0.6 C
Amsterdam

Een dubbelbloed is niet zwart of wit

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

Leontine Vreeke is half-Surinaams en half-Nederlands. Een dubbelbloed, zo noemt ze zichzelf, want ‘dat is altijd meer dan een halfbloed’. ‘Ik ben een keiharde gabber, maar ik kook thuis roti en eet dat ook nog eens met mijn handen op. Ik ben het gewoon allebei.’

Leontine Vreeke (47) staat deze maand op het podium als Julia in de muziekvoorstelling ‘Van Dichtbij, in Twee Culturen’. Op 11 januari in Islemunda in Rotterdam, op 21 januari in Schouwburg Middelburg. De keuze voor deze twee podia is geen toeval, want Leontine is geboren in Zeeland en woont nu in Rotterdam. Als Zeeuwse Surinamer wil ze vooral twee werelden bij elkaar brengen.

Julia is ook een dubbelbloed. ‘Geen halfbloed, want dat impliceert dat je niet voldoet. Een dubbelbloed voldoet altijd’, aldus Vreeke. Julia worstelt met haar afkomst en is op zoek naar haar identiteit, naar wie zij is. Ze vertelt hierover aan de hand van liedjes van zangeres Conny Vandenbos, een icoon binnen de Nederlandstalige muziek. Deze liedjes kent Vreeke maar al te goed. ‘Ik heb haar platen grijs gedraaid als kind’, vertelt ze.

Vreeke is geen onbekende voor de Kanttekening. Als deelnemer aan het maandelijkse panel laat ze regelmatig van zich horen over zaken als racisme, politiek of het Nederlandse asielbeleid. Ze is actief voor D66, werkt als business consultant, schrijft, blogt en ze zingt dus. ‘Ik heb wel vaker opgetreden, maar dat ik nu een rol heb in een muziekvoorstelling, dat is echt nieuw. Nu ga ik verhalen vertellen. Ik vind het zó spannend.’

Julia de dubbelbloed

Julia is gebaseerd op het verhaal van Vreeke, maar ook op dat van de schrijver, Dennis Rudge. ‘En op het verhaal van iedereen die witter is dan wat er van je verwacht wordt. Het gaat in Nederland vaak over het koloniale verleden, over zwarte mensen, maar er is weinig aandacht voor de mensen die én Surinaams én Nederlands zijn’, legt ze uit.

‘Hoe is het nou om in Nederland te wonen en onderdeel te zijn van een zwarte gemeenschap, terwijl je in een witte wereld leeft?’ Die vraag heeft Vreeke heel haar leven beziggehouden. Ze beschrijft zichzelf als ‘zwart van buiten en wit van binnen’. ‘Voor Surinamers ben ik ‘die bakra’ (Surinaams voor de witte mens). Voor Nederlanders ben ik juist weer erg Surinaams. Binnen de familie werd altijd gezegd: Leon is anders.’

Het label dat ze ‘anders’ is heeft Vreeke niet positief ervaren. Als kind was ze vooral zoekende, want ze paste in geen enkel hokje. ‘Ik was veel bezig met mijn wit-zijn.Dit was vooral omdat ik haar deze achtergrond wil meegeven. Mijn dochter heeft een witte vader en ze is zelf ook wit. Maar ze krijgt voor zover mogelijk een Surinaamse opvoeding.’

Bruine bonen met rijst, ja dat is een echt Surinaams gerecht!

Wat maakt haar dan Surinaams? ‘Ik kook Surinaams: roti bijvoorbeeld, of bruine bonen met rijst. Ja, dat is een echt Surinaams gerecht! Ik geloof in God en in de winti cultuur. Volgens deze natuurreligie neem je aan het einde van het jaar een ritueel bad, een ‘wassi’. Dat doe ik elk jaar. Zo ga ik het nieuwe jaar schoon in.’

‘Maar ik houd ook van hardcore muziek. Ik ben een keiharde gabber en ga naar hardcore feesten. En ik ben dus gek op de liedjes van Connie Vandenbos. De teksten spraken me altijd enorm aan, vooral in de periode dat ik op zoek was naar wie ik nu eigenlijk was. Ik wilde deze liedjes altijd al een keer zelf zingen.’

Van levensverhaal tot voorstelling

En zo gebeurde het dat Vreeke op een avond tegenover acteur, regisseur en toneelschrijver Dennis Rudge zat, met het idee hier een voorstelling van te maken. ‘Rudge weet ook hoe het is om als Surinamer in Nederland te wonen.’

Dit was zo’n twee jaar geleden. Na dit gesprek ging het balletje rollen. Componist Gerben van Etten kwam aan boord en zorgde voor de nieuwe arrangementen van de nummers en de muzikale begeleiding. Rudge adviseerde Vreeke over hoe ze moest vertellen, want dat was eigenlijk toch een beetje acteren.

Ik ben eigenlijk geen actrice

‘Ik ben eigenlijk geen actrice, dit is totaal nieuw voor me. Ik denk daarom maar gewoon: ik ga verhalen vertellen en daarna ga ik zingen. De liedjes zijn een vehikel om het verhaal van Julia te vertellen. Na afloop is er een gesprek met het publiek waarin we het willen hebben over het zijn van een dubbelbloed in relatie tot het koloniale slavernijverleden. Het is oké om niet in een hokje te passen. Je bent gewoon jezelf: niet zwart, niet wit, maar een individu met een kleurtje, en die komen in veel varianten met heel veel schakeringen. Dát is de boodschap die we willen uitdragen.’

‘Door middel van de voorstelling willen we twee werelden bij elkaar brengen. Er zijn zoveel dingen die we delen. In Suriname staat bijvoorbeeld Fort Zeelandia: een fort dat door de Zeeuwen is gebouwd. In Zeeland worden de bruine bonen verbouwd die in Suriname zo geliefd zijn. Erwtensoep is ook een Surinaams gerecht, maar dat weet bijna niemand.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -