Volgens het Landelijk Platform Slavernijverleden loopt de Afro-Nederlandse gemeenschap onevenredig veel risico om zwaar geraakt te worden door de coronacrisis.
Het platform heeft zijn grieven opgeschreven in een rapport voor het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties.
De Nederlandse regering, de media, het onderwijs en de gezondheidszorg zouden zich laten leiden door alleen een ‘wit perspectief’. ‘De slogan ‘Wie men niet ziet hoort men niet’ is in deze periode meer dan van toepassing.’
De media bedienen zich voornamelijk van witte experts en professionals, vindt het Landelijk Platform Slavernijverleden. Ook zijn de voorbeelden die worden getoond van ‘goede praktijken’ bijna allemaal vanuit een ‘wit perspectief’.
‘Zelden worden goede voorbeelden getoond die zijn ondernomen binnen de gemeenschappen van meer dan de Nederlandse cultuur, maar ook uit de landen die vanwege het Nederlands koloniaal verleden dichterbij de Nederlandse cultuur staan.’
Een ander kritiekpunt is dat de overheid en de media wel aandacht geven aan hoe christenen en moslims met de coronacrisis omgaan, maar dat de Caribische Winti-spiritualiteit van deze aandacht wordt uitgesloten.
Verder komen hard getroffen Afro-Nederlandse ondernemers niet of nauwelijks aan bod, aldus het platform. ‘De focus voor wat betreft de ‘pijn’ is op nationaal niveau niet of nauwelijks op deze doelgroep gericht.’
Tevens vreest het platform dat niet-witte leerlingen – nu de examens zijn komen te vervallen – lagere schooladviezen krijgen. Onderwijspersoneel zou racistisch zijn en zwarte en islamitische leerlingen structureel onderadviseren.
Het Platform Nederlands Slavernijverleden baseerde het rapport op de observaties van 46 personen, waaronder twaalf Afro-Nederlanders in de zorg. Volgens deze zorgprofessionals hanteren ziekenhuizen nog steeds discriminatoire criteria bij het vaststellen van een bepaald ziektebeeld.
Het platform vreest voor ‘toestanden waarbij ‘witte’ artsen, ethici, instellingen, instituten, politici criteria gaan vaststellen wie in aanmerking komt voor medische zorg’.
‘Iemand met een ‘zwarte’ huidskleur zal niet rood of spierwit aankleuren om de diagnose vast te stellen die hoort bij een bepaald ziektebeeld. Bij een persoon met een ‘zwarte’ huidskleur zal dan gauw worden gesteld, dat het ‘kennelijk tussen de oren zit.’
Witte professionals zouden zich ook vaak laten leiden door het vooroordeel dat zwarte mensen een hogere pijngrens hebben. Dit vooroordeel stamt volgens het platform nog uit de tijd van de trans-Atlantische slavernij.
Het rapport zegt tevens te vrezen dat ongedocumenteerde asielzoekers vanwege het quarantainebeleid van de Nederlandse overheid ‘bewust of onbewust strategisch ‘weggemoffeld’ kunnen worden’.
Het Landelijk Platform Slavernijverleden zegt ook voor de rechten van Afro-Nederlandse verzorgers in de verzorgingshuizen op te komen. Het platform neemt in het rapport alvast een voorschot op het aankomende Sinterklaasfeest.
‘Bijna alle respondenten melden dat 4 en 5 december belangrijke data zijn in verzorgingshuizen. Het geloof in een Sinterklaas vergezeld van een zwarte Piet is nog niet uitgebannen. Gemeld is dat verzorgers van Afrikaanse afkomst vrij nemen. Eén respondent meldt dat in het huis waar zij werkt zwarte Piet is uitgebannen.’