Op maandag 1 juni vond de eerste BLM-demonstratie in Nederland plaats. Deze demonstratie was net als de demonstraties in Amerika een reactie op de dood van George Floyd, die overleed als gevolg van buitensporig politiegeweld door een witte agent.
Gezien het hoge aantal demonstranten – naar schatting tussen de 5.000 en 10.000 – is het opmerkelijk hoe ordelijk deze demonstratie is verlopen. Nee, de 1,5 meter kon niet worden gehandhaafd. Maar er braken geen rellen uit, er werd niet geplunderd en er werden geen beelden omlaag getrokken. Burgers deelden vreedzaam hun emoties en gaven uiting aan hun pijn. In normale tijden is het vlekkeloos verloop een compliment waard voor burgemeester Femke Halsema. Maar het tegenovergestelde gebeurde.
De hel brak niet los op de Dam, maar in Den Haag, in de kranten en op Twitter. Het feit dat de 1,5 meter-regel niet werd gehandhaafd was het belangrijkste argument voor de criticasters, die zich uiteraard ook op microbiologen en virologen beriepen om hun grote gelijk te onderstrepen. Deze demonstratie had nooit mogen plaatsvinden, concludeerden ze. De politie en Halsema waren onvoldoende voorbereid en hadden de demonstratie niet door mogen laten gaan. Maar het ging wel door, waardoor de volksgezondheid in gevaar werd gebracht.
Halsema deed wat elke burgermoeder zou moeten doen: ze mengde zich in het publiek
Halsema legde het op televisie uit. Het stadsbestuur nam een beslissing op basis van een inschatting van de politie, die zo’n 350 demonstranten had voorspeld. Maar het werden er steeds meer en op een gegeven moment was het onbeheersbaar. Het stadsbestuur was overrompeld, men stond voor een voldongen feit. Halsema deed vervolgens wat elke burgermoeder zou moeten doen: ze mengde zich in het publiek om de sfeer te proeven. En ze constateerde een voelbare emotie onder de demonstranten, een boosheid over aanhoudende racisme, geweld en discriminatie.
Gelet op het aantal demonstranten en de emotie zou het uiteendrijven van de menigte alleen met de inzet van veel politie kunnen plaatsvinden. Halsema heeft hier gelukkig niet voor gekozen. De vereiste politiemacht was er niet. De kans was groot dat een dergelijk optreden zou uitlopen op geweld. En de vrijheid om te demonstreren ziet Halsema – terecht – als een grondwettelijk recht.
Minister Grapperhaus, die vaker last heeft van emotionele uitbarstingen, verwoordde een standpunt dat in de dagen erna vaker te horen was. De mensen op de Dam ‘mochten’ kennelijk de 1,5 meter negeren, terwijl ondernemers, verwanten van corona-besmette patiënten en kinderen die hun grootouders willen knuffelen die afstand altijd en overal moesten handhaven. Ook minister-president Rutte deed een duitje in het zakje, door te stellen dat over de 1,5 meter geen onderhandeling mogelijk was.
Maar beide politici maken zich schuldig aan grove insinuaties. Volgens Grapperhaus had Halsema toestemming gegeven om de 1,5 meter te negeren. Die bewering kan hij niet onderbouwen. En Rutte insinueerde met zijn opmerking dat er iemand was die wel over de 1,5 meter wilde onderhandelen.
Grapperhaus en Rutte redeneren ‘dat zoiets niet had moeten gebeuren’. Maar dat is meer een wens dan een realistische doelstelling. Want niet alles laat zich beheersen en managen. Burgemeester Ahmed Aboutaleb pochte dat het in Rotterdam wel even anders zou gaan. Mooi niet. Het aantal demonstranten overtrof de schattingen en dat noodzaakte de burgemeester, die van de Amsterdamse ervaring had geleerd, om de demonstranten te vragen om te vertrekken.
Achteraf verweten critici dat een dergelijke interventie in Amsterdam ook gepleegd had kunnen worden. Maar dat waag ik te betwijfelen. Amsterdam heeft een rebelse stadscultuur, het is de stad waar ‘veldslagen’ hebben gewoed met de politie en zelfs met de mariniers.
Ondanks alle commotie moeten we constateren dat er wel iets mis is gegaan. Dat was het veel grotere aantal demonstranten dan was ingeschat. In de dagen na Amsterdam bleek dat keer op keer toen overal in Nederland. De vraag is hoe het komt dat de politie niet in staat was een juiste inschatting te maken. Daar moet naar worden gekeken. Maar een analyse van dit probleem ontbreekt, en we zien alleen maar emotionele uitbarstingen over de ongelijke behandeling (Grapperhaus) en insinuaties dat er over de 1,5 meter onderhandeld werd (Rutte).
Halsema heeft datgene gedaan wat burgemeesters altijd doen, namelijk op basis van bestuurlijke informatie een besluit nemen. Dat de informatie niet klopte is haar niet te verwijten, de procedure is correct en ook haar overwegingen zijn met weinig moeite te verdedigen. Vraag het aan Aboutaleb, hij heeft zijn woorden moeten inslikken.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!