Tijdens het schrijven luister ik vaak naar muziek. En bij mijn tweede roman De Kier heb ik het nummer Read All About It van Emeli Sande wel honderd keer gedraaid. Dat komt door deze regels:
You’ve got the words to change a nation
But you’re biting your tongue
You’ve spent a life time stuck in silence
Afraid you’ll say something wrong
If no one ever hears it how we gonna learn your song?
Dit raakt mij. Omdat het gaat over de kracht van je stem. Dat iedereen een stem, een verhaal, een geluid heeft, dat het waard is om te worden gehoord. Dat je je niet moet wegcijferen of jezelf onzichtbaar maken.
In mijn boek De Kier worstelen verschillende vrouwen met sociale druk, onderdrukking en huiselijk geweld. Te vaak hebben zij de boodschap gekregen: houd je aan de regels, wees rustig, dan ben je een goede vrouw.
Dit is iets wat iedere vrouw kan overkomen. Op Twitter zag ik tot mijn afschuw de hashtag #kutkaag. En ik las het schokkende artikel van de Groene Amsterdammer, waaruit blijkt dat 10 procent van alle tweets gericht aan vrouwelijke politici haatdragend is. Kaag ontvangt de meeste haatberichten: 22 procent van de tweets die zij ontvangt is haatdragend. Concreet zijn dat 13.235 haatdragende tweets in minder dan vijf maanden.
Kaag zegt hierover: ‘Dit is buiten alle proporties, maar uiteindelijk gaat dit niet over mij. (…) Het bredere patroon is dat tegen vrouwen en meisjes wordt gezegd: praat niet. Heb geen mening. En durf er niet voor te staan. Want wij weten jou te vinden.’
Ook zonder openlijke agressie worden vrouwen te vaak kleiner gemaakt dan ze zijn. Dit overkwam Lilianne Ploumen onlangs nog bij haar introductie in Nieuwsuur. Ze zei: ‘Er viel me wel wat op. Er wordt hier gezegd: ‘Ze werd onverwachts minister’. Maar ik was partijvoorzitter geweest, ik was vijftien jaar directeur van ontwikkelingsorganisaties. Dus het was mijn vak. Als Wopke Hoekstra ineens minister wordt, dan vindt iedereen dat heel logisch.’
Ik applaudisseerde naar mijn scherm toen Ploumen zo snel en effectief en binnen een paar minuten dit mechanisme ontmaskerde. Dat is nog niet iedere vrouw gegeven. Waarom dit zo ingewikkeld is en waarom vrouwen bepaalde zelfonderschattende gedachten kunnen internaliseren, wordt goed duidelijk in een reclameboodschap van een paar jaar geleden.
In 2014 raakte het Like A Girl-filmpje van Always bij mij een diepe snaar. Een aantal jongvolwassen vrouwen gedragen zich op de vraag ‘What does it mean to you when I say run like a girl?’ als aanstellerige wezens die allesbehalve snel rennen of hard gooien. Dan vraagt men hetzelfde aan een jong meisje. ‘It means to run as fast as you can’, antwoordt ze strijdvaardig.
Trek iedere dag je onzichtbare cape aan, en laat de wereld luidkeels horen dat je er bent!
Geconfronteerd met de uitspraak van de tienjarige, krijgen de oudere vrouwen een brok in hun keel. Wanneer ging het mis bij hen? Wanneer was het moment gekomen dat negatieve beelden en stereotypen over meisjes en vrouwen bij hen diep van binnen werden geïnternaliseerd? Dat deze zonder dat ze het door hadden, op hen begonnen te leunen, drukken en duwen tot ze vergeten wat het kleine meisje dat ze ooit waren ook alweer dacht.
Te veel vrouwen over de wereld leveren elke dag strijd, en soms, iets te vaak, maken vrouwen zichzelf gaandeweg in het leven steeds kleiner. Ze leggen als het ware hun eigen cape af, zien niet meer hoe krachtig ze zijn. Mijn pleidooi, niet alleen naar aanleiding van Internationale Vrouwendag, maar voor het hele jaar door aan alle vrouwen is dan ook: omarm je innerlijke superheldin. Trek iedere dag je onzichtbare cape aan, en laat de wereld luidkeels horen dat je er bent! ‘Lead like a girl’, als ode aan al die vrouwen van deze tijd die tegen alle stormen in toch hun stem laten horen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!