De Conservatieve Britse premier Boris Johnson opent een onderzoek naar het vertrek van de islamitische transportminister Nusrat Ghani in 2020. Het betekent de zoveelste rel rond vermeende moslimhaat binnen de Conservatieve Partij.
Tijdens een ‘reshuffle’ in het kabinet werden Ghani en andere Conservatieve ministers door Johnson ontslagen. Maar in een kranteninterview beweerde ze dit weekend dat ze aan de kant is gezet door haar Conservatieve partijgenoten omdat ze moslima is.
Ghani is vooral kritisch op de ‘whip’ van de Conservatieve fractie, die als taak heeft fractieleden in het Lagerhuis in het gareel te houden. Een whip zou tegen haar gezegd hebben dat haar ‘muslimness’ een ‘issue’ was geworden, en dat haar status als moslimminister haar collega’s bij de Conservatieve Partij een ongemakkelijk gevoel gaf.
‘Het was alsof ik een stomp in mijn maag kreeg’, zegt Ghani. ‘Ik voelde mij vernederd en machteloos.’
Hoewel ze zijn naam niet noemt voelt Mark Spencer, de ‘chief whip’ van de Conservatieven, zich aangevallen. ‘Deze beschuldigingen zijn volkomen uit de lucht gegrepen en ik beschouw ze als laster. Ik heb nooit die woorden gebruikt die mij nu in de mond worden gelegd’, zegt hij op Twitter.
Johnson zegt dat hij de beschuldigingen van Ghani ‘extreem serieus neemt’. ‘Ik nam ze zeer serieus toen ze mij 18 maanden geleden werden verteld.’ En zijn woordvoerder verklaart: ‘Toen deze beschuldigingen voor het eerst werden geuit, raadde de premier haar aan een formele klacht in te dienen bij CCHQ (het hoofdkwartier van de Conservatieven, red.). Zij ging niet op dit aanbod in.’
Maar volgens Ghani is het een zaak van de regering, niet van de partij, en moet de zaak niet opgelost via een interne partijprocedure. Ghani vindt dat het onderzoek alles moet omvatten wat door de whip en door Downing Street (de residentie van de premier, red.) is gezegd.
Het is niet de eerste keer dat de Conservatieve Partij in opspraak komt vanwege vermeende moslimhaat. Na vele voorvallen vaardigde de partij in 2019 een onderzoek uit, waaruit bleek dat de partij met een hardnekkig moslimhaat-probleem kampt.
Dat rapport analyseerde zo’n duizend discriminatieklachten die tussen 2015 en 2020 bij de Conservatieve Partij zijn binnengekomen en betrekking hadden op moslims. Ook premier Boris Johnson zou zich aan moslimhaat schuldig hebben gemaakt, omdat hij in 2018 in een column moslima’s in een boerka met brievenbussen vergeleek.
En nu is er dus de zaak-Ghani. Voor premier Johnson kon de timing haast niet slechter, na alle onthullingen over ‘lockdownfeestjes’ in zijn ambtswoning. Ook binnen zijn eigen partij komt Johnson verder onder druk te staan. Nu zelfs de politie onderzoek gaat doen, verwachten Britse media dat een vertrouwensstemming in het parlement over de positie van Johnson aanstaande is.