15.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 117

Witte directieleden snappen cultuursensitieve zorg niet

0

Onlangs werd het nieuwe pand van Beyt Essalam geopend aan de Pleinweg in Rotterdam. Hier kunnen ouderen die veel zorg nodig hebben zelfstandig wonen met inachtneming van hun islamitische geloof en cultuur.

De vorige locatie van Beyt Essalam was te klein geworden en het pand werd te oud. De nieuwe locatie is net opgeleverd. Het ziet er van binnen uit om door een ringetje te halen. Bovendien ruikt het er niet naar ziekenhuis of verpleegtehuis. ‘Daar is bewust aan gewerkt’, vertelt Hakima Abraymi, locatiemanager van Beyt Essalam.

Ze werkt al langer in de zorg. Eerst in een ‘witte’ zorginstelling, later bij Beyt Essalam. Er is behoefte aan islamitische zorg voor ouderen. Toch benadrukt Abraymi dat ze van begin af aan tegen het bestuur heeft gezegd open te staan voor de opname van mensen die geen moslim zijn. ‘Als er iemand is die lang in een multiculturele buurt heeft gewoond en zich prettig voelt tussen moslims dan staat de deur ook open, als onze gebruiken worden geaccepteerd. Momenteel is hier ook een christelijke dame uit Irak. Soms zit ze bij Koranmomenten, maar het is niet verplicht. Dat mogen onze bewoners helemaal zelf weten.’

De islam speelt een belangrijke rol bij Beyt Essalam. Zoals bijvoorbeeld de etensvoorschriften – halal eten, geen varkensvlees en de dadel aan het begin van de maaltijd tijdens de ramadan – maar ook de eetcultuur. Voor de één is dat harira-soep of koken met een tajine, voor de ander pilav-rijst en Turkse pizza. Er worden ook Nederlandse maaltijden verzorgd, maar niet elke dag. ‘Het gestel van de mensen is op een bepaald soort voedsel ingesteld. Toch gaat het verder dan dat. De specerijen en de geuren van voedsel roepen herinneringen op bij mensen met alzheimer. Niet al onze bewoners hebben een vorm van dementie, maar wel veel. Overigens streven wij naar zo min mogelijk psychofarmaca. Dat is zogenoemde onrustmedicatie. We ontkomen er niet 100 procent aan, maar als we alternatieven weten te vinden dan heeft dat de voorkeur. In ons zorgcentrum Boekenrode kwam iemand die behoorlijk agressief gedrag vertoonde. Bij ons deed hij dat niet. Waarom? Onze aanpak werkte voor hem duidelijk beter.’

De verdwenen Nederlandse taal en een eigen wereld

Er zijn oudere bewoners die de Nederlandse taal nooit machtig zijn geweest, maar er is ook een andere reden voor het in dienst hebben van verzorgend personeel dat bijvoorbeeld Turks of Arabisch spreekt. ‘Mensen met alzheimer verliezen de taal of talen die ze buiten hun moedertaal kennen. Dat is onderdeel van de ziekte. Daarom is het van belang dat een deel van ons personeel hun taal spreekt en de gewoonten kent. Bijvoorbeeld door de bewoners met oom of tante aan te spreken in de eigen taal. Daar kan geen blonde verpleegster met blauwe ogen die Nederlands praat tegen op. Onze cliënten wennen hier redelijk snel en wij leren hen zo snel mogelijk kennen door middel van onze persoonlijke aanpak. Mensen met alzheimer leven in hun eigen wereld. Het is zaak om hun wereld te begrijpen. Soms kunnen we daar op aansluiten, zoals bij een man die vroeger een slagerij annex groentewinkel had. Als er dergelijke producten worden bezorgd dan helpt hij vol trots met opruimen. Na afloop geven we hem imitatiegeld en vertellen we hem hoeveel we verdiend hebben. Een keertje vroeg hij ineens waar de schapen waren. Dan zeiden we dat die al in de koeling waren. Elke cliënt heeft een eigen gebruiksaanwijzing.’

‘Specerijen en geuren van voedsel roepen herinneringen op bij mensen met alzheimer’

Abraymi belooft niet dat er uitsluitend medewerkers zijn die Turks of Arabisch spreken. Overigens is er wel zorgpersoneel te vinden dat de Turkse of Arabische taal machtig is, maar eenvoudig is het niet. Bij een ander beroep lukt dat niet, namelijk de geriater (een arts met als specialiteit de problematiek van oude mensen, red.). ‘Ik ben nog nooit een geriater tegengekomen van Turkse of Marokkaanse afkomst. Gelukkig kunnen we een beroep doen op geriater Marleen Harkes. Ze werkte bij de Migrantenpoli in het Havenziekenhuis en momenteel bij het Maasstadziekenhuis. Ik ben heel blij dat we een beroep op haar kunnen doen. Er zijn wel andere artsen met een migratieachtergrond.’

Praten, praten, praten

Voordat Abraymi bij Beyt Essalam kwam, werkte ze in een ‘witte’ zorginstelling. Daar probeerde ze al om de positie van migrantenouderen binnen de zorg te verbeteren. ‘Ik zat onder andere in een stuurgroep om te proberen witte managers en een witte directie duidelijk te maken waar behoefte aan was. Het is geen onwil van veel leidinggevenden, maar echt begrijpen doen ze het niet.’

Hakima Abraymi, locatiemanager bij Beyt Essalam. Foto: Anne-Rose Hermer

Witte directieleden staan open voor het feit dat de geboden zorg niet op iedereen van toepassing is, maar weten niet precies hoe ze cultuursensitieve zorg moeten geven. ‘Ik ben ontzettend blij dat MOB, de zorgorganisatie waar Beyt Essalam onder valt, de kans biedt voor deze vorm van zorgverlening.’

Familie niet op één lijn

Een tot twee decennia geleden was het in bepaalde culturen onbespreekbaar om je ouders te laten opnemen in een zorginstelling. ‘Op basis van ons geloof eer je je ouders en zorg je zelf voor hen. Alleen is onze maatschappij daar niet op ingesteld. De meeste huizen zijn hier te klein voor en het kan vaak ook niet gecombineerd worden met werk. Naast mantelzorgverlof is het mogelijk om onbetaald verlof op te nemen, maar dat is financieel niet altijd haalbaar. De laatste tien jaar is er veel veranderd, ook wat betreft de acceptatie om je vader of moeder wel in een zorginstelling te laten opnemen. Het taboe is er nog, maar het neemt af. Als het thuis goed gaat, doe dat dan alsjeblieft. Maar in bepaalde gevallen is het gewoon niet meer verantwoord. Helaas is het vrijwel nooit een gezamenlijke beslissing. Dan is er bijvoorbeeld een zus die jaren voor een ouder of ouders heeft gezorgd. Maar op een moment wordt het echt te zwaar voor haar. In zo’n geval is er altijd een broer of zus die zegt dat dit onzin is en een opname niet nodig is. En dat terwijl veel mensen vaak beter af zijn op een plek waar ze de juiste begeleiding krijgen. We proberen een plek te creëren waar ze het oude, het vertrouwde en het veilige vinden.’

Je zou denken dat het een gewone huiskamer is waar toevallig ook een rolstoel staat

Het beleid van Beyt Essalam is er bewust op gericht om zoveel mogelijk contact te houden met de familie en mantelzorgers. Dat wordt heel erg op prijs gesteld, maar soms blijft een familie echt verdeeld. ‘Af en toe voel ik me net een geestelijk verzorger of psycholoog’, zegt ze. ‘Maar toch komen familieleden er vrijwel altijd samen uit. Alleen is het onmogelijk om een cliënt 24 uur per dag in de gaten te houden. We doen ons best om de beste kwaliteit zorg te bieden, dat wel.’

Samen herinneren en samen eten

In veel ‘witte’ Rotterdamse verpleegtehuizen worden liedjes gezongen van vroeger, maar mensen die hier niet mee zijn opgegroeid hebben daar geen herinneringen aan. In de huiskamers in Beyt Essalam wordt muziek ten gehore gebracht die de bewoners wél kennen of herkennen. Dat is te zien aan hun glunderende gezichten. Voor buitenstaanders lijkt het onbelangrijk, maar vooral voor mensen met alzheimer is het belangrijk om in contact te zijn en te blijven met herkenbare dingen, aldus Abraymi. Samen eten en samen koken maakt daar ook deel van uit. ´Sommige bewoners kunnen nog helpen in de keuken door groente te snijden, aardappelen te schillen of boontjes te doppen als een mes te gevaarlijk is geworden.’

Keukenkastjes

De bewoners van Beyt Essalam hebben geen ziekenhuiskamertje met alleen een bed, verrijdbaar nachtkastje en een kledingkast. Dit woonzorgcentrum beschikt over 23 studio-appartementen, waarvan er op het moment van dit gesprek zeven leeg staan. Voor drie van die onbezette appartementen is al interesse getoond. Eén van de studio-appartementen mag worden bezichtigd. Behalve het bed en de vloer mogen cliënten hun wooneenheid inrichten zoals ze willen. In dit geval staat er een bank, een tafel, een paar planten in de vensterbank en een televisie. Als je niet beter weet, zou je denken dat het een gewone huiskamer is waar toevallig ook een rolstoel staat. In de appartementen kan niet zelf gekookt worden, maar er is wel een klein aanrecht en enkele keukenkastjes. De inhoud wordt af en toe gecontroleerd, want als mensen met Alzheimer iets lekkers krijgen van iemand die op bezoek is vergeten ze dit vaak weer zodra het is opgeborgen. Daarom wordt in de gaten gehouden of er niets in de kastjes ligt dat over de datum is. Het appartement heeft een grote badkamer met een eigen toilet, een douche en een wastafel. Natuurlijk is het thuis het allerfijnste, maar het is een acceptabel alternatief.

Overigens hebben sommige bewoners, zolang dat mogelijk is, een magnetron en een koffiezetapparaat in hun appartement. Als het verzorgend personeel merkt dat dit onverantwoord blijkt te zijn, dan vindt er overleg met de familie plaats. Die stemt tot nu toe altijd in, want ze weten dat het voor de bestwil van hun dierbare is.

Dit artikel verscheen eerder in de Kanttekening op 15 maart 2024.

‘Er is veel minachting voor het werk dat ik undercover doe’

0

Journalist Jeroen van Bergeijk werkt undercover aan de onderkant van de arbeidsmarkt. ‘Voor het eerst hebben mijn verhalen maatschappelijke impact.’

Op zoek naar een verklaring voor de uitslag van de verkiezingen op 22 november verwezen verschillende artikelen de afgelopen weken naar de kloof in Nederland tussen hoger opgeleiden en lager opgeleiden, tussen theoretisch en praktisch geschoolden. Journalist Jeroen van Bergeijk (1965) maakt zich zorgen over deze kloof. Hij ging de afgelopen jaren verschillende keren ‘undercover’ en solliciteerde op verschillende banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Hij werkte als Uberchauffeur, in het distributiecentrum van Bol.com, als verkeersregelaar, bij het callcenter van Wehkamp, in het IND aanmeldcentrum in Ter Apel, als flitskoerier en als koffersjouwer op Schiphol.

Hij schreef daarover spraakmakende artikelen in de Volkskrant en de Groene Amsterdammer. Die verhalen, gebundeld in het pas verschenen boek Undercover aan het Werk, geven de lezers stuk voor stuk zicht op een wereld die ze meestal niet of amper kennen. In een enkel geval leidde een artikel tot Kamervragen. Van Bergeijk beschrijft in zijn artikelen misstanden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Toch is dat niet zijn belangrijkste doel. Hij maakt zich vooral zorgen over de segregatie in de samenleving.

‘Ik ervaar twee gescheiden werelden. Dat vind ik zorgwekkend. Er is veel minachting voor het werk dat ik undercover heb gedaan, werk waarvoor je geen kwalificaties nodig hebt. Dat komt ook door onwetendheid over zaken die we als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. Hoe komt dat pakketje van Bol.com de volgende dag al bij je op de mat als je het pas om 23 uur s ‘avonds bestelt?  Wie zorgt ervoor dat je zware koffer op tijd in het vliegtuig staat? Ik vind het sowieso interessant om te weten, maar ik denk dat je wel wat meer respect mag hebben voor mensen die dat werk doen. Het is zwaar, het is vaak eentonig en het wordt slecht betaald.’

Hoger opgeleiden hebben vaak de neiging om hun succes aan zichzelf toe te schrijven, aldus Van Bergeijk. ‘Ze denken vaak: ‘Ik ben heel slim, ik heb gestudeerd, dus ik word chirurg.  En het is terecht dat ik veel verdien, want ik heb veel verantwoordelijkheid. En de verpleegster of de schoonmaker, die zijn niet zo slim. Daarom verdienen ze minder.’ Dat is toch een beetje de teneur? Ja, ik denk dat veel hoger opgeleiden te weinig beseffen dat ze gewoon ontzettend veel mazzel hebben gehad. Dus daar probeer ik over te schrijven.’

‘Hoger opgeleiden hebben vaak de neiging om hun succes aan zichzelf toe te schrijven’

Van Bergeijk begint zijn boek met het uiteenzetten van zijn ervaringen met zijn allereerste baantje. Hij was toen nog geen journalist maar middelbare scholier. Hij ging werken in de Hooimeijer beschuitfabriek in Barendrecht, waar zijn vader directeur was. Het was de eerste keer dat hij te maken kreeg met mensen buiten zijn bubbel.

Afrokapsel
‘Ik woonde in een dorp vlakbij Barendrecht en zat op een basisschool met kinderen met hoger en praktisch opgeleide ouders, maar wel bijna allemaal wit. En op de middelbare school werd het nog meer een bubbel van kinderen uit witte, hoogopgeleide gezinnen. Ik kende bijvoorbeeld helemaal geen Marokkanen, ik kwam hen niet tegen. Toen vond mijn vader het tijd worden dat ik, net als mijn oudere broers, even in de fabriek ging werken. Hij vond dat het goed voor me was en hij had gelijk. En ik wilde ook wel mijn eigen geld verdienen. In de fabriek werkte ik met mensen uit Rotterdam, uit Feyenoord en met veel Marokkaanse gastarbeiders. Ze deden verschrikkelijk vies en zwaar werk. Soms in twee diensten op een dag.

Van Bergeijk vond het echt een hele harde wereld. ‘Maar tegelijkertijd was het ook fascinerend, een wereld die ik toen nog niet kende: Marokkaanse mannen waarvan sommigen toen met een afrokapsel liepen en anderen in djellaba’s.  Dat had ik nog nooit gezien. Ik denk dat ik ook gefascineerd was door de ongefilterde rauwheid. Dat trekt me nog steeds. Na die twee weken wist ik: hier wil ik niet eindigen. Ik wilde heel graag weer terug naar school en was gemotiveerd mijn opleiding af te maken.’

Geen Nederlanders voor zwaar, smerig werk
Van dat eerste baantje leerde Van Bergeijk een hoop over de arbeidsmarkt. ‘Ik leerde dat als je geen Nederlanders kan krijgen voor zwaar, smerig werk, dat je dan mensen uit het buitenland kan halen. En ik weet niet wat mijn vader daar precies op het kantoor deed, maar ik zag wel dat die fabriek gewoon doordraaide als hij er een dag niet was. Maar als er op een dag een paar Marokkanen wegbleven, dan liep de hele boel in het honderd.  Ik zag ook dat het werk dat de inpakdames eerst deden vervangen werd door machines. Als de machines goedkoper zijn dan de mensen kun je dus je baan verliezen. Het zijn lessen die nog steeds actueel zijn.’

Jaren later, in 2007, maakte Jeroen van Bergeijk de documentaire ‘Aan ons den Arbeid’, over de Marokkaanse gastarbeiders die in de fabriek van zijn vader werkten. ‘Ik had een paar jaar in New York gewoond en keerde terug naar Nederland na de moord op Pim Fortuyn. Ik herkende het land toen niet meer. Het was opeens normaal geworden om het openlijk over ‘kutmarokkanen’ te hebben. Daar had ik het toen met mijn vader over. Hij vond dat er te weinig waardering was voor Marokkaanse Nederlanders. Mijn vader vertelde: ‘Als ik mijn Marokkanen niet had gehad dan hadden we die fabriek nooit draaiende kunnen houden.’ Hij sprak altijd met warme gevoelens over zijn Marokkaanse medewerkers. Dat vond ik fascinerend. Dus toen heb ik een documentaire gemaakt, waarin ik een portret maakte van de eerste generatie gastarbeiders.’

Goud zoeken in Australië
Van Bergeijk begon pas in 2017 met undercoverjournalistiek. Dat gebeurde per toeval. ‘Ik vond het eigenlijk altijd wel leuk een wereld te verkennen die ik nog niet kende. Ik ben goud gaan zoeken in Australië, ik heb met de auto een lange tocht door de woestijn gemaakt, ik heb in New York gewoond en ben een uitgeverij begonnen. Nadat ik mijn eigen uitgeverij had verkocht wilde ik een tijdje als Uberchauffeur werken. Gewoon om weer eens iets anders te doen. En toen ik daarover schreef bleek dat opeens een onderwerp te zijn dat tot de verbeelding sprak. Ik ontdekte dat ik mijn wens een andere wereld te leren kennen ook kon toepassen op maatschappelijk relevante onderwerpen. (Lachend) Dat is een beetje laat, als je boven de 50 bent. Daarna ging ik meer undercoververhalen schrijven.’

‘Ik vond het gaaf om te doen. Voor de eerste keer hadden mijn verhalen maatschappelijke impact. Ze kwamen allemaal op de voorpagina. Er werden naar aanleiding van mijn stukken Kamervragen gesteld. Zoals bij het verhaal over Wehkamp. Daar kopen veel mensen op afbetaling, maar over het geleende bedrag rekende Wehkamp een woekerrente van 14 procent. Dat betekent voor veel mensen dat ze nog dieper in de schulden raken. Tot voor kort was dit wettelijk toegestaan. Na mijn verhaal heeft de minister ingegrepen en die wettelijk toegestane rente met 2 procent verlaagd. Dat is een stapje in de goede richting. Mijn verhaal over het undercoverwerk bij het bagagesjouwen op Schiphol kwam precies op het moment dat duidelijk werd dat Schiphol kampte met enorme personeelstekorten. Dat was toevallig een heel goede timing.’

Aan de onderkant van de arbeidsmarkt werken in Nederland veel mensen met een migratieachtergrond, vaak in een kwetsbare positie. Van Bergeijk: ‘Als je een arbeidsmigrant bent, geen Nederlands spreekt en niet weet wat je rechten zijn, dan is de kans groot dat er misbruik van je wordt gemaakt. Arbeidsmigranten krijgen het minimumloon en betalen relatief veel geld voor armzalige huisvesting, bijvoorbeeld in een caravan. Op de plekken waar ik werkte kom je naar verhouding veel mensen van kleur tegen, maar er zitten ook witte, vaak oudere mannen in een kwetsbare positie tussen.’

Masculien
Bij bol.com, met vooral Poolse collega’s en Poolse bazen, voelde Van Bergeijk zich als Nederlander een buitenbeentje. Ik had er niet veel last van, ik werkte er ook maar kort, maar vond het wel opvallend. Ik denk dat het vooral een kwestie van klasse is. De sfeer is vaak hard, meestal rechtdoorzee, maar er worden zeker ook foute, racistische grappen gemaakt. Toch vond ik de verhouding tussen mannen en vrouwen vaak ernstiger. Het gaat vaak om sterk masculiene omgevingen, waar het voor vrouwen echt heel moeilijk is om zich te handhaven.’

‘Als ik een vrouw of een journalist van kleur was geweest had ik ongetwijfeld andere dingen gezien die ik nu heb gemist. Dan had ik waarschijnlijk wel discriminatie ervaren. Ik zou het heel interessant vinden wanneer meer vrouwen of journalisten van kleur dit undercoverwerk zouden doen. Dat zou nieuwe perspectieven opleveren.’

Van Bergeijk ziet zichzelf niet als de aangewezen persoon om te aan te geven wat er nodig is om de kloof tussen praktisch opgeleiden en theoretisch geschoolden in Nederland te verkleinen.

‘Dat vind ik lastig. Ik zie mezelf vooral als verslaggever. Ik word gedreven door nieuwsgierigheid. Ik vind het leuk op nieuwe plekken te komen waar anderen niet komen en daarover te vertellen. Mensen hebben bijvoorbeeld geen flauw idee dat er op Schiphol – buiten het zicht van de reizigers – sprake is van negentiende-eeuwse toestanden. Ik heb niet de pretentie dat ik met oplossingen kan komen om de kloof te dichten. Er zijn mensen die daar meer verstand van hebben dan ik. Volgens mij zit de grootste pijn in het gegeven dat we elkaar niet begrijpen of willen begrijpen. Mensen voelen zich niet gezien. We leven in gescheiden werelden, al vanaf de middelbare school. Het is goed om meer van elkaar te weten. En ik hoop daar op mijn manier een steentje aan bij te dragen.’

Dit artikel verscheen eerder in de Kanttekening op 18 december 2023.

Terug naar opa’s uitgemoorde dorp

0

Chris de Ploeg heeft een bijzondere reis van drie weken achter de rug. Hij bezocht het dorp in Zuid-Turkije, waar de Armeense familie van zijn moeder tot de genocide in 1915 woonde.

Chris de Ploeg (1994) is de zoon van een Armeense moeder en een Nederlandse vader. Deze zomer bezocht hij samen met zijn ouders en zijn broer de regio Cilicië in Zuid-Turkije. In deze bergachtige streek woonden de voorouders van zijn moeder. Tot de Armeense genocide in 1915 hier een wreed einde aan maakte. Talloze familieleden werden vermoord.

Voor De Ploeg is zijn Armeense achtergrond de laatste jaren belangrijker geworden, na jaren van ongemak over Turkije en terughoudendheid over zijn Armeense identiteit. Al heeft hij wel degelijk een Armeense opvoeding gehad, zegt De Ploeg, inclusief de Armeense zondagschool waar hij een hekel aan had. ‘Daar wilden ze ons ‘Armeens voor dummies’ leren, terwijl mijn moeder tot mijn zesde alleen maar Armeens met ons sprak. Ik spreek vloeiend Armeens, het is mijn moedertaal.’

Er bestaan twee Armeense talen. In Armenië, Rusland en Iran wordt Oost-Armeens gesproken. West-Armeens is de taal van de Armenen in Turkije, Libanon, Syrië en de diaspora in Europa. Wat spreek jij?

‘Ja, West-Armeens. Ik kwam er sowieso pas vrij laat achter dat er ook zoiets was als Oost-Armeens. Als kind was ik niet met die dingen bezig. Voor mij was Armeens gewoon een taal waarmee ik met mijn familie kon praten. Dat deed ik ook en ik had altijd een warme band met mijn Armeense familie. In die zin heb ik me altijd sterk Armeens gevoeld. Ik heb ergens nog een oud voetbalshirt liggen in de kleuren van Armenië. Dat had ik in de brugklas vaak aan.’

En toch was er een afstand tot je Armeense achtergrond?

‘Meer een terughoudendheid om er heel actief mee bezig te zijn. Ik denk dat het gemengde huwelijk van mijn moeder met mijn vader een rol speelt. Mijn vader is Nederlands. Om het nog ingewikkelder te maken, hij is half-Joods. Sefardisch-joods. Daardoor heb ik altijd een bepaald ongemak gehad met Armeens nationalisme en dan vooral met de conservatieve gezinscultuur, zoals dat je met een Armeen moet trouwen. Al is mijn vader uiteindelijk wel warm geaccepteerd door de familie. Maar er zijn traditionele opvattingen die ik als kind al niet prettig vond. Zo was er een Armeense priester die mijn ouders niet wilde trouwen omdat mijn vader atheïst was. Bij mijn neven thuis speelde dat nog sterker. Hun ouders – die beiden Armeens zijn – wilden echt dat ze met een Armeense thuis zouden komen. Die opvattingen zijn er tot op zeker hoogte nog steeds.’

Nemrut
(Beeld: Chris de Ploeg)

Toch groeide het Armeense gevoel de laatste jaren bij je. Hoe ging dat?

‘Ja, ik begon meer over de Armeense geschiedenis te lezen en wat meer door te vragen bij mijn moeder over familieverhalen. Ik ben actief in de antiracismebeweging, waar het veel over dekolonisatie gaat. Op een gegeven moment dacht ik, hoe zat het bij ons voor de genocide plaatsvond? Wat is de langere geschiedenis van de Armeniërs? Zo hoorde ik bijvoorbeeld de verhalen over de mythische Aralezes. Gevleugelde honden die de wonden van gevallen strijders likten om ze weer tot leven te wekken.’

‘Weinig Nederlanders weten dat de Turkse volkeren pas zo’n duizend jaar geleden vanuit Centraal-Azië naar Anatolië migreerden. De oorspronkelijke bewoners van wat ik liever de Armeense hooglanden noem – een gebied dat nu voor het grootste deel onder Turkije valt – waren de Armeniërs. Onze voorouders woonden daar, zo blijkt uit dna-onderzoek, al minstens achtduizend jaar. Waarschijnlijk zelfs nog langer. Zo weten we dat de tempel Portasar bijna twaalfduizend jaar geleden is gebouwd in de Armeense hooglanden. In die zin waren de Turken kolonisten, die tegen het einde van de dertiende eeuw het Ottomaanse rijk stichten.’

‘Onder heerschappij van de Ottomanen hadden de Armenen wel problemen, maar er was er nooit sprake van genocide. Ik zie die massamoord als het resultaat van het groeiende kolonialisme, kapitalisme en nationalisme van de negentiende en twintigste eeuw – ideologieën en technieken die werden overgenomen uit Europa.’

‘In de 20ste eeuw escaleerde dat verder. De Jong-Turken, die uiteindelijk overgingen op regelrechte genocide tegen de Armenen, waren medegeïnspireerd door het sociaal-darwinisme. Ze hadden ideeën als ‘het sterkste volk overleeft’ en dat het uitsterven van ‘zwakkere volkeren’ onvermijdelijk is. De Turkse elite is grotendeels rijk geworden door de gestolen bezittingen van Armenen, zoals de onderzoeker Halil Karaveli laat zien in zijn boek Why Turkey is Authoritarian. Turkse nationalisten wilden een ‘nationale economie’ opbouwen, zonder Armeniërs en andere christenen, maar wel met hun kapitaal.

Was je deze zomer voor de eerste keer in Turkije?  

‘Nee, maar wel voor het eerst in Cilicië. Sterker nog, dit is de eerste keer sinds de genocide dat er überhaupt iemand van onze familie is teruggegaan. Niemand durfde, ondanks dat ze bijna allemaal in Turkije zijn opgegroeid. We zijn vanuit Istanbul met de auto eerst naar Cappadocië gegaan. Van daaruit naar Göksun, waar mijn overgrootvader was geboren, en toen naar Zeytun, waar hij is opgegroeid.’

Wat waren de mooiste en vervelendste momenten van de reis?

‘Het mooiste moment was, vreemd genoeg, ook meteen het meest ongemakkelijke. We kwamen aan in Zeytun, het dorp van mijn opa. Het was met afstand het mooiste dorp dat ik heb gezien. Een rivier die door een spleet in de berg stroomt. Het geluid van constant stromend water. Het was er zo groen met verderop meren. De huisjes waren als een soort terrassen in de vallei gebouwd. Het uitzicht over de vallei was zo mooi.’

Het heet nu toch geen Zeytun meer?

‘Ja, dus daar begint het ongemak dus. Het heet nu Süleymanli, vernoemd naar een Ottomaanse bevelhebber, die gesneuveld zou zijn in de strijd tegen de Armeniërs. In Zeytun is historisch gezien veel verzet geweest. Daardoor komt het dorp ook in veel Armeense liederen voor. Het ongemak begon al toen we via Google Maps nummers belden om een hotel te zoeken. De mensen die opnamen vroegen wat we kwamen doen. Omdat het gewoon een dorp is waar verder nooit wat gebeurt. Die nummers bleken ook niet te kloppen. Er was daar niks.’

En toen?

‘We gingen twijfelen. Moesten we eerlijk zijn of niet? Uiteindelijk waren we wel blij dat we niet in het dorp sliepen. Want het voelde toch niet helemaal veilig. In je achterhoofd speelde constant dat de genocide wordt ontkend door Turkije. Straks dachten ze daar dat we onze huizen kwamen claimen. Onderweg vroeg een ober van een wegrestaurant waar we naartoe gingen. ‘Er is toch niks in Sülemanli’, zei hij. En toen: ‘Ah, nee, er is wel iets. Ga je naar de Bloederige Brug kijken?’

Wat is dat?

‘Er is daar een brug die bekend is omdat Ottomaanse soldaten – ‘onze helden’, zei hij – er vermoord zouden zijn door Armeniërs. Dat was aan de voet van het dorp Süleymanli. Pakweg vijftig meter daarvoor, stonden we letterlijk tegenover gewapende Turkse soldaten in uniform. Ik heb geen idee wat ze daar precies deden. We hebben ze niet gesproken en zijn er gewoon langsgereden.’

Dat lijkt me ook de beste optie.

‘Maar goed, toen kwamen we bij het dorp. Daar gingen we even wandelen. Dat was op zich al heel bijzonder. Gewoon de natuur, bergen bekijken, de ruimte proeven. Het klinkt misschien gek omdat we er nooit eerder waren geweest, maar ik, mijn moeder en mijn broer hadden allemaal het gevoel van thuiskomen. Gewoon door de geuren, de bergen. Er is iets dat toch in je lichaam zit ofzo, dat ervoor zorgt dat het daar als thuis voelt.’

‘Als je ons mist, kijk dan naar de wolken, dat zijn de brieven die we sturen’

Chris de Ploeg vertelt dat zijn moeder, die ook Turks spreekt, in principe als intermediair optrad. En dat ze met één groep Turken echt een gesprek heeft gehad. Zij vroegen meteen: wat kom je hier doen?

‘Ik merkte meteen aan haar lichaamstaal en stemverheffing dat het een pittig gesprek was. De energie ging omhoog. Mijn moeder heeft gezegd dat haar opa uit het dorp komt, en daarna zijn we naar boven gegaan naar een uitzichtpunt. Makkelijk om te vinden, daar hangt altijd een Turkse vlag. Even later nodigde diezelfde groep ons uit om een kop koffie te drinken. Gewoon op straat, weet je wel, voor hun deur. Ik ben wel blij dat we dat gesprek hebben kunnen voeren.’

En werd het gevoelig?

‘Het interessante was, de mannen nodigden ons uit. Maar er zaten ook vrouwen bij en we begonnen met hen te praten. Ik weet niet waarom, maar er was een groot genderverschil in hoe mensen reageerden.’

Wat bedoel je?

‘Ik vond de mannen heel onbeschoft. Mijn moeder heeft gezegd waar het op staat en het verhaal van mijn overgrootvader verteld. Hij was zeventien tijdens de Balkanoorlogen [die begonnen in 1912 en zouden uiteindelijk uitmonden in de Eerste Wereldoorlog]. Zijn broer was opgeroepen voor het leger maar die had net een baby gekregen. Toen heeft mijn overgrootvader gezegd: ‘Ik ga in jouw plaats, want jij moet je kind zien opgroeien.’ Hij is toen onder zijn naam het leger ingegaan. Bij het Dardanellenoffensief in 1915 raakte hij gewond aan zijn voet. Hij wilde terug naar zijn dorp om daar te herstellen. Zijn kolonel, die hem wel mocht omdat hij een goede sergeant was, heeft tegen hem gezegd: ‘Ga niet terug, er is niks voor jou daar.’ Hij gaf hem een adres in Istanbul. Daar begon hij opnieuw met zijn leven, onder een Turkse achternaam. Die naam heeft mijn moeder nog steeds.’

Heftig.

‘Het enige wat hij nog had, was een laatste brief van zijn moeder. Daarin stond het volgende: ‘Er zijn mannen met wapens, we weten niet waar ze ons naartoe brengen. Als je ons mist, kijk dan naar de wolken, dat zijn de brieven die we sturen.’ Wat ik hoorde over mijn overgrootvader is dat hij vaak in Istanbul voor de deur zat en naar de wolken keek. Met tranen in zijn ogen.’

Hoe reageerden die oude Turkse mannen op dit verhaal?

Hun reactie was: ‘Ja, maar de Armenen waren bandieten, ze hebben het over zichzelf afgeroepen.’ Ze vertelden ook een bizar verhaal over de reden waarom een groot deel van het dorp was afgebrand. Zogenaamd probeerden ze met vuur een bijenplaag te verdrijven. En toen, oeps, was het halve dorp weg. Het boeiende is dat de vrouwen heel anders reageerden, met veel meer begrip en een luisterend oor. Zij hadden Griekse roots. Blijkbaar geldt dat voor de meeste bewoners daar. Zij komen uit families die gedwongen uit Griekenland zijn gedeporteerd. Dat gebeurde rond 1923, toen Atatürk en de Grieken akkoord waren over een gigantische bevolkingsuitruil. De Grieken wilden van hun moslims af en de Turken van hun christenen. De mensen zelf hadden daar niets over te zeggen, ook al woonden ze vaak al generaties lang in Turkije of Griekenland.

‘Het enige wat hij nog had, was een laatste brief van zijn moeder’

Een van de vrouwen vertelde dat haar grootouders midden in de nacht werden opgehaald. Ze hadden niet eens tijd om spullen te pakken. Sommigen mensen die op de boot naar Turkije overleden, werden overboord gegooid. Die gebeurtenissen waren geen genocide, maar zorgen wel voor wederzijds begrip. Voor ons was dat contact heel waardevol. Het was een opluchting dat het niet de nazaten van onze moordenaars waren die in het dorp wonen. En ja, die mannen papagaaien gewoon wat ze ooit van hogerhand, van de staat of op tv, hebben gehoord.’

Heb je gevonden waar je naar zocht?

‘Het ging mij om verbinding met mijn wortels. Dat is gelukt, voor zover dat kan met zo’n verleden. We hebben ook andere gebieden bezocht met overblijfselen van de Armeense cultuur, maar ook van de Grieken en de Assyriërs, in de steden Urfa, Portasar, Mardin en op andere plekken. Dat vond ik ook moeilijk. De autorit van Zeytun naar Urfa duurde zo lang. Dan ga je automatisch denken aan de Armeniërs die diezelfde route in 1915 in de verschroeiende hitte moesten lopen in dodenmarsen. Dat zorgde voor heftige emoties. Zeker bij mijn moeder, die mijn overgrootvader heeft gekend, en een halve dag onwel is geworden door die gedachte. Ook bij mijn vader was het trouwens merkbaar. Tijdens zo’n reis proef en voel je de geschiedenis van je volk. Die ervaringen gaan dieper in je lichaam en geest zitten.’

Ga je nog een keer terug?

‘Ja, sterker nog, ik wist eigenlijk meteen toen ik daar was: ik wil hier wonen. Dat is mooi, maar als je wat langer over die gedachte nadenkt, dan sluipt het ongemakkelijke gevoel er weer in en kom je tot de conclusie dat dat heel moeilijk ligt.’

Armeniërs die willen terugkeren, dat ligt politiek gevoelig inderdaad.

‘Ja, in Turkije wordt de genocide niet erkend. Er is zelfs actieve ontkenning. Dat is best heftig, want je voelt je daardoor constant onveilig, ondanks alle Armeense schooltjes in Istanbul. De geschiedenis bespreken zoals wij nu doen, dat kan daar niet. Toen we de oude school van mijn moeder bezochten, zagen we in elk klaslokaal een portret van Atatürk hangen. Dat is verplicht, vertelden ze dan. Pijnlijk. Atatürk was weliswaar niet direct betrokken bij de Armeense genocide – hij vocht toen aan het front, net als mijn overgrootvader – maar hij was wel lid van de Jonge Turken die de genocide uitvoerden. Hij nam daarna genocideplegers op in zijn regering en zorgde ervoor dat Armeense vluchtelingen nooit konden terugkeren. En dan hebben we het nog niet gehad over de deportatie van de Grieken door Atatürk, zijn harde onderdrukking van de Koerden, de militaire dictatuur, enzovoort. Toen we de oude Armeense lerares van mijn moeder tegenkwamen, en ze hoorde dat mijn broer en ik activisten en journalisten zijn, schudde ze direct haar hoofd. ‘Niet hier’, zei ze. Dat is gewoon heel jammer.

‘De geschiedenis bespreken zoals wij nu doen, dat kan daar niet’

Ik moet ook benadrukken, politiek is het ingewikkeld, maar je van mens tot mens verbinden met de lokale bevolking, dat was makkelijk. Alle Turken en Koerden die we hebben ontmoet waren heel gastvrij. Ook in het aardbevingsgebied. Ondanks dat zoveel mensen bijna alles hadden verloren. Velen vertelden ook over de Armeense vrienden die ze vroeger hadden. Soms was er zelfs een uiting van verlies of verdriet dat ons volk is verdwenen. Waarom dat was gebeurd, ja dat lag moeilijker. Dan werd er vaak iets diplomatieks gezegd van: ‘Ik weet het niet.’ Of ze haalden hun schouders op en antwoordden:  ‘Politiek.’

Wat zou je willen doen om dat te veranderen?

‘Pfff, ik moet het allemaal een beetje laten bezinken. Maar er is wel een zaadje bij mij geplant. Ik weet nog niet precies wat ik ermee ga doen, maar dat komt nog wel.’

Dit artikel verscheen eerder in de Kanttekening op 10 oktober 2023.

Gloria Wekker: ‘Er is gemor onder witte mannen’

0

Emeritus hoogleraar Gloria Wekker is een van de auteurs van feminisme-klassieker Caleidoscopische visies. ‘Witte mensen denken dat neutraliteit samenhangt met het christendom of agnostisch zijn.’

De heruitgave van Caleidoscopische visies (2001) werd vorige maand groots gevierdIn cultuurcentrum de Tolhuistuin in Amsterdam stonden bekende auteurs van deze klassieker opnieuw op het podium. Nancy Jouwe, Halleh Ghorasi en Gloria Wekker. Ze schreven mee aan de bundel die in 2001 baanbrekend was. De uitsluiting van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen werd voor het eerst besproken en geanalyseerd.

‘Een warm bad’, blikt Gloria Wekker terug door de telefoon. ‘Iedereen uit het wereldje was er.’ Wekker (Paramaribo 1950) is cultureel antropoloog en emeritus hoogleraar Gender Studies en een beroemdheid in de wereld van feministen en anti-discriminatieactivisten. Ze schreef onder meer de boeken Politics of Passion en Witte onschuld en leverde een bijdrage aan de geruchtmakende bundel Dutch Racism. Zij beargumenteert onder meer dat racisme volop aanwezig is in de samenleving, terwijl dat tegelijkertijd heel lang is ontkend. Ook was ze een van de eersten die het begrip intersectionaliteit in ons land introduceerde. ‘Dat is’, zegt ze, ‘een buzzword geworden, maar veel mensen weten niet hoe het moet.’

Wat is intersectionaliteit?

‘Het begrip komt van de Amerikaanse wetenschapper Kimberlé Crenshaw. Het is een gelaagde, complexe manier van denken, die ingaat tegen wat ons aangeleerd is. We begrijpen de sociale werkelijkheid met ordeningsprincipes, zoals gender, etniciteit, ras, klasse en seksualiteit. We zien die categorieën als los van elkaar staande hokjes. Maar intersectionele denkers zeggen: die systemen beïnvloeden elkaar en we moeten ze dus ook in samenhang met elkaar analyseren.

‘Ik zit bijvoorbeeld bij de politie in een van hun raden van advies. Daar denken ze sinds mensenheugenis na over de vraag hoe ze de politie van iedereen kunnen worden. Hun eerste idee was: we gaan vrouwen aantrekken. In de praktijk waren dat witte vrouwen. Later bedachten ze: de samenleving is zo veranderd, er moeten ook meer mensen van kleur bij; dat bleken dan voornamelijk mannen te zijn. Maar dit blijven naast elkaar lopende trajecten, die niet in elkaar grijpen. Er wordt gedaan alsof alle vrouwen wit en alle mensen van kleur mannen zijn. Dat klopt natuurlijk niet.

‘Als man hoef je niet over je positie na te denken, want mannelijkheid is nu eenmaal dominant’

‘Deze manier van denken zit ook in wat we tegenwoordig diversiteit en inclusie noemen. Alsof ras/etniciteit en gender twee los van elkaar staande systemen zijn. Terwijl wij als intersectionele denkers zeggen: je moet ze samen nemen.’

Waarom denkt de politie op die manier?

‘Dat is niet alleen iets van de politie. We doen het allemaal; het wordt ons zo van jongs af aan geleerd. We hebben niet geleerd na te denken over wat dominante en wat ondergeschikte categorieën zijn. We doen heel graag alsof iedereen gelijk is in de samenleving. Maar dat is dus niet zo.’

Waarom werden de politievrouwen ‘wit’ en de personen van kleur ‘man’?

‘Het gaat hier over macht. Het is een kenmerk van privilege om te denken dat je als witte geen kleur hebt, terwijl die positie juist ontzettend veel macht heeft. En als man hoef je ook niet over je positie na te denken, want mannelijkheid is nu eenmaal dominant.

‘Er is nu gemor onder witte mannen die voelen dat ze hun plek in de samenleving kwijtraken. We zijn in een tijdperk aanbeland waarin hun macht niet meer vanzelfsprekend is. En degenen die de vanzelfsprekende macht hadden, die verzetten zich.’

Hoe doen ze dat?

‘Veel witte mannen voelen zich ongelukkig en vragen zich af wat er van hun rol en dominantie overblijft. Dit is ook waarom zoveel mensen rechts gestemd hebben. Ze verlangen terug naar de samenleving van vroeger, waarin de rollen helder verdeeld en dingen overzichtelijk waren. De rollen van de verschillende genders en mensen van kleur lagen vast. Dat is op losse schroeven komen te staan.’

Er lijkt ook een andere ontwikkeling gaande. Grote steden als Utrecht, Amsterdam en Arnhem staan buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) toe een hoofddoek te dragen. En ook binnen de politie klinken geluiden dat een agente met hoofddoek moet kunnen.

‘Ja, dat is een voorbeeld van de witte blik die langzaam van positie verandert. Maar deze ontwikkeling wordt tegelijkertijd aan allerlei kanten onderdrukt en ontkracht. Er is nog heel veel geloofsdiscriminatie en racisme.’

Een van de argumenten tegen het dragen van de hoofddoek is de neutraliteit van de politie. De hoofddoek zou daar afbreuk aan doen. 

‘Mijn idee is dat hoogopgeleide witte mensen in een soort bubbel leven, dat blijkt ook uit recent onderzoek. Ze hebben geen diversiteit in hun omgeving, niet in hun vriendenkring of in hun familie. Zij zijn ervan overtuigd dat neutraliteit samenvalt met het christendom of met agnostisch zijn.

‘Veel mensen denken nog steeds dat de zogenaamde neutraliteit die we van deze ambtenaren vragen gewaarborgd wordt door het niet dragen van symbolen die naar een godsdienst verwijzen. Maar dat geldt dan weer niet voor christelijke symbolen. Al is dat laatste ook verboden. Die opvatting wordt in toenemende mate bevraagd door anderen, bijvoorbeeld door vrouwen die een hoofddoek willen dragen.

‘Als je nu nog niet snapt dat je als witte een kleur hebt, dan lijkt dat op niet-willen-weten’

‘Dat hele begrip neutraliteit wordt te pas en te onpas ingezet. Het is opnieuw een manier om macht uit te oefenen, om je gelijk te krijgen. Wie kan bezwaar maken tegen neutraliteit? Natuurlijk moet de politie neutraal zijn, in de zin van niet bevooroordeeld. Alleen: wie stelt vast wat neutraliteit is?

‘Een beter argument is trouw aan de grondwet. Daar wil je loyaal aan zijn. En in artikel 1 van die grondwet staat dat mensen niet gediscrimineerd mogen worden op grond van religie, geslacht, seksualiteit en noem maar op.’

Is die neutraliteitsopvatting ook een vorm van witte onschuld, zoals u dat noemt?

‘Ja, je gaat dan uit van het idee dat een wit persoon zonder hoofddoek neutraal is, maar dat is niet zo. Als je nu nog niet snapt dat je als witte een kleur hebt, waar doorgaans een bepaalde mate van macht aan is verbonden is, dan lijkt dat op niet-willen-weten. Dat valt ook onder witte onschuld, dat je als witte niet weet dat je een machtspositie hebt en dat ook niet wil weten. Dat laatste is wel belangrijk om eraan toe te voegen. Zo voorkom je self indulgence, zelfingenomenheid. Dus dat je jezelf gemakkelijk kunt vergeven. Dat wist ik nou eenmaal niet, zeggen ze dan. Maar hoe lang mag dat niet-weten nog doorgaan? Want je zou inmiddels beter kunnen weten.’

Begrijpt u feministen die tegen de hoofddoek zijn?

‘Nee, ik weet dat het er veel zijn maar begrijpen doe ik het niet. Ik denk dat zij vol vooroordelen zitten over wat een hoofddoek betekent. Het dominante narratief dat een hoofddoek onderdrukking betekent is door mannen bedacht. Als feministe moet je hier niet in mee gaan. Je ontneemt islamitische vrouwen die een hoofddoek dragen alle kracht en handelingsvrijheid. Terwijl zij mogen bepalen wat die hoofddoek voor hen betekent. Dat afnemen kan nooit de bedoeling zijn.’

Nancy Jouwe, Maayke Botman en Gloria Wekker, Caleidoscopische visies – De zwarte, migranten- en vluchtelingen vrouwenbeweging in Nederland, Mazirel Pers, 360 blz., €24,99.

Dit artikel is eerder verschenen in de Kanttekening op 17 april 2024.

Must-reads over de democratische rechtsstaat deze zomer

0

De democratische rechtsstaat staat onder druk. Niet alleen in landen als Hongarije, India en Turkije, maar ook in Nederland, waar de regerende PVV van Geert Wilders lak heeft aan de fundamenten van onze rechtsstaat. Bijlezen deze zomer? Kijk dan naar deze boeken over de democratische rechtsstaat.

Weerbare democratie

Cover Weerbare Democratie

In 2015 verdedigde Bastiaan Rijpkema, inmiddels professor, zijn veel geprezen proefschrift Weerbare democratie. Hierin gaat hij in op de vraag hoe je de democratie in het Westen kunt versterken en verdedigen. Hij gaat in op de Duits-Amerikaanse politicoloog Karl Loewenstein, die in de jaren dertig van de vorige eeuw nadacht over de vraag hoe je democratische waarden en structuren moest beschermen tegen antidemocratische krachten. Ook bespreekt Rijpkema in zijn proefschrift de Leidse rechtsgeleerde George van den Bergh, die in dezelfde tijd de theorie ontwierp over democratie als het enige zelfcorrigerende systeem. 

Mag je antidemocratische partijen verbieden? Van den Bergh en Rijpkema vinden van wel. Partijen die de democratie willen opheffen als ze democratisch aan de macht komen vormen een levensgrote bedreiging voor de democratie, hoewel minder openlijk dan antidemocratische partijen en groeperingen die (terroristisch) geweld gebruiken.

Maar een partijverbod is een laatste redmiddel. Rijpkema blijft bovendien weg van de actualiteit en heeft nooit gepleit voor een verbod op FvD, de PVV of de SGP, hoewel hier – op grond van zijn betoog – zeker goede argumenten voor zijn. PVV en FvD willen de rechtsstaat om zeep helpen, de vrije pers en de wetenschap aan banden leggen. De SGP is een marginale partij, maar streeft wel een calvinistische theocratie na en wil – net als de PVV – de godsdienstvrijheid voor moslims afschaffen. 

De voorbeelden van Hongarije, India en Turkije laten zien dat als een autoritaire populistische partij aan de macht komt dit slecht nieuws is voor de rechtsstaat (geen onafhankelijke rechters), de vrijheid van meningsuiting (geen onafhankelijke pers) en voor minderheden (die in de knel komen). A must read dus, voor het goede theoretische weerwerk tegen antidemocratische krachten.

Bastiaan Rijpkema, Weerbare democratie. 256 blz., €25,99.

Nineteen Eighty-Four

Cover Nineteen Eighty-Four

Nineteen Eighty-Four van de Britse schrijver George Orwell is misschien wel de bekendste dystopische roman aller tijden. Het gaat over Winston –vernoemd naar Winston Churchill- – die een lage ambtenaar is. Zijn werk: de geschiedenis vervalsen, zodat het in lijn blijft met het officiële narratief van de staat. Ondertussen worden hij en andere mensen scherp in de gaten gehouden door Big Brother, het het fictieve gezicht van de totalitaire partij. 

Orwell komt met heel interessante inzichten, die nog steeds heel actueel zijn. De bekendste is Big Brother, de surveillancestaat. Totalitaire regimes observeren hun onderdanen nauwlettend, maar democratieën kunnen soms ook te ver gaan om de democratie te beschermen. Denk hierbij aan onderzoeksbureau NTA, dat in opdracht van verschillende Nederlandse gemeenten jarenlang illegaal moskeeën bespioneerde. 

Het belangrijkste concept in Nineteen Eighty-Four is echter dubbeldenk, dat twee tegengestelde beweringen tegelijkertijd waar kunnen zijn. Dubbeldenk leidt echter niet tot cognitieve dissonantie, omdat de tegenstrijdige ideeën geen conflict in de geest veroorzaken. De bekendste leuzen van Oceanië zijn: oorlog is vrede, vrijheid is slavernij, onwetendheid is kracht.

Dictaturen kunnen niet zonder dubbeldenk. Ze willen dat het volk gelooft dat de partij het beste met de mensen voorheeft, maar ook dat mensen keihard worden gestraft als ze de ideologie van de staat ter discussie stellen. In het boek wordt Winston gemarteld door het Ministerie van Liefde. Dubbeldenk is als je je verstand uitschakelt, blind achter een totalitaire collectivistische ideologie aanloopt en niet door hebt dat je voor de gek
wordt gehouden.

Boeiend is ook hoe de partij de massa manipuleert met de ’twee-minuten haatsessies. Mensen kunnen in twee minuten hun emoties de vrije loop laten. Deze zijn uiteraard niet tegen de heerschappij van de partij gericht maar tegen de denkbeeldige vijand, die tot zondebok is gemaakt. Dé grote vijand in het boek is Emmanuel Goldstein. Hij is gebaseerd op de Joods-Russische communistische voorman Leon Trotski, de aartsvijand van de Russische leider Jozef Stalin. Het idee van een ultieme vijand die overal voor verantwoordelijk is is echter universeel. Zo kun je hem ook terugvinden in George Soros, de grote vijand van de Hongaarse premier Viktor Orbán en Fethullah Gülen, de aartsvijand van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.

George Orwell, Nineteen Eighty-Four. 256 blz., €6,91.

Geschichte eines Deutschen

Cover Geschichte eines Deutschen

De Duitse Weimarrepubliek (1918-1933) is hét schoolvoorbeeld van een democratie die ten onder ging, en werd vervangen door een totalitaire staat. Over de Weimarrepubliek en haar val zijn boekenkasten vol geschreven. Recent nog het fantastische boek Het Weimar-experiment van wijlen Frits Boterman, waar onze columnist Thomas von der Dunk een prachtige recensie over schreef. Het beste boek vind ik echter Geschichte eines Deutschen. Die Erinnerungen 1914–1933 van Sebastian Haffner (1907-1999). Haffner beschrijft in dit postuum gepubliceerde boek de Spartakistenopstand in Berlijn, de harde Vrede van Versailles, de hyperinflatie van 1923 en de economische en politieke crisis waarin Duitsland na 1929 verzeild raakte, waardoor Adolf Hitler de macht kon grijpen.

Haffner was een jurist, maar realiseerde zich na de machtsovername van Hitler dat daar zijn toekomst niet lag. De nazi’s maakten recht namelijk ondergeschikt aan macht. Veel mensen pasten zich aan de veranderende omstandigheden aan. Zij lieten zich gelijkschakelen en accepteerden de nieuwe koers die Duitsland was ingeslagen. Tijdens een uitje zei een gelijkgeschakelde jurist dat het hem niet kon schelen of Marinus van der Lubbe onschuldig was of niet aan de Rijksdagbrand. Het was in het belang van de staat dat hij schuldig zou worden bevonden. Een hoofd meer of minder onder de guillotine maakte voor hem niet uit. 

Voor Haffner was dit een belangrijk moment: hij besloot journalist te worden. Uiteraard kon hij niet kritisch over Hitler en de nazi’s schrijven zolang hij in Duitsland bleef wonen, daarom schreef hij maar over vrouwenmode, een a-politiek onderwerp. Positieve stukken over de nazi’s of negatieve stukken over de Joden schreef hij niet, omdat hij zich niet wilde compromitteren. Na enkele jaren van nazidictatuur slaagde hij er in 1938 in om met zijn Joodse vriendin naar het Verenigd Koninkrijk te vluchten. Haffner ging schrijven voor The Observer, de krant waarvoor Orwell die jaren ook werkte. Om zijn familie in Duitsland niet in gevaar te brengen koos Haffner voor de nom de plume Sebastian Haffner. Tot die tijd heette hij nog Raimond Pretzel. 

In Exil en daarna in West-Duitsland bracht Haffner een boel boeiende boeken uit, waaronder Anmerkungen zu Hitler (Kanttekeningen bij Hitler), Germany: Jekyll & Hyde (Duitsland 1939: Jekyll & Hyde), Die sieben Todsünden des Deutschen Reiches im Ersten Weltkrieg (De zeven doodzonden van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog) en een biografie over zijn grote held Winston Churchill. Haffners stijl is kort en bondig, hij maakt scherpe observaties en slimme analyses die niet onderdoen voor het wetenschappelijk oordeel van historici. Zijn postuum uitgegeven autobiografie, die hij in de jaren dertig in het VK schreef, is echter met stip zijn beste en indringendste boek.  

Sebastian Haffner, Geschichte eines Deutschen. 432 blz., €14,99.

Daad uit menselijkheid wordt gezien als mensensmokkel

0

Wat doe je als je hoort dat een familielid zonder eten of drinken op de vlucht is en niet verder komt? Het overkwam Abdulaal en Martine. In september vorig jaar stapten ze in de auto naar Letland, om Mabroka te redden van de dood. Nu hangt er een gevangenisstraf boven hun hoofd van twee tot acht jaar. Voor mensensmokkel. 

Abdulaal woont zeven jaar in Nederland, Martine haar hele leven. Mabroka is het zusje van Abdulaal. Ze bleef achter in Soedan toen de rest van de familie naar Nederland kwam, tot aan vorig jaar. Vanwege de toenemende crisis, politieke vervolging en een slecht huwelijk wilde ook zij naar Nederland komen. Hiervoor koos ze de koude, onontbeerlijke route door Rusland, Wit-Rusland en de Baltische staten. Dit ging op het nippertje goed, dankzij haar broer en zijn vriendin. Maar waar het voor Mabroka goed afliep, staat de wereld van Abdulaal en Martine op zijn kop.

Het stel is inmiddels op borgtocht vrij en terug in Nederland, waar ze zich voorbereiden op de rechtszaak. Via een online verbinding vertellen ze wat hen is overkomen. Mabroka houden ze liever buiten beeld, die heeft genoeg meegemaakt. ‘Het is net een baan naast een baan’, verzucht Martine. ‘Ik heb vandaag een thuiswerkdag, maar ik ben vooral bezig met de rechtszaak. We moeten nu een getuigenlijst aanleveren.’

In september kreeg Abdulaal verontrustende berichten van zijn zusje. Ze was net de grens overgestoken van Wit-Rusland naar Letland met een groep andere vluchtelingen. Hiervoor had ze een mensensmokkelaar betaald. Die had haar van tevoren verteld dat ze twee uur moesten lopen als ze de Europese grens over waren, daarna zouden ze worden opgehaald. Maar dit werden vijf dagen en niemand haalde hen op.

‘Ze hadden bijna geen eten of drinken en geen onderdak onderweg. Op een gegeven moment kwamen ze bij een verlaten boerderij in Letland, waar ze wat rotte aardappelen vonden. Mabroka hield gedurende de reis contact, maar kon haar locatie niet delen. Dit hadden de smokkelaars uitgezet of vergrendeld op haar telefoon’, vertelt Abdulaal.

‘We hoorden dat er in dezelfde regio lichamen waren gevonden van migranten’

‘Er was wel contact met de smokkelaars, maar die vroegen steeds meer geld en er gebeurde niets. We hadden al 3000 euro overgemaakt. Ondertussen werd het steeds kouder. We hoorden dat er in dezelfde regio lichamen waren gevonden van migranten. Toen besloten we dat we er naartoe moesten gaan’, vertelt Martine.

Het lukte Mabroka haar locatie te delen met de telefoon van een van de smokkelaars, waarna ze het bericht direct weer weg haalde. Abdulaal en Martine vlogen naar Litouwen en huurden daar een auto. De volgende ochtend reden ze naar de locatie die met hen was gedeeld.

Verlaten boerderij

‘Ik was doodsbang, ik durfde niet eens de auto uit’, zegt Martine. ‘Ik dacht, we nemen Mabroka mee en rijden daarna heel snel hier weg. Maar toen Abdulaal de boerderij inliep, schrok hij van wat hij aantrof. Mabroka, huilend en opgelucht bij het weerzien van haar broer, maar bij haar een zwangere vrouw en nog drie anderen, allemaal uitgeput. De zwangere vrouw vertelde dat ze bloedingen had. Alleen Mabroka kon nog lopen. ‘We hadden onderweg eten gekocht, maar niet veel. We lieten het achter bij deze mensen, maar wisten dat het niet genoeg was. We wisten dat deze mensen dood zouden gaan als we ze achterlieten’, vertelt Abdulaal.

‘We wisten dat deze mensen dood zouden gaan als we ze achterlieten’

Ze namen een snelle beslissing. Ze namen, naast Mabroka, de zwangere vrouw en nog een persoon mee in de auto en reden naar Litouwen. Eenmaal aangekomen reden ze weer terug, midden in de nacht om de twee mensen die waren achtergebleven te halen. Martine slaakt een zucht. ‘We dachten niet echt na die avond. Het enige dat we dachten was: we moeten deze mensen in veiligheid brengen. Dus we haalden hen op. En toen werden we aangehouden.’

De politie vroeg de migranten in de auto of Abdulaal en Martine mensensmokkelaars waren en dus geld hadden verdiend aan deze actie. Als ze dit zouden bekennen, dan mochten ze asiel aanvragen in Letland. Iets waar ze volgens Europese wetgeving sowieso recht op hadden. Zo niet, dan werden ze teruggestuurd naar Wit-Rusland. ‘Het laatste gebeurde. Maar we worden evengoed vervolgd’, vertelt Martine.

Verdediging

Het lijkt op een script van een thriller, maar het is de realiteit waarin Abdulaal en Martine sinds die avond leven. Martine kwam na twee dagen vrij op borg, maar Abdulaal pas anderhalve maand later. Mabroka, die haar reis naar Europa vervolgde, was eerder in Nederland dan haar broer. ‘Ik had een advocaat gekregen vanuit Nederland, en we dachten dat dit de advocaat voor ons allebei was. Ze bleek maar een persoon te verdedigen en dat werd ik’, zegt Martine.

‘Abdulaal en Martine worden verdacht van mensensmokkel. Ze hebben vluchtelingen over de grens geholpen’

In de gevangenis kreeg Abdulaal te maken met institutioneel racisme. Hij kreeg een advocaat van de staat, maar niet dezelfde mogelijkheden als Martine. Waar Martine een borg betaalde van 6.200, moest Abdulaal 30.000 euro betalen. Dit werd hem pas na zes weken aangeboden. ‘We zijn beiden Nederlands en we zaten daar vast voor hetzelfde’, merkt Martine op.

Inmiddels worden ze allebei bijgestaan door dezelfde advocaat. Vanuit Nederland is dat Frederieke Dölle, advocaat bij Prakken d’Olivera. Ze geeft het stel advies, maar omdat de rechtszaak voorkomt in Letland, wordt de zaak verdedigd door een lokale advocaat. ‘Abdulaal en Martine worden verdacht van mensensmokkel. Ze hebben vluchtelingen over de grens geholpen. Daarbij maakt het niet zo veel uit of ze alleen familie of ook anderen hielpen’, legt Dölle uit.

In Europa gelden regels die het faciliteren van migranten bij hun vluchtroute strafbaar stellen. Deze regels staan in de Facilitator Package, Europese regelgeving met als doel om mensensmokkel tegen te gaan. EU-landen geven elk hun eigen invulling aan deze regels. ‘In Letland zijn de regels wat betreft mensensmokkel vrij streng’, zegt Dölle. ‘De aanklager heeft aangegeven een gevangenisstraf van twee tot acht jaar te zullen eisen. Ik weet natuurlijk niet wat de kansen zijn dat ze vrij worden gesproken, maar als er voldoende bewijs ligt is een gevangenisstraf dus een reële mogelijkheid.’

Hulp of misdaad?

De zaak van Martine en Abdulaal is niet uniek. In Letland staat momenteel nog een andere hulpverlener die mensen op de vlucht hielp terecht voor mensensmokkel. In januari 2021 werden in Italië 21 mensen, een scheepvaartmaatschappij en twee ngo’s beschuldigd van het faciliteren van ongeautoriseerde migratie. Deze zaak is nu geseponeerd wegens onvoldoende bewijs.

‘Hoewel de wetgeving is bedoeld om te voorkomen dat mensen met slechte bedoelingen geld verdienen aan mensensmokkel, kan het inmiddels ook strafbaar zijn als je met goede bedoelingen vluchtelingen de grens helpt oversteken’, zegt Dölle. ‘Dit is vooral aan de orde in landen aan de rand van Europa, die te kampen hebben met grote migratiestromen. In Letland zijn de regels vermoedelijk strenger geworden vanwege de grote toename van vluchtelingen uit Wit-Rusland.’

‘De hoop bij dit soort zaken is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen hulpverleners en mensen met slechte bedoelingen’

Ook in Nederland komen soortgelijke zaken voor, vertelt de advocate. ‘Ook hier zijn mensen die eigenhandig proberen hun gezin naar Nederland te helpen. De richtlijn voor mensensmokkel is drie maanden gevangenisstraf per gesmokkelde. Maar hier wordt meestal wel gekeken naar de intentie van de persoon. Mensen die vluchtelingen op humanitaire gronden helpen worden bijna nooit tot een gevangenisstraf veroordeeld. In een aantal zaken werden verdachten wel veroordeeld, maar werd de straf voorwaardelijk opgelegd.’

De hoop bij dit soort zaken is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen hulpverleners en mensen met slechte bedoelingen, legt ze uit. ‘Had de verdachte echt geen keuze? Waren de mensen die ze hielpen in levensgevaar? Dan zou dat ertoe kunnen leiden dat dit soort acties niet strafbaar zijn. Humanitaire hulpverleners zijn immers niet de doelgroep van deze wet.’

Menselijk handelen

Het zijn vragen waarover Abdulaal en Martine niet lang na hoeven te denken. ‘Zelfs al had ik geweten dat wat ik deed strafbaar kon zijn; als je een persoon ziet die sterft van de honger, dan geef je hem een stuk brood. Dan handel je vanuit je menselijkheid’, zegt Abdulaal. Er komt een berichtje binnen. Het is de vrouw die zwanger was, ze stuurt hem een foto van haar pasgeboren baby. De vrouw is nu in Frankrijk en het gaat goed met haar, vertelt hij.

‘Ze hebben het naar Europa gered’

Ook met de rest van de groep die ze in september aantroffen gaat het goed. De twee migranten die terug werden gestuurd naar Wit-Rusland zijn inmiddels in respectievelijk Duitsland en Polen, ze hebben het naar Europa gered. ‘Mabroka zit in een asielprocedure’, vertelt haar broer. ‘Ze woont in een acz, maar mag haar familie opzoeken. Dat doet ons allemaal goed.’

Maar voor hem en Martine zijn het spannende tijden. ‘Het gaat wel, maar als ik er echt over nadenk dan vind ik het wel erg spannend’, zegt Martine. Ik besef me dan wat er eigenlijk kan gebeuren.’ Ze zitten daarom niet stil. Er staat een petitie online om aandacht te vragen voor de zaak en het is reeds bekend bij Nederlandse politici. ‘Er zijn zelfs Kamervragen over gesteld’, zegt Martine. ‘En morgen belt the Guardian. Die schrijven er ook een stuk over.’

Dit artikel verscheen eerder in de Kanttekening op 19 april 2024.

Racisme, discriminatie en woke: trends in 5 Nederlandse kranten

0

Hoeveel aandacht was er de afgelopen jaren voor discriminatie en racisme in Nederlandse kranten? En nam deze aandacht toe na gebeurtenissen als de aanval van 7 oktober in Israël of de Black Lives Matter-protesten?

Het archief van LexisNexis laat zien hoe een aantal van deze begrippen de afgelopen jaren gebruikt werd in vijf landelijke kranten: de Telegraaf, NRC, de Volkskrant, Trouw en AD. In dit artikel wordt in het bijzonder gekeken naar de begrippen ‘discriminatie’ en ‘racisme’ en naar vijf gronden van discriminatie: ‘seksisme’, ‘homofobie’, ‘moslimhaat’, ‘anti-zwart racisme’ en ‘antisemitisme’. Bij deze vijf gronden is ook gekeken naar alternatieve omschrijvingen.

Discriminatie en racisme

In de periode van 2000 tot 2023 verschenen in de vijf kranten gezamenlijk jaarlijks tussen de 800 en 1400 berichten waarin het woord ‘discriminatie’ werd gebruikt. De piek was in 2020, het jaar van de Black Lives Matter-protesten. In vergelijking met dit recordjaar daalde het aantal in 2022 met ongeveer 16 procent. De meeste artikelen over discriminatie waren te vinden in Trouw, gevolgd door NRC en de VolkskrantDe Telegraaf en AD publiceerden aanzienlijk minder berichten over dit onderwerp.

Wat betreft berichtgeving over ‘racisme’:  tot 2012 was er sprake van circa 500 artikelen per jaar in de vijf kranten. Een toename was merkbaar vanaf 2013, aanvankelijk vanwege de Zwarte Piet-discussie. In 2018 werd er voor het eerst meer over racisme dan over discriminatie geschreven. De berichtgeving over Black Lives Matter, slavernijverleden en institutioneel racisme zorgde in 2020 voor een recordaantal van meer dan 2600 artikelen. Dit aantal halveerde in 2023 bijna, naar ruim 1300 artikelen. De meeste artikelen over racisme verschenen in NRC, gevolgd door de Volkskrant en Trouw. De lezers van deze drie kranten krijgen per jaar gemiddeld twee keer zo veel artikelen over racisme te lezen dan de lezers van de Telegraaf en het AD.

Specifieke gronden van discriminatie

Als we kijken naar enkele specifieke gronden van discriminatie, dan is ‘antisemitisme’ of ‘Jodenhaat’ (rode lijn in onderstaande grafiek) de discriminatiegrond die doorgaans het vaakst wordt vermeld, in 200 tot 500 artikelen per jaar. Uitschieters waren de jaren 2014 en 2023. In beide jaren kwam dit door het oplaaien van het conflict tussen Israël en Hamas en een toename van antisemitische incidenten. In 2023 bijvoorbeeld verscheen 60 procent van de artikelen over antisemitisme na 7 oktober.

In NRC verschenen de meeste artikelen over antisemitisme, op de voet gevolgd door Trouw en de Volkskrant. In de Telegraaf en vooral het AD verschenen doorgaans veel minder artikelen over antisemitisme. Uitzondering hierop vormden de laatste maanden van 2023. Tussen 7 oktober en 31 december verschenen er in de Telegraaf iets meer artikelen over antisemitisme dan in Trouw, NRC en de VolkskrantDe Telegraaf publiceerde ruim 70 procent van de artikelen over antisemitisme na 7 oktober.

‘Seksisme’ (inclusief alternatieve omschrijvingen als vrouwenhaat en misogynie) kreeg vooral vanaf 2016 meer aandacht, mede dankzij het #MeToo-tijdperk en in 2021 en 2022 door berichtgeving over grensoverschrijdend seksistisch gedrag. De Volkskrant en NRC publiceerden hierover ongeveer anderhalf keer vaker dan Trouw, en zelfs vijf tot zes keer vaker dan de Telegraaf en het AD.

Veel minder aandacht was er in de kranten voor ‘homofobie’ (homohaat, lhbt-discriminatie) en ‘moslimhaat’ (islamofobie, moslimdiscriminatie). Over beide onderwerpen werd sinds het begin van deze eeuw wel geleidelijk aan meer geschreven.

De Telegraaf wijdde in 2023 meer artikelen aan woke dan aan discriminatie of racisme

De meeste artikelen over homofobie verschenen in 2022. Aanleiding vormden onder andere de OneLove-actie van de KNVB, homorechten in Qatar waar het WK voetbal plaatsvond en de weigering van Amsterdamse moskeeën om een lhbt-verklaring van burgemeester Halsema te ondertekenen. De Volkskrant publiceerde jaarlijks de meeste artikelen over homofobie, op enige afstand gevolgd door NRC en Trouw. Op ruime afstand volgden de Telegraaf en het AD.

De meeste aandacht voor moslimhaat was er rond 2015, vooral naar aanleiding van een toename van het aantal haatincidenten tegen moslims na de komst van vluchtelingen en terroristische aanslagen in onder andere Parijs. De oorlog tussen Israël en Hamas leidde na 7 oktober vorig jaar tot een toename van het aantal berichten over moslimhaat. De helft van het totaal aantal artikelen over moslimhaat verscheen na 7 oktober. Het is opvallend dat een groot deel van de artikelen over ‘islamofobie’ niet zozeer over discriminatie ging, maar relatief vaak over het gebruik van het begrip islamofobie zelf. Ook voor dit onderwerp geldt dat NRCde Volkskrant en Trouw er veel vaker over publiceerden dan de Telegraaf en het AD.

De aandacht van de afgelopen jaren voor racisme en Black Lives Matters leidde amper tot artikelen over specifiek anti-zwart racisme (afrofobie). Het aantal artikelen over deze vorm van discriminatie kwam jaarlijks amper boven de tien.

Woke

Tot slot nog even over ‘woke’, dat vaak wordt omschreven als: ‘alert op mogelijke maatschappelijke misstanden, zoals racisme en discriminatie´. Nadat Black Lives Matter racisme op de kaart had gezet, ontstond er vanuit de Verenigde Staten in 2020 een tegenbeweging van mensen die zich afzetten tegen ‘woke’ of het ‘wokisme’. Deze anti-woke-beweging varieert van mensen die zich storen aan in hun ogen overdreven politieke correctheid, cancel culture en identiteitspolitiek tot aan een (uiterst) conservatieve tegenbeweging, die zich keert tegen diversiteit, inclusie, transrechten, homoseksualiteit, seksuele voorlichting, abortus en aandacht voor verschillende vormen van sociale onrechtvaardigheid.

Dat de discussie over ‘woke’ in 2020 ook Nederland bereikte is te zien aan een forse toename dat jaar van het aantal artikelen over ‘woke’. Sinds 2021 verschijnen er jaarlijks (veel) meer publicaties over ‘woke’ dan over antisemitisme, seksisme, homofobie, moslimhaat of anti-zwart racisme. De Volkskrant publiceerde de meeste artikelen over woke, net iets meer dan de Telegraaf, Trouw en NRC. Het AD publiceert ook over dit onderwerp verreweg het minst aantal artikelen. De Telegraaf wijdde als enige krant in 2023 meer artikelen aan ‘woke’ dan aan ‘discriminatie’ of ‘racisme’.

Relativering

De betekenis van al deze cijfers moet gerelativeerd worden. Ze vertellen iets over het aantal artikelen waarin bepaalde begrippen voorkomen in vijf grote Nederlandse kranten en geven een indicatie voor de aandacht die redacties aan een onderwerp geven. Zonder zicht op het totaal aantal artikelen dat in de afzonderlijke kranten verschijnt, is het niet bekend welk aandeel van de berichtgeving wordt besteed aan racisme, (enkele gronden van) discriminatie en woke.

Wat verder onderzocht kan worden is hoe er over deze begrippen wordt geschreven. Hoe wordt bijvoorbeeld ‘woke’ gedefinieerd – ook in relatie tot verschillende gronden van discriminatie? In hoeverre worden bepaalde gronden van discriminatie geproblematiseerd of juist gebagatelliseerd? Gaat het om nieuwsberichten, opinieartikelen of bijdragen van vooral een aantal columnisten? Hoe is de verhouding tussen binnenlands en buitenlands nieuws over deze onderwerpen? In hoeverre vertellen deze cijfers iets over de ervaren omvang van een maatschappelijk probleem of het aantal incidenten? Dit zijn allemaal vragen voor verder onderzoek.

Dit artikel verscheen eerder in de Kanttekening op 9 januari 2024.

Waarom trekken rechts-radicale partijen zoveel stemmen?

0

Thijs Lijster schreef een introductie op de ideeën van de Frankfurter Schule. ‘Hun analyse van rechtsradicalisme is schrikbarend actueel.’

De geschiedenis van Duitsland aan het begin van de vorige eeuw, de wereldoorlogen, de economische recessie en de opkomst van de NSDAP, de partij van Adolf Hitler. Het komt allemaal langs in Frankfurter Schule, het nieuwste boek van Thijs Lijster.

De Groningse cultuurfilosoof beschrijft de geschiedenis en ideeën van een groep intellectuelen verbonden aan het in 1923 opgerichte Insititut für Sozialforschung in Frankfurt. Aan het begin gaat hun interesse nog uit naar de historie van de arbeidersbewegingen. De denkers, zoals Walter Benjamin, Theodor Adorno en Max Horkheimer, hebben een marxistische achtergrond. Maar al snel verleggen zij hun aandacht naar de opkomst van een andere politieke beweging: extreemrechts. In Duitsland neemt het antisemitisme angstwekkende vormen aan en in 1933 grijpen de nazi’s de macht in Duitsland.

‘Het instituut wordt gesloten’, vertelt Lijster. ‘De medewerkers die veelal van Joodse komaf zijn, vluchten eerst naar buurlanden in Europa en na 1939 als de oorlog zich uitbreidt, naar Amerika. Daar zetten ze het werk van de Frankfurter Schule, zoals het instituut later wordt genoemd, voort.’

‘Ze waren de eersten die grootschalig onderzoek deden naar het mechanisme achter rechts-radicale massabewegingen. Waarom trok de fascistische nazi-ideologie zoveel mensen aan? Ze kwamen tot de conclusie dat de lagere middenklasse door de verloren Eerste Wereldoorlog gekrenkt was’, vertelt Lijster. ‘De Duitse mannen die hadden meegevochten waren hun autoriteit en waardigheid kwijt. Ook merkte deze groep dat het liberale kapitalisme voor hen niet goed uitpakte. Het lukte hen niet om door hard werken kapitaal op te bouwen. Duitsland kampte in de jaren dertig met een grote economische recessie.’

‘Zo verklaren zij ook het aanzwellende antisemitisme. De figuur van de jood werd een zondebok en diende om de aandacht van de arbeidersklasse af te leiden van wat in de ogen van de Frankfurter Schule de werkelijke vijand van die arbeidersklasse was, het kapitalisme.’

Belangrijk uitgangspunt in hun werk was de ‘kritische theorie’. Wat was dat?

‘Ze zetten de kritische theorie af tegen wat ze de traditionele theorie noemden. De traditionele opvatting was wetenschapsbeoefening gemodelleerd naar de natuurwetenschappen. Neutraal en met een zekere afstand naar de samenleving.’

‘Met kritische theorie bedoelden ze dat je als sociale wetenschapper geen neutrale positie kunt innemen. Simpelweg omdat je onderdeel bent van de samenleving die je bestudeert. Ze vonden dat je als wetenschapper een bepaalde verantwoordelijkheid hebt om je te positioneren en te oordelen. Dus dat je normatief moet zijn en idealiter moet bijdragen aan het oplossen van bepaalde maatschappelijke problemen of onrechtvaardigheid.’

‘Het is afwachten wat een eventueel kabinet met Wilders aan het hoofd zal betekenen’

‘Ze dachten in de traditie van Marx die een actieve rol zag weggelegd voor onderzoekers. Die zei ooit al dat de filosofen tot nu toe de wereld alleen verschillend geïnterpreteerd hebben, maar dat het er op aankomt om de wereld te veranderen.’

Maakt deze opvatting weer opgang onder wetenschappers?

‘Ja, absoluut. Klimaatwetenschappers en academici sluiten zich aan bij Extinction Rebellion. Ze hebben zelfs een eigen tak, Scientist Rebellion. Daarvan wordt vaak gezegd, hé, maar hoe kan dat nou? Als wetenschapper hoor je toch neutraal te zijn? Zij zeggen: nee, juist op grond van onze expertise is het zaak dat we ons uitspreken tegen de verdere verwoesting van de aarde.’

Het beroemdste werk van de Frankfurter Schule is ‘Dialectiek van de Verlichting’. Waar gaat dat over?

‘Dat boek verscheen tijdens de Tweede Wereldoorlog en is vooral een poging om te verklaren hoe het mogelijk was dat de mensheid in staat is tot al die verschrikkingen. Voor hen was dat bij uitstek het vraagstuk, omdat juist de Duitse cultuur zichzelf altijd op de borst klopte. Het zag zich als hoogtepunt van de westerse cultuur, met Beethoven en Goethe, en alle wetenschap die hun samenleving had voortgebracht.’

Tot welke verklaring komen zij?

‘Ze komen met een nog altijd omstreden stelling. Het fascisme tot aan de Holocaust toe zou de uitkomst zijn van een ontspoord Verlichtingsproces. Ze stellen dat de rationaliteit op een eendimensionale manier is doorgeschoten, als het machinaal oplossen van sociaal-maatschappelijke problemen. Ongeacht de morele aard van die oplossingen. Een extreem instrumentele kijk op de mens, wereld en natuur. De Holocaust was geen spontane eruptie van geweld maar een heel fabrieksmatig en rationeel georganiseerd project. Op een hele precieze manier doordacht.’

Zouden ze ook voorbeelden zien in deze tijd?

‘Op Twitter kwam een keer een pakje ingelegde peren voorbij. Ze waren gekweekt in Argentinië, verpakt in Taiwan en verkocht in Groot-Brittannië. Ze waren dus drie continenten over gegaan, om uiteindelijk in Engeland geconsumeerd te worden, terwijl daar ook peren groeien. Binnen het systeem van kostenreductie is dat waarschijnlijk heel rationeel, omdat die peren misschien het goedkoopste geproduceerd kunnen worden in Argentinië, en het beste verpakt in Taiwan. Maar als je er met moreel gevoel voor de situatie naar kijkt, is het volstrekte waanzin en een aanslag op onze planeet.

‘Dit voorbeeld is natuurlijk niet zo dramatisch als de Holocaust, maar het illustreert dat we gevoelig zijn voor het werken met een ogenschijnlijk rationeel systeem met een irrationele uitkomst.’

Hoe zouden ze nu tegen de verkiezingsoverwinning van de PVV aankijken, denkt u?

‘Een paar jaar geleden werd een oude lezing van Theodor Adorno uit 1967 opnieuw uitgegeven, Aspekten des Neuen Rechtsradikalismus. Eigenlijk alle recensenten in Duitsland vonden dat het was alsof hij het over vandaag had. Opkomend rechtsradicalisme met slinkse retoriek en trucjes die gebruikt worden om kiezers te verleiden, dat zie je ook bij partijen als de Duitse AfD en de PVV.

‘Het interessante aan de Frankfurter Schule is dat ze een sociaal-economische verklaring verbinden aan een psychologische en culturele manier van verklaren. Van de mensen die op de PVV hebben gestemd, wordt vaak gezegd: dat zijn geen racisten, maar mensen die zich economisch gezien zorgen maken. Of het zijn mensen uit de arbeidersklasse die op de een of andere manier teleurgesteld zijn.

‘Het is heel prettig als iemand een zichtbare zondebok aanwijst’

‘Vanuit het perspectief van de Frankfurter Schule kun je zeggen dat deze mensen een irrationele stem uitbrengen. Ze zijn kwetsbaar en kampen met economische onzekerheid. Maar in plaats van het tonen van hun kwetsbaarheid reageren ze trots – gekrenkte trots. En met trots op het vaderland terwijl dat hen juist weinig heeft gebracht. Tegelijkertijd trappen ze naar beneden, naar mensen die net onder hen staan op de sociaaleconomische of culturele ladder, die nog kwetsbaarder zijn. Dat zijn dan vaak de mensen van kleur, maar ook vrouwen. Dat zie je in de retoriek richting iemand als Sigrid Kaag.

‘De Frankfurter Schule noemt dat het sadomasochistisch karakter van de rechts-radicale bewegingen. Het respect voor het stoere en het mannelijke valt daar ook onder. Denk aan Wilders en zijn warme woorden voor figuren als Poetin en Orbán. Terwijl tegelijkertijd de PVV zelf zich juist als de underdog presenteert. Het is altijd tegen een bepaalde elite. Een soort van ‘wij zijn degenen die in de verdrukking zitten ten opzichte van de elite’. Dat appelleert aan die achterban.’

Gebeurt nu hetzelfde als toen?

‘Je moet oppassen met historische parallellen. En de geschiedenis herhaalt zich nooit exact. Maar sinds de economische crisis van 2008 neemt het onderscheid tussen arm en rijk ook in Nederland alleen maar toe. De kabinetten Rutte hebben voor allerlei grote problemen gezorgd, die niet zijn opgelost. Dat zorgt voor veel onvrede. De toeslagencrisis, de wooncrisis, de gascrisis. dat zijn complexe en ongrijpbare grootheden. Dan is het heel prettig als iemand een zichtbare zondebok aanwijst die niets met jou te maken heeft. Dat zijn dan de vluchtelingen en migranten.’

En Trump?

‘In Amerika is die kloof tussen arm en rijk nog veel groter. Trump past bij uitstek in het beeld dat de Frankfurters schetsen van de autoritaire persoonlijkheid. Ook hier weer in de verschijning van de underdog. Iemand van buiten het establishment, die ermee in gevecht gaat. Daar kunnen mensen die er niet bij horen zich goed mee identificeren. En hij doet allerlei beloftes, dat je weer trots zult zijn en aan de winnende kant komt te staan.

‘Het interessante is dat Trump zeker in die eerste jaren zijn pijlen ook richtte op Wall Street. En op de bankiers. Zeker na de kredietcrisis waren dat welkome vijanden. In bepaald opzicht leek zijn retoriek op die van iemand als Bernie Sanders. Maar toen hij eenmaal president was, heeft hij Wall Street vooral gediend en niets gedaan om de financiële sector aan banden te leggen of om een volgende crisis te voorkomen. Het was eerder zo dat hij zijn hele kabinet volstopte met oud-bankiers en mensen uit de fossiele brandstofindustrie.

‘In Nederland duikt het antisemitisme weer op, zeker bij iemand als Martin Bosma van de PVV die tegen de figuur van Soros fulmineert. Deze joods-Hongaarse filantroop zou allerlei migratiestromen mede-financieren. Daar wordt het klassieke antisemitisme gecombineerd met moslimhaat.’

Moeten we ons zorgen maken?

‘Ik denk dat er belangrijke verschillen zijn met honderd jaar geleden. Die periode in Duitsland tijdens de Weimar Republiek was uiterst gewelddadig. Er waren allerlei knokploegen aan weerszijden van het politieke spectrum die ook echt staatsgrepen beraamden. Dat is nu niet aan de orde, al zit men daar in Amerika niet eens zo ver van af als je denkt aan de Capitool bestorming. En in Duitsland kwamen onlangs documenten naar boven over een ‘masterplan’ van de AfD, die met neonazi’s overlegde over massadeportaties van mensen met een migratieachtergrond.  In Nederland is dat vooralsnog niet aan de orde, al is het afwachten wat een eventueel kabinet met Wilders aan het hoofd zal betekenen. Dat maakt de analyses van de Frankfurter Schule van de opkomst en impact van rechtsradicalisme schrikbarend actueel.’

Thijs Lijster, Elementaire Deeltjes 83. Frankfurter Schule, uitgeverij Athenaeum, 152 blz, € 15,00.

Dit artikel verscheen eerder op de Kanttekening op 22 januari 2024.

Films, series en docu’s om te kijken deze zomer

0

Ook deze zomer is er weer genoeg te zien. Met een groeiend aantal streamingsdiensten is er een enorm aanbod aan films, series en documentaires over onderwerpen als racisme, religie, geschiedenis en bi-culturaliteit. Dit zijn onze tips. 

Screenshot Skylines. Beeld: YouTube

Skylines – Netflix In deze Duitse Netflix-serie zien we een Turks-Koerdische rapper die aan het begin van zijn carrière succesvol is geworden met duistere zaakjes. Om mee te kunnen draaien met de Duitse elite wil hij dat deel van zijn verleden achter zich laten, maar wordt er toch door achtervolgd. Een typische serie waarin allochtonen in Duitsland met criminaliteit worden geassocieerd, zou je kunnen denken. Echter gaat de serie gaat ook over racisme, dubbele loyaliteiten en hoe mensen zichzelf kunnen verliezen doordat er vanuit verschillende kanten aan hen wordt getrokken.


Screenshot Show me a Hero. Beeld: YouTube

Show me a hero – HBO  Tegenwoordig hoor je veel over gentrificatie en racisme in de grote steden: het proces dat arme stedelingen, vaak met een migratieachtergrond, de stad uitgewerkt worden door de sloop en verkoop van sociale huurwoningen. In Show me a hero is te zien dat dit geen ontwikkeling van gisteren is, maar al decennialang aan de orde van de dag is. De miniserie is gebaseerd op waargebeurde verhaal van Yonkers-burgemeester Nick Wasicko, die zich inzette voor het behoud van sociale huur in de stad.


Screen shot The Rookie. Beeld: YouTube

The Rookie – Netflix The Rookie (De Nieuwkomer) is een Amerikaanse politieserie, die zich afspeelt in Los Angeles. De hoofdrol wordt gespeeld door de witte acteur Nathan Fillion, maar de rest van de cast is zeer divers. Onder andere de zwarte actrices Afton Williamson en Mekia Cox, de zwarte acteurs Titus Odell Makin Junior, Richard T. Jones en Tru Valentino, de Chinees-Amerikaanse Melissa O’Neill en de Latina Alyssa Diaz spelen in deze serie. Racisme wordt uiteindelijk een belangrijk thema, wat alles te maken heeft met de waargebeurde moord op George Floyd. Jackson West, gespeeld door Titus Makin, krijgt in seizoen drie een nieuwe opleidingsfunctionaris in de persoon van Doug Stanton (gespeeld door Brandon Routh), die niet alleen een kwal eerste klas, maar ook een totale racist is. Stanton stereotypeert mensen op grond van hun huidskleur en houdt consequent mensen van kleur aan, vooral zwarte mannen. West vindt dit reuze lastig, omdat Stanton zijn superieur is en de politie eigen agenten die zich misdragen in de regel beschermt tegen aanklachten van racisme. Kan hij iets doen tegen Stanton? En zo ja, hoe?


Screen shot Med Man. Beeld: YouTube

Mad Men – Amazon Prime Mad Men is een populaire serie van zeven seizoenen over een reclamebureau in de roerige jaren zestig van de Verenigde Staten. De hoofdpersoon Don Draper is een up and coming man in de branche, waar drankzuchtige mannen de dienst uitmaken én om de haverklap vreemdgaan met hun secretaresses. Draper komt uit een armoedig milieu en heeft altijd geleefd met het motto ‘eten of gegeten worden’. Door zijn gave om klanten te betoveren met diepzinnig klinkende vergezichten, lijkt hij een vrije hand te hebben in het bedrijf. Toch wordt hij een paar keer flink op zijn nummer gezet over zijn jeugzondes en geheimzinnige achtergrond. Don Draper draagt de serie, maar Mad Men is ook historisch interessant. Het geeft een bijzonder inkijkje in hoe de wittemannenwereld omgaan met veranderende tijden, waarin vrouwen en minderheden hun plek opeisen in de maatschappij én op kantoor.


Screen shot House of the Dragons. Beeld: YouTube

House of the Dragon – HBO MaxHet tweede seizoen van de fantasievolle drakenserie House of the Dragon is uit! De serie is een spin off van Game of Thrones en is natuurlijk niet te vergelijken met het fabuleuze acteerwerk van de sterren van huize Stark, Baratheon of Lannister. Maar de onbekendheid van de huidige cast maakt het verhaal ook interessant, een verhaal over de ondergang van het imperium van de Targaryens, de drakenrijdersfamilie die in een burgeroorlog verkeert. Terwijl we bij Game of Thrones acht seizoenen lang maar een paar draken te zien kregen, kunnen de draken in deze serie niet op.


Screenshot Six Feet Under. Beeld: YouTube

Six feet under – HBO Deze oude HBO-serie gaat over een Amerikaanse begrafenisonderneming die wordt gerund door de disfunctionele familie Fisher. Wanneer de vader overlijdt, neemt de vrijgevochten oudste zoon Nate noodgedwongen de zaak over. De relatie met zijn moeder, zusje en broertje staat vanaf het begin op scherp. Filosofische gesprekken over de zin van het leven in een onderneming waar de dood centraal staat, worden op het scherpst van de snede gevoerd.


Screenshot De Nieuwe Wereld. Beeld: YouTube

De Nieuwe Wereld – NPO De film De Nieuwe Wereld speelt zich voor een groot gedeelte af in het azc naast luchthaven Schiphol. Hier zitten asielzoekers die met het vliegtuig naar Nederland zijn gekomen. Officieel ben je er nog niet in Nederland, want het aanmeldcentrum bevindt zich nog voor de douane. Dit weten we dankzij Mirte -gespeeld door Bianca Krijgsman- die in het azc werkt als schoonmaakster. Ze vertelt het aan Luc (gespeeld door Issaka Sawadogo), een West-Afrikaanse migrant die koste wat het kost Nederland wil bereiken nadat hij zijn vrouw op zee om het leven kwam. Dan was de reis in ieder geval niet voor niets geweest. 

De interacties tussen Mirte en Luc staan centraal in de film. Mirte is een kille vrouw die niets aan empathie voelt voor de bewoners van het azc. Maar ze raakt gecharmeerd van Luc, die zich niet zomaar laat betuttelen. Hierdoor verandert niet alleen de manier waarop ze naar asielzoekers kijkt, maar haar kijk op het leven in het algemeen. Ze krijgt weer zin in het leven en hervindt de energie om voor haar zoon te zorgen. Luc vindt haar maar een ‘vreemde vrouw’, die uiteindelijk meer voor hem zal betekenen dan verwacht.  


Screenshot Triq Salama. Beeld: YouTube

Triq Salama – NPO Je hoeft niet uit Marokko of Turkije te komen om de charme van de lange autoreis naar het thuisland te begrijpen. Dit moeten ook de makers van de film Triq Salama gedacht hebben. Een heerlijke film om te kijken nu de zomermaanden het verlangen naar een roadtrip aanwakkeren. Triq Salama (Reis in Vrede) gaat over een Marokkaans gezin dat naar Marokko gaat op vakantie. De oudste zoon, waarvan verwacht wordt dat hij bakken met geld verdient in de internetwinkel waar hij werkt, boekt bij wijze van verrassing vliegtickets naar Marokko, maar vader zit hier niet op te wachten. Wat is er mis met onze bus?

Er is van alles mis met de bus, het zou eigenlijk de weg niet op mogen, maar er speelt nog meer. Het verhaal draait eigenlijk om dochter Nadia, die deze zomer haar verloofde wil voorstellen. Dit gaat steeds mis, omdat ze maar nauwelijks de aandacht krijgt van vooral haar moeder. De ‘rijke’ zoon is duidelijk haar favoriet. Nadia speelt daarom in op de gevoelens van haar vader en stelt voor dat de rest met het vliegtuig gaat, terwijl zij met haar ouders de bus neemt. Uiteindelijk belandt iedereen in de bus. Wat volgt zijn lange uren met de nodige ongemakkelijke gesprekken, irritaties en de eindeloze stuntelige pogingen van Nadia om naar de gunst van haar moeder te dingen. 

Wat we kunnen leren van de Atheense politicus Alkibiades

0

Eind vorig jaar verscheen de monumentale roman Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer, over de gelijknamige controversiële Atheense politicus uit de vijfde eeuw voor Christus. Het bevat een belangrijke geschiedenisles voor nu, zegt Pfeijffer. ‘De democratie kan aan zichzelf ten onder gaan.’ 

Ilja Leonard Pfeijffer (56) is dichter, classicus en de auteur van moderne klassiekers als La Superba, Brieven uit Genua en Grand Hotel EuropaAlkibiades is zijn meest ambitieuze roman tot nu toe. ‘In mijn vorige leven ben ik classicus geweest aan de Universiteit Leiden. Ik raakte gefascineerd door de historische persoon van Alkibiades, die ik tegenkwam in de dialogen van Plato en De Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog van Thucydides. Ik wilde jaren geleden al een boek over hem schrijven, maar ik stelde dit altijd uit, omdat het een heel groot project is. Maar drie jaar geleden vatte ik de moed op, omdat ik opeens begreep dat zijn levensverhaal verteld moest worden aan de hand van thema’s die vandaag de dag nog steeds relevant zijn.’

Soldaten uit het oude Griekenland. AI

Over Athene: Athene was in de vijfde eeuw voor Christus de belangrijkste stadstaat van Griekenland. Onder leiding van Athene weerstonden de Grieken de Perzische invasies van 490 en 480-479 voor Christus. Na de Perzische Oorlog bouwde Athene een maritiem imperium op. Het hoogmoedige Athene kwam in conflict met Sparta. De daaropvolgende Peloponnesische Oorlog (431-404 voor Christus) werd uiteindelijk door Sparta gewonnen.

Wie was Alkibiades?

‘Hij was een van de hoofdrolspelers van de Peloponnesische Oorlog. Hij stond bekend als de mooiste man van Griekenland, was extravagant, geniaal, opzienbarend, openlijk biseksueel en controversieel. Hij won de paardenrace bij de Olympische Spelen, de Formule 1-race van toen. En hij zette de waarheid naar zijn hand om zijn doelen te bereiken.’

Het boek is geschreven alsof het een autobiografie is van Alkibiades zelf. De Atheense staatsman had de reputatie een onbetrouwbare leugenaar te zijn. Hoe weten we of hij de waarheid spreekt? 

‘Dat deed ik natuurlijk expres in mijn boek. Alkibiades was een politicus met een agenda. Hij was reuze charmant en wist zo mensen voor zich te winnen, maar hij gebruikte hen ook voor zijn eigen plannen: glorie voor hemzelf en voor Athene.’

Sommige historici geloven dat Alkibiades verantwoordelijk is voor de ondergang van de Atheense democratie. Hij bedacht immers het plan om Sicilië te veroveren, een expeditie die uitliep op een enorme militaire ramp voor Athene.

‘Wel, ik behoor tot de school die denkt dat Alkibiades Sicilië wel had kunnen veroveren, als de geschiedenis anders was verlopen. De veldtocht mislukte omdat zijn politieke tegenstanders hem terug hadden geroepen naar Athene, om zich daar te verantwoorden voor een blasfemiemisdrijf. Alkibiades vluchtte daarop naar Sparta. De Atheense generaal Nikias kreeg nu de leiding in handen en leed een enorme nederlaag. Dat was niet de schuld van Alkibiades.

‘Kijk, de expeditie was een enorm waagstuk. Ik geloof dat Alkibiades Sicilië mogelijk wel had kunnen veroveren, omdat hij een briljant diplomaat was en een kundige generaal. En als dat gebeurd was, dan was Sparta geen partij meer voor Athene. Maar omdat hij werd teruggeroepen naar Athene was de expeditie onthoofd van haar belangrijkste leider en daarom gedoemd om te mislukken. Alkibiades keerde na enkele jaren van politieke ballingschap naar de Atheners terug. Dankzij zijn successen wist hij in zijn eentje bijna de oorlog te winnen. Maar wederom viel hij in ongenade.’

Impressie van het oude Griekenland. AI

Was Alkibiades een populist? Hij wist, zo las ik in uw boek, het volk slim te bespelen. En zijn flamboyante gedrag doet mij heel erg denken aan Pim Fortuyn.

‘Alkibiades was veel meer. Hij was een visionair. Zulke mensen hebben we veel te weinig in de politiek. Hij hield de Atheners een droom voor. De vestiging van een wereldrijk. Hij wilde niet alleen Sicilië veroveren, maar daarna ook Carthago in Noord-Afrika en Italië. Je zou hem beter kunnen vergelijken met president John F. Kennedy, die een man op de maan wilde zetten. Alkibiades was geen ordinaire demagoog.’

De Atheense democratie was berucht om haar ordinaire demagogen. 

‘Zeker. Maar dan denk ik eerder aan iemand als Kleon. Berucht is het verhaal van Mytelene, een stad op het eiland Lesbos die tegen de Atheners in opstand was gekomen. Kleon wilde de gehele mannelijke bevolking uitmoorden. Ik wilde Kleons toespraak over Mytelene schrijven in het jargon van Geert Wilders, in hyperbolen en vol persoonlijke aanvallen. Maar toen ik Thucydides las, ontdekte ik dat ik dat niet hoefde te doen. De toespraak van Kleon was al in dit jargon geschreven.

Ik wilde Kleons toespraak over Mytelene schrijven in het jargon van Geert Wilders

‘Thucydides had wel veel bewondering voor Perikles, de pleegvader van Alkibiades. Hij was een democraat, maar durfde ook tegen de publieke opinie in te gaan en impopulaire maatregelen te nemen die noodzakelijk waren. Maar na zijn dood kwamen de demagogen, die vooral bezig waren met kortetermijnpolitiek en het algemeen belang vergaten.’

Uit het boek Alkibiades‘De teloorgang van de democratie na de dood van Perikles, waarvan ikzelf het slachtoffer ben, is veroorzaakt door zogenaamde leiders die in hun machtshonger hengelen naar de volksgunst en hun visie laten bepalen door de fluctuaties van de publieke opinie, waarbij zij al het mogelijke in het werk stellen om diezelfde publieke opinie tegen hun rivalen op te zetten. Het gevolg hiervan is dat de democratie niet langer in staat is om verder in de toekomst te kijken dan tot de volgende stemming, hetgeen een coherente visie voor de lange termijn tot een luchtspiegeling maakt.’

Is dat ook wat we van deze geschiedenis kunnen leren? Dat de democratie wordt bedreigd door populisten?  

‘Democratieën zijn niet eeuwig, leert de geschiedenis van Athene ons. De Atheense democratie was aan het einde van de vijfde eeuw voor Christus een democratie in verval. Democratieën kunnen ook voorbijgaan. Dat is een besef dat wij nu te weinig hebben. We zijn heel erg opgegroeid met de Amerikaanse propaganda, waarin democratie wordt gezien als het eindpunt. ‘The End of History’, zoals Francis Fukuyama dat triomfantelijk zei na de Koude Oorlog.

‘De democratie kan aan zichzelf ten onder gaan’

Maar zo is het natuurlijk niet. De democratie kan aan zichzelf ten onder gaan. Dit zagen we in het Oude Athene, maar ook in de jaren dertig in Europa, en nu weer in het Turkije van Erdogan, het Rusland van Poetin, het Hongarije van Orban en het Argentinië van Milei. Mijn boek biedt de lezers de mogelijkheid om in de spiegel van de geschiedenis te kijken, zodat ze beter beseffen wat er nu aan het gebeuren is.’

Uit het boek Alkibiades‘Mijn vriend Aristhophanes heeft Kleon ooit vergeleken met een palingvisser. In stil, helder water vangen palingvissers niets, maar als zij het water troebel maken door flink in de modder op de bodem te gaan peuren, hebben zij kans op een goede vangst. Precies zo profiteerde Kleon van troebele tijden… en ontpopte hij zich als een extremistische volksjongen, vriend van het gepeupel… Hij was een onbehouwen en grofgebekte, maar charismatische spreker, die het voordeel genoot van een zeer luide stem. Hij schaamde zich er niet voor om beledigingen te schreeuwen… Hij was een verbose lasteraar met een rijk repertoire aan ongepastheden…’

De westerse democratieën worden nu bedreigd door autoritaire staten – het Rusland van Poetin voorop. Kunt u ook hier parallellen trekken met het verleden?

‘Alkibiades dook eerst onder in Sparta, daarna in de Perzische provinciehoofdstad Sardis. Sparta en het Perzische Rijk werden op autocratische wijze bestuurd. Dat had ook voordelen, vooral in een oorlogssituatie, zag Alkibiades. De Spartaanse koning Agis hoefde zich geen zorgen te maken of hij wel werd herkozen. Hij kon plannen maken voor de lange termijn.

‘De oorlog in Oekraïne zou hem ten val brengen als Rusland een democratie was’

‘Dat geldt ook voor Poetin. Hij heeft de luxe van tijd. De oorlog in Oekraïne zou hem ten val brengen als Rusland een democratie was, maar Poetin kan nu geduldig afwachten totdat de publieke opinie in het Westen omslaat en de roep om een einde te maken aan de oorlog te sterk wordt. Toch gaf Alkibiades de voorkeur aan de democratie, omdat daarin burgers vrij kunnen zijn.’

Ten slotte: de Atheense democratie was natuurlijk wel heel anders ingericht dan onze democratie. In Athene had je een directe democratie met een volksvergadering van vrije mannelijke burgers, onze democratie is indirect met volksvertegenwoordigers.

‘De Atheense democratie was direct en niet inclusief inderdaad. Alleen vrije Atheense mannen mochten stemmen. Vrouwen, slaven en vreemdelingen hadden geen stemrecht. In Athene bestond er bovendien geen scheiding der machten. De rechtbank en het parlement liepen door elkaar. Er waren veel politieke processen, getuigen werden omgekocht, enzovoort.

‘Een democratie lijdt aan een gebrek aan efficiëntie’

‘Toch zijn de overeenkomsten groter dan de verschillen. Het onderliggende principe blijft immers staan, namelijk dat een democratie lijdt aan een gebrek aan efficiëntie. Maar misschien is dit ook niet de bedoeling van de democratie. De Atheense democratie was niet ingesteld om efficiënt te zijn, maar het was een systeem dat als doel had om tirannie en oligarchie te voorkomen, waar de concentratie van de macht in handen is van een enkeling, of in handen van een kleine groep. In die zin zou je onze trias politica – de scheiding van de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht – kunnen zien als een verbetering van het Atheense model. Want de trias politica is juist bedacht om machtsmisbruik tegen te gaan.’

Uit het boek Alkibiades‘Het debat op de Pnyx is gepolariseerd, van elk wissewasje wordt een halszaak gemaakt die de verschillende kampen tot in de essentie van hun ziel lijkt te raken, deelbelangen vechten om dagsuccessen, overwinningen op politieke rivalen worden belangrijker geacht dan overwinningen op onze vijanden en populisten hebben de afgelopen jaren zoveel energie geïnvesteerd in het mobiliseren van onvrede, dat er inmiddels daadwerkelijk ontzettend veel onvrede is ontstaan. Het volk heeft diep wantrouwen opgevat jegens de elite.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 22 maart 2024.