen is. Is het kapitalistische model, dat zich primair baseert op maximale uitbuiting van de natuur, de enige manier om economische welvaart te bevorderen? En zo ja, wat is dan eigenlijk de waarde van economische welvaart als het leven van de toekomstige generaties hierdoor in het geding raakt?
De productie van vlees en soja zijn verantwoordelijk voor de massale houtkap en het verbranden van bossen in de Amazonegebied. Onder het mom van economische vrijheid vernietigt de mens de flora en fauna in alle hoeken van de wereld. Ook wordt er te veel CO2 de lucht in geslingerd. Je vraagt je af wat belangrijker is: economische groei en materiële welvaart of een gezonde relatie van de mens met de natuur?
Wij hebben onze natuur keihard nodig om werkelijk vrij te zijn
Veel te vaak wordt het begrip vrijheid gebruikt zonder de waarde ervan écht te doorgronden. Maar nu de longen van onze aarde in brand staan is het van belang om het idee van vrijheid eens goed onder de loep te nemen.
Politieke filosofen onderscheiden twee soorten van vrijheden: positieve en negatieve vrijheid. Negatieve vrijheid betekent dat je als persoon vrij bent in je doen en laten, zonder dat iemand (bijvoorbeeld de overheid) je tegenhoudt. Positieve vrijheid daarentegen bekent dat er condities worden gecreëerd die het mogelijk maken dat je jezelf kunt ontplooien. Als je een kind gratis onderwijs en gezondheidszorg biedt en het andere kind helemaal niets, dan is de kans groot dat het eerste kind maatschappelijk succesvoller wordt en ook langer leeft.
Vrijheid draait dus altijd om een balans. Je wilt aan de ene kant niet al te veel beperkt worden in je handelingen, maar je hebt aan de andere kant juist andere mensen nodig om jezelf te kunnen ontwikkelen.
De bosbranden in het Amazoneregenwoud, doelbewust aangesticht door bedrijven, laten pijnlijk zien hoe het begrip vrijheid in onbalans is geraakt. Bolsonaro en het kapitalistische systeem willen ons doen geloven dat we alles kunnen doen, zonder dat de natuur ons tegenhoudt. Ze lijken te zijn vergeten dat wij onze natuur keihard nodig hebben om werkelijk vrij te zijn.
Zoals een gezegde van de Cree, een inheemse stam uit Noord-Amerika, luidt: ‘Only when the last tree has died and the last river been poisoned and the last fish been caught will we realise we cannot eat money.’ We hebben nog even, maar niet zo lang meer.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!