Turkije moet een schadevergoeding betalen aan een Syriër die door het land terug naar Syrië gedeporteerd werd. Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens besloten.
De Syriër Muhammad Fawzi Akkad vluchtte in 2014 naar Turkije. Hij werd in 2018 aan de Grieks-Turkse grens opgepakt en van daar naar de Turks-Syrische grens gestuurd. Daar werd hij gedwongen een document van ‘vrijwillige terugkeer’ te ondertekenen. Vervolgens werd hij gedeporteerd naar Syrië.
In Syrië werd hij door gewapende groepen vastgehouden en mishandeld, maar later toch vrijgelaten. Hij vluchtte gelijk daarna weer naar Turkije en slaagde toen wél om Europa te bereiken. Inmiddels zit hij in Duitsland, waar hij zijn asielprocedure afwacht.
Turkije ontkent dat Akkad tegen zijn wil is teruggestuurd, maar het hof acht bewezen dat Akkad onmenselijk is behandeld. Turkije moet hem 12.250 euro betalen, plus een vergoeding voor alle gemaakte kosten.
Turkije vangt meer dan 3,7 miljoen Syriërs op, het hoogste aantal wereldwijd. Het publieke sentiment is in toenemende mate vijandig tegenover Syriërs. De regering gaat daar steeds meer in mee, ook door nieuwe plannen voor massale – zij het ‘vrijwillige’ – terugkeer aan te kondigen.