5.4 C
Amsterdam

Conservatieve islam-apologie verpakt als wetenschap: in Nijmegen kan het

Gert Jan Geling
Gert Jan Geling
Publicist. Kernlid van de denktank Liberales. Onderzoeker aan het Leids Universitair Centrum voor de Studie van Islam en Samenleving dat verbonden is aan de Universiteit Leiden.

Lees meer

‘Als een SGP’er zich gediscrimineerd voelt, kan dat bijdragen tot een minder tolerante visie op homoseksualiteit’, concludeert nieuw onderzoek. Wanneer deze groep zich minder welkom voelt in de samenleving, is zij eerder geneigd tot een conservatieve houding. Hierdoor ontstaat een haast vicieuze cirkel, waarbij het uitsluiten van orthodoxe christenen op basis van hun religie dat stereotype juist versterkt.

Ik kan mij voorstellen dat de lezer nu denkt: ‘Curieus onderzoek, vreemde redenering. Worden SGP’ers in ons land niet juist bekritiseerd en maatschappelijk uitgesloten vanwege hun conservatieve houding? Is het niet zo dat hun aversie tegen homoseksualiteit juist primair voortkomt uit hun orthodox-religieuze opvattingen, niet omdat ze worden afgewezen door de Nederlandse maatschappij?’

Deze lezer heeft gelijk, want zo’n onderzoek bestaat ook niet. Toch concludeerden sociologen Niels Spierings (Radboud Universiteit Nijmegen) en Antje Röder (Philipps University Marburg) onlangs een soortgelijk verband bij West-Europese moslims. Die worden blijkbaar conservatiever tegenover homo’s en homoseksualiteit als ze zich zelf gediscrimineerd voelen, zo viel te lezen in de Kanttekening.

Wie dat onderzoek leest, ziet dat het ervaren van discriminatie volgens de onderzoekers slechts een enkele factor is die invloed heeft op de homo(in)tolerantie bij moslims. Andere factoren zijn onder meer moskeebezoek, de normen en waarden van het land waarin ze leven en tot welke generatie behoren. Maar de eindconclusie ademt de gedachte dat men in Europa vooral niet moet denken dat alle moslims tegen homoseksualiteit zijn, en dat juist tolerantie jegens moslims belangrijk is om ervoor te zorgen dat hun houding tegenover homo’s eveneens toleranter wordt.

Het lijkt deze wetenschappers er vooral om te gaan om de beeldvorming over de islam en moslims te beïnvloeden

Van Spierings verscheen vorig jaar een ander onderzoek. Daarin betogen hij en zijn collega-socioloog Saskia Glas (eveneens Radboud Universiteit Nijmegen) dat intolerantie voor homo’s niet door de islam komt. Ook dit onderzoek is vergoelijkend. Zo stellen Spierings en Glas dat veel moslims een onderscheid maken tussen de homo als mens en het praktiseren van homoseksualiteit. De houding ten opzichte van homo’s in dit onderzoek wordt vooral vastgesteld aan de hand van de vraag hoe moslims staan tegenover homoseksuelen als buren. Een bijzondere keuze.

Hadden ze niet moeten vragen wat ze zouden vinden van een homo als broer of als zoon? Dan komt deze vraag opeens een stuk dichterbij. En dan zie je of de tolerantie die ze zeggen te hebben ook standhoudt. Ook dit onderzoek ademt de conclusie: niet de islam is verantwoordelijk voor homo-intolerantie onder moslims; media, politiek en samenleving zijn veel te negatief over hoe de islam zich verhoudt tegenover homoseksualiteit.

Het lijkt deze wetenschappers er vooral om te gaan de beeldvorming over de islam en moslims te beïnvloeden, in plaats van dat ze zich werkelijk zorgen maken over islamitische homo-intolerantie. Een frame dat de Kanttekening overnam in haar berichtgeving, zonder daar een, jawel, kanttekening bij te plaatsen.

Uiteindelijk zijn het conservatief-religieuze opvattingen die het beeld over homoseksualiteit en homo’s bepalen. Deze opvattingen zijn binnen de islam overheersend omdat de islam, zoals wijlen Pim Fortuyn dat ooit zo mooi verwoordde, nooit door de wasstraat van de Verlichting is gegaan. Vergelijk de opvatting van de gemiddelde christen in Europa en de gemiddelde moslim op dit terrein en de verschillen zijn groot. De gemiddelde moslim is op dit terrein eerder vergelijkbaar met de gemiddelde SGP’er, met een orthodoxe christen dus.

We zouden trouwens de redenering van deze wetenschappers ook kunnen omdraaien. Want is moslimdiscriminatie ook niet deels het gevolg van negatieve ervaringen van homo’s met moslims? De intolerantie die moslims ervaren, wakkeren conservatieve moslims immers zelf ook aan: namelijk door intolerant te zijn tegenover homo’s.

Onverdraagzaamheid heeft baat bij onverdraagzaamheid van de ander. Dat klopt. Maar het is ook een open deur. En het is problematisch wanneer het beestje niet bij de naam genoemd wordt. Zo ligt in Amsterdam wethouder Rutger Groot-Wassink onder vuur omdat hij terughoudend reageerde op een rapport dat een link legt met cultuur en religie bij anti-homogeweld in Amsterdam. Bij deze discussie moeten we teruggaan tot de kern: de conservatieve theologische opvattingen van de islam.

Alleen wanneer de islam fundamenteel verandert, kan op dit terrein echt een doorbraak verwacht worden. En wellicht dat dan als bijvangst ook nog eens de discriminatie van moslims in de samenleving af zal nemen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -