Moslims zijn net zo onverdraagzaam tegenover homo’s als SGP’ers, betoogt Gert Jan Geling in zijn column ‘Conservatieve islam-apologie verpakt als wetenschap: in Nijmegen kan het’. Geling heeft daarin stevige kritiek op een wetenschappelijk onderzoek door de Radboud Universiteit Nijmegen. Dat onderzoek concludeert dat de verdraagzaamheid naar homo’s bij Europese moslims afhankelijk is van een aantal factoren, zoals de eigen ervaren tolerantie en de geldende waarden en normen in een samenleving.
Geling vindt dat de verkeerde vragen zijn gesteld. Het kan gewoon niet zo zijn dat de intentie en conclusie van dit onderzoek kloppen: ‘Het lijkt deze wetenschappers er vooral om te gaan de beeldvorming over de islam en moslims te beïnvloeden, in plaats van dat ze zich werkelijk zorgen maken over islamitische homo-intolerantie.’ Deze ‘verkeerde vragen’ en het in deze context relevante onderscheid tussen homo’s en homoseksualiteit doet Geling af als ‘vergoelijking’.
Ik vraag mij af of Geling, alvorens in de pen te klimmen, deze wetenschappers heeft benaderd om zijn twijfels voor te leggen. Ik heb een vermoeden van niet, en ben dan ook geneigd eerder de intenties van Geling ter discussie te stellen dan de kundigheid van de betreffende onderzoekers.
Terug naar de SGP. Geling poogt de opvattingen van Nederlandse moslims gelijk te stellen met de opvattingen binnen deze streng-christelijke partij en slaat daarmee gelijk de plank mis. De SGP streeft naar een samenleving op Bijbelse grondslag. De islamitische gemeenschap in Nederland streeft niet naar een samenleving op islamitische gronden. Dat is ook niet realistisch als je maar 5 procent van de bevolking uitmaakt. Deze 5 procent is bovendien verdeeld in tal van subgroepen.
Vanuit (ja, ook orthodox-) islamitisch perspectief wordt de Nederlandse wet onder meer daarom gezien als een maatschappelijk contract waaraan moslims zich moeten houden. In dit verband ook artikel 1 van de grondwet, die allen gelijkstelt. Moslims beseffen zich wel degelijk dat juist dit tolerantiebeginsel het samenleven en het uitoefenen van de eigen religie mogelijk maakt binnen de kaders van de wet. En hieruit volgt dat zij anderen dezelfde vrijheid moeten gunnen.
Hoe creëert dit gegeven dan concreet de verdraagzaamheid ten aanzien van homo’s? Binnen de orthodoxe islam wordt homoseksualiteit, net als seks voor het huwelijk, ontucht, alcoholgebruik en drugsgebruik gezien als een immorele zonde. De islam keurt de zonde af, zonder de mens achter dat gedrag te dehumaniseren. Ik heb in dit verband een groot aantal uitspraken van (orthodoxe) islamitische theologen bekeken en telkens werd deze nuancering bevestigd. Dit is een opvatting die niet alleen binnen islamitische en tal van religieuze groepen leeft, maar ook binnen andere groepen in de Nederlandse samenleving.
De islam keurt de zonde af, zonder de mens achter dat gedrag te dehumaniseren
Tegenover het ‘onverdraagzame moslimconservatisme’ stelt Geling een te rooskleurig beeld van de opvattingen over homoseksualiteit binnen de westerse gemeenschap. Die homo-opvattingen zijn in het Westen door de ‘wasstraat van de Verlichting’ gegaan, zo noemt hij dat. Maar hoe ‘Verlicht’ is het Westen eigenlijk op dat vlak? In Nederland vonden in 1730 de beruchte sodomieprocessen plaats, waarbij tientallen homoseksuelen werden geëxecuteerd. En tot het midden van de vorige eeuw vond hier castratie van homoseksuelen plaats.
Bovendien gaat Geling voorbij aan het feit dat in Nederlands slechts 56 procent van de mensen zich sociaal op het gemak voelt bij mensen die openlijk homo zijn. Daarmee is er een aanzienlijke minderheid in dit land die in meer of minder mate moeite te hebben met homo’s en/of homoseksualiteit.
Veel mensen vinden dat homo’s de vrijheid moeten hebben om te zijn wie ze willen, zolang ze er maar niet geconfronteerd mee worden. Dit lijkt op het onderscheid dat de wetenschappers uit Nijmegen in hun onderzoek vonden, tussen de acceptatie van homo’s enerzijds en de tolerantie ten aanzien van homoseksuele handelingen anderzijds.
De incidenten tegen homo’s in Amsterdam zijn niet acceptabel. Maar om hiervoor de ‘conservatieve theologische opvattingen’ van de islam de schuld te geven is absurd. Het zijn veelal tieners in een egocentrische fase, die geen kaas hebben gegeten van de islam en beschaafde omgangsvormen.
Getogen in Amsterdam, heb ik zelf vaak te maken gehad met mensen met een andere seksuele voorkeur. Hier zijn nooit conflicten uit voortgekomen, integendeel. Dit geldt voor 95 procent van de Nederlandse moslims. Het tegenover elkaar zetten van groepen, wat Geling doet, is onnodig en dient geen enkel doel. Steek die tijd en energie liever in gesprekken, voorlichting en preventie en hanteer daarbij als welbekend motto: ‘Leef en laat leven.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!