In de afgelopen weken werd er volop gepraat over het verwijderen van ‘koloniale’ standbeelden, zoals die van zeelieden Jan Pieterszoon Coen in Hoorn en Piet Hein in Rotterdam. Aan een multicultureel panel met prominente Nederlanders stelden we de omgekeerde vraag: zijn er ook nieuwe, diverse helden die een standbeeld verdienen?
Simion Blom, GroenLinks-raadslid in Amsterdam
‘François-Dominique Toussaint Louverture (1743-1803) is voor mij een grote inspiratie. Hij bevrijdde zijn volk in Haïti en zorgde ervoor dat zijn land onafhankelijk werd. Haïti is het eerste gekoloniseerde gebied dat de onafhankelijkheid uitriep en de slavernij afschafte. Toussaint Louverture was een van de belangrijkste leiders van die revolutie. De Haïtiaanse revolutie inspireerde anderen in Caribische slavenmaatschappijen om in opstand te komen, denk aan de opstand van Tula op Curacao.
Maar Haïti heeft ervoor moeten boeten. Koloniale mogendheden konden niet verkroppen dat zwarte tot slaafgemaakte Afrikanen Frankrijk vernederden en zich daarbij lieten inspireren door de voodoo-religie. Voodoo werd gedemoniseerd en geboycot en Haïti heeft tot 1947 ‘herstelbetalingen’ betaald aan Frankrijk, als prijs voor de onafhankelijkheid. In totaal heeft Frankrijk ongeveer 17 miljard euro ontvangen.
‘Toussaint Louverture bevrijdde zijn volk en zorgde dat zijn land onafhankelijk werd’
Toussaint Louverture en zijn volk zijn voor mij de bakermat van de Afro-Caribische beschaving. Een beschaving die is getekend door slavernij en kolonialisme, en doordrenkt is met het bloed van Afrikanen en de inheemse bewoners. Ik vind dat dit verhaal meer verteld moet worden en dat Toussaint Louverture overal ter wereld standbeelden en monumenten moet krijgen.’
Esmaa Alariachi, tv-programma De Meiden van Halal en voorzitter Nederlandse moslimvrouwenorganisatie Al Nisa
‘Er zijn meerdere mannen en vrouwen die ik kan aanwijzen als helden. Vaak worden helden gekoppeld aan een heroïsche daad of een oorlog: iemand die een oorlog heeft gestopt of mensen heeft bevrijd. Ik vind dat als een persoon een aantal daden verricht, dat diegene dan gezien kan worden als een held of heldin. Ik vind iemand ook een held of een heldin als zij haar status of bekendheid die ze heeft verkregen door haar expertise – wat voor expertise dan ook – gebruikt om onrecht te bestrijden. Iemand die onbaatzuchtig is, hard heeft gewerkt voor zijn of haar succes, maar ook bijdraagt aan de successen van anderen.
Bijvoorbeeld Hanneke Groenteman, een journaliste die heel erg openstaat en echt hard probeert om objectief verslag te leggen, ergens over te praten. Maar ook Sylvana Simons, die de idealen volgens Artikel 1 van de Grondwet probeert na te streven door zich uit te spreken tegen racisme en discriminatie op welke vorm dan ook, en daarvoor een politieke partij is begonnen.
‘Nouri krijgt een pleintje naar zich vernoemd’
Een andere heldin in mijn ogen is de moeder van Abdelhak Nouri, de voormalige Ajax-voetballer die tijdens een oefenwedstrijd ernstige en blijvende hersenschade heeft opgelopen. De manier waarop zijn moeder hem heeft opgevoed, dat is een heroïsche daad. Zij heeft iemand aan de wereld gegeven die een balans heeft gevonden in zijn religie, in het goed zijn voor de mensen, in het succes en in het teruggeven aan de maatschappij. Nouri is ook een held. Hij krijgt een pleintje naar zich vernoemd.’
Wim Berkelaar, historicus
‘Op deze plek zou ik willen pleiten voor een standbeeld voor een fysiek kleine (1.58 m) maar geestelijk grote vrouw: Hebe Kohlbrugge (1914-2016). Kohlbrugge geniet wel enige bekendheid als verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog, maar niet de grote faam van iemand als Henk van Randwijk, leider van (verzetskrant, red.) Vrij Nederland – hoewel ze hem goed kende, met hem samenwerkte en met hem botste.
Waarom verdient Kohlbrugge een standbeeld? Omdat ze zich vanaf het begin van de Duitse bezetting keerde tegen de overheersing en het onrecht. Maar ook omdat ze na de oorlog doorging met haar strijd tegen onrecht, niet langer in vrij Nederland maar in communistisch Oost-Europa.
‘Vanaf het begin van de Duitse bezetting keerde Hebe Kohlbrugge zich tegen de overheersing en het onrecht’
Daar kwam ze regelmatig en wist ze Nederlandse theologiestudenten namens de hervormde kerk te plaatsen die – in de jaren zestig en zeventig zeer links – ontnuchterd thuiskwamen. Ze waren ontdaan over zoveel onrecht in Oost-Europa, dat in de ruim veertig jaar van Sovjetbezetting (1945-1989) wel ‘het vergeten Europa’ is genoemd.’
Nourdin el Ouali, politiek leider Nida
‘Ik heb twee namen die ik wil benoemen als helden, de eerste een vrouw en de tweede een man. De eerste is Philomena Essed, een vrouw met Surinaamse roots die af en aan tussen Nederland en Suriname heeft geleefd in haar jeugd. Zij is schrijfster en hoogleraar in Critical Race, Gender and Leadership Studies aan de Amerikaanse Antioch University. Zij heeft een heel belangrijk boek geschreven, dat sloeg op Nederland in de jaren tachtig: Alledaags racisme.
Dat boek heeft een heel positief zelfbeeld van Nederland van toen – tolerant en positief naar vreemdelingen toe – aan diggelen geslagen. Dat maakte natuurlijk dat ze daarmee niet veel vrienden heeft gemaakt. Ze is haar tijd ver vooruit. De gevestigde orde was allesbehalve blij met haar. Deze dame heeft een steen in de vijver gegooid. Haar werk is nog altijd actueel. Als je dat boek nog niet gelezen hebt: lees het, dan weet je waarom deze dame een standbeeld verdient.
‘Philomena Essed sloeg een heel positief zelfbeeld van Nederland – tolerant en positief naar vreemdelingen – aan diggelen’
De tweede held die ik wil benoemen is Anil Ramdas, die voortijdig een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Hij was een Surinaams-Nederlandse wetenschapper, schrijver, journalist en programmamaker en had hele scherpe maatschappelijke analyses. Hij waarschuwde vaak tegen ontwikkelingen in de samenleving, voordat ze zich in volle glorie aan de maatschappij manifesteerden. En zeer waardevolle stem in het maatschappelijk debat.
Voor zijn overlijden werkte Ramdas aan een promotieonderzoek naar asielzoekers en hoe hun verhalen door de Nederlandse staat werden geconstrueerd. De Nederlandse staat wilde niet dat hij zijn werk publiceerde, waardoor hij tot twee keer toe werd geprocedeerd. De eerste zaak heeft hij gewonnen, de tweede verloren. Dat maakte dat hij zijn onderzoek staakte.’
Amma Asante, voorzitter Landelijke Cliëntenraad
‘Nu ben ik al niet zo goed in het vinden van rolmodellen; meestal kom ik niet verder dan mijn ouders of mijn oma… Toen ik mijzelf dwong om toch na te denken over namen die ik op het schild wil hijsen, kwamen toch een paar namen in mij op: Jerry Afriyie, Sylvana Simons, Akwasi Owusu Ansah, Mitchell Esajas, Anousha Nzume, Seada Nourhussen, maar ook Quinsy Gario, Gerda Havertong, Gloria Wekker, Philomena Essed en Kwame Nimako. Dit lijkt overigens meer op een groepsportret dan één standbeeld.
Maar ik vind het moeilijk kiezen. Ze zijn allemaal belangrijk en staan symbool voor zwart heldendom. Mannen en vrouwen die tegen de stroom in hun nek uitstaken om racisme bespreekbaar te maken, en dat in een land dat niets wil weten van racisme en zich niet racistisch acht. In plaats van dankbaarheid voor hun moed om ons te wijzen op ernstige oneffenheden in onze samenleving, vielen spot, hoon, racisme en bedreigingen hen ten deel.
‘Mannen en vrouwen die tegen de stroom in hun nek uitstaken om racisme bespreekbaar te maken – en dat in een land dat niets wil weten van racisme, zich niet racistisch acht’
Stuk voor stuk zijn het namen van mensen met moed en kracht, die mij op de een of andere manier hebben geïnspireerd en gevormd in mijn bewustzijn van racisme en het bespreek maken daarvan. Hun woorden bieden mij niet alleen herkenning, maar geven mij houvast om uiting te geven aan mijn gevoelens van boosheid, frustratie en het verlangen naar hoop en verbetering. Bovendien zijn het namen van mensen die nog leven, terwijl het de gewoonte is om mensen pas na hun leven een standbeeld te geven.
Niet één naam, niet één held, maar elf namen. Geen namen van overleden mensen maar van levende helden. Ik vind het goed zo.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!