19.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 159

Mogelijk onderzoek naar pro-Palestijns GroenLinks-Statenlid

0

Tegen het Gelderse GroenLinks-Statenlid Paul Smits wordt mogelijk een integriteitsonderzoek ingesteld, bericht de Gelderlander. De commissaris van de Koning in Gelderland wil zo’n onderzoek instellen, vanwege de arrestatie van Smits bij een pro-Palestijnse demonstratie bij de Universiteit van Amsterdam anderhalve week geleden.

De PVV-fractie in de Gelderse Staten eiste dat er vandaag een spoeddebat komt over de aanhouding van Smits. Volgens de PVV heeft de GroenLinks-politicus wellicht de integriteitsregels overtreden. Henri Leeftink, de commissaris van de Koning, is het daar echter niet mee eens. Hij wil eerst een onderzoek instellen naar wat er precies is gebeurd. Dat moet in zes weken worden afgerond. Pas daarna kan er over de positie van Smits worden gedebatteerd. Vanochtend stemden de Staten van Gelderland over het al dan niet houden van een spoeddebat over de arrestatie van Smits. Op de twee PVV-Statenleden na stemde iedereen tegen het PVV-voorstel.

Gisteren maakte Smits bekend dat hij niet meer de vicefractievoorzitter van GroenLinks in de Gelderse Staten is. In zijn verklaring zei de GroenLinks-politicus ‘dat het goed is om een pas op de plaats te maken omdat zijn maatschappelijke betrokkenheid en zijn werk in de politiek elkaar bemoeilijken’. Wel blijft hij Statenlid. Maar het feit dat Smits een stapje terug doet heeft volgens GroenLinks-fractievoorzitter Charlotte de Roo echt niets te maken met het mogelijke integriteitsonderzoek. Wel zegt ze dat GroenLinks aan zo’n onderzoek de volledige medewerking verlenen zal.

Op social media krijgt Paul Smits steun van het tegendraadse Nijmeegse GroenLinks-lid Huub Bellemakers. ‘Wat een onzin’, schrijft hij over het integriteitsonderzoek. Als volksvertegenwoordiger mag je volgens Bellemakers gewoon demonstreren en zelfs opgepakt worden. Als voorbeelden noemt hij SP-politici Krista van Velzen en Sharon Gesthuizen. Bellemakers concludeert: ‘Niets mis mee. Hup @PLSmits.’

 

Update, 16 mei 2024

De Kanttekening heeft Paul Smits verzocht om commentaar.
‘Ik kan er niet veel over zeggen’, vertelt hij aan de telefoon. ‘Ik wil niet vooruitlopen op het eventuele integriteitsonderzoek. Maar als er zo’n onderzoek komt dan werken wij daar natuurlijk aan mee.’
Het feit dat Smits is opgestapt als vicefractievoorzitter staat inderdaad los van het eventuele integriteitsonderzoek, benadrukt Smits. ‘Ik heb hierover een verklaring gegeven, die op onze website staat en wil hier niets aan toevoegen.’ Wel vertelt hij, desgevraagd, dat er afgelopen maandag een intern gesprek is geweest in de GroenLinks-fractie over Paul Smits pro-Palestijnse activisme, in combinatie met zijn rol als GroenLinks-vertegenwoordiger. ‘Maar ik kan daar niet meer over zeggen, behalve wat ik al zei.’

‘Zowel mijn politieke werk voor GroenLinks in de Gelderse Staten, als mijn maatschappelijke inzet voor rechtvaardigheid gaan mij allebei zeer aan het hart’, schreef Paul Smits dinsdag in een korte verklaring. ‘Op het moment dat de ene rol mijn functioneren in de andere rol bemoeilijkt is het goed om een pas op de plaats te maken. Bestuurlijke rollen in de fractie, waaronder het vice-fractievoorzitterschap, leg ik daarom neer. Samen met mijn fractie blijf ik mij inzetten voor een Groen, Gezond en Gelukkig Gelderland.’

Kunstenares Eugenie Boon: ‘Ik ben trots op mijn Curaçaose afkomst’

De Curaçaose kunstenares Eugenie Boon staat voor een volgende generatie die vooruitkijkt. ‘Ik kan de wereld een stukje mooier maken.’

‘Natuurlijk ben ik ook boos’, verklaart de 29-jarige Curaçaose kunstenares Eugenie Boon, als we het in haar Haagse atelier hebben over het slavernijverleden. ‘De invloed daarvan woedt nog steeds onder de oppervlakte op Aruba, Bonaire en Curaçao, de ABC-eilanden. Die koloniale overheersing heeft voor een diepe ontwrichting gezorgd binnen onze samenleving. We werden verhandeld als dingen. Het was alsof ons soort mensen er niet mocht zijn, of je moest bewijzen dat je wel goed bent. Hoe dan?’ 

Eugenie is geboren in Terakòrá, een plaats in het district Bandabou met enkele duizenden inwoners. Terakòrá bevindt zich op een kleine twintig kilometer van de Curaçaose hoofdstad Willemstad. ‘Ik was de jongste thuis’, vertelt de kunstenares. ‘Het nakomelingetje. Mijn moeder kreeg mij toen ze 42 jaar was. Samen met mijn vader had ze al twee dochters, waarvan de jongste elf jaar ouder is dan ik. Dat heeft er misschien voor gezorgd dat ik me niet alleen een nakomelingetje voelde, maar ook een buitenbeentje. Althans, dat dacht ik toen. Van de stroeve onderlinge verhoudingen op de ABC-eilanden, begreep ik in die tijd niets.’ 

Wat deed je om het wel te begrijpen?

‘Bij alles ging ik vragen stellen en ik wilde het fijne ervan weten. Ik wilde duidelijkheid.’ Als jongste dochter mocht Eugenie veel, zo niet alles. Haar ouders lieten haar opvallend vrij, zonder haar te verwaarlozen. ‘Ik klom en klauterde in bomen’, vertelt ze met een schalkse lach. ‘Ook in de druivenboom die groeide in onze tuin. Die boom heeft mijn nieuwsgierigheid ontvlamd. Van dichtbij bekeken kon ik het bijna niet geloven, dat die witte bloemen en groene vruchten in paarse druiven zouden veranderen. Het groeiproces van de druif werd een metafoor voor de groei naar onze volwassenheid.’ 

Uit de serie Ta nos hende nan (ons soort mensen).

Soms logeerde Eugenie wekenlang bij vriendinnen. Af en toe bij haar tante, de zus van haar vader. ‘Die verschillende huishoudens hebben mij verrijkt. Tegelijk vroeg ik me af: hoe komt het dat er zulke klassenverschillen bestaan tussen families en kennissen?’ Het zorgde voor moeilijke gesprekken met haar ouders, die het soms zagen als kritiek. ‘Het was geen kritiek, maar nieuwsgierigheid’, stelt Eugenie. ‘Het willen onderzoeken en begrijpen. We zijn er beter van geworden. Het heeft onze geschiedenis en de erfenis daarvan duidelijk gemaakt.’  

‘Het slavernijverleden zorgt nog altijd voor een diepe ontwrichting’

Na de lagere school ging Eugenie naar het vwo. ‘Eerst wilde ik psychologie studeren. Toen ik me realiseerde dat ik voor de kunst wilde gaan, ben ik in vijf vwo overgestapt naar vijf havo. In de kunst kon ik naast onderzoek, gedachten delen en reflecteren.’ Als onstuimige puber ontdekte Eugenie ook het uitgaansleven op het eiland. ‘Samen met een vriendin ging ik dansen. Dansen zit in onze cultuur. We gingen naar de film en naar feestjes. Mijn ouders vertrouwden erop, dat ik geen rare dingen zou doen, zoals te veel drinken of met jongens meegaan.’ Eugenie moet heimelijk gniffelen. ‘Natuurlijk heb ik weleens een drankje genomen, maar tijdens het uitgaan hoorde ik de stem van mijn vader in mijn oren. ‘Gedraag je netjes’, zei hij altijd. Nou, ik gedroeg me netjes genoeg. Ik zag wel meiden om me heen die al jong moeder werden. Daar moest ik toen nog niet aan denken. Voor mijn gevoel moest ik nog zoveel doen. Misschien komt er nu ruimte voor.’ 

Hoe lichter je huidskleur, hoe dichter bij het schoonheidsideaal

In die tijd werd Eugenie ook geconfronteerd met wat ze zelf stagnatie en crisis noemt. Een onvermogen om vooruit te komen. ‘Er werd nauwlettend gekeken naar de colour of your skin. Het zogenoemde colorism vierde hoogtij. Dat vormt je als mens, als persoon. Het vormde ons. Hoe lichter jouw huidskleur, hoe dichter bij het schoonheidsideaal. Ook weer een erfenis uit het verleden. Ontwikkelingen zoals Black Life Matters, Black is Beautiful en Melanin Beauty dragen gelukkig bij aan verandering. Er komt steeds meer bewustzijn, dat je mag zijn wie je bent. Maar we hebben nog een weg te gaan. Het slavernijverleden zorgt nog altijd voor een diepe ontwrichting. Je was niets of je moest bewijzen dat je wel goed bent. Onderling werden we tegen elkaar opgezet. Alleen maar om verbondenheid te voorkomen. In plaats daarvan ontstond er wantrouwen en argwaan. Juist daarom ben ik die stroeve verhoudingen en dat onvermogen om vooruit te komen gaan onderzoeken. Dat wil ik laten zien met mijn kunst.’ 

‘We mogen er wél zijn. Ook ben ik hoopvol, en realistisch’

Rond haar 21ste vertrok Eugenie van Curaçao naar Nederland. Ze studeerde aan de HKU, de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Daarna nam haar carrière als kunstenaar een vlucht. Haar onderzoek, reflecties en bevindingen verwerkt ze in kleurrijke symbolische installaties en veelzeggende schilderijen over de mensen, hun normen en waarden, op de ABC-eilanden. Alles bij elkaar een onmisbare aanvulling op ons koloniale verleden. ‘Mijn eerste expositie had ik bij het CBK, de kunstuitleen in Amsterdam. Veel van mijn werk bevindt zich ook in internationale particuliere en openbare collecties, zoals bij het Stedelijk Museum Schiedam.’ Daarnaast maakt Eugenie performances in de vorm van monologen, collages van gedachten, gecombineerd met body movements. ‘Ik ben van een volgende generatie’, verduidelijkt ze. ‘Ik ben trots op mijn achtergrond, op wie ik ben en ik kijk naar de toekomst. We mogen er wél zijn. Ook ben ik hoopvol, en realistisch. Ik kan de wereld niet redden, maar als kunstenaar kan ik wel ruimte maken voor dialoog. Ik kan de wereld een stukje mooier maken.’   

Hoop – en liefde – heb je nodig om door te kunnen gaan

Momenteel woont en werkt Eugenie in Den Haag. Haar atelier met hoge ramen in de Haagse Schilderswijk ademt licht de sfeer van Curaçao. Her en der hangen kleurrijke schilderijen, er staat een tropische plant en verder zwerven er lapjes stof in duizend kleuren, tafels, stoelen en een vlakschuurmachine. Hier werkt Eugenie aan levensgrote installaties. ‘Thuis maak ik schilderijen van 70 x 50. Ik maak ze op basis van snapshots, snelle kiekjes van het dagelijkse leven. Ze staan symbool voor onze cultuur en identiteit. Zoals de oogstdans die er jaarlijks wordt gedanst, vissers in hun bootjes die terugkeren na de vangst, kinderen die spelen op het strand.’ 

Eugenie raapt enkele delen van een installatie bij elkaar en zet ze in de hoek van haar atelier. ‘Hopelijk kunnen ze een keer in z’n geheel naar Curaçao’, mijmert ze. Eind mei vertrekt Eugenie naar Bonaire. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft haar gevraagd een blijvende sculptuur te maken voor een nieuwe penitentiaire inrichting (gevangenis).

‘Het lijkt me moeilijk om gevangen te zitten, zowel letterlijk als figuurlijk’, meent Eugenie. ‘Bijvoorbeeld in je hoofd of in een relatie, of in een situatie waar je niet om hebt gevraagd. Het leven is hard en niet eerlijk, maar eerlijk genoeg voor iedereen. Wat er ook gebeurt, je bezit de kracht als persoon om met tegenslag om te gaan. Op Bonaire ga ik enkele delinquenten interviewen, net als bewakers en medewerkers. Op basis daarvan ga ik mijn sculptuur maken. Het moet voor mijn gevoel vooral hoop uitstralen. Hoop – en liefde – heb je nodig om door te kunnen gaan.’

Maar eerst Art Island 2024. Op deze kunstbeurs zijn schilderijen van Eugenie te zien uit de serie Ta nos hende nan (ons soort mensen). Ook geeft ze er een performance

Uit de serie Ta nos hende nan (ons soort mensen)

Kunstbeurs Art Island 2024

‘Rauwe ruimtes waar je in kunst kunt (ver)dwalen, dat is wat we wilden’, vertelt Jacko Brinkman, zelfstandig kunstadviseur en al jaren bezig velen te interesseren voor hedendaagse kunst. ‘Pak je het anders aan, dan kunnen we een nieuwe groep bezoekers aanboren en een ander soort kunstenaars in de schijnwerpers zetten. Denk aan licht- en videokunstenaars.’ 

Tijdens de coronapandemie bedacht Brinkman met compagnon Frits Bergsma het concept voor een nieuw soort kunstbeurs. Geen witte muren met schilderijen, geen spotjes, maar echt iets heel anders. Toevallig (niets is toeval natuurlijk), ontmoette Bergsma een van de eigenaren van het Forteiland, vlak voor de kust van IJmuiden. Doorgaans worden er bedrijfsevenementen georganiseerd. 

Brinkman: ‘Dat historische Forteiland met bunkers, grove bakstenen muren en een gangenstelsel van 585 meter, bleek perfect voor ons idee. Dat je er met de boot naartoe moet, maakt het ook nog avontuurlijk.’ In maart 2022 organiseerden de kunstkenners voor de eerste keer Art Island. ‘Het was welbeschouwd een spontane actie’, reageert Brinkman, ‘maar het bleek een succes. Vorig jaar hebben we het nogmaals georganiseerd en dit jaar weer. We willen er zeker geen Oeral van maken. Je kunt er wel een visje eten en er zijn kunstenaars die een performance geven.’ 

Wat Brinkman en Bergsma hopen is dat er mensen komen die niets hebben met hedendaagse kunst. ‘Dat zijn er veel. Bijna negentig procent van de Nederlanders denkt niets te hebben met kunst, of ze zeggen dat ze er geen verstand van hebben. Van hedendaagse kunst hoef je geen verstand te hebben’, pleit Brinkman. ‘Sterker, je hoeft er niets van te vinden. Het verruimt wel je blik, zeker op zo’n unieke locatie.’

De derde editie van Art Island is van 17 mei tot en met zondag 19 mei. 

Turkije pakt 544 verdachten op vanwege ‘banden met Gülen-beweging’

0

In Turkije zijn bij een nationale operatie 544 verdachten die ‘banden’ zouden hebben met de verboden Gülenbeweging opgepakt. Dat heeft de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Ali Yerlikaya bekendgemaakt. Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar.

In Turkije wordt de Gülenbeweging als een terreurorganisatie gezien en vervolgd. Na de mislukte couppoging in 2016, waar volgens de Turkse regering de Gülenisten achter zaten, zijn duizenden mensen opgepakt en achter de tralies gezet. Anderen zijn hun bezittingen en banen kwijtgeraakt en gevlucht naar het buitenland.

Toch gaan de operaties onverminderd door. De nieuwste arrestatiegolf vond plaats in 62 provincies in Turkije tegen verdachten die ‘als individuen’ in verschillende lagen van de staat zouden ‘zijn geplaatst door de verboden beweging’, aldus het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De 544 verdachten zouden zich op basis van ‘directieven’ van hogerhand hebben ‘verschanst’ in publieke instellingen en naar toelatingsexamens zijn gedirigeerd. Ook zouden sommige verdachten gebruikers zijn van de communicatie-app Bylock, die na de couppoging in 2016 door de Turkse staat werd gezien als aanwijzing voor banden met de Gülenbeweging.

Onrust in Nieuw-Caledonië vanwege nieuwe kieswet

0

De autoriteiten van Nieuw-Caledonië hebben gisteren een avondklok aangekondigd en openbare bijeenkomsten verboden. De door Frankrijk bestuurde eilandengroep in de Stille Oceaan was de afgelopen dagen het toneel van ernstige rellen, waarbij meerdere doden zijn gevallen.

De afgelopen dagen plunderden groepen jonge demonstranten, vaak gemaskerd, winkels en staken ze auto’s in brand in de hoofdstad Nouméa. Ook in de naburige steden Dumbea en Mont-Dore werden verschillende supermarkten geplunderd. De politie schoot op de demonstranten, maar niet met scherp. Toch zijn er enkele mensen omgekomen, bericht Nu.nl.

Aanleiding van de rellen is een omstreden hervorming van de kieswet. Fransen die tien jaar of langer in Nieuw-Caledonië wonen mogen straks ook gaan stemmen bij de provinciale verkiezingen, besloot Parijs. De inheemse Kanak-bevolking verzet zich daar heel erg tegen, omdat hierdoor de Franse grip op het eiland wordt versterkt. Inheemsen willen juist onafhankelijk worden.

In 2021 boycotten de Kanaks een referendum over onafhankelijkheid, vanwege de coronapandemie. Ze wilden dat het referendum zou worden uitgesteld, zodat meer mensen hun stem konden uitbrengen. De Franse autoriteiten gingen daarmee niet akkoord.

Tijd dat ook UvA-docenten de rechtsstaat serieus nemen

0

Velen maken zich terecht zorgen over de rechtsstaat nu er al maanden wordt onderhandeld over een coalitie met de PVV. Is de rechtsstaat nog wel in goede handen? Dat deze zorg niet ongegrond is, blijkt uit het feit dat de onderhandelende partijen over een ‘basislijn’ spraken. De rechtsstaat moet een startpunt zijn, geen kwestie waarover compromissen gesloten kunnen worden. Alsof het een onsje meer of minder kan. Dit brengt ons bij de Universiteit van Amsterdam (UvA).

De studentenprotesten van de afgelopen weken zijn u ongetwijfeld niet ontgaan. Soms was het vreedzaam, soms niet. Soms waren het studenten, soms waren het buitenstaanders. Hoe ernstig de situatie is blijkt uit het feit dat medewerkers afgelopen maandag in paniek wegvluchtten voor allerlei aanstormend gespuis dat vernielingen kwam aanrichten. Het punt dat universitair personeel moet ‘wegvluchten’ heeft de krantenkoppen niet gehaald. Je moet er in de artikelen naar zoeken, maar dat maakt het niet minder alarmerend.

Hoe kan dit?

Je vraagt je af hoe zoiets kan. Er is veel aandacht voor de vraag of dit wel protesten van studenten zijn. De UvA zegt dat de demonstratie van maandag eigenlijk vreedzaam verliep en pas later ontaardde in chaos en vernieling. Volgens de UvA waren de studenten toen al grotendeels weg en hadden buitenstaanders de boel overgenomen. Lastig in te schatten of dit waar is, al is het maar omdat het moeilijk is een overzicht te krijgen van zo’n meute. Maar goed, laten we aannemen dat de UvA het goed gezien heeft.

Het probleem is: daarmee is de kous niet af. De protesten komen niet alleen van studenten. Sympathiserende docenten twitteren hun afkeuring over de wijze waarop de UvA de situatie heeft behandeld. Een willekeurig voorbeeld is Sarah Bracke, hoogleraar gender studies, die naar aanleiding van maandag twittert:

First, the violence of riot police. Once more, riot police is called to campus, with dogs and batons, beating students for protesting genocide. Our universities must stop unleashing riot police on students. Riot police have no place on campus.

Deze tweet is niet bepaald uniek: meer UvA-docenten claimen dat de UvA de ME niet mag inroepen om de studentenprotesten te beëindigen. De ME hoort niet op de campus thuis. Hier zien we hoe de rechtsstaat niet alleen onder druk staat door extreemrechts, maar ook door academici.

Zonder ME is er nooit een grens

Wat stellen de UvA-docenten dan voor? Het begon vorige week met een tentenkamp op het UvA-terrein en het was logisch geweest dat kamp daar gewoon te laten staan. Maar er zijn altijd grenzen aan demonstraties. Het tentenkamp was eigenlijk wel acceptabel, het verbouwen van de hal en kantoren van het Roeterseilandscomplex niet. We kunnen eindeloos soebatten over wie de daders waren en waar de grenzen van protest zouden moeten liggen, maar dat ergens rode lijnen liggen, is zeker.

Grenzen bepalen

Als je zegt dat de ME sowieso niet op de campus thuishoort, geef je alle actievoerders – student of niet – carte blanche om te doen wat men wil. Het is een legitimatie om je van geen enkele regel iets aan te trekken. Misschien willen rechtse mensen eerder en harder ingrijpen bij protesten dan UvA-docenten, maar zonder ME is er nooit een grens en zijn het vernielen van hele etages en het wegjagen van academisch personeel dus bezigheden die niet met een directe tegenreactie worden bestreden.

Leve de rechtsstaat. We hebben met elkaar afgesproken dat er regels zijn, dat we ons daaraan houden en dat overtredingen bestraft kunnen worden. In extreme gevallen heeft de overheid het geweldsmonopolie om de orde te herstellen. Liever niet, maar als het moet, moet het. En daar mag je vervolgens weer over discussiëren, je kunt zelfs achteraf klagen en journalistiek onderzoek doen. Maar op voorhand deze optie uitsluiten, is zeggen dat de rechtsstaat bij de UvA alleen geldt als het je uitkomt. Dat die dus niet geldt.

Dat is toch een opmerkelijke overeenkomst tussen UvA-docenten en Geert Wilders.

Protest tegen Nakba verstoord door relschoppers

Op zaterdag 11 mei kwamen duizenden pro-Palestina demonstranten in Amsterdam bijeen om te protesteren tegen de ‘voortdurende Nakba’, oftewel de etnische zuivering van Palestijnen op hun grondgebied. Het protest dat vreedzaam verliep, werd aan het einde op Museumplein verstoord door extreemrechtse relschoppers.

‘Waar is de politie’?, schreeuwden demonstranten in shock. In een verklaring hekelen onder andere de Internationale Socialisten en BDS Nederland de politie die pas ‘achteraf’ zou hebben ingegrepen.

‘Waar zijn de verontwaardiging en de Kamervragen over het geweld tegen de Palestinabeweging de afgelopen week?’, staat in een verklaring van actievoerende pro-Palestina organisaties. De pro-Palestina demonstranten zijn boos over de stilte aan de rechterkant van de politiek, die te druk bezig zou zijn met het criminaliseren van de Palestinabeweging. Volgens hen schept dat een klimaat  waarin rechtsextremisten het zelfvertrouwen hebben om demonstraties voor Palestina te verstoren.

Protest 11 mei. Foto: Tayfun Balcik

De voortdurende nakba

Terug naar zaterdag, waar ondergetekende bij was. Op de Dam komen duizenden mensen bijeen. Palestijnse sprekers vertellen over de Nakba, die elk jaar op 15 mei wordt herdacht.  ‘De reden waarom elke Palestijn als vluchteling is geboren, heeft te maken met de voortdurende Nakba’, zo klinkt het uit de speakers.

De Nakba, dat ‘ramp’ in het Arabisch betekent, refereert aan de etnische zuivering die plaatsvond bij de oprichting van de staat Israël. Meer dan 700.000 Palestijnen ontvluchtten toen huis en haard om plaats te maken voor kolonisten, die met geweld de Palestijnse inwoners verdreven.

Sindsdien vieren Israëliërs hun onafhankelijk op 14 mei. Palestijnen op hun beurt herdenken ‘de ramp’ op 15 mei.

Op de Dam wordt uiteraard ook de huidige oorlog in Gaza genoemd, die met 35.000 doden, meer dan 80.000 gewonden en miljoenen vluchtelingen inmiddels een grotere catastrofe is geworden.  ‘Jullie hebben allemaal gezien en gehoord hoe slecht het er nu voor staat in Gaza. Hoe Gazanen gedood worden terwijl ze op zoek zijn naar voedsel’, roept een Palestijnse vluchteling op het podium.

Een oudere witte vrouw die voor Madame Tusseads staat luistert rustig mee. Ze heeft een Stand up voor Palestine T-shirt aan en heeft pas in de jaren tachtig voor het eerst over de Nakba gehoord. ‘In Nederland is daar weinig begrip voor’, zegt ze en voegt eraan toe dat dit ook komt door ‘streng-religieuze christenen’ die aan de kant van Israël blijven staan. Ze denkt dat Netanyahu ‘zijn eigen graf graaft’ met alle geweld in Gaza. ‘Hier komt niks goeds uit voort’, zegt ze.

Verderop staat een Marokkaans-Nederlandse twintiger met een Palestijnse vlag op haar rug. Ze gelooft dat steeds meer mensen ‘wakker’ worden in Nederland en eindelijk begrijpen wat er met de Nakba bedoeld wordt. ‘Ik sta hier voor al die onschuldige kinderen die vermoord worden. Genoeg is genoeg’, zegt ze.

Ze protesteert al van jongs af aan tegen het Israëlische regime. ‘Toen was het eigenlijk vooral een Arabisch gebeuren. Als ik nu om me heen kijk, zie ik dat ook veel mensen van andere culturen zich het leed van de Palestijnen aantrekken. Steeds meer mensen staan op voor de waarheid.’

Ze denkt dat dit komt doordat nu meer mensen islamitische vrienden hebben, maar denkt ook dat er bij jongeren een groot gevoel van rechtvaardigheid meespeelt. ‘Ze zien ook elke dag de beelden van het bloedbad in Gaza. En dan al die leugens van politici en media daarover. Ze zien de hypocrisie en de ontkenning. Er valt niks meer goed te praten’, zegt ze. Op de vraag wat ze ervan vindt dat Israëliërs op 14 mei hun onafhankelijkheid vieren, antwoordt ze: ‘Welke onafhankelijkheid?’ Ze heeft daar geen kennis van.

De verzamelde stoet trekt dan het Rokin op en loopt scanderend door de straten van Amsterdam. ‘Amsterdam is saying no to genocide’, ‘Free, free Palestine’, schreeuwen ze onvermoeibaar.

Het is een zonnige dag, waardoor de meesten uiteindelijk uitgeput aankomen op het Museumplein. Net wanneer iedereen aan het nagenieten is in de zon, vindt er een aanval plaats. Op beelden op sociale media is te zien dat de groep gekleed in het zwart vuurwerk afsteekt, ‘wegwezen’ schreeuwt en schoppend de aanval opent tegen vreedzame demonstranten. Politie in burger is er snel bij, maar er vallen wel klappen. Een doodsbenauwde ouder fietst met zijn kind snel weg.

Tunesische advocaten in opspraak tegen arrestatie Dahmani

0

Tunesische advocaten zijn gisteren een landelijke staking begonnen. Aanleiding van deze actie is de arrestatie van hun collega Sonia Dahmani. Zij werd afgelopen weekend gearresteerd vanwege het maken van een sarcastische opmerking tijdens een televisie-uitzending vorige week dinsdag.

Afgelopen zaterdag deed de politie een inval in het hoofdkantoor van de beroepsvereniging van advocaten, waar Sonia Dahmani haar toevlucht had gezocht. Ze weigerde om voor de rechtbank te verschijnen vanwege een opmerking die ze vorige week dinsdag maakte, tijdens een uitzending van de zender Carthage Plus TV.

Dahmani reageerde tijdens deze uitzending op een opmerking van een migratiedeskundige, die zei dat zwarte migranten uit landen ten zuiden van de Sahara zich in een welvarend Noord-Afrikaans land willen vestigen. Daarmee bedoelde hij Tunesië. ‘Over welk buitengewoon land hebben we het?’, vroeg Dahmani sarcastisch. Hiermee liet ze merken dat Tunesië geen land is waar het prettig leven is.

De Tunesische president Kais Saied was niet in zijn nopjes met deze grap. Hij waarschuwt al langere tijd tegen de komst van zwarte migranten, die de Arabische, islamitische cultuur van Tunesië zouden bedreigen. Volgens de autoriteiten waren de opmerkingen van Dahmani gericht tegen Saied. Ze werd zaterdag gearresteerd op grond van Decreet 54, dat het verspreiden van ‘fake news‘ verbiedt. Dit artikel wordt tegenwoordig door het regime misbruikt om kritische geluiden in de kiem te smoren.

Tunesische advocaten vrezen dat de repressie in hun land nog verder zal toenemen. De situatie is nog slechter dan onder dictator Zine El Abidine Ben Ali, zei Fadoua Braham, een Tunesische advocaat, tegen het internationale persbureau Associated Press. Ben Ali, die in 2011 het veld moest ruimen, respecteerde de Orde van Advocaten. Kais Saied daarentegen viel het hoofdkantoor van de beroepsvereniging van advocaten binnen.

Geen parlement meer voor Koeweit

0

De emir van Koeweit heeft het parlement voor maar liefst vier jaar ontbonden, bericht Middle East Eye. Volgens analisten bedreigt deze stap mogelijk het ‘semi-democratische’ systeem in het land.

Afgelopen vrijdag kondigde emir Mishal al-Ahmed Al Sabah aan dat de Nationale Vergadering zal worden ontbonden. Ook verschillende artikelen van de Grondwet zullen buiten werking worden gesteld. Hierdoor hoeft er na de ontbinding van het huidige parlement geen nieuw parlement worden gekozen en kan de emir straks wetten maken zonder goedkeuring van het parlement.

De emir is tot dit extreme besluit gekomen omdat de recente politieke onrust de staat zou bedreigen. ‘Ik zal op geen enkele manier toestaan dat de democratie wordt uitgebuit om de staat te vernietigen’, aldus Mishal al-Ahmed.

Analisten waarschuwen dat de recente besluiten kunnen leiden tot een autoritair Koeweit. ‘Deze stap zou de unieke traditie van pluralisme en liberalisme van Koeweit kunnen schaden, die niet alleen uitzonderlijk is in de Golf, maar ook in de bredere Arabische wereld’, zegt zegt Sean Yom, een expert op het gebied van de politiek in het Midden-Oosten aan de Temple University in de Verenigde Staten.

Koeweit is de enige Golfstaat met een gekozen parlement. Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Qatar en Bahrein zijn strenge monarchieën.

Cultuuroorlog in Istanbul

0

Een bezoek aan — of het leven in — de Turkse stad Istanbul betekent dat je duizenden geneugten aangeboden krijgt. Een daarvan is een absoluut genot: Chora, of Kariye zoals de kerk ook wel wordt genoemd. De geschiedenis van de Chora begint al in de vierde eeuw, maar de huidige kerk is in de elfde eeuw gebouwd. Chora staat als een wonder van de geschiedenis, net aan de voet van de Byzantijnse muren die de oude stad Constantinopel omringden.

Waar de gigantische Hagia Sophia diende als de keizerlijke kerk van het Byzantijnse Rijk, behoorde de Chora tot een landelijk kloostercomplex. Wat de kerk uniek maakt, zijn de prachtige mozaïeken en fresco’s. Daarom staat de kerk ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Om het simpel te zeggen, de afbeeldingen op de muren van Chora lijken op die uit een modern stripboek. Het is een reeks verhalen over de maagd Maria, in achttien prachtige mozaïekpanelen. In een andere vleugel van Chora zijn scènes uit het leven van Jezus Christus afgebeeld. Experts zijn het erover eens dat dergelijke opeenvolgende afbeeldingen zeer zeldzaam zijn in de christelijke kunst. Kortom, de Chora, die decennialang diende als museum, is een juweel. Een must voor elke bezoeker die houdt van kunst, geschiedenis en wat mysterie.

Onder normale omstandigheden is een staat of stad zuinig op zo’n bijzondere plek. Je hoeft als bezoeker niet christelijk of religieus te zijn om trots te zijn dat je binnen de vier muren van dit meesterwerk van de geschiedenis hebt gelopen. Tot voor kort, tot 6 mei om precies te zijn, kon dat ook gewoon. Nu niet meer, de Chora is een moskee geworden.

Een kleine geschiedeniscursus: na de verovering van Constantinopel door sultan Mehmet II in 1453 werd de Chora-kerk omgebouwd tot een moskee. Dat zou het gebouw tot 1945 blijven. Daarna werd het een museum, dat in 1958 werd opengesteld voor het publiek.

Waarom moest de Chora-kerk een moskee worden?

De Turkse president Erdogan heeft in 2020 besloten om de Hagia Sophia en de Chora-kerk weer in moskeeën te veranderen. De schoonheden van de Chora-kerk zijn nu gesluierd, want religieuze afbeeldingen zijn in de islam verboden.

Waarom moest de Chora-kerk een moskee worden? Zijn er soms te weinig moskeeën in de stad? Welnu, volgens het Turkse Instituut voor Statistiek (TÜIK) staan er bijna 90 duizend moskeeën in Turkije, waarvan er 3555 in Istanbul. Minstens vijf moskeeën liggen binnen een straal van 800 meter van Chora.

Het sleutelwoord is dus niet ‘behoefte’ of ‘sociale vraag’. Het heeft te maken met een ander begrip in deze context: ‘verovering’.

Toen de Hagia Sophia in 2020 weer werd ingewijd als moskee verscheen Ali Erbas, het hoofd van het Turkse soennitisch-religieuze gezag Diyanet, op de kansel met een zwaard. Dat was Ottomaanse symboliek. Constantinopel was opnieuw veroverd. Ditmaal door president Erdogan.

Ihsan Eliacik, een theoloog en Turkije-kenner vertelde Deutsche Welle dat het opnieuw transformeren van kerken en musea in moskeeën een belangrijk beleidsdoel is van de regering-Erdogan.

Maar heeft dit alleen te maken met kleinzielige binnenlandse politiek en populistische winst? Als je het aan Foti Benlisoy vraagt, een lokale Griekse historicus uit Istanbul, heeft het diepere implicaties. Hij ziet het ‘islamiseren’ of ‘de-westerniseren’ als een teken van een ‘neo-Ottomaanse oriëntatie’, die als doel heeft een ‘alternatieve nationale identiteit’ op te bouwen gebaseerd op polarisatie. Volgens Benlisoy leiden cultuuroorlogen zoals deze tot een vijandig klimaat jegens minderheden, zoals de Grieken in Istanbul.

Sommige monumenten, religieus of niet, zijn zo significant van omvang dat ze toebehoren aan de mensheid. De oprichter van de Turkse Republiek, Mustafa Kemal Atatürk, begreep dit. Maar Erdogan heeft maling aan dit universalisme. Noch UNESCO, noch de Grieken, noch kunst- en geschiedenisliefhebbers zijn blij met de transformatie van het Chora-museum.

Turkije was in 2005 een van de initiatiefnemers van de Alliantie der Beschavingen. Een VN-samenwerking dat de moslimwereld en het Westen nader tot elkaar wil brengen op cultureel en sociaal gebied. Men is niet ver gekomen met dit project, of wel?

Baren buiten de box: discriminatie in de geboortezorg

0

In het boek Baren buiten de box beschrijft verloskundige en wetenschapper Bahareh Goodarzi samen met auteur Daan Borrel waarom de geboortezorg niet voor iedereen gelijkwaardig is. 

Discriminatie kan een kwestie van leven en dood zijn. Dat begint al aan het begin van het leven. Zwangere vrouwen en baby’s met een migratieachtergrond bijvoorbeeld hebben door discriminatie een hogere kans om te overlijden dan witte zwangere vrouwen en baby’s zonder migratieachtergrond.

Bahareh Goodarzi. Foto: Luciano Ölz.

Bahareh Goodarzi is als wetenschapper en docent verbonden aan de afdeling Verloskundige Wetenschap van het Amsterdam UMC, aan het Groningse UMC en aan AVAG, een onderwijs- en onderzoeksinstituut op het gebied van de verloskunde bij InHolland. Voor Goodarzi is discriminatie in de zorg sinds de Black Lives Matter-protesten in 2020 een belangrijk thema, waar bovendien nog weinig over is geschreven. Dat geldt helemaal voor discriminatie in de geboortezorg.

Goodarzi: ‘Daarom wilde ik er graag een boek over schrijven. Als ik begin over discriminatie in de Nederlandse geboortezorg krijg ik vaak verbaasde blikken. Ik wilde laten zien dat zelfs met de beste intenties van zorgverleners het systeem toch discriminerend kan zijn. Ik ben gaan interviewen en schrijven en heb samengewerkt met Daan Borrel. Zij heeft me enorm geholpen om het verhaal toegankelijk te maken. We hebben tien wetenschappers en beleidsmakers, waaronder ikzelf, geïnterviewd.’

Bewustzijn over discriminatie

In haar werkkamer in Amsterdam legt ze uit waarom ze daarvoor amper met het onderwerp bezig was. 

‘Ik ben geboren in Iran en woon sinds mijn zevende in Nederland. Ik heb altijd geprobeerd om er helemaal bij te horen, om volledig te voldoen aan de norm van ‘Nederlander zijn’. Dit leidde ertoe dat ik me afzette tegen mijn Iraanse achtergrond. Ik zag geen discriminatie. Ik wilde niet zien dat mensen die anders zijn, anders behandeld worden. Ik had het gevoel dat ik vooral dankbaar moest zijn dat ik in Nederland mocht zijn.’ 

Ze promoveerde in 2021 op risicoselectie in de geboortezorg. Tijdens haar promotieonderzoek werd ze zich steeds meer bewust van de impact van discriminatie en besloot ze actie te ondernemen. Ze nam contact op met haar beroepsorganisatie, de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), en stelde samen met verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en kraamverzorgenden een manifest op. 

Discriminatie en racisme in de zorg

In het boek legt Goodarzi uit dat discriminatie en racisme in de zorg voor een deel te herleiden zijn tot het onderscheid tussen menselijke rassen, dat in koloniale tijden werd gebruikt om uitbuiting van de kolonies en slavernij te rechtvaardigen. Hoewel dit onderscheid in rassen al lang wetenschappelijk achterhaald is, wordt het in de medische wereld nog steeds toegepast.

‘Ze hebben een grotere kans om pas later geholpen te worden als ze pijn melden’

Goodarzi geeft hier enkele voorbeelden van. Zo stelt de racistische aanname dat het bekken van witte vrouwen beter geschikt zou zijn voor de bevalling zwarte vrouwen en vrouwen van kleur bloot aan een hogere kans op een onnodige keizersnede. Het waanidee dat mensen van kleur minder pijn ervaren heeft tot gevolg dat zij een hogere kans hebben om geen pijnmedicatie te krijgen als ze daarom vragen. Ze hebben een grotere kans om pas later geholpen te worden als ze pijn melden bij een levensbedreigende situatie, zoals een baarmoederscheur. 

Goodarzi wijst verder op het gebruik van medische apparaten die zijn afgestemd op de witte norm. Ze geeft als voorbeeld de vingeroximeter, waarmee zuurstof in het bloed wordt gemeten. Dit apparaat werkt minder goed bij mensen met een donkere huid. Dit kan leiden tot minder nauwkeurige resultaten, zoals het onderschatten van hypoxemie (laag bloedzuurstofniveau).

Maatschappelijke context

In haar boek benadrukken Goodarzi en de andere geïnterviewden de invloed van de maatschappelijke context op gezondheid. In wetenschappelijk onderzoek worden voor gezondheidsverschillen die voortkomen uit discriminatie vaak verklaringen gegeven als bijvoorbeeld slechte eetgewoonten, weinig lichaamsbeweging, hoge bloeddruk of roken. Dit zijn reële problemen, maar wat mist is de maatschappelijke positie waarin die ontstaan. De oplossing wordt dan meestal gezocht in het uitbreiden van medische behandelingen, terwijl de beperkte kansen die mensen van kleur hebben in het onderwijs en op de arbeids- en woningmarkt ook hun slechtere gezondheid kunnen verklaren.

Daan Borrel en Bahareh Goodarzi. Foto: Luciano Ölz.

Goodarzi pleit daarom voor een bredere diagnose: ‘We kijken gericht naar de gezondheid van een persoon of een aspect daarvan, maar negeren hoe iemands maatschappelijke positie, het verleden en zelfs eerdere generaties hierop van invloed kunnen zijn. Hierdoor hebben we een blinde vlek, lopen we continu achter de feiten aan en kunnen we mensen zelfs zieker maken.’ 

Een systeem dat discriminatie kan bevorderen

Het gaat volgens Goodarzi om systemische, institutionele problemen, diepgeworteld in onze maatschappelijke structuren. De geboortezorg is daar geen uitzondering op. ‘In mijn carrière heb ik zelf, onbewust, ook bijgedragen aan deze vormen van discriminatie. Ik geloof dat het essentieel is om bewust te worden van deze systemische problemen, omdat dit de eerste stap is naar verandering. Racisme, maar ook seksisme en klassisme (vooroordelen over sociale klassen red.) zijn zo diepgeworteld in onze maatschappij dat iedereen moet nadenken over hun associatie hiermee en hoe ze dit kunnen veranderen.’

Goodarzi is voorzichtig met het direct aanspreken van individuele personen. ‘Dan krijg je al snel een reactie als: ‘Dus je noemt mij een racist?’ Dan stopt vaak het gesprek en dat is niet wat ik wil. Ik wil niet focussen op het aanwijzen van enkele daders, daar ligt niet het probleem, maar juist aanzetten tot het gezamenlijk aanpakken van structurele vormen van uitsluiting. Het gaat er om dat we erkennen dat we allemaal deel uitmaken van een systeem dat discriminatie kan bevorderen, vaak zonder onze bewuste intentie. Door dit te erkennen, kunnen we samenwerken aan het veranderen van deze systemen en een meer inclusieve samenleving creëren waarin we diversiteit omarmen, mensen als gelijkwaardig gaan zien en iedereen dezelfde kansen krijgt; dezelfde kwaliteit van en toegang tot geboortezorg.’

‘Iemand uit een hogere klasse kan een levensverwachting hebben die tot 18 jaar langer is dan die van iemand uit een lagere of minderbedeelde klasse’

Daarbij is het volgens haar van belang dat ieder zich bewust is van zijn eigen perspectief en startpositie. Goodarzi: ’Niemand is neutraal. We zijn allemaal opgegroeid in een samenleving die inherent discriminerend is. Zo is het ook aantoonbare onzin dat mensen ‘geen kleur zien’. We nemen allemaal onze eigen achtergrond mee. Sociale ongelijkheid gaat vaak generaties terug. En dat kan grote gevolgen hebben: Iemand uit een hogere klasse kan een levensverwachting hebben die tot achttien jaar langer is dan die van iemand uit een lagere of minderbedeelde klasse. Het kan vier generaties duren om op de sociale ladder te klimmen. Je moet dat niet terugbrengen tot een individuele verantwoordelijkheid van burgers, maar tot een gemeenschappelijke.‘

Mensen in machtsposities aan zet 

Goodarzi hoopt met haar boek vooral mensen in machtsposities te bereiken die echt wat kunnen veranderen. ‘De verandering moet komen van degenen die ik verantwoordelijk houd, inclusief mezelf, de academische wereld, het onderwijs en de plekken waar beleid wordt gevormd, zorg wordt verleend. Daarom hebben we ook mensen uit deze gebieden geïnterviewd om te reflecteren op het thema discriminatie. Mijn focus ligt niet op het overtuigen van de tegenstanders, maar op het mobiliseren van bondgenoten op allerlei niveaus, zoals Jerry Afriyie van Kick Out Zwarte Piet dat bijvoorbeeld doet. 

Ze heeft ook ideeën over wat er zou kunnen gebeuren. Als het gaat om gezondheidsproblemen die gerelateerd zijn aan sociaaleconomische posities is het bijvoorbeeld primair aan de overheid om structurele oplossingen te bieden. Als voorbeeld geeft ze discriminatie op de arbeidsmarkt: ‘Zolang mensen nog steeds worden afgewezen voor een baan op grond van hun achternaam, beginnen ze al in een achterstandspositie die negatieve gevolgen heeft voor hun gezondheid.’    

Wat kan de zorg doen?

Maar de zorg zelf kan volgens haar ook veel meer doen. ‘Als ik kijk naar mijn eigen vak, de geboortezorg, dan kunnen we bepaalde racistische kennis in onze richtlijnen en protocollen aanpakken en veranderen. Er kan veel actiever beleid gevoerd worden tegen racisme. We zouden bijvoorbeeld jaarlijks van organisaties moeten eisen dat ze aantonen hoe ze discriminatie tegengaan. Het gaat om artikel 1 van de Grondwet. Het is de basis van alles.’ 

Om discriminatie te voorkomen zou er volgens Goodarzi meer geïnvesteerd moeten worden in diversiteit en inclusie. ‘De groep geboortezorgprofessionals bestaat nu voornamelijk uit witte vrouwen. Over geneeskunde weten we dat het vooral mensen aantrekt zonder migratieachtergrond, uit de hoogste inkomensgroepen, met ouders die ook al vaak in de zorg werken of arts zijn, een vrij elitaire groep dus. Aan deze selectie kunnen we iets doen.’ 

Daarnaast kunnen organisaties volgens Goodarzi kritischer kijken naar de inclusiviteit van hun organisatie. ‘Het is zo eenvoudig om jezelf daarop te testen. Hoe inclusief is je organisatie op het gebied van lichamelijke beperkingen, gender, of religie? Hoe inclusief zijn je protocollen, richtlijnen, je onderwijsmaterialen? Dit zijn basiszaken waar je meteen iets aan kunt doen.’

Goodarzi heeft niet de verwachting dat discriminatie op korte termijn kan worden verholpen.‘Het probleem is daarvoor te complex, het vraagt grote veranderingen. We moeten niet verwachten dat het snel opgelost is, gezien ons koloniale en patriarchale verleden. Maar verandering moet er wel komen. Uiteindelijk gaat het over mensenlevens. Discriminatie in de zorg kan niet genegeerd worden. Dit is fundamenteel voor onze samenleving. Als we ervoor kunnen zorgen dat kinderen in een iets betere positie worden geboren, dan kunnen we een positief, zichzelf versterkend effect in gang zetten, de toekomstige generaties gezonder maken en problemen uit het verleden helen.’

Baren buiten de box – De Arbeiderspers. €21,99. Op 21 mei wordt het boek gepresenteerd in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger.

Dit artikel is het eerste in een reeks over discriminatie in de gezondheidszorg.