De Verenigde Naties maken zich zorgen over de mensenrechtensituatie in Sri Lanka. Moslims zijn er het slachtoffer van haatpropaganda, stelt de organisatie. De VN roept Sri Lanka op om hier onmiddellijk actie tegen te ondernemen.
Ahmed Shaheed, de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de godsdienstvrijheid, was voor een fact-finding mission twaalf dagen op bezoek in Sri Lanka. Volgens Shaheed is het gevoel van onveiligheid groot bij moslims in Sri Lanka, omdat extremistische boeddhisten er haat en geweld propageren.
In april dit jaar, tijdens Pasen, vonden er in Sri Lanka bloedige aanslagen plaats op christelijke kerkgangers en westerse toeristen, waarbij meer dan 250 mensen werden gedood. Deze aanslagen werd opgeëist door IS, maar extremistische boeddhisten geven de moslimminderheid in Sri Lanka de schuld.
Sinds die aanslag laait de vijandigheid tegenover de moslimminderheid in het land op. Zo vonden er in mei anti-islamitische rellen plaats, waarvoor extremistische boeddhistische groepen verantwoordelijk waren. Ook verspreiden deze extremistische boeddhisten nepnieuws, bijvoorbeeld van een islamitische dokter die boeddhistische vrouwen stiekem zou steriliseren.
Van de 22 miljoen Sri Lankanen is zo’n tien procent moslim.