Ons land heeft een nacht gehad met Maccabi en met Ajax. Vlaggen zwaaien. Gemeenschappen staan grimmig tegenover elkaar. Beschuldigingen worden gevolgd door bedreigingen.
Opnieuw waren er grimmigheden. Godslastering kreeg in ons land vorige week veel aandacht. Tijdens een demonstratie in de buurt van een asielzoekerscentrum in de gemeente Haarlemmermeer werd het nodig gevonden om een Koran te verbranden. Eerder had de burgemeester al geprobeerd hiertegen bezwaar te maken, maar die klacht werd door de rechter afgewezen.
Voor mij als Jood is zo’n afschuwelijke daad van het ontwijden van datgene wat heilig is in de ogen van medegelovigen of andersgelovigen meer dan alleen maar een belediging. Het dwingt mij op te staan om mij te verzetten tegen deze aantasting van het geloofsleven van die ander.
Lastering van het goddelijk gezag binnen het geloofsdomein van die ander raakt de kern van godsdienstvrijheid in ons land. Zolang er geen grenzen worden overschreden waardoor schade zou kunnen ontstaan bij de ander – in juridische termen wordt dit benoemd als ‘ieders verantwoordelijkheid tot de wet’ – moeten we met onze handen en onze woorden afblijven van het heiligdom van die ander.
Maar bij dit soort publieke beledigingen van het geloof is er meer aan de hand.
Het ontwijden van dit boek kwetst en beledigt de moslim
In het jodendom en het christendom dragen zij de naam ‘Tien Geboden’. In de Koran staan deze niet als zodanig gegroepeerd als in de Bijbel of de Thora. Deze tien wetten staan daar wat meer verspreid over de hoofdstukken. Hoe dan ook, in alle drie geloven vertellen zij veel over de houding die de mens tegenover de Allerhoogste moet innemen en de houding die tegenover de medemens in acht moet worden genomen.
Binnen mijn geloof worden de Tien Geboden gezien als hét voorbeeld hoe de wetgeving van de Thora eruitziet. Zij bestaat uit twee delen. Het ene deel van de wetgeving vertelt mij hoe ik mij tegenover God moet gedragen, het andere deel vertelt mij hoe ik met mijn medemens, van welk geloof dan ook, moet omgaan.
Voor de moslim en de moslima is de Koran heilig. Met dit boek in handen bidt de moslim vijf keer per dag. Vanuit dit boek probeert mijn islamitische broeder of zuster tijdens het leven vorm te geven aan de Vijf Zuilen. Vanuit dit boek wordt de gelovige geïnspireerd hoe zich te kleden, wat wel en wat niet te eten, welke waarden moeten worden toegekend aan het leven. En ook hoe om te gaan met de dierbaren of de wat verder afstaanden in zijn of haar leefwereld. Kortom, het gewijde karakter van de Koran betekent alles voor hen.
Eigenlijk gelijk aan wat de Thora voor mij betekent en de Bijbel voor onze christelijke buren.
Het ontwijden van dit boek, zoals dat nu weer gebeurd is in Haarlemmermeer, kwetst en beledigt de moslim en raakt deze dan ook tot diep in de ziel.
Deze verbranding is de ultieme uiting van het totaal gebrek aan gevoel voor de medemens, voor de ander die nu eenmaal anders denkt of gelooft. Het is de meest grove schending van respect en fatsoen, wat juist zo noodzakelijk is binnen onze samenleving. Met deze daad wordt niet alleen opgestaan tegenover de Almachtige. Op dezelfde manier wordt ieder intermenselijk respect vertrapt. Is dat wat wij onze samenleving toewensen?
Hier gaat het over het welzijn van alle inwoners in ons land
Door vreselijke wereldconflicten staan ook in ons land burgers tegenover elkaar. Door de waarheid of door beeldvorming, hoe dan ook. Er heersen wederzijdse gevoelens van onveiligheid en ongewenstheid. Of het nu islamofobie of antisemitisme genoemd wordt.
Ja, Joodse burgers worden op straat regelmatig uitgescholden en ook bedreigd. Islamitische inwoners worden aangeduid als ’terroristen’ of Jodenhaters.
Onderhand heerst te veel en te hardnekkig het beeld dat de onderlinge verhoudingen misschien nooit meer goed kunnen komen.
Toen ik deze week hoorde van deze nieuwe Koranverbranding, besefte ik dat juist dit soort wanstaltigheden misschien wel het inzetbare middel is in deze tijd voor moslims en Joden – zover zij zich van elkaar verwijderd voelen – om de eerste stappen te ondernemen om elkaar toch weer op te zoeken. Elkaar te ondersteunen.
Het gaat echt niet alleen om die ene Koran, het gaat echt niet alleen over onze islamitische buren. Het gaat over het totale weefsel van onze hele samenleving. Hier gaat het over het welzijn van alle inwoners in ons land. Samen kunnen wij in de strijd hiertegen het voortouw nemen.
Moslimbroeders en -zusters, Joodse broeders en -zusters, toon samen naast elkaar hoe wenselijk burgerfatsoen zou moeten zijn, met het delen van de wederzijdse zorgen, pijn en verdriet en het zichtbaar maken van respect voor elkaars levensbeschouwing en levenswijze.
Juist in deze moeilijke tijd hebben wij dit allemaal nodig. Hier liggen kansen om elkaar weer terug te vinden. Zoals het ooit was. Tot zegen van de hele Nederlandse samenleving.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!