5.2 C
Amsterdam

Verontwaardiging hoef je niet zo openlijk te uiten

Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Toen in 2015 de redactieleden van het Franse satirisch weekblad Charlie Hebdo op koelbloedige wijze werden vermoord voor het tekenen en publiceren van cartoons waarop volgens hen de profeet Mohammed was afgebeeld, wist ik het zeker. Voorlopig zal ik Parijs als de pest vermijden. Daarmee brak ik mijn eigen mode-minnend hart en was ik het voor het eerst oneens met stijlicoon Audrey Hepburn, die in de film Sabrina (1954) zei: ‘Paris is always a good idea.’

Non cherie, pas du tout. Niet voor mij als moslima.

Ik had sterk het vermoeden dat ik – toen nog een gesluierde moslima – eenmaal in Parijs constant op mijn hoede moest zijn voor mensen die mij beperkten in mijn bewegingsvrijheid. Mensen die mij vroegen wat ik van de aanslag vind, en waarom ik er niet openlijk tegen uitsprak. Daar had ik geen zin in, dus sindsdien geen Parijs voor mij. Achteraf gezien was dit best naïef, omdat ik ook in Nederland deze vragen naar mijn hoofd kreeg toegeworpen.

Dit leidde ertoe dat ik de dag na de aanslag in 2015 me geroepen voelde om er een Facebookpost over te schrijven. Daar waar Facebookgebruikers met de hashtag Je suis Charlie hun steunbetuiging uitten voor de redactie van Charlie Hebdo en de vrijheid van meningsuiting, was ik Je suis désolée. Het spijt me, schreef ik. Alsof ik excuses moest maken. Alsof alle moslims zich verantwoordelijk moesten voelen voor wat doorgeslagen idioten besloten te doen in naam van Allah. Inmiddels weet ik wel beter.

In mijn post schreef ik ook dat ik me als moslima distantieer van de grove schending op de vrijheid van meningsuiting. Dit is niet de islam. Ik veroordeelde de gruwelijke wijze waarop de daders hun verontwaardiging op de smakeloze cartoons besloten te uiten. Met hun wandaden besloten de moordenaars ook dat zij zich keerden tegen alle moslims in Europa, maar dat terzijde.

Die verontwaardiging fascineert mij. Blijkbaar zien sommigen een gevoel van verontwaardiging als rechtvaardiging om gruweldaden te verrichten. Dat mensen door verontwaardiging bereid zijn te moorden om kronkelige spotprenten die zogenaamd de profeet Mohammed moeten voorstellen. Dat een verontwaardigde moslimouder zogenaamd een fatwa uitriep (wat overigens niet kan, omdat fatwa’s alleen kunnen worden uitgeroepen door islamitische rechtsgeleerden, die hun leven hebben gewijd aan fiqh, islamitische jurisprudentie – en zelfs dan gelden fatwa’s niet als verplichting, maar als richtlijn) omdat de Franse docent Samuel Paty besloot dezelfde cartoons aan zijn klas te vertonen. En dat een Tjsetsjeense tiener zijn verontwaardiging vervolgens reden genoeg vond om Paty te onthoofden.

Wat ik ook fascinerend vind, is dat sommigen blijkbaar verwachten dat je je net zo verontwaardigd voelt over iets dat zij belangrijk vinden. En dat je wordt verwacht die verontwaardiging openlijk te uiten. ‘Waar blijft die openlijke geschokte reactie in Nederland?’, vroeg presentatrice Fidan Ekiz zich hardop af in De Vooravond, vlak na de moord op de Franse docent.

Moet Nederland net zo openlijk verontwaardigd zijn als de Franse minister van Binnenlandse Zaken, die islamitische organisaties nu wil verbieden? Is dat openlijk geschokt genoeg?

Dan kies ik er liever voor om met waardigheid mijn verontwaardiging niet zo openlijk te uiten. Want je verontwaardiging openlijk uiten, zoals de moordenaars van de redactieleden van Charlie Hebdo en de Tsjetsjeense tiener dat deden, maar ook zoals de Franse regering dat nu doet, daar zie ik het nut niet van in.

Het feit dat een ander jouw mening niet deelt, laat jou of datgene waar je in gelooft niet in waarde dalen

Er is altijd reden om radicalisering aan te pakken, niet alleen wanneer het zich voor je ogen afspeelt. Dat doe je vervolgens niet door van alles te verbieden, maar door met elkaar in gesprek te gaan. En er zullen altijd mensen zijn die hun kritiek uiten op een manier waar jij het niet mee eens bent. Maar dat is hun mening, en dat heb je te respecteren.

Het feit dat een ander jouw mening niet deelt, laat jou of datgene waar je in gelooft niet in waarde dalen. Dat doe je zelf wanneer je je verontwaardiging openlijk uit met de intentie om de ander te kwetsen of om zijn recht op vrijheid te ontnemen.

Verontwaardiging hoef je dus wat mij betreft niet zo openlijk te uiten. Zeker niet als we daardoor met z’n allen geen steek verder komen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -