Het Verenigd Koninkrijk heeft sinds een paar dagen met Liz Truss een nieuwe premier. De keuze waarvoor de Tories uiteindelijk stonden, nadat alle andere kandidaten in eerdere ronden waren afgevallen, herinnerde aan de uiteindelijke tweestrijd bij de Amerikaanse Democraten in 2008 tussen Barack Obama en Hillary Clinton.
Zou voor het eerst een zwarte, of voor het eerst een vrouw president van de Verenigde Staten worden? Welke emancipatiestrijd zou als eerste het pleit weten te winnen door de verovering van het hoogste ambt voor een lid van de eigen groep?
Kwam er nu symbolisch een einde aan het ‘Shine my boots’ of aan het ‘Iron my shirt’ – aan het ‘poets mijn schoenen’ respectievelijk ‘strijk mijn hemd’? Twee zinnen die uitdrukking gaven aan het zolang vanzelfsprekende tweederangs burgerschap van zwarten respectievelijk vrouwen binnen de Amerikaanse samenleving, en de even vanzelfsprekende maatschappelijke superioriteit van de blanke man, die pretendeerde de ‘oer-Amerikaan’ te belichamen. Van de WASP, zoals de ingeburgerde term luidde – de White Anglo Saxon Protestant. Want ook katholieke Ieren en Italianen – in de negentiende eeuw onder de Europese immigranten talrijk – telden lang niet als volwaardig mee. Maar met John F. Kennedy werd al in 1960 een katholiek in het Witte Huis gekozen. Dus die horde was al veel eerder genomen.
Helemaal vergelijkbaar is de Britse situatie uiteraard niet. Truss is niet de eerste, maar reeds de derde vrouwelijke Britse premier, waarbij zij er nog wel in moet slagen om ook een verkiezing te winnen, iets wat nummer twee – Theresa May – juist niet is gelukt. Anders dan de allereerste, Margaret Thatcher, die drie keer op een rij zegevierde.
En haar tegenkandidaat, Rishi Sunak, is niet zwart, maar heeft zijn wortels in India: het product van het Britse Empire, wat heel andere historische implicaties meebrengt dan het Amerikaanse slavernijverleden.
Opvallend hoezeer bij de Tories mensen met een migratieachtergrond op centrale posities zijn beland
Nog een opvallend verschil met Obama versus Clinton indertijd: de witte vrouw gold toen als meer elitair, de zwarte man als meer volks. Hier is het eerder omgekeerd: Truss komt uit een academische familie, Sunak is gewezen zakenbankier en de schoonzoon van een Indiase miljardair.
De derde vrouw die in het Verenigd Koninkrijk tot premier brengt – in het Nederlandse koninkrijk wachten we nog steeds op de eerste. En wat opvalt: alle drie vrouwelijke premiers zijn van de Conservatives, zoals ook de enige Duitse vrouwelijke bondskanselier, Angela Merkel, tot de conservatieve CDU behoorde. Geen enkele daarentegen was links.
Uit feministisch oogpunt is dit contra-indicatief. Je zou juist van linkse partijen, die nadrukkelijker de gelijkheid van man en vrouw omarmen, in dat opzicht een voorhoederol verwachten. Maar misschien maakt juist de – soms nadrukkelijke – niet-omarming van de feministische ideologie rechtse vrouwen voor veel mannen eerder aanvaardbaar, wat hun kansen op electoraal succes vergroot. Zij profiteren indirect van een in essentie linkse emancipatiebeweging, maar willen zich er zelf niet mee associëren. In hardcore-feministische kringen levert dat dan wel eens scheve gezichten op.
In zekere zin geldt ook hetzelfde voor mensen als Sunak: politici met een niet-WASP-achtergrond. Het is opvallend hoezeer de afgelopen jaren bij de Tories – toch als geen ander de belichaming van een naar een glorieus ‘racistisch’ imperiaal verleden hunkerend Groot-Brittannië – mensen met een migratieachtergrond op centrale posities zijn beland.
Sunak was minister van Financiën, zijn voorganger Sajid Javid had eveneens Indiase wortels, de ouders van zijn opvolger, Kwasi Kwarteng, stamden uit Ghana. Vergelijk dat eens met de polder-achternamen van hun drie laatste Haagse collega’s: Dijsselbloem, Hoekstra en Kaag.
Opnieuw, net als bij de vrouwelijke premiers, niet wat je bij een conservatieve partij zou verwachten, omdat links zich immers veel uitdrukkelijker met antidiscriminatiewetgeving voor de belangen van migranten inzet dan rechts.
De sleutel: zoals de succesvolle Tory-vrouwen nadrukkelijk niet feministisch zijn, zijn zij nadrukkelijk niet woke. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, Suella Braverman, dochter van immigranten uit India en Kenia, omschrijft zichzelf trots als ‘een kind van het Britse Wereldrijk’. Dat is beslist een andere blik op het verleden dan onze huidige kijk op de schepper van ons eigen vergane wereldrijk, Jan Pieterszoon Coen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!