6.1 C
Amsterdam

VS: Nike en Coca-Cola lobbyen tegen verbod op goederen uit Xinjiang

Lees meer

Enkele grote multinationals, waaronder Nike en Coca-Cola, lobbyen tegen een Amerikaans wetsvoorstel om goederen uit de Chinese regio Xinjiang te boycotten. Dit onthult the New York Times.

De indieners van de zogenoemde Uyghur Forced Labor Prevention Act willen dat de Verenigde Staten niet langer goederen importeert die gemaakt zijn met Oeigoerse dwangarbeid. China onderdrukt en vervolgt Oeigoerse moslims en andere islamitische minderheden in het land.

De VS wil de Oeigoeren helpen door deze economische boycot in te stellen, maar multinationals vrezen voor een financiële strop. Bedrijven moeten namelijk aantonen dat hun producten niet met dwangarbeid zijn gemaakt. Multinationals willen om die reden dat de strenge bepalingen in de Uyghur Forced Labor Prevention Act verzacht worden.

Een commissie van het Amerikaanse Congres, bestaande uit Democratische en Republikeinse politici, zette Nike en Coca-Cola in maart dit jaar op een lijst van bedrijven die verdacht worden te profiteren van dwangarbeid. Op deze lijst kwamen ook Adidas, Calvin Klein, Campbell Soup Company, Costco, H&M, Patagonia en Tommy Hilfiger terecht.

Coca-Cola ontkent tegenover the New York Times direct of indirect gebruik te maken van dwangarbeid. Het bedrijf zegt dat derden de bevoorradingsketen monitoren. Nike wijst de krant op een persverklaring uit maart, waarin het bedrijf stelt geen producten uit Xinjiang te betrekken en dat leveranciers geen textiel uit de regio gebruiken.

Uit onderzoek van the New York Times blijkt dat Coca-Cola in de eerste negen maanden van 2020 4,68 miljoen dollar heeft uitgegeven aan lobbywerk in Washington en Nike 920.000 dollar. Een deel van deze bedragen werd uitgegeven om de Uyghur Forced Labor Prevention Act te verzachten.

Eerder deze maand ontkende de Duitse autofabrikant Volkswagen gebruik te maken van Oeigoerse dwangarbeiders. ‘Ik kan u verzekeren dat we geen dwangarbeid hebben’, aldus de CEO van het bedrijf in China  tegen de Britse BBC. De BBC vroeg hem ook of hij absoluut zeker kon zijn van die bewering en de verzekering kon geven dat geen van de Chinese werknemers in een kamp was geweest. Wollenstein: ‘Ik denk dat we nooit 100 procent zekerheid kunnen bereiken.’

- Advertentie -