Duizenden Duitsers kwamen dit weekend bijeen om een bomaanslag op een Turkse kapsalon in Keulen te herdenken. De aanslag vond twintig jaar geleden plaats. Ook de Duitse president Frank-Walter Steinmeijer was van de partij. ‘Het is belangrijk dat we geweld uitsluiten in de politieke strijd om meningen’, zei hij.
Zo meldt de nieuwszender Deutsche Welle. Bij de aanslag in 2004 raakten 22 mensen gewond. Pas veel later zou blijken dat de neo-nazistische terreurorganisatie NSU achter de bomaanslag zat, omdat het Duitse politieapparaat lange tijd blind bleef tegen extreemrechts geweld.
In bijna tien jaar kon de NSU daarom vele dodelijke aanslagen uitvoeren op Duitsers met een migratieachtergrond, voornamelijk Turkse Duitsers. De moorden werden destijds racistisch afgeschilderd als ‘dönermoorden’, alsof het om afrekeningen ging in het criminele circuit. Nabestaanden die meer onderzoek eisten, botsten jarenlang tegen een muur van onverschilligheid en actieve tegenstand bij de politie aan.
Steinmeier herinnerde er voorzichtig aan in zijn toespraak. ‘We zijn hier bijeen, omdat het belangrijk en urgent is om de verhalen van pijn te horen en erkennen, van slachtoffers die bovendien ook nog valselijke beschuldigd werden’, zei hij over de criminalisering van de Turkse gemeenschap in Duitsland.
Steinmeier sprak met de eigenaars Hasan en Özcan Yildirim, wiens kapsalon doelwit was van de aanslag. De Duits-Turkse filmmaker Fatih Akin maakte in 2017 de film ‘Aus dem Nichts’ over de aanslagen. In 2020 kwam de driedelige Netflix-serie NSU German History X uit.
