12.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 194

VN verlengen vredesmissie op Cyprus

0

De Veiligheidsraad heeft unaniem voor de verlenging van de VN-vredesmissie op Cyprus gestemd en wil dat de Grieken en Turken op het eiland stappen nemen voor ‘de-escalatie van spanningen’ rond de beveiligde bufferzone. Die kwam er nadat Turkije in 1974 het noordelijke deel van het eiland bezette, meldt Associated Press.

De twee kanten moeten volgens de Veiligheidsraad ook het ‘moment aangrijpen’ om onderhandelingen voor de beëindiging van het conflict nieuw leven in te blazen. VN-chef Antonio Guteress heeft daarvoor een nieuwe gezant voor Cyprus aangesteld.

Cyprus werd na de Turkse interventie in 1974, getriggerd door een coup die tot doel had het eiland te verenigen met Griekenland, in tweeën gesplitst. Het noorden werd door Turkije bezet en etnisch gezuiverd van Griekstalige Cyprioten. Het zuidelijke deel werd Grieks en is internationaal erkend.

Meerdere VN-rondes voor een vredesovereenkomst in een federale structuur hebben het niet gehaald.

Turkije en het bezette Noord-Cyprus (dat alleen door Turkije wordt erkend) streven steeds minder naar een vredesoplossing binnen een verenigde federale structuur. Daartegenover wordt een tweestatenoplossing geplaatst.

Op de regeringsgezinde Turkse nieuwssite Ensonhaber wordt de verlenging van de vredemissie van de VN bekritiseerd. Het zou een stap zijn die zonder ‘de instemming van de Turkse Cyprioten’ is genomen, aldus Ensonhaber.

Vertel het complete verhaal van de Rama-tempel

0

Historische teksten tonen aan dat de Babri-moskee in India was gebouwd op de plek waar eerder een hindoe-tempel stond. Yavuz Baydar liet dit achterwege in zijn column, terwijl die geschiedenis cruciaal is voor het begrijpen van hindoes, vindt Shawintala Banwari. 

Yavuz Baydar vergelijkt in de Kanttekening de bouw van de Rama-tempel in India met de herinwijding van de Aya Sophia in Istanbul’ als moskee. Beide monumenten zijn controversieel en zorgden voor veel ophef: de Rama-tempel is namelijk gebouwd op de plek waar in 1992 de Babri-moskee is verwoest; de Aya Sophia was eerst een christelijke kathedraal, werd in 1453 een moskee, veranderde onder Atatürk in een museum om in 2020 weer in een moskee terug te veranderen.

Zoals Badyar uitlegt laten Modi en Erdogan zich leiden door religieus nationalisme: Modi doet zich voor als de beschermer van de hindoecultuur en gebruikt dit als excuus om de moslimminderheid en haar gebedshuizen aan te vallen, bij Erdogan spat de politieke islam ervan af. Er is niets mis met deze vergelijking. Tot nu toe.

Er is alleen één pijnpunt waar deze column overheen kijkt. En laat dat nu juist de kern vormen van de beslissing om de Rama-tempel in India te laten bouwen. De beruchte Babri- moskee, die dus eerst op de plek stond waar nu de hindoetempel is gebouwd, zou volgens oude manuscripten zijn opgericht op de ruïnes van een oude hindoetempel ter ere van de god Rama, die volgens hindoes op deze plek is geboren. Deze manuscripten dateren uit de achttiende en negentiende eeuw, toen India een Britse kolonie was. De schrijvers waren geen hindoes, maar moslims en christenen. Ze schrijven allen over een moskee in de Indiase stad Ayodhya, die zou zijn gebouwd op ruïnes van een hindoetempel die was verwoest door een Mogolkeizer.

De desbetreffende teksten zijn geschreven ná de controversiële verwoesting van de tempel in 1528 en de bouw van de Babri-moskee. Voor sommige historici is dit aanleiding om deze verhalen af te doen als mythes. Desondanks is het bewonderenswaardig dat al deze schrijvers hetzelfde verhaal vertellen over het onrecht wat de hindoebevolking was aangedaan. Het is daarom heel jammer dat bijna geen enkel journalist, in de Nederlandse media maar ook daarbuiten, de moeite heeft genomen om deze geschiedenis te benoemen.

Hindoes geloven dat ze recht hebben om op deze plek een tempel te bouwen

De plek waar de nieuwe Rama-tempel is gebouwd is voor hindoes van groot historisch en religieus belang. Het is de plek waar hindoegod Rama is geboren. Dit betekent dat de bouw van de nieuwe Rama-tempel ook los kan worden gezien van het hindoe-fundamentalisme in India. Hindoes geloven dat ze recht hebben om op deze plek een tempel te bouwen. Niet vanwege een aversie tegen moslims of moskeeën of omdat ze zich superieur voelen, maar omdat historische teksten aantonen dat op deze grond eerder een Rama-tempel heeft gestaan.

In die zin kun je de bouw van de hindoetempel zien als het herstel van een historisch onrecht, dat nog steeds voor veel woede en verdriet zorgt. Dit is een groot contrast met de bouw van de Aya Sofia moskee; dit gebedshuis is gebouwd op een plek die oorspronkelijk tot de christenen behoorden. Het was notabene één van de belangrijkste kathedralen voor christenen.

Ik ben verre van blij met de nieuwe Rama-tempel, omdat ik het vreselijk vind dat de tempel is gebouwd op een plek waar eerder een moskee vernield is. Ik keur ook het hindoenationalisme in India af. Als hindoe horen we ons respectvol te gedragen naar andere religies. Hoe gevoelig de tempelkwestie ook ligt bij hindoes, het heeft totaal geen nut om nu naar moskeeën te gaan en te eisen dat daar een tempel gebouwd moet worden. Zulke acties leiden alleen maar tot nog meer rellen en geweld, en dat in een land dat al sterk gepolariseerd is dankzij het Modi-regime.

Maar tegelijkertijd moeten we wel het eerlijke, volledige verhaal vertellen. Het niet benoemen van dit geweld tegen de hindoeheiligdommen in het verleden is, net als de aanval op de Babri-moskee, een onrecht. Je ontneemt de hindoes een eerlijk en open debat over de achtergrond van de tempel-moskee kwestie. Het geweld tegen hindoeheiligdommen gaat nog steeds door. In Pakistan en Bangladesh zijn religieuze eigendommen van hindoes niet veilig. Een thema dat nauwelijks de aandacht krijgt in de media.

Onvolledige berichtgeving over de tempel-moskee kwestie is zout in de wonde strooien. Bij dit gevoelige thema moet je ook luisteren naar de andere kant, het verhaal van de hindoes. Hoe pijnlijk en gevoelig de kwestie ook is.

Burgemeester Marcouch (Arnhem) pleit voor verbod op koranverbranding

0

De Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch wil dat het verbranden van de koran verboden wordt. Aanleiding voor zijn pleidooi is de meest recente actie van Edwin Wagensveld van Pegida, die medio januari een exemplaar van de koran probeerde te verbranden in de Arnhemse binnenstad.

Marcouch deed zijn uitlatingen dit weekend in het NTR-actualiteitenprogramma De Sociëteit. ‘Dus ik zeg tegen de Tweede Kamer: eigenlijk zou je dit soort verbrandingen – en niet alleen van de koran maar ook van de bijbel en de thora en andere levensbeschouwelijke boeken, zoals in Denemarken ook vanwege die nationale veiligheid is gedaan – strafbaar moeten stellen. En er is maar één orgaan dat dit kan doen, dat is de wetgever, dat is de Tweede Kamer. Dat kan ik als burgemeester niet doen. (…) Het is een giftige daad die veel impact heeft.’

Marcouch is niet de eerste die ijvert voor een verbod op het verbranden exemplaren van de Koran. De islamitische partij Nida Rotterdam organiseerde in 2020 een landelijke handtekeningenactie, die door ongeveer 130.000 mensen werd ondertekend. En twee weken geleden, in reactie op het optreden van Pegida in Arnhem, pleitten de samenwerkende moskeekoepels in Nederland, de K7, ook voor een verbod.

Volgens NRC wordt het echter een hele juridische kluif om het verbranden van de koran – en andere heilige boeken – te verbieden. Moet het christelijke kruis ook worden beschermd? De de grondwet zelf misschien?

De Tweede Kamer heeft tien jaar geleden het wetsartikel tegen ‘smalende godslastering’ geschrapt, dat in 1932 was ingevoerd om christenen te beschermen tegen ‘antichristelijke propaganda’ van de socialisten en atheïsten. Maar de tijden zijn veranderd. Het christendom wordt steeds marginaler, maar de islam is in opkomst.

Israël schendt oorlogsrecht met bloedbad in Palestijns ziekenhuis

0

Gisterochtend vermoordden Israëlische militairen – vermomd als artsen en burgers – drie Palestijnen in een ziekenhuis in Jenin. Hiermee heeft Israël ‘vrijwel zeker’ het internationale oorlogsrecht geschonden, aldus de Volkskrant.

Volgens het Israëlische leger zijn de drie Palestijnen militanten van de verzetsbewegingen Hamas en Islamitische Jihad.

Het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid in de Gazastrook is woedend. De aanval is een inbreuk op mensenrechten en medische neutraliteit. Volgens een woordvoerder van het ziekenhuis vond er geen vuurgevecht plaats, maar waren het standrechtelijke executies. Op een foto is een bloedvlek te zien op een ziekenhuisbed.

Aan de Volkskrant vertelt Marten Zwanenburg, hoogleraar militair recht aan de Universiteit van Amsterdam en verbonden aan de Nederlandse Defensieacademie, dat Israël het internationaal oorlogsrecht heeft geschonden. De Israëlische soldaten hebben zich schuldig gemaakt aan perfidie, het misleiden van de vijand door te doen alsof ze geen gevaar vormen. ‘Dat is niet toegestaan volgens het internationale oorlogsrecht’.

De hoogleraar denkt niet dat de militairen in kwestie worden vervolgd voor hun moorden. ‘Het is aan Israël om dit te doen, maar het lijkt erop dat dit een geplande operatie was van de Israëlische krijgsmacht.’

Alleen uw eigen mening over Israël is legitiem

0

De Turkse politie heeft eervorige week de Israëlische voetballer Sagiv Yehezkel, speler bij de Turkse club Antalyaspor, opgepakt en het land uitgezet, omdat hij een armband droeg waarop hij zijn solidariteit met de op 7 oktober door Hamas vermoorde en gegijzelde Israëli’s betuigde.

De Turkse minister van Justitie beschuldigde hem daarop tot het ‘aanzetten tot haat en vijandigheid’, en sprak over een ‘lelijk gebaar ter ondersteuning van het bloedbad van Israël in Gaza’. Even aangebrand reageerde vervolgens Israël. Defensieminister Yoav Gallant – die eerder de Palestijnen als ‘menselijke beesten’ betitelde om ze daarop bij tienduizenden als beesten dood te kunnen bombarderen – betichtte Ankara prompt ervan ‘de facto een uitvoerende arm van Hamas’ te zijn.

Vooropgesteld: de Turkse reactie is idioot. Maar niet minder idioot dan de behandeling als landverraders die nu binnen Israël critici van Netanyahu ten deel valt, om van de behandeling van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever die medeleven met de Gazanen tonen te zwijgen. Of het feit dat in de Kamer de zinsnede ‘From the river to the sea’ verboden is en in Duitsland een Palestijnse schrijfster vanwege haar politieke standpunten plots een literatuurprijs werd geweigerd.

De vrijheid van meningsuiting – die geldt dezer dagen in veel landen voor veel mensen ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict alleen voor degenen met wie we het eens zijn. Woedend zijn we als een onzer de mond wordt gesnoerd. Even woedend zijn we als de autoriteiten echter weigeren om de ander subiet de mond te snoeren.

Neem de absurde column van Elma Drayer in de Volkskrant van afgelopen vrijdag, die daarin klaagt over ‘ostentatieve eenzijdigheid’. ‘Alles Wat Israël Doet en Laat wordt continu gehekeld, Alles wat Hamas Doet en Laat wordt continu vergoelijkt’, heet het hier.

En wat schrijft zij zelf? Een ‘handjevol Duitse en andere kunstenaars dat klaagt over een gebrek aan vrijheid van meningsuiting vooral wat betreft solidariteitsbetuigingen voor Palestina’ moet niet zeuren. Een Israëlische uitwisselingsstudente aan de Haagse kunstacademie, die vanwege kritiek op de ‘speciale militaire operatie’ van Netanyahu voortijdig naar huis keerde, valt uiteraard in een heel andere categorie.

Waar sommigen duidelijk aan moeten wennen: de sympathisanten van Israël hebben niet langer het rijk alleen

Nee, dan Duitsland: daar waren pro-Palestijnse uitlatingen tenminste maandenlang volstrekt taboe! Een land naar haar hart! Hier ‘krijgt de BDS-beweging – de club die ijvert voor boycot-, desinvesterings- en sanctiemaatregelen tegen Israël – geen poot aan de grond. Voorbeeldig wat mij betreft’. Dát tegengeluid staat haar niet aan, en daarom vindt ze het prettig dat dat hier gewoon bij voorbaat de mond wordt gesnoerd.

Tsja. Binnen de psychiatrie staat dit verschijnsel volgens mij bekend als cognitieve dissonantie.

Waar sommigen duidelijk aan moeten wennen: de sympathisanten van Israël hebben niet langer het rijk alleen. Als gevolg van de globalisering wordt ook het tegengeluid inmiddels krachtig gehoord. Geen plek waar dit vervolgens tot grotere spanningen leidt dan aan universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs. Zowel in de Verenigde Staten als hier bij ons. Zulke instellingen gaan namelijk prat op een beleid van internationalisering en internationale uitwisseling van studenten. En dat botst nu dus heftig, want de westerse visie op het Midden-Oosten wordt ook in studentenkring niet wereldwijd gedeeld.

In Amerika heeft dat al twee universiteitsbestuurders de kop gekost, omdat zij volgens sommige Joodse sponsoren teveel ruimte lieten voor een als antisemitisme geduid anti-Israël-geluid. Dat bewijst vooral opnieuw de onwenselijkheid  van zulke afhankelijkheid van particuliere weldoeners, omdat die de academische vrijheid in gevaar brengen kunnen.

In Nederland lopen universiteitsbestuurders op eieren. Ze zijn met name heel ijverig bezig om zélf vooral niets van het hele conflict te vinden. Toch klagen sommige Joodse studenten nu, vanwege Israël-kritische uitingen van docenten of medestudenten, over een onveilig klimaat – iets waarover Arabische studenten zich vanwege de traditionele pro-Israël-sfeer in dit land al langer beklagen. Bij hen werd de roep om ‘save spaces’ vaak belachelijk gemaakt, juist door diegenen die zich nu bezorgd tonen over het welzijn van Joodse studenten.

Twee jaar geleden schaarden diezelfde universiteitsbestuurders zich daags na Vladimir Poetins overval op Oekraïne onvoorwaardelijk achter dat laatste land. Toen was er niemand die zich afvroeg, of Russische studenten – want die zijn er hier ook – zich daardoor misschien onveilig voelden.

Slachtoffers aardbeving Marokko wonen nog steeds in tenten

0

Op 8 september werd het zuiden van Marokko opgeschrikt door een zware aardbeving. Dris Bouras, op vakantie vlakbij het epicentrum, bleef ongedeerd en besloot hulp te verlenen. Afgelopen november reisde hij opnieuw naar het getroffen gebied, samen met Marlene Bosman. ‘Hulp is nog steeds hard nodig, de mensen leven er nog in tenten.’

Dris Bouras (63) verbleef afgelopen zomer met zijn kinderen in zijn familiehuis in Tamazirt, een dorp vlakbij het iets grotere Amizmiz, ruim vijftig kilometer ten zuiden van Marrakech. Bouras is sociaal-cultureel werker en vrijwilliger bij de Amsterdamse stichting Aknarij, een organisatie van Marokkaanse Amsterdammers. Nadat zijn kinderen waren teruggekeerd naar Nederland, bleef hij nog een paar dagen. Op de avond van 8 september, toen iets na 11 uur Zuid-Marokko werd opgeschrikt door een aardbeving met een kracht van 6,8, zat Bouras gezellig thuis te kletsen met vrienden. Daarna brak de hel los. 

‘Er kwam uit het niets opeens een enorm geluid’, vertelt Bouras. ‘Alsof er tientallen wasmachines aan het centrifugeren waren. Alles bewoog. Het duurde ongeveer veertig seconden. Ons huis kreeg scheuren, maar het bleef staan, als een van de weinige huizen in het dorp. De stroom viel uit en het was aardedonker. Buiten hoorden we kinderen en vrouwen schreeuwen. Het was apocalyptisch.

‘Er waren veel gewonden in Tamazirt, maar gelukkig geen doden. Dat was echt een wonder. Ik bedacht dat ik thuis een EHBO-koffer had en vond die met het licht van mijn telefoon. Daarna ben ik, zo goed en zo kwaad als het ging, mensen gaan verbinden en verzorgen. Op een gegeven ogenblik had ik geen alcohol meer om te ontsmetten. Toen werd er door iemand anders de tip gegeven: ga er maar over plassen. Urine helpt ook. Toen het licht van mijn telefoon uitviel, moest ik stoppen. We hebben die nacht wel helikopters gezien, maar er kwam geen hulp. De mensen waren al blij met een pleister. De ergste gewonden werden de volgende dag naar Marrakech gebracht.’

De hulp werd vanaf de eerste nacht niet georganiseerd door de overheid, maar door Tamount, de vereniging voor sociale en maatschappelijke ontwikkeling van het dorp. Op initiatief van Tamount vertrokken alle dorpelingen die avond naar een heuvel om daar de nacht door te brengen. Er werd harirasoep gemaakt voor de gezinnen.

Ravage na de aardbeving. Foto: Bouras en Bosman

Hulpverlening komt op gang

De volgende ochtend, bij daglicht, zag Dris Bouras dat bijna alle huizen in het dorp verdwenen waren. ‘Het dorp was onherkenbaar. Er stonden nog maar een paar huizen. De mensen waren ook onherkenbaar. Iedereen was van top tot teen grijs door het stof. Mensen hadden niets meer, er was behoefte aan alles. We moesten om te beginnen eten organiseren. We spraken met de winkelier in het dorp af dat alle spullen werden geconfisqueerd voor de dorpelingen. Dat zou later betaald worden.’ 

‘De solidariteit was zeker die eerste dagen echt ongekend’

Daarna kwam de hulpverlening op gang. De eerste hulp werd gegeven door particulieren en kwam van familie en bekenden, maar ook van onbekenden. Bouras: ‘Ze kwamen met auto’s vol dekens, eten en kleren. Die auto’s bleven de eerste dagen komen, tot diep in de nacht. Mensen uit heel Marokko kwamen spullen brengen. De solidariteit was zeker die eerste dagen echt ongekend. Dat gaf heel veel energie.’ 

De dorpsvereniging Tamount had nog tenten voor feesten. Bouras: ‘Die zijn opgezet zodat mensen konden slapen. In één tent werd een centrale keuken ingericht waar voor het hele dorp werd gekookt. Telefoons werden opgeladen in de auto’s. ’s Avonds werden de tenten verlicht met kaarsen en zaklantaarns.’

Een paar tenten

Na de aardbeving boden veel landen hun hulp aan, maar Marokko liet slechts vier landen toe: Spanje, Qatar, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Arabische Emiraten. Hulp uit andere landen, waaronder Frankrijk en Nederland, werd niet toegelaten. In december berichtte de NOS dat Amizmiz nog steeds op hulp wachtte. Wanneer de hulp van de Marokkaanse overheid ter sprake komt, begint Bouras te lachen: ‘De Marokkaanse overheid hebben we amper gezien. Het enige wat we aanvankelijk van de overheid hebben gekregen is een paar tenten. Later volgden er meer tenten en uiteindelijk kreeg ieder gezin een tent. Maar alle andere hulp kwam van particulieren.’ 

Tenten in Tamazirt. Foto: Bouras en Bosman

Hulpverlening uit Nederland

Al snel werd er ook in Nederland geld ingezameld. Veel Marokkaans-Nederlandse particulieren en organisaties zetten acties op om geld en spullen te verzamelen. Sommigen deden dat voor heel Marokko, anderen voor een specifiek gebied. Stichting Aknarij, waar Dris Bouras als vrijwilliger actief is, organiseerde samen met het Euromediterraan Centrum Migratie en Ontwikkeling (EMCEMO) een benefietavond in Garage Noord voor onder andere Tamazirt.

Een van de drijvende krachten achter de inzamelingactie was de gepensioneerde Marlene Bosman (64). Zij werkte als onderzoeker en voorlichter bij het Antidiscriminatiebureau in Zaandam en is behalve bij Aknarij ook vrijwilliger bij EMCEMO.

Bosman vertelt dat Aknarij direct na de aardbeving al begon met het inzamelen van spullen. ‘We kregen heel veel steun. Van vrienden en familie, van buren, van mensen uit de Marokkaanse gemeenschap, maar ook van daarbuiten, bijvoorbeeld van een groep Egyptische vrouwen. We kregen veel kleren en er kwam ook heel veel speelgoed binnen. Die betrokkenheid van mensen was heel ontroerend.’ 

Terug in Marokko

De ingezamelde spullen werden met een bus naar Marokko gereden. Bouras en Bosman vertrokken op 9 november met het opgehaalde geld naar Amizmiz. In overleg met Aknarij was besloten dat prioriteit zou worden gegeven aan kinderen. Bouras licht toe waarom voor deze groep werd gekozen: ‘We wilden kiezen voor een groep die weinig aandacht had gekregen. Dat waren kinderen. Er was in het dorp geen school meer, geen plek om te spelen, geen speelgoed. De kinderen liepen doelloos tussen het puin.’ 

‘Het onderwijs wordt nog gegeven in een tent’

In Tamazirt werd over de besteding van het geld overlegd met Tamount, de dorpsvereniging. Bosman: ‘Met hen hebben we besloten dat er een plek voor de kinderen moesten komen. Uiteindelijk hebben we met het geld een gebouwtje van golfplaten neergezet. Dat werd in een paar weken gerealiseerd. Het centrum is voor kinderen tot 14 jaar. We hebben een bibliotheek ingericht met kinderboeken en ertalingen van de klassieke wereldliteratuur. Die boeken hebben we gekocht in Marrakech. Daarnaast kochten we veel schoolspullen, knutselspullen en een paar instrumenten om muziek te maken.’

Kinderen in de keet. Foto: Bouras en Bosman

Bouras vult aan: ‘Het gebouw is formeel eigendom geworden van Tamount, de dorpsvereniging. We hebben een opening georganiseerd met muziek, een clown uit Marrakech en ballonnen. Omdat er nog geen schoolgebouw is (het onderwijs wordt nog gegeven in een tent), komen de kinderen graag naar het gebouwtje toe. Het beheer wordt nu deels door kinderen zelf gedaan en dat doen ze perfect. Op de boeken had ik allemaal gele stickertjes gedaan met een aanduiding van de categorie. Kleine meisjes hadden er ‘niet stelen’ bij geschreven.’ 

Behalve het golfplatengebouw regelden Bouras en Bosman ook een grote tent bij de overheid. Dat ging niet zonder slag of stoot, vertelt Bouras. ‘Ik ben naar de burgemeester gegaan met het verzoek of hij een tent kon regelen. Hij reageerde eerst wat afhoudend, misschien was ik niet slijmerig genoeg. Ik had tegen hem gezegd dat ik vond dat de overheid meer moest doen voor het dorp en dat hij als burgemeester zijn verantwoordelijkheid moest nemen. Hij zei ‘we doen ons best’, maar er gebeurde niets. Toen hij mij een paar dagen later samen met Marlene zag, kwam er opeens beweging in. Waarschijnlijk dacht hij dat die blonde mevrouw een waarneemster van een buitenlandse organisatie was’, vertelt hij lachend. 

‘Ze had bij de aardbeving haar ouders verloren en haar beide benen gebroken’

In de grote tent worden nu lessen en cursussen gegeven, waaronder alfabetiseringscursussen voor vrouwen. Ook komen er activiteiten voor 15-plussers. Bosman: ‘Jongeren kunnen in de tent spelletjes spelen, kletsen en er komen educatieve activiteiten en workshops om muziek te maken.’ 

Met het geld dat door Aknarij is ingezameld is nog meer bekostigd, zoals een douche voor vrouwen en een voetbalveld. Bouras: ‘We hebben ook wat ballen en hesjes met het logo van Tamount kunnen regelen. Jongens en meiden voetballen er samen in gemengde teams. Tot slot hebben we voor een weesmeisje medische hulp en begeleiding kunnen regelen. Ze had bij de aardbeving haar ouders verloren en haar beide benen gebroken. Daar heeft ze nog steeds last van, maar ze krijgt nu steun en begeleiding.’ 

Hulp is nog steeds hard nodig

De situatie in het dorp is volgens Bouras en Bosman nog steeds zorgwekkend. Een deel van de bevolking heeft van de Marokkaanse overheid een eenmalige uitkering gekregen ter compensatie voor de schade. Daarnaast krijgen gezinnen per huishouden een kleine maandelijkse uitkering. Het is voldoende om in leven te blijven, maar ook niet meer dan dat.

Bouras somt op waar het dorp behoefte aan heeft: ‘De mensen leven nog steeds in tenten, die vaak met touwtjes en plakbandjes bij elkaar worden gehouden. Het is koud, vochtig, tochtig en brandgevaarlijk. Er is ongedierte, mensen worden eerder ziek. Op z’n minst zullen er kleine kant-en-klare huisjes moeten komen en een schoolgebouw.

De Marokkaanse overheid geeft duidelijk geen prioriteit aan het gebied

‘Op veel plekken ligt ook nog veel puin, waardoor het daar gevaarlijk is om rond te lopen. Er is een gebrek aan basale medische spullen als verband, pleisters en paracetamol. Er is behoefte aan schoolspullen zoals tafeltjes, stoelen maar ook aan muziekinstrumenten. Er zijn leermiddelen nodig, maar ook computers en een paar grote televisies zodat er in groepen tv gekeken kan worden. De bibliotheek moet verder aangevuld worden. Dat zijn allemaal primaire behoeften en dan vergeet ik vast nog veel. De Marokkaanse overheid geeft duidelijk geen prioriteit aan het gebied. Dan moeten we het dus zelf regelen. In een ander dorp is dat ook gebeurd, met hulp uit Frankrijk.’ 

Dris Bouras en Marlene Bosman

Stichting Aknarij wil de komende maanden opnieuw geld inzamelen. De stichting heeft nog steeds een rekening openstaan voor noodhulp. Verder worden er binnenkort weer benefietavonden georganiseerd en zijn er oriënterende gesprekken over samenwerking met het Rode Kruis.

Albanië keurt controversiële migratiedeal met Italië goed

0

Het Albanese constitutionele hof heeft een omstreden overeenkomst goedgekeurd om asielzoekers in Italië naar Albanië te sturen.

De Italiaanse regering mag nu twee asielzoekerscentra bouwen in Noord-Albanië, waar jaarlijks 36.000 mensen terecht kunnen die naar Italië willen reizen. De asielzoekers worden vastgehouden in die centra, terwijl hun asielaanvragen worden onderzocht. De centra worden betaald door Italië en het Italiaanse personeel krijgt in sommige gevallen immuniteit voor de Albanese wet.

Volgens het Albanese constitutionele hof is de deal die de Italiaanse premier Giorgia Meloni en haar Albanese collega Edi Rama in november vorig jaar presenteerden niet ongrondwettelijk.

De wet moet nog wel door het Albanese parlement worden goedgekeurd. Maar volgens de BBC is dit waarschijnlijk een formaliteit omdat premier Rama over een onaantastbare meerderheid beschikt.

BBB-Kamerlid Mona Keijzer wil Oekraïners terugsturen

0

BBB-Kamerlid Mona Keijzer wil dat het kabinet serieus kijkt naar het terugsturen van Oekraïense vluchtelingen naar de ‘veilige delen’ van hun vaderland.

‘We kunnen hier niet iedereen huisvesten’, zei Keijzer gisteren tijdens het debat over de asielbegroting. Ze gelooft dat Oekraïense vluchtelingen veilig zijn in het westen van het land. De voormalige CDA-minister vertelde dat ze een verhaal gelezen had over een skigebied in Zuidwest-Oekraïne. ‘Dat ligt net zo ver van het front als de Alpen.’

Daarnaast vroeg Keijzer naar het standpunt van het kabinet over het repatriëren van Oekraïense dienstweigeraars, die hun land zijn ontvlucht om maar niet te hoeven te vechten tegen de Russen.

De progressieve fracties van GroenLinks-PvdA en D66 reageerden kritisch op de BBB-plannen. Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA) zei het onbegrijpelijk te vinden dat Keijzer nadenkt over het terugsturen van Oekraïners. Hij noemde haar plannen ‘nieuw en zorgelijk’.

Volgens D66-parlementariër Anne-Marijke Podt is het niet aan politici om te bepalen welke delen van Oekraïne veilig zijn en welke niet, dat doen deskundige ambtenaren die hierover ambtsberichten schrijven.

In Oekraïne is het nu bijna twee jaar oorlog. In februari 2022 viel het Russische leger Oekraïne binnen. In 2023 bewogen de frontlinies nauwelijks nog. Wel bombardeert Rusland incidenteel nog steeds doelen in het ‘veilige’ West-Oekraïne, waaronder de stad Lviv.

Duitse bezorgdheid om pro-Erdogan-partij DAVA

0

Duitse media zijn bezorgd. Turks-Duitse Erdogan-aanhangers zouden met een nieuwe partij, genaamd DAVA, willen meedoen aan de Europese verkiezingen. ‘Zo’n partij is het laatste wat we nodig hebben’, klinkt het onder Duitse politici, meldt de Duitse nieuwssite Welt.

Volgens de Belgische krant het Laatste Nieuws (HLN) wil de nieuwe DAVA-partij scoren onder de Turks-Duitse aanhangers van de Turkse president Erdogan.

Dava staat voor ‘Demokratische Allianz für Vielfalt und Aufbruch’ (Democratische Alliantie voor Diversiteit en Bewustwording), maar is ook Turks voor ‘ideaal’ of ‘zaak’. Een woord dat Erdogan vaak in de mond neemt om zijn Turks-islamistische achterban te mobiliseren.

HLN vermoedt dat aan de Turkse staat gelieerde religieuze en politieke organisaties, zoals Ditib en IGMG, betrokken zijn bij de oprichting van de nieuwe Turks-Duitse partij DAVA en dat het Turkse moskeenetwerk ingezet zal worden voor campagnes.

De Turks-Duitse landbouwminister Cem Özdemir (de Groenen) reageert gealarmeerd. ‘Een Erdogan-partij die hier meedoet aan verkiezingen, is wel het laatste wat we nodig hebben’, schrijft hij op X.

Ook CDU-politicus Jens Spahn maakt zich zorgen. ‘Een zusterpartij van Erdogans AKP in Duitsland zou nog een extreme partij in het land zijn’, vermoedelijk verwijzend naar de extreemrechtse AfD die onder vuur ligt. Hij roept op tot de stopzetting van buitenlandse financiering van moskeeën.

In Duitsland wonen ruim 3 miljoen mensen van Turkse afkomst. Een groot deel van hen stemde tijdens de laatste Turkse presidentsverkiezingen op Erdogan.

VS: toename islamofobie sinds 7 oktober

0

De Raad voor Amerikaans-Islamitische Verhoudingen (CAIR) heeft sinds 7 oktober meer dan 3500 meldingen van islamofobe incidenten binnengekregen. Dat is een stijging van 180 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De moslimlobbygroep spreekt van een ‘voortdurende golf van antimoslim en anti-Palestijnse haat’ in de Verenigde Staten. Zo meldt Middle East Monitor.

Een schietpartij in Vermont, waar drie Palestijns-Amerikaanse studenten bij gewond raakten, en het doodsteken van een zesjarig Palestijns-Amerikaans kind waren de ergste incidenten van moslim- en Palestijnenhaat vorig jaar in de VS.

In de meeste gevallen betreffen de meldingen discriminatie op de arbeidsmarkt met 662 gerapporteerde incidenten, gevolgd door haatmisdrijven of haatuitingen (472) en discriminatie in het onderwijs (448).

Ook het aantal antisemitische incidenten in de VS is sinds 7 oktober in rap tempo toegenomen met 360 procent, aldus de Joodse organisatie Anti-Defamation League.

In Europa piekten islamofobie en antisemitisme ook vanwege de oorlog in Gaza, bleek uit onderzoek van Human Rights Watch. ‘Al lang voor 7 oktober waren er haatuitingen tegen Joden en moslims in Europa. De regeringen blijven in gebreke in het tegengaan van deze haat’, schreef de mensenrechtenorganisatie in december.

Tijdens de Hamasaanval op 7 oktober kwamen ongeveer 1200 Israëliërs om het leven. In de Israëlische vergeldingsaanval zijn sindsdien meer dan 26.000 Palestijnen omgekomen, schrijft Middle East Eye.