Op zaterdag 11 mei kwamen duizenden pro-Palestina demonstranten in Amsterdam bijeen om te protesteren tegen de ‘voortdurende Nakba’, oftewel de etnische zuivering van Palestijnen op hun grondgebied. Het protest dat vreedzaam verliep, werd aan het einde op Museumplein verstoord door extreemrechtse relschoppers.
‘Waar is de politie’?, schreeuwden demonstranten in shock. In een verklaring hekelen onder andere de Internationale Socialisten en BDS Nederland de politie die pas ‘achteraf’ zou hebben ingegrepen.
‘Waar zijn de verontwaardiging en de Kamervragen over het geweld tegen de Palestinabeweging de afgelopen week?’, staat in een verklaring van actievoerende pro-Palestina organisaties. De pro-Palestina demonstranten zijn boos over de stilte aan de rechterkant van de politiek, die te druk bezig zou zijn met het criminaliseren van de Palestinabeweging. Volgens hen schept dat een klimaat waarin rechtsextremisten het zelfvertrouwen hebben om demonstraties voor Palestina te verstoren.
Protest 11 mei. Foto: Tayfun Balcik
De voortdurende nakba
Terug naar zaterdag, waar ondergetekende bij was. Op de Dam komen duizenden mensen bijeen. Palestijnse sprekers vertellen over de Nakba, die elk jaar op 15 mei wordt herdacht. ‘De reden waarom elke Palestijn als vluchteling is geboren, heeft te maken met de voortdurende Nakba’, zo klinkt het uit de speakers.
De Nakba, dat ‘ramp’ in het Arabisch betekent, refereert aan de etnische zuivering die plaatsvond bij de oprichting van de staat Israël. Meer dan 700.000 Palestijnen ontvluchtten toen huis en haard om plaats te maken voor kolonisten, die met geweld de Palestijnse inwoners verdreven.
Sindsdien vieren Israëliërs hun onafhankelijk op 14 mei. Palestijnen op hun beurt herdenken ‘de ramp’ op 15 mei.
Op de Dam wordt uiteraard ook de huidige oorlog in Gaza genoemd, die met 35.000 doden, meer dan 80.000 gewonden en miljoenen vluchtelingen inmiddels een grotere catastrofe is geworden. ‘Jullie hebben allemaal gezien en gehoord hoe slecht het er nu voor staat in Gaza. Hoe Gazanen gedood worden terwijl ze op zoek zijn naar voedsel’, roept een Palestijnse vluchteling op het podium.
Een oudere witte vrouw die voor Madame Tusseads staat luistert rustig mee. Ze heeft een Stand up voor Palestine T-shirt aan en heeft pas in de jaren tachtig voor het eerst over de Nakba gehoord. ‘In Nederland is daar weinig begrip voor’, zegt ze en voegt eraan toe dat dit ook komt door ‘streng-religieuze christenen’ die aan de kant van Israël blijven staan. Ze denkt dat Netanyahu ‘zijn eigen graf graaft’ met alle geweld in Gaza. ‘Hier komt niks goeds uit voort’, zegt ze.
Verderop staat een Marokkaans-Nederlandse twintiger met een Palestijnse vlag op haar rug. Ze gelooft dat steeds meer mensen ‘wakker’ worden in Nederland en eindelijk begrijpen wat er met de Nakba bedoeld wordt. ‘Ik sta hier voor al die onschuldige kinderen die vermoord worden. Genoeg is genoeg’, zegt ze.
Ze protesteert al van jongs af aan tegen het Israëlische regime. ‘Toen was het eigenlijk vooral een Arabisch gebeuren. Als ik nu om me heen kijk, zie ik dat ook veel mensen van andere culturen zich het leed van de Palestijnen aantrekken. Steeds meer mensen staan op voor de waarheid.’
Ze denkt dat dit komt doordat nu meer mensen islamitische vrienden hebben, maar denkt ook dat er bij jongeren een groot gevoel van rechtvaardigheid meespeelt. ‘Ze zien ook elke dag de beelden van het bloedbad in Gaza. En dan al die leugens van politici en media daarover. Ze zien de hypocrisie en de ontkenning. Er valt niks meer goed te praten’, zegt ze. Op de vraag wat ze ervan vindt dat Israëliërs op 14 mei hun onafhankelijkheid vieren, antwoordt ze: ‘Welke onafhankelijkheid?’ Ze heeft daar geen kennis van.
De verzamelde stoet trekt dan het Rokin op en loopt scanderend door de straten van Amsterdam. ‘Amsterdam is saying no to genocide’, ‘Free, free Palestine’, schreeuwen ze onvermoeibaar.
Het is een zonnige dag, waardoor de meesten uiteindelijk uitgeput aankomen op het Museumplein. Net wanneer iedereen aan het nagenieten is in de zon, vindt er een aanval plaats. Op beelden op sociale media is te zien dat de groep gekleed in het zwart vuurwerk afsteekt, ‘wegwezen’ schreeuwt en schoppend de aanval opent tegen vreedzame demonstranten. Politie in burger is er snel bij, maar er vallen wel klappen. Een doodsbenauwde ouder fietst met zijn kind snel weg.
Tunesische advocaten zijn gisteren een landelijke staking begonnen. Aanleiding van deze actie is de arrestatie van hun collega Sonia Dahmani. Zij werd afgelopen weekend gearresteerd vanwege het maken van een sarcastische opmerking tijdens een televisie-uitzending vorige week dinsdag.
Afgelopen zaterdag deed de politie een inval in het hoofdkantoor van de beroepsvereniging van advocaten, waar Sonia Dahmani haar toevlucht had gezocht. Ze weigerde om voor de rechtbank te verschijnen vanwege een opmerking die ze vorige week dinsdag maakte, tijdens een uitzending van de zender Carthage Plus TV.
Dahmani reageerde tijdens deze uitzending op een opmerking van een migratiedeskundige, die zei dat zwarte migranten uit landen ten zuiden van de Sahara zich in een welvarend Noord-Afrikaans land willen vestigen. Daarmee bedoelde hij Tunesië. ‘Over welk buitengewoon land hebben we het?’, vroeg Dahmani sarcastisch. Hiermee liet ze merken dat Tunesië geen land is waar het prettig leven is.
De Tunesische president Kais Saied was niet in zijn nopjes met deze grap. Hij waarschuwt al langere tijd tegen de komst van zwarte migranten, die de Arabische, islamitische cultuur van Tunesië zouden bedreigen. Volgens de autoriteiten waren de opmerkingen van Dahmani gericht tegen Saied. Ze werd zaterdag gearresteerd op grond van Decreet 54, dat het verspreiden van ‘fake news‘ verbiedt. Dit artikel wordt tegenwoordig door het regime misbruikt om kritische geluiden in de kiem te smoren.
Tunesische advocaten vrezen dat de repressie in hun land nog verder zal toenemen. De situatie is nog slechter dan onder dictator Zine El Abidine Ben Ali, zei Fadoua Braham, een Tunesische advocaat, tegen het internationale persbureau Associated Press. Ben Ali, die in 2011 het veld moest ruimen, respecteerde de Orde van Advocaten. Kais Saied daarentegen viel het hoofdkantoor van de beroepsvereniging van advocaten binnen.
De emir van Koeweit heeft het parlement voor maar liefst vier jaar ontbonden, bericht Middle East Eye. Volgens analisten bedreigt deze stap mogelijk het ‘semi-democratische’ systeem in het land.
Afgelopen vrijdag kondigde emir Mishal al-Ahmed Al Sabah aan dat de Nationale Vergadering zal worden ontbonden. Ook verschillende artikelen van de Grondwet zullen buiten werking worden gesteld. Hierdoor hoeft er na de ontbinding van het huidige parlement geen nieuw parlement worden gekozen en kan de emir straks wetten maken zonder goedkeuring van het parlement.
De emir is tot dit extreme besluit gekomen omdat de recente politieke onrust de staat zou bedreigen. ‘Ik zal op geen enkele manier toestaan dat de democratie wordt uitgebuit om de staat te vernietigen’, aldus Mishal al-Ahmed.
Analisten waarschuwen dat de recente besluiten kunnen leiden tot een autoritair Koeweit. ‘Deze stap zou de unieke traditie van pluralisme en liberalisme van Koeweit kunnen schaden, die niet alleen uitzonderlijk is in de Golf, maar ook in de bredere Arabische wereld’, zegt zegt Sean Yom, een expert op het gebied van de politiek in het Midden-Oosten aan de Temple University in de Verenigde Staten.
Koeweit is de enige Golfstaat met een gekozen parlement. Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Qatar en Bahrein zijn strenge monarchieën.
Een bezoek aan — of het leven in — de Turkse stad Istanbul betekent dat je duizenden geneugten aangeboden krijgt. Een daarvan is een absoluut genot: Chora, of Kariye zoals de kerk ook wel wordt genoemd. De geschiedenis van de Chora begint al in de vierde eeuw, maar de huidige kerk is in de elfde eeuw gebouwd. Chora staat als een wonder van de geschiedenis, net aan de voet van de Byzantijnse muren die de oude stad Constantinopel omringden.
Waar de gigantische Hagia Sophia diende als de keizerlijke kerk van het Byzantijnse Rijk, behoorde de Chora tot een landelijk kloostercomplex. Wat de kerk uniek maakt, zijn de prachtige mozaïeken en fresco’s. Daarom staat de kerk ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Om het simpel te zeggen, de afbeeldingen op de muren van Chora lijken op die uit een modern stripboek. Het is een reeks verhalen over de maagd Maria, in achttien prachtige mozaïekpanelen. In een andere vleugel van Chora zijn scènes uit het leven van Jezus Christus afgebeeld. Experts zijn het erover eens dat dergelijke opeenvolgende afbeeldingen zeer zeldzaam zijn in de christelijke kunst. Kortom, de Chora, die decennialang diende als museum, is een juweel. Een must voor elke bezoeker die houdt van kunst, geschiedenis en wat mysterie.
Onder normale omstandigheden is een staat of stad zuinig op zo’n bijzondere plek. Je hoeft als bezoeker niet christelijk of religieus te zijn om trots te zijn dat je binnen de vier muren van dit meesterwerk van de geschiedenis hebt gelopen. Tot voor kort, tot 6 mei om precies te zijn, kon dat ook gewoon. Nu niet meer, de Chora is een moskee geworden.
Een kleine geschiedeniscursus: na de verovering van Constantinopel door sultan Mehmet II in 1453 werd de Chora-kerk omgebouwd tot een moskee. Dat zou het gebouw tot 1945 blijven. Daarna werd het een museum, dat in 1958 werd opengesteld voor het publiek.
Waarom moest de Chora-kerk een moskee worden?
De Turkse president Erdogan heeft in 2020 besloten om de Hagia Sophia en de Chora-kerk weer in moskeeën te veranderen. De schoonheden van de Chora-kerk zijn nu gesluierd, want religieuze afbeeldingen zijn in de islam verboden.
Waarom moest de Chora-kerk een moskee worden? Zijn er soms te weinig moskeeën in de stad? Welnu, volgens het Turkse Instituut voor Statistiek (TÜIK) staan er bijna 90 duizend moskeeën in Turkije, waarvan er 3555 in Istanbul. Minstens vijf moskeeën liggen binnen een straal van 800 meter van Chora.
Het sleutelwoord is dus niet ‘behoefte’ of ‘sociale vraag’. Het heeft te maken met een ander begrip in deze context: ‘verovering’.
Toen de Hagia Sophia in 2020 weer werd ingewijd als moskee verscheen Ali Erbas, het hoofd van het Turkse soennitisch-religieuze gezag Diyanet, op de kansel met een zwaard. Dat was Ottomaanse symboliek. Constantinopel was opnieuw veroverd. Ditmaal door president Erdogan.
Ihsan Eliacik, een theoloog en Turkije-kenner vertelde Deutsche Welle dat het opnieuw transformeren van kerken en musea in moskeeën een belangrijk beleidsdoel is van de regering-Erdogan.
Maar heeft dit alleen te maken met kleinzielige binnenlandse politiek en populistische winst? Als je het aan Foti Benlisoy vraagt, een lokale Griekse historicus uit Istanbul, heeft het diepere implicaties. Hij ziet het ‘islamiseren’ of ‘de-westerniseren’ als een teken van een ‘neo-Ottomaanse oriëntatie’, die als doel heeft een ‘alternatieve nationale identiteit’ op te bouwen gebaseerd op polarisatie. Volgens Benlisoy leiden cultuuroorlogen zoals deze tot een vijandig klimaat jegens minderheden, zoals de Grieken in Istanbul.
Sommige monumenten, religieus of niet, zijn zo significant van omvang dat ze toebehoren aan de mensheid. De oprichter van de Turkse Republiek, Mustafa Kemal Atatürk, begreep dit. Maar Erdogan heeft maling aan dit universalisme. Noch UNESCO, noch de Grieken, noch kunst- en geschiedenisliefhebbers zijn blij met de transformatie van het Chora-museum.
Turkije was in 2005 een van de initiatiefnemers van de Alliantie der Beschavingen. Een VN-samenwerking dat de moslimwereld en het Westen nader tot elkaar wil brengen op cultureel en sociaal gebied. Men is niet ver gekomen met dit project, of wel?
In het boek Baren buiten de box beschrijft verloskundige en wetenschapper Bahareh Goodarzi samen met auteur Daan Borrel waarom de geboortezorg niet voor iedereen gelijkwaardig is.
Discriminatie kan een kwestie van leven en dood zijn. Dat begint al aan het begin van het leven. Zwangere vrouwen en baby’s met een migratieachtergrond bijvoorbeeld hebben door discriminatie een hogere kans om te overlijden dan witte zwangere vrouwen en baby’s zonder migratieachtergrond.
Bahareh Goodarzi. Foto: Luciano Ölz.
Bahareh Goodarzi is als wetenschapper en docent verbonden aan de afdeling Verloskundige Wetenschap van het Amsterdam UMC, aan het Groningse UMC en aan AVAG, een onderwijs- en onderzoeksinstituut op het gebied van de verloskunde bij InHolland. Voor Goodarzi is discriminatie in de zorg sinds de Black Lives Matter-protesten in 2020 een belangrijk thema, waar bovendien nog weinig over is geschreven. Dat geldt helemaal voor discriminatie in de geboortezorg.
Goodarzi: ‘Daarom wilde ik er graag een boek over schrijven. Als ik begin over discriminatie in de Nederlandse geboortezorg krijg ik vaak verbaasde blikken. Ik wilde laten zien dat zelfs met de beste intenties van zorgverleners het systeem toch discriminerend kan zijn. Ik ben gaan interviewen en schrijven en heb samengewerkt met Daan Borrel. Zij heeft me enorm geholpen om het verhaal toegankelijk te maken. We hebben tien wetenschappers en beleidsmakers, waaronder ikzelf, geïnterviewd.’
Bewustzijn over discriminatie
In haar werkkamer in Amsterdam legt ze uit waarom ze daarvoor amper met het onderwerp bezig was.
‘Ik ben geboren in Iran en woon sinds mijn zevende in Nederland. Ik heb altijd geprobeerd om er helemaal bij te horen, om volledig te voldoen aan de norm van ‘Nederlander zijn’. Dit leidde ertoe dat ik me afzette tegen mijn Iraanse achtergrond. Ik zag geen discriminatie. Ik wilde niet zien dat mensen die anders zijn, anders behandeld worden. Ik had het gevoel dat ik vooral dankbaar moest zijn dat ik in Nederland mocht zijn.’
Ze promoveerde in 2021 op risicoselectie in de geboortezorg. Tijdens haar promotieonderzoek werd ze zich steeds meer bewust van de impact van discriminatie en besloot ze actie te ondernemen. Ze nam contact op met haar beroepsorganisatie, de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), en stelde samen met verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en kraamverzorgenden een manifest op.
Discriminatie en racisme in de zorg
In het boek legt Goodarzi uit dat discriminatie en racisme in de zorg voor een deel te herleiden zijn tot het onderscheid tussen menselijke rassen, dat in koloniale tijden werd gebruikt om uitbuiting van de kolonies en slavernij te rechtvaardigen. Hoewel dit onderscheid in rassen al lang wetenschappelijk achterhaald is, wordt het in de medische wereld nog steeds toegepast.
‘Ze hebben een grotere kans om pas later geholpen te worden als ze pijn melden’
Goodarzi geeft hier enkele voorbeelden van. Zo stelt de racistische aanname dat het bekken van witte vrouwen beter geschikt zou zijn voor de bevalling zwarte vrouwen en vrouwen van kleur bloot aan een hogere kans op een onnodige keizersnede. Het waanidee dat mensen van kleur minder pijn ervaren heeft tot gevolg dat zij een hogere kans hebben om geen pijnmedicatie te krijgen als ze daarom vragen. Ze hebben een grotere kans om pas later geholpen te worden als ze pijn melden bij een levensbedreigende situatie, zoals een baarmoederscheur.
Goodarzi wijst verder op het gebruik van medische apparaten die zijn afgestemd op de witte norm. Ze geeft als voorbeeld de vingeroximeter, waarmee zuurstof in het bloed wordt gemeten. Dit apparaat werkt minder goed bij mensen met een donkere huid. Dit kan leiden tot minder nauwkeurige resultaten, zoals het onderschatten van hypoxemie (laag bloedzuurstofniveau).
Maatschappelijke context
In haar boek benadrukken Goodarzi en de andere geïnterviewden de invloed van de maatschappelijke context op gezondheid. In wetenschappelijk onderzoek worden voor gezondheidsverschillen die voortkomen uit discriminatie vaak verklaringen gegeven als bijvoorbeeld slechte eetgewoonten, weinig lichaamsbeweging, hoge bloeddruk of roken. Dit zijn reële problemen, maar wat mist is de maatschappelijke positie waarin die ontstaan. De oplossing wordt dan meestal gezocht in het uitbreiden van medische behandelingen, terwijl de beperkte kansen die mensen van kleur hebben in het onderwijs en op de arbeids- en woningmarkt ook hun slechtere gezondheid kunnen verklaren.
Daan Borrel en Bahareh Goodarzi. Foto: Luciano Ölz.
Goodarzi pleit daarom voor een bredere diagnose: ‘We kijken gericht naar de gezondheid van een persoon of een aspect daarvan, maar negeren hoe iemands maatschappelijke positie, het verleden en zelfs eerdere generaties hierop van invloed kunnen zijn. Hierdoor hebben we een blinde vlek, lopen we continu achter de feiten aan en kunnen we mensen zelfs zieker maken.’
Een systeem dat discriminatie kan bevorderen
Het gaat volgens Goodarzi om systemische, institutionele problemen, diepgeworteld in onze maatschappelijke structuren. De geboortezorg is daar geen uitzondering op. ‘In mijn carrière heb ik zelf, onbewust, ook bijgedragen aan deze vormen van discriminatie. Ik geloof dat het essentieel is om bewust te worden van deze systemische problemen, omdat dit de eerste stap is naar verandering. Racisme, maar ook seksisme en klassisme (vooroordelen over sociale klassen red.) zijn zo diepgeworteld in onze maatschappij dat iedereen moet nadenken over hun associatie hiermee en hoe ze dit kunnen veranderen.’
Goodarzi is voorzichtig met het direct aanspreken van individuele personen. ‘Dan krijg je al snel een reactie als: ‘Dus je noemt mij een racist?’ Dan stopt vaak het gesprek en dat is niet wat ik wil. Ik wil niet focussen op het aanwijzen van enkele daders, daar ligt niet het probleem, maar juist aanzetten tot het gezamenlijk aanpakken van structurele vormen van uitsluiting. Het gaat er om dat we erkennen dat we allemaal deel uitmaken van een systeem dat discriminatie kan bevorderen, vaak zonder onze bewuste intentie. Door dit te erkennen, kunnen we samenwerken aan het veranderen van deze systemen en een meer inclusieve samenleving creëren waarin we diversiteit omarmen, mensen als gelijkwaardig gaan zien en iedereen dezelfde kansen krijgt; dezelfde kwaliteit van en toegang tot geboortezorg.’
‘Iemand uit een hogere klasse kan een levensverwachting hebben die tot 18 jaar langer is dan die van iemand uit een lagere of minderbedeelde klasse’
Daarbij is het volgens haar van belang dat ieder zich bewust is van zijn eigen perspectief en startpositie. Goodarzi: ’Niemand is neutraal. We zijn allemaal opgegroeid in een samenleving die inherent discriminerend is. Zo is het ook aantoonbare onzin dat mensen ‘geen kleur zien’. We nemen allemaal onze eigen achtergrond mee. Sociale ongelijkheid gaat vaak generaties terug. En dat kan grote gevolgen hebben: Iemand uit een hogere klasse kan een levensverwachting hebben die tot achttien jaar langer is dan die van iemand uit een lagere of minderbedeelde klasse. Het kan vier generaties duren om op de sociale ladder te klimmen. Je moet dat niet terugbrengen tot een individuele verantwoordelijkheid van burgers, maar tot een gemeenschappelijke.‘
Mensen in machtsposities aan zet
Goodarzi hoopt met haar boek vooral mensen in machtsposities te bereiken die echt wat kunnen veranderen. ‘De verandering moet komen van degenen die ik verantwoordelijk houd, inclusief mezelf, de academische wereld, het onderwijs en de plekken waar beleid wordt gevormd, zorg wordt verleend. Daarom hebben we ook mensen uit deze gebieden geïnterviewd om te reflecteren op het thema discriminatie. Mijn focus ligt niet op het overtuigen van de tegenstanders, maar op het mobiliseren van bondgenoten op allerlei niveaus, zoals Jerry Afriyie van Kick Out Zwarte Piet dat bijvoorbeeld doet.
Ze heeft ook ideeën over wat er zou kunnen gebeuren. Als het gaat om gezondheidsproblemen die gerelateerd zijn aan sociaaleconomische posities is het bijvoorbeeld primair aan de overheid om structurele oplossingen te bieden. Als voorbeeld geeft ze discriminatie op de arbeidsmarkt: ‘Zolang mensen nog steeds worden afgewezen voor een baan op grond van hun achternaam, beginnen ze al in een achterstandspositie die negatieve gevolgen heeft voor hun gezondheid.’
Wat kan de zorg doen?
Maar de zorg zelf kan volgens haar ook veel meer doen. ‘Als ik kijk naar mijn eigen vak, de geboortezorg, dan kunnen we bepaalde racistische kennis in onze richtlijnen en protocollen aanpakken en veranderen. Er kan veel actiever beleid gevoerd worden tegen racisme. We zouden bijvoorbeeld jaarlijks van organisaties moeten eisen dat ze aantonen hoe ze discriminatie tegengaan. Het gaat om artikel 1 van de Grondwet. Het is de basis van alles.’
Om discriminatie te voorkomen zou er volgens Goodarzi meer geïnvesteerd moeten worden in diversiteit en inclusie. ‘De groep geboortezorgprofessionals bestaat nu voornamelijk uit witte vrouwen. Over geneeskunde weten we dat het vooral mensen aantrekt zonder migratieachtergrond, uit de hoogste inkomensgroepen, met ouders die ook al vaak in de zorg werken of arts zijn, een vrij elitaire groep dus. Aan deze selectie kunnen we iets doen.’
Daarnaast kunnen organisaties volgens Goodarzi kritischer kijken naar de inclusiviteit van hun organisatie. ‘Het is zo eenvoudig om jezelf daarop te testen. Hoe inclusief is je organisatie op het gebied van lichamelijke beperkingen, gender, of religie? Hoe inclusief zijn je protocollen, richtlijnen, je onderwijsmaterialen? Dit zijn basiszaken waar je meteen iets aan kunt doen.’
Goodarzi heeft niet de verwachting dat discriminatie op korte termijn kan worden verholpen.‘Het probleem is daarvoor te complex, het vraagt grote veranderingen. We moeten niet verwachten dat het snel opgelost is, gezien ons koloniale en patriarchale verleden. Maar verandering moet er wel komen. Uiteindelijk gaat het over mensenlevens. Discriminatie in de zorg kan niet genegeerd worden. Dit is fundamenteel voor onze samenleving. Als we ervoor kunnen zorgen dat kinderen in een iets betere positie worden geboren, dan kunnen we een positief, zichzelf versterkend effect in gang zetten, de toekomstige generaties gezonder maken en problemen uit het verleden helen.’
Baren buiten de box – De Arbeiderspers. €21,99. Op 21 mei wordt het boek gepresenteerd in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger.
Dit artikel is het eerste in een reeks over discriminatie in de gezondheidszorg.
De Duitse krant Bild heeft een lijst gepubliceerd van de wetenschappers die in een open brief opkwamen voor de demonstratievrijheid van studenten. Ze worden met naam en foto genoemd en door de krant weggezet als ‘Jodenhaters’.
‘Ze intimideren Joodse studenten – in naam van de Palestijnse zaak. Ze noemen Israël een ‘terroristische staat’ maar eisen vrijheid van meningsuiting. Ze jammeren over de ‘massamoord’ van het Israëlische leger in Gaza, maar maken geen melding van de terroristische moorden en gijzelingen door Hamas in Israël (7 oktober)’, schrijft Bild onder andere over de docenten.
Bild is een boulevardblad, maar tevens de grootste krant van Duitsland. Op sociale media is men kritisch op Bild. De krant zou de docenten tot doelwit maken. De Amerikaanse professor Cas Mudde, gespecialiseerd in extreemrechts, spreekt er schande van en verklaart zich ‘solidair’ met zijn collega’s in Duitsland.
Turkse academici maken de vergelijking met de ‘vredeacademici’ in eigen land. In 2016 veroordeelden zij de mensenrechtenschendingen in het zuidoosten van Turkije in een open brief, en werden toen vervolgd door de Turkse staat.
‘Academici in Turkije werden gelabeld als terroristen nadat ze voor vrede opkwamen in gebieden waar overwegend Koerden wonen’, zegt de socioloog Gülay Türkmen. Zij verwijst naar de ironie dat juist Duitsland toen veel verbannen Turkse academici asiel heeft verleend.
De journalist James Jackson zegt dat het Bild-artikel volgt op de ‘afkeuring’ van de brief door de Duitse minister van Onderwijs en Wetenschap Bettina Stark-Watzinger.
In Duitsland ging dit weekend de radicale beweging Muslim Interactive de straat op, zo bericht deDeutsche Welle. De demonstranten mochten niet oproepen tot de stichting van een nieuw kalifaat of de vernietiging van Israël.
Aan de demonstratie van zaterdag 10 mei namen naar schatting 2.300 mensen deel. De Duitse Federale Inlichtingendienst (BND) classificeert Muslim Interactive als extremistisch, maar de autoriteiten hebben de demonstratie onder strikte voorwaarden toch laten doorgaan.
De demonstranten mochten niet aanzetten tot haat of geweld of het bestaansrecht van Israël ontkennen. Evenmin was het toegestaan om in woord of beeld op te roepen tot de stichting van een kalifaat in Duitsland.
Als Muslim Interactive zich niet aan deze voorwaarden zou houden, dan mocht de politie een ‘onmiddellijke interventie’ uitvoeren, maar dat is niet gebeurd. De demonstranten hielden borden omhoog met teksten ‘Censored’, ‘Zensiert’ en ‘Verboten’. Ze voelden zich door de Duitse autoriteiten gecensureerd.
Eind april organiseerde Muslim Interactive ook een protest. Toen droegen ze wel borden bij zich met teksten als ‘Kalifat is die Losüng’ (Het kalifaat is de oplossing) en hekelden ze de Duitse politieke steun aan Israël.
Muslim Interactive is opgericht door moslims in Duitsland, die elkaar via sociale media hebben gevonden. De groep heeft meer dan 20.000 volgers op TikTok. Volgens experts heeft de in 2020 opgerichte groep banden met Hizb ut-Tahrir, die een wereldwijd kalifaat nastreeft, schrijft Deutsche Welle. Duitsland heeft Hizb ut-Tahrir in 2003 verboden, omdat de organisatie zou oproepen tot het plegen van geweld tegen en het vermoorden van Joden.
Volgens de Duitse inlichtingendienst heeft niet alleen Muslim Interactive, maar ook Generation Islam en Reality Islam banden met Hizb ut-Tahrir.
Jordanië heeft de Pro-Palestijnse zender Al-Yarmouk TV gesloten. Het koninkrijk treedt sinds kort hard op tegen pro-Palestijns activisme. Het nieuwskanaal is gelieerd aan de Moslimbroederschap.
Op 7 mei bestormden veiligheidstroepen de kantoren van Al-Yarmouk TV in Amman, de Jordaanse hoofdstad. Ze namen zendapparatuur in beslag en belemmerden medewerkers de toegang.
De zender werd gesloten ‘vanwege de ongeoorloofde activiteiten en uitzendingen vanuit Jordanië zonder officiële goedkeuring van de overheid’. Al-Yarmouk TV had geen vergunning om uit te zenden. Dit is in het verleden ook weleens gebeurd, maar toen deed de Jordaanse overheid niet moeilijk.
De Arabische website Middle East Eye vermoedt dat er politieke motieven in het spel zijn, maar dit ontkennen de autoriteiten. Sinds 7 oktober heeft Jordanië echter meer dan 1.500 mensen gearresteerd. Tientallen van hen zitten nog in hechtenis.
De Amerikaanse ngo Committee to Protect Journalists (CPJ) heeft de Jordaanse autoriteiten opgeroepen om de sluiting van Al-Yarmouk TV ongedaan te maken.
Hoewel een deel van het Russische leger vertrekt uit Armenië, zullen Russische troepen in de toekomst een rol blijven spelen in de bewaking van de Armeense grenzen met Turkije en Iran. Zo meldt de Turks-Armeense krant Agos.
De Armeense premier Nikol Pasinyan en de Russische president Vladimir Poetin zijn overeengekomen dat het Russische leger uit ‘sommige gebieden’ in Armenië vertrekt. Maar de Russen blijven aanwezig aan de Turkse en Iraanse grens.
Armenië was na de verloren oorlog met Azerbeidzjan in Nagorno-Karabakh teleurgesteld over de traditionele Russische rol als beschermheer van de Armeniërs. De Russen die verwikkeld zijn in een langdurige oorlog met Oekraïne, hebben de Azerbeidzjaanse agressie niet kunnen stoppen.
De Armeense premier nam daarop een pro-westerse houding aan en er ontstonden geruchten dat de Russische aanwezigheid in Armenië volledig zou verdwijnen.
Dat blijkt nu niet meer het geval. ‘Door gewijzigde omstandigheden zijn Pasinyan en Poetin tot een overeenkomst gekomen’, meldt de Russische woordvoerder tegen Agos. Vermoedelijk worden de toenemende Azerbeidzjaanse aanspraken op Armeens grondgebied bedoeld. Ook Turkije aast, samen met ‘broederstaat Azerbeidjzan’, op een landverbinding door Armeens grondgebied.
In december werd Adnan Al-Bursh, een bekende Gazaanse arts, samen met tien andere hulpverleners door het Israëlische leger gearresteerd. Vorige maand kwam hij om het leven.
Terwijl Moueen Al-Bursh thuis in Amsterdam de familiefoto’s op zijn telefoon doorloopt, slaakt hij een zucht. ‘Adnan is mijn neef. Onze vaders zijn broers’, zegt hij.
Adnan Al-Bursh (50) was een bekende chirurg in Gaza. Hij was niet alleen het hoofd van de afdeling orthopedie van het Shifa-ziekenhuis, maar ook hoogleraar. Nadat het ziekenhuis werd binnengevallen en het meeste medische personeel was vertrokken, weigerde dokter Bursh veiligheid te zoeken in het zuiden van Gaza.
’Op 20 november 2023 kreeg ik het allerlaatste WhatsApp-bericht van Adnan’, vertelt zijn neef. ‘Hij schreef dat hij in het Indonesië Ziekenhuis was om zijn werk daar voort te zetten. Hij voelde de plicht om de gewonden te helpen.’
Bursh laat een korte video zien, waarop te zien is dat zijn neef gewond op de grond ligt. ‘Op 20 november werd het Indonesië Ziekenhuis omsingeld en aangevallen. Tijdens het geven van hulp aan ernstige gewonde patiënten raakte mijn neef gewond.’
Daarna vluchtte Bursh naar het Awda-ziekenhuis in het noorden van Gaza. Maar na zware lucht- en grondaanvallen vielen Israëlische militairen in december ook dit ziekenhuis binnen. ‘De soldaten riepen zijn naam. Ze waren specifiek naar hem op zoek. Hij werd samen met het andere medische personeel uiteindelijk met veel geweld opgepakt’, vertelt Moueen Al-Bursh.
‘Waarom hebben ze dit zijn gezin aangedaan?’
Hij laat een video zien van geheime Israëlische detentiecentra. Zijn neef zit gebogen en geknield met zijn handen op z’n achterhoofd.
‘Kijk, deze beelden komen van het Israëlische tv-station Channel 14. Mijn neef werd ontkleed en geblinddoekt. Hij heeft tijdens de verhoren de meeste ernstige beledigingen en mishandelingen moeten doorstaan. Het martelen van artsen is bedoeld om valse bekentenissen af te dwingen’, zegt Bursh. Hij gaat ervan uit dat zijn neef uiteindelijk is doodgemarteld. ‘Pijnlijk en onvergeeflijk.’
Het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid in de Gazastrook verklaart dat sinds 7 oktober in totaal 496 dokters, verpleegkundigen en ander zorgpersoneel zijn vermoord door Israël, inclusief Adnan Al-Bursh. Daarnaast heeft Israël het gezondheidszorgsysteem van Gaza vrijwel vernietigd na herhaalde aanvallen op bijna alle ziekenhuizen in het gebied. Volgens hulporganisatie Artsen Zonder Grenzen zijn de systematische aanvallen op medische voorzieningen een ernstige schendig van het internationaal humanitair recht.
Bursh neemt een slok van zijn thee. ‘Kijk eens!’, roept hij uit. ‘Dit ben ik met mijn neef op de foto. Adnan had een rustig karakter. Hij hield van het leven en van zijn gezin. Hij koesterde het leven enorm.’
Sinds 7 oktober heeft Bursh in Gaza negentig familieleden verloren. ‘Mijn familie bestaat uit martelaren, onschuldige gevangenen en ontheemden. De dood van Adnan is de grootste schok. Ik weet niet waarom hij is vermoord. Waarom hebben ze dit zijn gezin aangedaan?’
Bursh zal zijn neef vol trots herinneren. ‘Adnan was standvastig. Hij kon bergen verzetten. Ook betekende hij veel voor het Palestijnse volk. Adnan was ons grootste voorbeeld. Hij was uitstekend in zijn vak en zal worden gemist.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.