5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 2

Protesten tegen Servische president Vucic houden aan

0

De protesten in Servië tegen de nationalistische president Vucic houden aan. Studenten houden zijn regering verantwoordelijk voor het fatale ongeluk bij een treinstation in november, waarbij vijftien mensen omkwamen. Cruciale wegen worden geblokkeerd in Belgrado, zo meldt AFP.

Het dak van een onlangs vernieuwd treinstation stortte vorig jaar november in, met vijftien dodelijke slachtoffers als gevolg. Sindsdien zijn er dagelijks massale protesten.

De president voelde zich daarom gisteren genoodzaakt het land toe te spreken. Hij zou ‘een dialoog’ met de studenten willen aangaan, die overigens ook van plan zijn een algemene staking uit te roepen.

Ze beschuldigen de regering van ‘corruptie’ en stellen dat er daardoor enorme gebreken waren in de bouw van het station. Van enig toezicht zou geen sprake zijn geweest.

Inmiddels worden al meer dan een dozijn constructiebazen vervolgd, waaronder de voormalige minister van Transport, Goran Vesic, die vrijwel meteen ontslag nam. Maar de studenten zijn hier niet tevreden mee. Ze eisen meer actie en ook meer transparantie in het onderzoek. Daarnaast willen ze dat alle aanklachten tegen de demonstranten worden opgeheven.

Vucic probeerde in zijn toespraak de gemoederen te bedaren. ‘We hebben al het nodige gedaan,’ aldus de president. Hij was in zijn toon toegeeflijker dan eerst, toen hij de demonstranten nog als pionnen van externe mogendheden afschilderde.

‘Een minister met kwaad in de zin kan straks XR verbieden’

0

Onder activisten, advocaten en journalisten is onrust ontstaan over het wetsvoorstel ‘Bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties’ waarover de Eerste Kamer op 11 februari zal stemmen. Ze vrezen dat het kabinet-Schoof dit zal aangrijpen om organisaties als Greenpeace en Extinction Rebellion (XR) te verbieden.

De wet zal, indien aangenomen, de minister van Justitie en Veiligheid de bevoegdheid geven om zonder tussenkomst van een rechter ‘ondermijnende organisaties’ te verbieden.  Met ‘ondermijnend’ wordt bedoeld: ‘organisaties die een cultuur van wetteloosheid creëren, bevorderen of in stand houden, waardoor zij een ernstige bedreiging vormen voor de veiligheid van burgers en voor het openbaar gezag.’

De initiatiefnemers van het wetsvoorstel uit 2018 stellen dat de huidige procedure om een rechtspersoon te verbieden te traag is. Hierdoor duurt het langer voordat een organisatie daadwerkelijk verboden wordt en voortzetting van haar activiteiten strafbaar is. Dit zou volgens hen de effectieve aanpak van ‘ondermijnende organisaties’, zoals Outlaw Motorcycle Gangs (OMGs), bemoeilijken. In het voorgestelde wetsvoorstel wordt daarom gekozen voor een ministerieel besluit om een verbod op te leggen. Dit besluit treedt direct in werking, waardoor overtreding onmiddellijk strafbaar is.

Daarnaast willen de initiatiefnemers een duidelijk criterium in de wet opnemen, zodat strafbare handelingen van derden eenvoudiger aan de te verbieden organisatie kunnen worden toegerekend. Een voorbeeld hiervan is een verbodsprocedure uit 2009 tegen motorclub Hells Angels Northcoast Harlingen, die strandde vanwege het door de Hoge Raad gehanteerde toerekeningscriterium.

‘Organisaties verbieden is iets wat nu alleen de rechter kan’

Juristen zijn erg kritisch over het wetsvoorstel, omdat dit kan leiden tot machtsmisbruik en willekeur. De Raad van State adviseerde negatief, maar dit was voor de indieners geen reden om van hun voorstel af te zien. Ze zetten in april 2019 het voorstel door, met slechts kleine wijzigingen.

In 2020 schreven Joep Koornstra, Berend Roorda en Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen daarom een paper, waarin ze concludeerden ‘dat het voorstel zoals dit er nu ligt niet in overeenstemming is met fundamentele rechtsstatelijke uitgangspunten’.

Klimaatactivist Greta Thunberg vraagt aandacht voor de oorlog in Gaza. Beeld: YouTube/News9

Journalist Chris Aalberts, die over het ‘Bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties’ een podcast heeft gemaakt samen met kunstenares Tinkebell (echte naam: Katinka Simonse), is het met deze kritiek eens. ‘De aanleiding van dit wetsvoorstel was om een verbod op de Hell’s Angels te vergemakkelijken, maar de wettekst is heel algemeen. Je kunt ook maatschappelijke organisaties verbieden als minister, omdat je van mening bent dat die voor een ‘cultuur van wetteloosheid’ zorgen. Een rechtse minister zou Greenpeace of Extinction Rebellion kunnen verbieden, of Samidoun. Maar evengoed zou een linkse minister ervoor kunnen kiezen om Schreeuw om Leven, Christenen voor Israël of Farmers Defence Force te verbieden. De rechtsstaat gaat uit van een gelijk speelveld. Maar dit gelijke speelveld komt in gevaar als een minister denkt: ‘Ik ga deze organisatie verbieden, want dat komt mij wel goed uit.’’

Advocaat Sidney Smeets deelt deze zorgen, zo laat hij de Kanttekening weten. ‘Organisaties verbieden is iets wat nu alleen de rechter kan. Als we een minister die bevoegdheid geven dan zorgt dit voor een politieke component. In de Verenigde Staten zie je nu wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. Dat is ook een reële zorg, want kerkgenootschappen en politieke partijen worden in dit voorstel ontzien, maar een ‘woke’ organisatie als het COC dus niet. En met een minister van extreemrechtse huize kan dat fout gaan.’

Mensenrechten

Advocaat Willem Jebbink vult aan: ‘Een minister met kwaad in de zin kan Greenpeace of Extinction Rebellion verbieden. De vraag is of dit verbod standhouden zal, want organisaties zullen natuurlijk meteen naar de rechter stappen. Om te betogen dat een verbod in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en op onze grondwet en hoe we die uitleggen. Als een minister te goeder trouw de wet hanteert komt er natuurlijk geen verbod, maar is de minister dat niet dan is er een probleem. Er zit namelijk geen enkele garantie in de tekst van de wet. Een rechter kan het kader van de wet gebruiken om wetten beter te duiden. Maar na verloop van tijd kan zo’n kader vervagen. Dat kan ertoe leiden dat je geen houvast meer hebt, als rechtzoekende.’

‘Er zit geen enkele garantie in de tekst van de wet’

Want hoe zit het precies met de EVRM en deze wet? ‘Artikel 11 van het EVRM garandeert de vrijheid van meningsuiting. Beperkingen van dit recht moeten helder omschreven staan in nationale wetgeving, aldus het EVRM. Maar in het wetsvoorstel ‘Bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties’ staat het dus niet helder. Een goede bestuursrechter zal dit dan ook concluderen en het besluit van de minister naar de prullenbak verwijzen. Maar als een rechter vindt dat artikel 11 EVRM niet is geschonden en met de redenering van de minister meegaat: dan kom je in de gevarenzone. De Nederlandse rechter mag wetten namelijk niet toetsen aan de grondwet. Dat is bij de grondwet verboden.’

Er is echter dan nog steeds een manier om het verbod bij de rechter aan te vechten, namelijk met een beroep op artikel 53 van het EVRM, legt Jebbink uit. ‘Daarin staat dat landen die het verdrag hebben ondertekend altijd méér rechten en vrijheden mogen geven dan het verdrag voorschrijft. Dit artikel zorgt ervoor dat het EVRM een ondergrens is, geen bovengrens. Met andere woorden: het EVRM bepaalt minimale rechten die iedereen moet krijgen, zoals vrijheid van meningsuiting of het recht op een eerlijk proces. Als een land al wetten of verdragen heeft die mensen meer bescherming of meer rechten geven dan het EVRM eist, mogen ze die behouden of invoeren. Het EVRM neemt die extra rechten niet weg. Als een land in zijn eigen grondwet bepaalt dat iedereen recht heeft op een ruimere vrijheid dan het EVRM garandeert, dan zal artikel 11 EVRM moeten worden uitgelegd op de wijze zoals in de grondwet wordt uitgelegd.’

Donald Trump

Toch ziet Jebbink uiteraard liever niet dat deze discussie achteraf wordt gevoerd, nadat een organisatie door de minister verboden is. ‘De vrees dat een bestuurlijk verbod van ‘ondermijnende organisaties’ machtsmisbruik in de hand werkt is reëel. Niet alleen klimaatactivisten en andere demonstranten worden dan in hun rechten geschonden, maar iedereen die een mening heeft.

‘De ontwikkelingen in de Verenigde Staten, waar Donald Trump nu weer president is, laten zien hoe snel een democratische rechtsstaat in de gevarenzone kan belanden. Daarom moet de Eerste Kamer, die wél wetten mag toetsen aan de grondwet, doen waarvoor deze chambre de réflexion is opgericht: kritisch reflecteren op wetten en haar eigen rechtsstatelijke belang zien. De Eerste Kamer is te politiek geworden, maar moet over haar eigen politieke schaduw heen stappen, haar rug recht houden en deze wet integraal naar de prullemand verwijzen.’

Slachtoffer van misbruik in moskee-internaat klaagt man dertig jaar later aan

0

Meer dan dertig jaar later staat een man terecht voor het seksueel misbruik van een jongen in een moskee-internaat. Het slachtoffer durfde er nu pas over te praten.

Vorige week stond een 53-jarige Arnhemmer terecht voor de verkrachting van een destijds 11-jarige jongen. Hij zou de jongen ‘s nachts wakker hebben gemaakt, meegenomen naar een andere ruimte, hem daar hebben aangeraakt en uiteindelijk hebben verkracht. Bovendien zou hij meerdere jongens hebben betast.

Dit alles gebeurde tussen 1992 en 1993. De man werd destijds weggestuurd uit het internaat nadat een van de jongens hierover had verteld aan het moskeebestuur, maar daarna gebeurde er niets, zo meldt de Stentor.

De man die nu een officiële aanklacht indient, is inmiddels in de veertig en heeft zelf een zoon. Toen zijn zoon 11 werd, kreeg hij het naar eigen zeggen moeilijk omdat hij werd geconfronteerd met zijn verleden. Hij nam contact op met de verdachte en sprak met hem in het bijzijn van een bemiddelaar. Wat niemand wist, is dat hij deze gesprekken opnam. De verdachte gaf hierin toe dat hij in het internaat kinderen heeft misbruikt. De opnames dienen nu als bewijsmateriaal in de rechtszaal.

Het slachtoffer is niet alleen verbolgen over de misdaad zelf, maar ook over de onverschilligheid van het moskeebestuur. Volgens hem werd het onder het tapijt geschoven, en is de verdachte later opnieuw betrokken geweest bij de moskee. Het moskeebestuur geeft aan dat het nooit van het misbruik op de hoogte was.

Israëlische leger doodt 22 Libanezen die naar huis willen terugkeren

0

Afgelopen zondag had het Israëlische leger Zuid-Libanon moeten verlaten, maar dat gebeurde niet. 22 Libanezen werden gedood toen ze probeerden terug te keren naar hun dorpen in het zuiden van het land.

Het staakt-het-vuren dat van kracht ging op 26 november gold voor zestig dagen. Na deze zestig dagen moest Hezbollah zijn troepen hebben teruggetrokken en moest het Israëlische leger het land hebben verlaten.

Volgens het Israëlische leger had Hezbollah niet alle posten verlaten. Het besloot daarom zijn aanwezigheid te verlengen. Het waarschuwde gevluchte Libanese vluchtelingen om niet terug te keren naar hun dorpen. Toen dit toch gebeurde, werden er schoten gelost. Daarbij kwamen 22 mensen om het leven en raakten 124 mensen gewond, zo meldt Al Jazeera.

Het is volgens deze nieuwssite niet de eerste keer dat het Israëlische leger het staakt-het-vuren schendt. Dat zou het al honderd keer hebben gedaan sinds 27 november, zo blijkt uit onderzoek van verschillende media en denktanks.

Libanezen vluchtten massaal uit hun dorpen en steden in het zuiden toen het conflict tussen Hezbollah en Israël escaleerde. Hoewel er weinig over is van hun huizen, willen ze zo snel mogelijk aan de slag met herstelwerkzaamheden.

Burgemeester zegt ‘Huppatee, daar gaan we’ over omstreden moskee-onderzoek

0

‘Huppatee, daar gaan we’, zou burgemeester Marja van Bijsterveldt (CDA) hebben gezegd in een geheime opname van een gesprek met een Delftse moskee. De burgemeester gaf een verklaring voor het heimelijke onderzoek dat naar de moskee was uitgevoerd. Dit meldt het Algemeen Dagblad.

Het omstreden onderzoek naar moskeeën, uitgevoerd door het particuliere onderzoeksbureau NTA (Nuance door Training en Advies), kwam in 2021 aan het licht, nadat NRC hierover berichtte.

Het geheime onderzoek vond plaats in verschillende gemeenten en werd geleid door de toenmalige NCTV-baas, en inmiddels huidige premier, Dick Schoof. Ook moskeeën die al lange tijd als partners fungeerden in de strijd tegen radicalisering onder moslims, werden heimelijk onderzocht.

Nu lijkt de burgemeester van Delft zelf geconfronteerd te worden met de gevolgen van dit onderzoek in een rechtszaak die is aangespannen door de bespioneerde stichting Al Ansaar. De stichting zou een gesprek met de burgemeester hebben opgenomen, bedoeld om de gemoederen onder moslims te sussen na het uitlekken van het spionageschandaal.

‘‘Ik… Ik ben nogal soms… Nog steeds flabbergasted (verbijsterd, red.) wat een enorme impact, dat ik denk, hoe is het mogelijk? Wat ooit zo begon, eigenlijk als een soort van ‘oh nou ja, dat doen heel veel gemeenten en huppatee daar gaan we’. Oh, het moet discreet? Nou prima, dan doen we het discreet, weet je wel. Dat het uiteindelijk zo’n impact heeft, ja daar sta je gewoon toch… Met een soort verbazing’, aldus de burgemeester in de opname, geciteerd door het AD.

Van Bijsterveldt wil vanwege de rechtszaak niet reageren op haar uitlatingen. Stichting Al Ansaar beschouwt deze uitspraken als ‘ondubbelzinnig bewijs’ dat de burgemeester in 2017 verkeerd heeft gehandeld door haar islamitische burgers zonder aanleiding te bespioneren.

Diyanet opent expertisecentrum voor moslims in Nederlandse samenleving

0

Diyanet, het Turkse Directoraat voor Religieuze Zaken, heeft vrijdag de ISN Academie geopend. De door Turkije gefinancierde instelling in Den Haag zou een ‘brugfunctie’ voor de islamitische gemeenschap in Nederland moeten vervullen, zo schrijft de Turkse nieuwssite SonHaber.

‘In een tijd waarin polarisatie toeneemt en de samenleving steeds diverser wordt, is gedegen onderzoek belangrijker dan ooit. De ISN Academie zal fungeren als een toonaangevend expertisecentrum voor islam en moslims in de Nederlandse samenleving’, staat in een bericht op LinkedIn, met foto’s van academici en politici, waaronder Fonda Sahla (D66).

Ook de Turkse consul in Den Haag, Selçuk Ünal, en andere Turkse ambtenaren en imams waren bij de opening aanwezig.

SonHaber meldt dat de ISN Academie zich zal richten op islamitisch en maatschappelijk onderzoek, en dat hieruit educatieprogramma’s zullen voortkomen. Dit alles is bedoeld om een ‘brugfunctie voor de islamitische gemeenschap’ te vervullen, waarbij theorie en praktijk samenkomen.

De instelling wil ook een ‘platform’ zijn voor het delen van ideeën en samenwerking over maatschappelijke kwesties. De Turkse consul prees de ‘liberale waarden’ van Nederland en hoopt dat islamofobie hier geen voet aan de grond krijgt.

Mijn vader sprak niet over Auschwitz. Ik zal het voor hem doen

0

‘Maar hoe was dat nou, het onderduiken? Drie jaar! Dat moet toch heel erg zijn geweest?’
‘Ach’, mama wuift de angst van haar dochtertje en zoontje weg, ‘zo erg was dat helemaal niet. Papa heeft het erg gehad. Hij zat in het kamp!’

Vragend kijken wij onze vader aan. ‘Ook dat viel best mee. Zo hard hoefde ik me niet in te spannen. Ik zat in de groentetuin van het kamp. En als je daar aan het werk was gezet, had je in ieder geval nog wel eens wat extra te eten. Een wortel, een knol of een stuk kool. En dat kon je dan weer ruilen voor een stuk brood of een paar sigaretten. Dus zo erg was het niet.’

Met deze korte mededelingen moesten wij, kinderen van een vader die jaren in een concentratiekamp had gezeten en van een moeder die drie jaar op talloze adressen zat ondergedoken, het doen.

Wilden onze ouders ons niet vertellen hoe vreselijk het allemaal was geweest? Wilden ze hun kleine kinderen sparen? Dat is wel iets wat ik als klein jochie vaak dacht. Jaren later begreep ik dat er veel meer speelde.

Het was niet zo dat onze ouders niets wilden vertellen. Met onze vragen kwamen we er steeds meer achter dat zij er niet over kónden spreken. De pijn, de angsten en de verschrikkingen waren ook jaren na die oorlog nog steeds niet te beschrijven. En niet uit te leggen. Zwijgen was het enige wat hen dan overbleef.

‘Werken in de groentetuin van Auschwitz, ik had wel eens wat extra te eten…’

Het eerste kamp

De trein, die twee dagen eerder uit Westerbork vertrok, komt piepend tot stilstand. Een klein goederenstationnetje en wat huisjes op de achtergrond zijn het enige wat in de omgeving zichtbaar is. De deuren van de wagons worden opengegooid. Jongens die er niet te jong uitzien en mannen die niet te oud zijn, worden de trein uitgeslagen.

Dit was dus de Baustelle waar Louis van de Kamp zijn werkzaamheden begon

En zo zit mijn vader met zijn handen in zijn nek gevouwen op de keien voor het station, samen met honderden lotgenoten. Vrachtauto’s komen het terrein op rijden. Opgejaagd door soldaten met hun geweren, blaffende honden en de nodige klappen beklimmen de mannen de vrachtwagens. Vader is op weg naar zijn eerste kamp, waarvan hij later hoort dat het de naam Sint Annaberg draagt. Niet veel later volgt alweer een nieuwe bestemming: Kamp Oderthal. Uiteindelijk eindigt voorlopig zijn reis in Gleiwitz-II. Dit blijkt een van de vele satellietkampen van Auschwitz te zijn.

Kamp Gleiwitz-II is, als vader daar aankomt, nog gedeeltelijk in aanbouw. Van het verhaal over ‘werken in de groentetuin’ blijkt vooral nog geen sprake te zijn. Nieuwe barakken moeten worden gebouwd. Het is november 1942. In de kou van de Poolse winter, eerst in de ochtend voor dag en dauw het appel. Dan de hele lange dag ‘de Baustelle’ op. Opgejaagd door de beulen en de bewakers. Wanneer het eindelijk donker wordt, opnieuw appel. Voordat vader zijn brits mag delen met de anderen om die nacht een beetje door te komen, krijgt hij soms een homp brood. Andere dagen alleen maar een kom waterige koolsoep. Te weinig om de maag te vullen na de zware dag, maar iets anders is er niet. De wortel of de knol uit vaders verhaal over de groentetuin zijn nog helemaal niet in zicht.

Eindelijk hebben alle nieuwe gevangenen een dak boven hun hoofd. De barakken zijn klaar. De ervaring van de barakkenbouw komt vader goed van pas. Zijn werk wordt nu uitgebreid naar de in aanbouw zijnde fabriekshallen. Immense betonnen skeletten worden afgebouwd tot torenhoge fabriekshallen. De roet- en cementfabrieken moeten zo snel mogelijk klaar zijn. De constante stroom van nieuwe gevangenen, krijgsgevangenen en Joden uit alle delen van Europa zorgt voor een groot arbeidersarsenaal.

Vader overleeft de dwangarbeid op de ‘Baustelle’. Anders dan veel van zijn maten. De ontberingen door honger, ziekte, onbeschrijfelijk geweld en wat wordt beschreven als bedrijfsongevallen worden hen vaak te veel.

De oorlogsindustrie binnen de omheining van Gleiwitz-II begint te draaien. Nu verricht vader geen slavenarbeid meer hoog op de wankele stellages op de Baustelle. Nu gaat het om het afgebeuld worden in de industrie zelf. De mishandelingen, de stokslagen, de ongelukken en de doodsbedreigingen die veelvuldig worden uitgevoerd, zijn elke lange dag aanwezig. Net zoals de kou in de winter, de verzengende hitte in de zomer en de altijd knagende honger.

Het verhaal van de groentetuin, met hier en daar een extra wortel of een ui, maakt nog steeds geen deel uit van vaders werkzaamheden.

Doden begraven

De SS moordt erop los, ook binnen de hekken van de Gleiwitzkampen. En die doden moeten begraven worden. Vader heeft ooit wel eens verteld over doden die hij hielp begraven in opdracht van de kampbewakers op de Joodse begraafplaats in de stad Gleiwitz. Hoeveel dat er waren, onder welke omstandigheden, daar werd verder over gezwegen.

In de nu leegstaande fabriekshal kijk ik omhoog

Tijdens mijn reis naar de plekken waar die papa van toen zijn oorlogsjaren door heeft moeten brengen, sta ik bij de deur van een van de laatste nog overgebleven barakken. Dit was dus de Baustelle waar Louis van de Kamp zijn werkzaamheden begon.

In de nu leegstaande fabriekshal kijk ik omhoog. Daar, helemaal boven, stond hij dus met de anderen op die steigers te balanceren, in de hoop niet naar beneden te storten op de betonnen vloer. Iets wat bijna dagelijks gebeurde. De zwartgeblakerde muren verraden de altijd aanwezige pikzwarte walm van een mengsel van roet en olie, waar rubber van gefabriceerd moest worden voor de Duitse oorlogsindustrie. Een walm die ervoor zorgde dat de fabrieksarbeiders het niet lang volhielden…

Op de Joodse begraafplaats in Gleiwitz is nu zichtbaar dat vader niet ‘wel eens’ meehielp om voor een omgekomen medegevangene een graf te delven. Rechts op de begraafplaats sta ik bij de grafsteen die mij vertelt dat op deze plek alleen al meer dan zeventig geëxecuteerde gevangenen liggen begraven. We lopen naar heuvelachtige plekken aan de andere kant van de begraafplaats. Recent onderzoek laat zien dat op deze plaats twee massagraven zijn met naar schatting duizenden gevangenen uit de kampen in en rond Gleiwitz, die eerst door de nazi-beulen en kort na de bevrijding door het Russische leger zijn vermoord.

En dat onderzoek toont ook dat dit die doden waren die vader dus heeft helpen begraven. Niet een enkeling waar hij eens over vertelde, maar duizenden waar hij over zweeg.

We staan even buiten Gleiwitz. Zowel naar rechts, links als ver vooruit strekken zich over honderden meters de nu door sneeuw bedekte akkers uit. We weten nu dat dit de groentetuinen voor de naburige kampen waren. Hier lagen ze op hun knieën door weer en wind in de klei te ploeteren. Broodmagere mannen in hun gestreepte jasjes en broeken, op houten klompen.

Hij kon het allemaal niet vertellen. Dit zwijgen is voor mij een levensles

Dit is dus de plek waar mijn vader ons over vertelde. ‘Zo erg was het niet. Het waren maar de groentetuinen. Soms snaaide je een wortel, soms een kool weg, voor het oog van de nazi met zijn hond die de wacht hield. Als het lukte, had je in de avond iets te delen in de barak. Lukte het niet, dan haalde je de volgende ochtend waarschijnlijk niet.’

‘Ach, zo erg was het niet.’

Mijn vader sprak niet. Hij kon het allemaal niet vertellen. Dit zwijgen is voor mij een levensles.

Tachtig jaar later

Ik heb het in het verre Polen opnieuw met eigen ogen gezien. Tachtig jaar later leven wij in een samenleving waarin wij het recht hebben om vrijuit te praten. Het niet kúnnen vertellen van toen is voor onze generatie geworden tot een plicht om te móeten vertellen.

Te vertellen over wat de niet te beschrijven ellende van oorlog feitelijk betekent. Onze mond te openen over wat er gebeurt wanneer wij elkaar uitsluiten, achterstellen, mensonwaardig behandelen en uiteindelijk die ander het recht niet meer gunnen om er samen met ons in deze wereld te zijn.

In een wereld om ons heen, waar dit uitsluiten nu, veraf en dichtbij, opnieuw aan de orde van de dag is, doemen de te bouwen barakken, de betonnen skeletten voor fabriekshallen ten behoeve van de oorlogsindustrie weer op. De omheiningen rond de uitgesloten bevolkingsgroepen dreigen weer te worden opgebouwd. Ja, ook met grafheuvels.

En hier en daar iemand die vanuit onmacht misschien eventjes vertelt over een groentetuin waar het allemaal ‘nog wel een beetje meevalt.’

Terug in ons mooie land mag en zal ik niet zwijgen. Al is het alleen al omdat mijn vader niet kon praten.

——-

Het is tachtig jaar geleden dat vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. De reis van Lody van de Kamp naar Polen, van 19 tot en met 21 januari, kwam tot stand op initiatief van de NOS en werd mogelijk gemaakt door de ondersteuning en het onderzoek van de stichting Holocaustkampen.

Een verslag van zijn reis was gisteravond te zien op NPO 2 tijdens de uitzending over de herdenking van de bevrijding van Auschwitz.

Mijn gedachten gingen naar de roman ‘Kaas’

0

De Rotterdamse gemeenteraad was vorige week verbolgen en verbijsterd. Geld dat bestemd was voor projecten voor deradicalisering van jongeren was bij een kaashandel in Marokko terechtgekomen. Een gemeenteambtenaar, en volgens bronnen een goede vriend van burgemeester Ahmed Aboutaleb, had ook persoonlijk geld aan de kaashandelaren geleend. De raad eiste onderzoek. Het OM had eerder onderzoek gedaan en een deal met de kaashandelaren gesloten. Juridisch was het feitelijk koek en ei.

Mijn gedachten gingen naar de roman Kaas (1933) van Willem Elsschot. Frans Laarmans is een kantoorklerk die in kringen terechtkomt waar handel en aanzien belangrijk zijn. Hij krijgt de kans een groothandel in kaas te beginnen. In Antwerpen zal hij de Nederlandse Gouda’s Glorie kaas doorverkopen. Met de mentaliteit van een kantoorklerk geeft hij invulling aan zijn bedrijf. Het mislukt faliekant. Net als de kaashandel van Frans Laarmans in de roman bestaat de kaashandel in Marokko niet meer.

Een ander noodzakelijk ingrediënt van de kaashandel is de Hollandse boer

Als je wel eens in Marokko bent, zie je snel dat kaas daar geen gebruikelijke voedingswaar is. Een gat in de markt. De kaashandelaren zullen ook zo hebben gedacht. Of de klimaatomstandigheden voor veeteelt gunstig zijn, weet ik niet. Geiten die op takken van bomen klimmen om te grazen komen er wel voor, maar uitgestrekt grasland voor koeien heb ik niet kunnen bespeuren. Die paar geiten in de boom moet je eerst naar binnen halen om daarna wat melk bij de koppige geit te winnen. Dan kun je geitenkaas produceren.

Voor een florerende kaashandel heb je echter Hollands grasland nodig. Een ander noodzakelijk ingrediënt van de kaashandel is de Hollandse boer. Om kaas te kunnen produceren zal hij er niet voor terugdeinzen om meren, plassen en ja, zelfs de Zuiderzee in te polderen. De koeien van de norse boer zullen er met honderden tegelijk gaan grazen.

Ik ken de mensen van de deradicalisering/kaashandel niet. Volgens mij hebben ze twee projecten met een maatschappelijk motief uitgevoerd. Jongeren die aan het radicaliseren zijn, met een gesubsidieerd project op het gematigde pad houden. Met een kaashandel de kleine Marokkaanse boer subsidiëren om vee te houden.

In het boek van Willem Elsschot konden ze vooraf al zien dat met een kantoorklerkenmentaliteit geen succesvolle businesscase in kaas te maken was.

Oud-minister informeerde Kamer onjuist over burgerdoden Hawija

0

Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) heeft de Tweede Kamer meerdere malen te laat en onjuist geïnformeerd over de bombardementen in Hawija (Irak) in 2015, meldt NOS. Het bombardement werd uitgevoerd door Nederlandse F-16’s, waarbij minstens zeventig burgerdoden vielen. 

De commissie-Sorgdrager, ingesteld in 2020 na een aangenomen motie in de Tweede Kamer voor onderzoek naar het bombardement, komt na ruim vier jaar tot deze conclusie.

Saillant detail: oud-minister Hennis was gedurende die jaren speciaal gezant voor de Verenigde Naties in Irak. Ook stond ze als hoofd van de Bijstandsmissie voor Irak (UNAMI) de Iraakse overheid bij, onder andere op het gebied van de mensenrechten.

Vorig jaar is ze door de VN als gezant overgeplaatst naar Libanon.

Het rapport is door ‘Haagse bronnen’ uitgelekt aan RTL Nieuws en wordt maandag pas gepresenteerd en overhandigd aan minister (en partijgenoot) Ruben Brekelmans (VVD) van Defensie.

De burgerslachtoffers in Hawija kwamen pas vier jaar na dato aan het licht in Nederland, na berichtgeving van NOS en NRC in 2019. Nabestaanden hebben, met advocaat Liesbeth Zegveld, de Nederlandse staat toen aangeklaagd.

De regering blijkt jarenlang te hebben gezwegen over de destructieve gevolgen van het bombardement. Zo zou Hennis kort na de aanval in 2015 hebben verzuimd om de Kamer in te lichten over burgerslachtoffers. Zij wilde dat ‘met zekerheid’ kunnen zeggen, maar toen ze die informatie alsnog kreeg, heeft ze de Kamer te laat en onjuist geïnformeerd over meerdere zaken, aldus de commissie-Sorgdrager.

Studenten archeologie onderzoeken Afrikaanse invloeden op Surinaamse plantage

0

Op een Surinaamse plantage, die na de afschaffing van de slavernij in handen kwam van nazaten van slaafgemaakten, wordt de komende weken archeologisch onderzoek gedaan. Studenten archeologie zullen op zoek gaan naar Afrikaanse invloeden.

Studenten van de Anton de Kom Universiteit in Suriname (AdeKUS) zullen de komende week doorbrengen op de voormalige suiker- en cacaoplantage Toledo, die na de afschaffing van de slavernij in handen kwam van de familie Weegman, nakomelingen van slaafgemaakten die op de plantage werkten. De kinderen en kleinkinderen van deze familie hebben de plantage altijd onderhouden, meldt Afro Magazine.

De studenten gaan op zoek naar aanwijzingen van de levensstijl van de nazaten. Er is tot op heden niet veel onderzoek gedaan naar de Afrikaanse invloeden; meestal gaat het om de invloeden van de Europese koloniale heersers, vertelt archeoloog en docent aan de universiteit Cheryl White aan Afro Magazine.

Het project, dat ook Nederlandse fondsen heeft ontvangen, is een initiatief van het Broos Instituut voor Afrocentrische Studies en Onderzoek. Marvin Hokstam, directeur en oprichter van het instituut, is zelf een kleinkind van Frederik Weegman, de laatste nazaat die zijn gezin op de plantage stichtte.