Moslims kijken positiever naar lhbtqia+, stelt de Surinaams-Nederlandse queer moslim Fayaaz Joemmanbaks. Zijn analyse wordt onderschreven door homobelangenorganisatie COC en het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Voetballers als Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökcü en Excelsior-spelers Redouan el Yaakoubi en Marouan Azarkan steunen de One Love-campagne van voetbalbond KNVB niet. Met deze band wil de voetbalwereld zich uitspreken tegen allerlei vormen van discriminatie en geweld, onder andere tegen lhbtq-personen. Dat sommige moslims moeite hebben met de aanvoerdersband, betekent volgens Joemmanbaks niet dat ze tegen homo’s zijn.
Hij is voorzitter van Colored Qollective, een platform voor lhbtqia+-personen van kleur. Hij zegt in Het Parool begrip te hebben voor de actie van de moslimvoetballers. ‘Ik vind zo’n band zelf ook heel willekeurig, want ik kan nog wel wat andere belangrijke steunbetuigingen bedenken. Voor Palestina of voor Black Lives Matter of voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije. Voor die laatste groep kon er laatst ook géén gezamenlijk statement af.’ Volgens Joemmanbaks is de One Love-band een ‘afgedwongen gebeuren dat niks zegt over hoe iemand écht denkt. Draagt een voetballer ‘m om van de discussie af te zijn, of wil jij écht meer acceptatie en tolerantie?’
De voorzitter van Colored Qollective is juist positief over de toekomst. ‘Ik ben juist hoopvol, ik zie verandering. Ik zie dat moslim queers in Nederland meer hun plek opeisen, steeds meer van zich laten horen. Ze zoeken elkaar op in chatgroepen, er worden platforms opgericht, activiteiten georganiseerd.’ Als voorbeeld noemt hij de queer-iftars, die tijdens de Ramadan, die later deze week weer begint, zullen worden georganiseerd.
Ook homobelangenorganisatie COC ziet steeds meer lhbtqia+-moslims opstaan. Er zijn verschillende organisaties die laten zien dat moslim-zijn prima samen kan gaan met lhbtqia+, zegt COC-woordvoerder Philip Tijsma. Dit gebeurt onder andere via Respect2Love van COC, Pink Marrakkech en Stichting Maruf.
Volgens Willem Huijnk van het Sociaal en Cultureel Planbureau is de acceptatie van lhbtqia+ binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland in de loop van de tijd iets gegroeid. ‘We zien ook dat de acceptatie bij de tweede generatie groter is dan bij de eerste generatie’, zegt hij tegen Het Parool. De acceptatie is er groter als het onderwerp ver weg is. 80 procent van de Marokkaanse Nederlanders en 70 procent van de Turkse Nederlanders onderschrijft de stelling ‘homoseksuele mannen en vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen’. Maar 56 procent van de Marokkaanse en Turkse Nederlanders heeft er een probleem mee, als hun kind plotseling thuis komt met een partner van hetzelfde geslacht.
Yaşar Gülmez, initiatiefnemer van stichting Sirkaf voor biculturele lhbtq, is daarom kritisch. Hij gelooft dat het voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders – moslim of niet – heel moeilijk is om ‘uit het heterohokje’ te stappen. Dit heeft volgens hem niet zozeer met de islam te maken, maar met de conservatieve cultuur. ‘Turkse Nederlanders zijn doorgaans behoorlijk conservatief. Dat merk je ook tijdens de Turkse verkiezingen; er wordt veel op Erdogan gestemd. En vanuit dat conservatisme zijn ze ook tegen lhbtqia+.’