19 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 2

Geheime onderzoeken en een uiterst rechts kabinet: moskeeën vertrouwen overheid steeds minder

0

Moskeebestuurders geven de landelijke overheid een rapportcijfer 4,0, een stevige onvoldoende. ‘Het vertrouwen in de overheid is tot een dieptepunt gedaald.’

In juni kwam het rapport Tussen Minaret en Ministerie uit. In opdracht van de NCDR sprak kennisinstituut Movisie met bestuursleden van 82 moskeeën over hun relatie met de overheid. Dat deze relatie zich op glad ijs bevond, was wel bekend. Toch was het de eerste keer dat dit op grote schaal werd onderzocht. ‘Dit onderzoek heeft bevestigd wat we al langer hoorden’, zegt Rabin Baldewsingh.

Vier jaar geleden werd de functie van Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme in het leven geroepen. Aan Baldewsingh was de eer om deze rol als eerste te vervullen. In die periode heeft hij dialoogsessies georganiseerd om partijen nader bij elkaar te brengen, zonder succes, vertelt hij. ‘Het is tot nu toe niet gelukt om warme banden te creëren. Dit komt onder andere door discriminatoir handelen van overheden. Het vertrouwen in de overheid is nu tot een dieptepunt gedaald.’

Rabin Baldewsingh. Beeld: Wikimedia Commons

Dit dieptepunt is geen figure of speech. De afgelopen vijf jaar nam het vertrouwen stevig af. Geen enkele respondent in het onderzoek gaf aan meer vertrouwen in de overheid te hebben gekregen; 94 procent van de moskeebestuurders gaf aan dat het wantrouwen alleen maar was gegroeid. Dit kwam door politieke standpunten – zoals over Israël, asiel en migratie of de Maccabi-rellen – maar ook door specifieke gebeurtenissen zoals de geheime NTA-onderzoeken naar moskeeën en structurele tegenwerking bij islamitisch onderwijs. De verkiezingsuitslag van november 2023 maakte de zaak er niet beter op.

Uit het rapport blijkt dat 72 procent van de moskeebesturen weinig tot zeer weinig vertrouwen heeft in de overheid. Ze geven hun vertrouwen in de overheid een 4,0, een dikke onvoldoende. Een duidelijke boodschap, denkt Baldewsingh. ‘Dit onderzoek was voor mij cruciaal. Ik ben er niet alleen om kritiek te leveren, maar ook om te verbinden. Het rapport laat zien waar het fout gaat. Nu we zien welke koers we moeten nemen, kunnen we gaan werken aan herstel’, aldus Baldewsingh.

Verschil tussen rijksoverheid en gemeente 

Voor die juiste koers biedt het rapport een aantal handvatten, zegt Jeroen Vlug van Movisie. ‘Wat opviel, was het verschil tussen het vertrouwen in landelijke en gemeentelijke overheden.’

Bijna driekwart van de besturen geeft aan weinig vertrouwen te hebben in de rijksoverheid; bij gemeentelijke instanties geldt dat voor een derde. Een kwart heeft juist wel vertrouwen in gemeentelijke instanties. ‘De afstand van moskeeën tot een gemeente is kleiner’, legt de onderzoeker uit. Maar de uitkomsten verschilden veel van elkaar. ‘Er zijn gemeenten waar het juist heel goed gaat, en ook gemeenten waar helemaal geen contact is. Bovendien hebben ook een aantal gemeenten meegewerkt aan de heimelijke moskeeonderzoeken.’

Toch zijn de meer positieve geluiden op gemeentelijk niveau een voorbeeld van hoe het ook kan. ‘Grotere gemeenten, zoals bijvoorbeeld Amsterdam, proberen volgens politicoloog en onderzoeker Roemer van Oordt tegenwicht te bieden aan het polariserende beleid en het islamofobe discours van de landelijke politiek. In gemeenten met een andere politieke samenstelling van het bestuur is meer ruimte voor nuance en verbinding. Het beleid is daar, zeker sinds het aantreden van het kabinet-Schoof, meer expliciet gericht tegen discriminatie en vóór inclusie. Dat is natuurlijk niet in elke gemeente zo, maar in gemeenten die daar een wat langere traditie in hebben, zie je dat zij actief werk willen maken van deze thema’s. Dat spreekt moskeebesturen aan.’

‘In gemeenten met een andere politieke samenstelling van het bestuur is meer ruimte voor nuance en verbinding’

Het blijft volgens Van Oordt wel zaak om moskeebestuurders niet alleen naar aanleiding van veiligheidsincidenten, maar juist op een structurele manier te betrekken bij gemeentelijke ontwikkelingen die voor hen en hun achterban relevant zijn. Alleen dan kan het vertrouwen groeien.

Roemer van Oordt

Landelijke overheden daarentegen vinden veel minder makkelijk hun weg naar de moskee, tenzij het over veiligheid of radicalisering gaat. Juist op dit onderwerp willen ze met moskeebesturen aan tafel, en dat is een pijnpunt binnen de gemeenschap. Moskeeën willen niet alleen meepraten als er een veiligheidsrisico uitgaat van de moslimgemeenschap. Ze willen ook meepraten over maatschappelijke vraagstukken, zoals armoede, ouderenzorg of polarisatie, zo blijkt uit het onderzoek.

‘Ook dit is niet overal hetzelfde’, vertelt Vlug. Sommige moskeeën hebben meer interesse in samenwerking dan andere. Sommige willen juist wel over opvoedingsondersteuning praten, anderen juist weer niet. Maar wat in dit onderzoek vooral naar voren kwam, is dat moskeebesturen niet gestigmatiseerd of gecriminaliseerd willen worden. Ze hebben veel meer te bieden aan de samenleving en hebben het gevoel dat ze institutioneel worden uitgesloten.’

Moskeekoepels

Met wie zit de overheid dan aan tafel? De twee grootste koepels van Nederland zijn het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de K9. De CMO is al jaren de officiële gesprekspartner van de overheid, maar niet iedereen binnen de moslimgemeenschap weet wat de CMO doet.

De K9 is een koepel van koepels en is onlangs uitgebreid, waardoor het een steeds groter deel van de moslimgemeenschap vertegenwoordigt. Bij de uitbreiding sloot ook Milli Görüs zich aan. ‘Daarmee wordt de vertegenwoordiging van het Nederlands-Turkse deel van de islamitische gemeenschap binnen de koepel breder gewaarborgd’, merkt Van Oordt op.

‘Deze koepel is een stuk zichtbaarder voor de moslimgemeenschap’

‘Deze koepel is een stuk zichtbaarder voor de moslimgemeenschap, vooral onder jongeren. Ze spreken zich meer uit, ook over politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, en daar is behoefte aan. Hoewel het eerst vooral de CMO was die, zeker als het ging over religieuze zaken, aan tafel zat in gesprekken met de overheid, wordt K9 nu steeds vaker betrokken, vooral als het gaat over maatschappelijke thema’s. De overheid heeft ingezien dat alleen praten met het CMO of met andere moskeekoepels over issues die spelen binnen de moslimgemeenschap niet voldoende is. Nu worden ook andere vertegenwoordigers uitgenodigd, zoals de Moslim Studenten Associatie Nederland (MSA), het Collectief Jonge Moslims en organisaties die zich specifiek inzetten voor moslima’s. Dat is een positieve ontwikkeling.’

Waar gaat het dan toch fout? Volgens Vlug worden de gesprekken met de overheid niet ervaren als zinvol. ‘Er wordt niet zo veel in gezien. Moskeebesturen zouden graag terugzien wat er wordt gedaan met de input die moslimorganisaties geven bij dit soort gesprekken, maar deze terugkoppeling ontbreekt vaak. Juist dit vinden ze belangrijk. Het gaat om gelijkwaardigheid, erkenning en structureel contact. En om een zichtbare, structurele aanpak van moslimdiscriminatie. De discussie hierover wordt in de Tweede Kamer niet serieus genoeg genomen.’

Wel een taskforce antisemitismebestrijding

Over dit laatste is Baldewsingh het eens. ‘Moslimdiscriminatie is de afgelopen jaren gestegen. Er moet een taskforce komen om moslimdiscriminatie tegen te gaan. Hier moet geld voor worden uitgetrokken. Maar daar was in de afgelopen periode geen politiek draagvlak voor’, zegt hij.

Dat deze aanpak er wél is voor antisemitisme, vindt hij extra wrang. ‘Op deze manier heeft het kabinet een hiërarchie aangebracht. Sommige vormen van discriminatie zijn erger dan andere. Het is goed dat de ene vorm wordt aangepakt, maar doe dat dan voor alle vormen van discriminatie. Je zou hier niet over moeten wedijveren, je zou moeten zorgen dat het niet gebeurt.’

‘Vooral jongeren voelen zich tweederangsburgers’

‘Wat me zorgen baart, is dat er nu een generatie moslims opgroeit die niet anders gekend heeft. Want dit gaat al verder terug; al sinds 9/11 worden moslims in het verdomhoekje gedrukt. Ze worden gezien als een risico en we slagen er als samenleving niet in om dit frame te veranderen. Vooral jongeren voelen zich tweederangsburgers, want zij worden al hun hele leven vanuit dit frame bekeken.’

Kans op herstel

Jeroen Vlug. Beeld: Movisie

Het rapport dat nu op tafel ligt, biedt ruimte voor optimisme, denkt Vlug. ‘Het laat zien dat er kans op herstel is. Moskeeën staan open voor samenwerking. De overheid zet hier ook op in, er is van alles in beweging. In grote steden als Amsterdam en Den Haag gaat het al best goed, dit kan als voorbeeld dienen.’

De Nationaal Coördinator is volgens hem een luis in de pels van regeringsleiders. ‘Hij is zichtbaar. Hij kan ervoor zorgen dat dit onderzoek bij de ministeries terechtkomt.’ Baldewsingh ziet zijn rol precies zo. ‘Met dit rapport heb ik een tool in handen’, zegt hij. Maar hij beseft ook dat herstel niet gebeurt door een aantal bijeenkomsten te organiseren. ‘Hier moeten we de tijd voor nemen. Gelukkig is de termijn van de Nationaal Coördinator verlengd tot 2030. Vier jaar is ook niet voldoende, maar ik ben wel heel blij dat we door kunnen.’

Erdogan verleent gratie aan dader Sivas-brand

0

De Turkse president Erdogan heeft Adem Koçu, die een levenslange celstraf uitzat voor de brand in Sivas waarbij alevieten omkwamen, gratie verleend. Dat meldt de Turkse nieuwssite T24.

De gratie werd gegeven vanwege een ‘langdurige ziekte’.

Bij de brandstichting op 2 juli 1993 in hotel Madimak in Sivas, waar een alevitisch cultureel festival plaatsvond, kwamen 33 mensen om het leven. De brand werd aangestoken door een islamistische menigte die zich na het vrijdaggebed voor het hotel had verzameld.

Veel muzikanten (zoals Muhlis Akarsu en Hasret Gültekin), kunstenaars, dichters en intellectuelen (onder wie de atheïstische schrijver Aziz Nesin, die wist te ontkomen) waren bijeen voor het Pir Sultan Cultuurfestival in de stad. Het bloedbad heeft de toch al gespannen verhouding tussen soennieten en alevieten nog verder verslechterd.

Alevieten vormen een religieuze minderheid in het soennitisch gedomineerde Turkije. In het verleden waren zij herhaaldelijk slachtoffer van massaal geweld, zoals de Koerdische alevieten in Dersim, die in 1937 op bevel van de staat werden vervolgd en vermoord.

Sinds de opkomst van de islamistische AKP maken alevieten zich steeds meer zorgen over hun plek in de samenleving en het behoud van het seculiere karakter van Turkije, dat zij zien als een bescherming tegen religieus dogmatisme.

‘We zijn een minderheid binnen een minderheid’, zei de alevitische Özcan Akyol onlangs bij Zomergasten over de positie van Turkse alevieten in Nederland. Hij liet een fragment over het bloedbad in Sivas zien en sprak over de traumatische impact ervan op alevieten in Nederland.

Vier doden bij Israëlische luchtaanvallen in Zuid-Libanon

0

Israël heeft donderdag opnieuw militaire doelen in het oosten en zuiden van Libanon aangevallen. Bij de luchtaanvallen zijn vier mensen omgekomen, meldt het Libanese ministerie van Volksgezondheid.

In de Bekaa-vallei voerde Israël luchtaanvallen uit in de buurt van de steden Brital en Janta, nabij de Syrische grens. Israëlische gevechtsvliegtuigen voerden ook aanvallen uit in de zuidelijke regio Jezzine.

Volgens het Israëlische leger waren wapenopslagplaatsen van Hezbollah het doelwit. De Libanese groepering zou daar werken aan nieuwe wapens, nadat zij verzwakt uit de eerdere strijd met Israël was gekomen. Volgens Israël schendt Hezbollah hiermee de afspraken tussen beide landen, zo schrijft de Libanese nieuwssite Naharnet.

In de Libanese politiek is inmiddels de decennialange discussie over de wapens van Hezbollah weer opgelaaid. Op woensdag zei de Libanese president Joseph Aoun dat Libanon vastbesloten is om Hezbollah te ontwapenen. Dit is een wens van Israël en de VS, en van een deel van de Libanese bevolking. Zij vinden dat het nationale leger van Libanon de enige autoriteit moet zijn met de bevoegdheid om wapens te gebruiken en het land te beschermen. Bovendien wil de nieuwe president goodwill kweken bij westerse leiders.

Hezbollah, en veel Libanezen met hen, beweren dat de wapens nodig zijn om tegenwicht te bieden aan Israël. Bovendien zien zij in de ontwapening een knieval voor Israël en de VS.

Vrede met de PKK, terwijl de repressie doorgaat

0

In Turkije wordt opnieuw gesproken over vrede. Na ruim veertig jaar conflict lijkt er een akkoord in de maak tussen de Turkse staat en de PKK. Abdullah Öcalan, leider van de Koerdische beweging, heeft vanuit zijn gevangenis op het eiland Imrali opgeroepen tot het beëindigen van de gewapende strijd en het ontbinden van de PKK. Een historische stap lijkt nabij. Er wordt zelfs gesproken over de terugkeer van duizenden Koerden die op internationale terreurlijsten staan. Sommigen zouden weer kunnen deelnemen aan het politieke proces, misschien zelfs als parlementslid. Enkele PKK-strijders hebben daar al op gezinspeeld.

Dat klinkt als een doorbraak, en het is hoopgevend. Een land waarin voormalige gewapende strijders de politiek in mogen, maakt ruimte voor dialoog. Maar er zit ook iets wrangs aan dit verhaal. Terwijl de staat onderhandelt met de PKK, worden seculieren, journalisten, Gülen-sympathisanten en andere critici van het regime nog steeds vervolgd.

Dagelijks worden mensen opgepakt, paspoorten ingetrokken, levens tot stilstand gebracht. Koerdische media worden gecensureerd. Politieke gevangenen blijven vastzitten.

Als dit werkelijk een democratiseringsproces is, waarom zit Selahattin Demirtaş, de leider van de Koerdische partij, dan nog steeds gevangen? Waarom wordt Ekrem Imamoglu, de burgemeester van Istanbul en grote rivaal van Erdogan, aangeklaagd? Waarom worden duizenden onschuldige academici, leerkrachten, ondernemers en huisvrouwen vervolgd omdat ze als Gülen-sympathisant worden gezien?

Gülen-sympathisanten lijken de nieuwe Koerden van Turkije te zijn

Ik weet uit eigen ervaring hoe dat voelt. Al jaren sta ik onterecht op een Turkse terreurlijst, samen met anderen die worden geassocieerd met de Gülenbeweging, de groep die door de regering-Erdogan verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte, zogenaamde couppoging van 15 juli 2016. Niet omdat ik ooit geweld heb gebruikt. Integendeel: ik heb zelfs nooit een speelgoedwapen voor mijn zoon gekocht. Ik heb nooit een mes of pistool vastgehad.

Wat ik wél heb gedaan, is kritische stukken schrijven over het Turkse regime en de mensenrechtensituatie in Turkije. Artikelen publiceren. Dat is tegenwoordig blijkbaar al genoeg om als vijand van de staat en terrorist te worden bestempeld.

Gülen-sympathisanten lijken in die zin de nieuwe Koerden van Turkije te zijn. Waar ooit elke Koerd automatisch als ‘PKK-terrorist’ werd beschouwd tot het tegendeel bewezen was, geldt dat nu voor Gülenisten: zij zijn bij voorbaat ‘putschist’ of ‘terrorist’. Het principe dat je onschuldig bent tot het tegendeel bewezen is, is volledig omgekeerd.

En precies dat maakt dit vredesproces zo verwarrend. De staat onderhandelt met iemand die verantwoordelijk wordt gehouden voor veertigduizend doden, wat op zich goed is, maar bestempelt mij en vele anderen als terrorist of landverrader omdat we kritische vragen stellen.

Erdogan heeft dit eerder gedaan. In 2013 begon hij ook een vredesproces met Öcalan. Er ontstond hoop. Maar toen kwamen de verkiezingen van juni 2015. Erdogan verloor zijn meerderheid in het parlement door de opkomst van de Koerdische partij HDP, die in één klap 80 zetels behaalde. Kort daarna blies hij het wankele vredesproces op. De oorlog met de PKK laaide weer op. Steden werden vernietigd. Duizenden Koerden werden gedood of gearresteerd. Eind 2015 won Erdogan nieuwe verkiezingen, in een sfeer van chaos en angst. Hij gebruikte vrede als politiek gereedschap en gooide het weg zodra het hem niets meer opleverde.

Ook nu, met verkiezingsjaar 2028 in zicht, wil Erdogan koste wat kost een derde termijn als president. Maar zonder steun van de Koerden redt hij het niet. Dat geldt overigens ook voor de oppositie: zonder de Koerden is er voor geen enkele partij een meerderheid in Turkije.

Mijn zorg is dat hij, als hij eenmaal zijn zin heeft, de Koerden opnieuw laat vallen.

Volgens Dem-parlementariër Tuncay Bakırhan zei Öcalan over recente provocaties: ‘Dit is een sabotagemanoeuvre. Dit soort acties vergiftigt een proces nog voor het begonnen is.’ Hij doelde op de arrestatie van oppositieleden, het aanstellen van regeringsgetrouwe bewindvoerders in Koerdische gemeenten, en de aanvallen op Koerdische advocaten en media.

Ook nu wil Erdogan koste wat kost een derde termijn als president

Bakırhan zei ook: ‘Als dit proces slaagt, dan zit Imamoglu niet in de cel, dan wordt Ahmet Türk (een Koerdische politicus) niet ontslagen en worden Koerdische gemeenten niet langer onder curatele gesteld.’

Als dat klopt, begint echte vrede pas wanneer deze mensen worden vrijgelaten. Dat is de toetssteen. Koerden verdienen rust, erkenning en politieke ruimte. Dat zeg ik volmondig.

Maar ik vraag me wel af hoe zij aankijken tegen het feit dat anderen, zoals Gülenisten, journalisten en activisten, nog steeds worden vervolgd. Vrede moet voor iedereen gelden. Niet alleen voor degenen die Erdogan op dat moment nodig heeft.

Zolang Demirtaş vastzit, politieke tegenstanders worden vervolgd en mensen zoals ik op terreurlijsten staan omdat we opschrijven wat we zien, blijft dit proces ongeloofwaardig. Het lijkt dan vooral een tactiek om tijd te winnen.

Een echte vredesstrategie betekent: wapens neerleggen én mensenrechten respecteren. Niet het één wel en het ander niet. Pas als dat gebeurt, geloof ik dat deze stap richting vrede méér is dan een tijdelijke schijnbeweging.

Tot die tijd blijft wantrouwen terecht.

Turks-Nederlandse Köklü wordt hoofd politie-eenheid Rotterdam

0

De nationale politie benoemt Tolga Köklü tot hoofd van de politie-eenheid Rotterdam. Met zijn aanstelling heeft nu een op de drie regionale politieleiders een migratieachtergrond, meldt NRC.

Eerder werden Martin Sitalsing (Surinaams-Nederlands) en Hamit Karakus (Turks-Nederlands) al benoemd tot politiechef, respectievelijk in Midden- en Noord-Nederland. Karakus kreeg in 2023 de rang van eerste hoofdcommissaris.

Köklü, geboren in Turkije, volgt Fred Westerbeke op, die adviseur van de korpsleiding wordt. De politieorganisatie streeft al langer naar meer diversiteit, maar ligt geregeld onder vuur vanwege meldingen van discriminatie en pesten.

De politie-eenheid Rotterdam kwam in 2020 in opspraak na het uitlekken van racistische uitlatingen in een interne WhatsAppgroep met de naam ‘Jan Smit’. Nederlanders met een migratieachtergrond werden door agenten onder meer getypeerd als ‘kankervolk’, ‘kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’ op wie ze wilden ‘schieten’.

In 2023 werd een agent van de Rotterdamse politie, die eerder was veroordeeld voor een racistische uitlating, benoemd tot leidinggevende bij de vreemdelingenpolitie. Dat besluit werd na felle kritiek ingetrokken.

Köklü (wat ‘geworteld’ betekent in het Turks) werkt al sinds 1991 bij de politie. Hij begon in Limburg, werkte jarenlang in leidinggevende functies in Den Haag en Rotterdam, is daarnaast actief als strategisch adviseur op het gebied van Europese politiesamenwerking.

De VVD gaat weer voor egoïsme voor de rijken

0

Belastingverlaging voor rijke ondernemers en bedrijven, besparingen op de uitkeringen van arme burgers, alsmede bezuinigingen op de zorg: zo wil de VVD de wegens Poetins agressie en Ruttes geloofwaardigheid als NAVO-baas noodzakelijke extra defensie-uitgaven financieren. Dat is de hoofdinzet bij de komende Kamerverkiezingen. Een soort eigen variant op Trumps Beautiful Big Bill.

De naar Brussel vertrokken ex-partijleider had al eerder die voorzet gegeven – betaal alles door verdere afbraak van de verzorgingsstaat – en de huidige partijtop kopt die voorzet in. ‘Bestaanszekerheid’, een begrip waarvan ook de VVD bij de vorige verkiezingen even de mond vol had, omdat dat door toedoen van Pieter Omtzigt even heel erg in de mode was, is nu als programpunt weer tot de economische bovenhelft beperkt.

En met het overnemen van grote delen van het PVV-jargon door Yesilgöz wordt de schuld voor woningnood en andere schaarste opnieuw bij asielzoekers gelegd. Over het veel omvangrijker slavenleger van uitgebuite en vaak rechteloze buitenlandse werknemers – waarvan in de tuinbouw, vleesverwerking en de pakjessorteercentra onder meer de hoofdsponsor van de VVD rijkelijk profiteert – gaat het uiteraard niet.

De schuld voor schaarste (en alle andere maatschappelijke problemen die de onderbuik verontrusten) leggen bij ‘onaangepaste’ vluchtelingen: dat is een vertrouwde tactiek van rechts om het vooral niet over de oorzaken van structurele ongelijkheid te hebben.

Met die keuze van de VVD hoeven we overigens niet onverdeeld ongelukkig te zijn: het maakt duidelijk waar deze partij staat. Namelijk onverkort aan de zijde van de succesvollen, waarbij de minder succesvollen te horen krijgen dat dat hun eigen schuld (of die van vreemdelingen) is. Het is het vertrouwde egoïsme van de rijken dat hier weer met dure woorden wordt goedgepraat.

Maar het schept wel helderheid en biedt klassiek links zo kansen, omdat het weer over geld en inkomen gaat. En de VVD hiermee in elk geval het PVV-achtige geneuzel over groot woke-gevaar, waaraan zich ook Yesilgöz in het verleden op stemmenjacht gretig overgaf, achter zich laat. Zij is gewoon weer het baken van het grootkapitaal.

Waar staat Klaas Dijkhoff in dit verhaal?

Het roept echter wel een vraag op. Waar staat Klaas Dijkhoff in dit verhaal? Met zijn vage nieuwe denktank met de weeïge naam ‘Voor ons Nederland’ benadrukte hij recent dat de grote tegenstelling nu niet loopt tussen links en rechts, maar tussen democratisch en antidemocratisch.

Ik laat even terzijde dat Dijkhoff ongenoemd liet dat het juist zijn eigen VVD was die liever met rechtse antidemocraten dan met linkse democraten pacteerde. Een keuze die in elk geval door de VVD-fractievoorzitter in de Gelderse Staten met zijn zotte aanval op een ‘extreem-linkse’ Timmermans kennelijk nog steeds wordt onderschreven. De enige van de traditionele partijen die in rechtstatelijk opzicht is ontspoord, is immers in Wilders’ kielzog de VVD.

Nee: het gaat mij erom dat de VVD onder leiding van Yesilgöz – als je bij haar tenminste van ‘leiding’ kunt spreken – nu onverbloemd met een rechts economisch programma op de proppen komt, en dat tot hoofdthema maakt. Daarmee verklaart de VVD, op zich terecht, indirect de klassieke links-rechts-tegenstelling weer tot een zeer relevante, zelfs tot de hoofdzaak.

Hoe is dat te rijmen met Dijkhoffs invalshoek? Of meent Dijkhoff dat een keuze voor een rechts programma geen keuze voor een rechts programma is, maar een soort apolitieke vanzelfsprekendheid, onder het motto There is no alternative? Dat is iets wat op zich in rechtse kring wel vaker voorkomt: de veronderstelling dat het neoliberale beleid dat men zelf voorstaat een soort natuurwet volgt. Ook Rutte had in lijn daarmee er een handje van om alle collectieve maatschappelijke vraagstukken als individuele aanpassingsproblemen te vermommen.

Zeker: met de opmars van extreemrechts (en haar normalisatie door gewoon rechts) is de tegenstelling tussen antidemocraten en democraten een zeer essentiële. Maar dat betekent niet dat binnen het democratische kamp rechts en links de strijdbijl moeten begraven en voor een – in de beleidspraktijk rechtse – eenheidsworst moeten kiezen.

Sterker: juist die tendens van de VVD om het eigen turbokapitalisme als vanzelfsprekend voor te stellen, en de slachtoffers zelf de schuld van hun ellende te geven, heeft die doen uitwijken naar extreemrechts.

Na 14 jaar terug in Damascus, het is als een droom

0

Terwijl we opstijgen vanuit Istanbul, kijk ik nog even naar de verlichte stad die nooit slaapt. Dag veilige wereld, zeg ik in mijn hoofd. We zitten in het vliegtuig naar Beiroet. Vanaf daar nemen we de taxi naar Damascus. Als alles goed gaat, slapen we vanavond in de stad die mijn man en ik veertien jaar geleden verlieten. 

Het is surrealistisch, bizar en ongelooflijk spannend. Ik kan mijn emoties van dat moment niet beter samenvatten, want ze bestaan allemaal naast elkaar. Straks ontmoet ik mijn schoonfamilie voor de eerste keer. Ik heb ze nooit eerder gezien, we trouwden nadat we Syrië hadden verlaten. Ook onze kinderen kennen hun Syrische familie niet, want we konden nooit eerder terug, en nu kan het wel. 

Eind vorig jaar viel het regime van Bashar al-Assad, een dictator. Zijn autoriteit werd voor het eerst op de proef gesteld in 2011, toen we er nog woonden. Met een burgeroorlog op komst, besloten we te verhuizen. Eerst naar Dubai, daarna naar Nederland, mijn land. Mijn man integreerde, naturaliseerde en kreeg begin dit jaar een Nederlands paspoort. Precies op het moment dat de Syrische grens wagenwijd openging voor iedere Syriër die terug wilde keren.

Een bord aan de grens met Libanon, dat Syriërs welkom heet in hun thuisland

We hoefden niet lang na te denken. Dit werd onze zomervakantie. We waren in extase over alles wat we daar wilden doen en zien. Maar deze extase maakte al snel plaats voor heel veel zorgen. Want zo rustig was het nog niet in Syrië. De massamoord in Latakia, de strijd in Zuid-Syrië en twee weken voor vertrek bombardeerde Israël de stad Damascus. De grond zakte onder mijn voeten weg, toen ik de beelden zag. Het was alsof ik de impact kon voelen vanuit mijn comfortabele stoel in Rotterdam. Was dit de plek die we gingen bezoeken? Was dit ons vakantieoord?

De laatste dagen voor ons vertrek bekroop me een enorm schuldgevoel. Was ik een slechte moeder, dat ik mijn kinderen meenam naar een land dat ze op het Jeugdjournaal zagen omdat er bommen ontploften? Moest ik niet in eerste instantie zorg dragen voor hun gevoel van veiligheid? Ik werd bestookt met berichten van ongeruste familieleden, vrienden en collega’s. Moesten we wel gaan? En ja, even heb ik me dat echt afgevraagd. Moesten we wel gaan?

Gaza, Libanon, Syrië, het ligt allemaal zo dicht bij elkaar. Het is makkelijk dit gebied te zien als een groot kruitvat, een conflictgebied waar de boel elk moment kan ontploffen. Wie het nieuws volgt, ontkomt niet aan dit sentiment, het neemt je over. Dat gebeurde ook bij mij. Ik zag alleen nog maar het rood van het reisadvies, de beelden van kapotgeschoten gebouwen. En ik vloog er regelrecht op af.

Maar ik had beter kunnen weten. Tenslotte heb ik ook het boek gelezen van Joris Luyendijk: Het zijn net mensen. Hierin beschrijft hij dat zijn collega’s op de redactie eerder wisten dat er aanslag was in Cairo, de stad waar hij woonde en werkte, dan hij. Dan moest hij die aanslag gaan opzoeken, om er verslag van te doen. Als we alleen het nieuws zien, creëren we een beeld van een plek dat geen recht doet aan de realiteit.  

Net als een droom

Inmiddels zit ik op het balkon van onze villa – het lijkt wel een paleis. Onder me het geklets en gelach van familieleden, samen aan een lange tafel in een prachtig verlichte tuin. De tot voor kort onbekende neven en nichten spelen, alsof ze elkaar jaren kennen terwijl ze elkaar niet begrijpen. In de middag zwemmen we met elkaar. Het is als een droom, een die ik niet voor me durfde te zien omdat ik dacht dat het niet kon, of mocht bestaan naast mijn angsten. En nu zijn we hier.

De villa, met uitzicht op een van de voorsteden van Damascus

De omhelzing van deze zussen met hun zo gemiste broer beleef ik steeds weer opnieuw. Ze vlogen hem om de nek, dikke tranen van geluk die vanuit hun tenen kwam, als bij een kind dat haar moeder kwijt was en weer terugvindt. Ik kan het nog horen en dan huil ik er weer om. Na zoveel jaar je familie weer in je armen sluiten. Dat is geluk.

‘Ze vlogen hem om de nek, dikke tranen van geluk’

Sinds we hier zijn, is de kramp verdwenen. Ik zie Damascus door de ogen van mijn schoonfamilie, in plaats van die van ons in het westen. Ik ben nu in hun wereld. Ze vertellen over veranderingen. Over de dingen die weer mogen, zoals paardrijden op de manege, die eerst alleen voor de regering bedoeld was. Over de straten die zijn verbreed, de namen van bruggen die niet de president, maar de vrijheid eren. Over de toeristen uit andere steden die weer door het land durven te reizen. Over de angst die is verdwenen. Ze voelen de vrijheid met al hun zintuigen. 

De impact van het Israëlische bombardement op het regeringsgebouw in Damascus

Maar geen enkele keer gaat het over Israël. Ze zijn er niet mee bezig. Onderweg naar de stad rijden we langs het gebouw dat door Israël werd gebombardeerd. Je ziet de impact van de aanslag vanaf de rotonde, een van de drukste plekken in de stad. Als ik ernaar vraag, vertellen ze dat ze ervan opkeken, want ze voelden de trilling in hun huis. Daarna zagen ze op het nieuws wat er was gebeurd. Ze waren geschrokken. Maar bang? Nee, dat niet. Alles is beter dan de afgelopen veertien jaar. 

In Al-Hamidiyah Souq in de oude kern van Damascus is het drukste van jewelste. We komen voor het ijs van Bakdash, de winkel die ooit in de Lonely Planet terechtkwam als een van de plekken die je moet bezoeken. Ik was er veertien jaar geleden al voor gevallen en wilde er dolgraag weer naar toe, dus namen we de vijftientallige familie mee naar de drukbezochte plek. Ze waren er voor het eerst. Terwijl we genoten van dit zoete erfgoed, brak plots het feest uit. De grote stokken waarmee het ijs wordt fijngestampt werden drums en het personeel begon te zingen. ‘Weg met Bashar!’ klonk het en iedereen was in zijn nopjes om dit spektakel. Hier vieren ze de val van Assad nog steeds. En geef ze eens ongelijk.

Ijswinkel Bakdash

Spanje evacueert opnieuw zieke kinderen uit Gaza, D66 vraagt waarom Nederland niets doet

0

Spanje haalt dertien zieke kinderen en hun families uit Gaza voor medische behandeling. Nederland nam tot nu toe geen patiënten uit Gaza op, ondanks oproepen van ngo’s en de Wereldgezondheidsorganisatie. D66 stelde hierover op 25 juli Kamervragen; maar het kabinet heeft nog niet geantwoord.

De kinderen worden vanuit Jordanië overgevlogen naar Spanje met een A400 militair transportvliegtuig. meldt AFP.

Het is niet de eerste keer dat Spanje dit doet. Sinds oktober 2023 zijn er al meerdere zieke kinderen uit Egypte en Jordanië overgevlogen.

Spanje is een van de grootste criticasters van de voortdurende Israëlische militaire campagne in Gaza, die door vele experts en ngo’s als genocidaal wordt beschouwd. Inmiddels zijn er al meer dan 60.000 Palestijnen door Israël gedood.

‘De situatie in Gaza is absoluut verschrikkelijk. De wreedheid van Netanyahu is totaal onaanvaardbaar, en ik denk dat de internationale gemeenschap moet handelen’, zei de Spaanse minister van Defensie Margarita Robles in een reactie.

Eerder deze week maakte de Spaanse regering al bekend twaalf ton aan voedsel te droppen in Gaza, waar de uithongeringspolitiek van Israël elke dag weer meer Palestijnse levens eist.

D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga heeft Kamervragen gesteld over het uitblijven van Nederlandse medische hulp aan Gazanen. ‘Klopt het dat Nederland tot op heden geen enkele patiënt uit Gaza heeft opgenomen voor medische behandeling, terwijl het merendeel van de West-Europese landen (waaronder Italië, Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, Spanje, België en Zwitserland) dit wél heeft gedaan?’ wil hij weten van minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken).

Die vragen zijn nog niet beantwoord en komen vermoedelijk pas volgende week in het Gaza-debat aan de orde.

Undercoveronderzoek naar Veenendaalse moskee was onrechtmatig

0

Het ‘undercoveronderzoek’ naar moslimradicalisering in de Taubah-moskee in Veenendaal was onrechtmatig. Zo oordeelt de rechter na een aangespannen zaak die jaren heeft geduurd, meldt NRC.

De vreugde is groot onder de advocaten en organisaties die het voor de Taubah-moskee opnamen. ‘Dit raakt niet alleen de islamitische gemeenschap, maar ons allemaal’, schrijft advocaat Elsa van de Loo op LinkedIn. ‘Wat vandaag één groep treft, kan morgen een andere treffen.’

Ze citeert de rechter: ‘Het uitvoeren van zulke onderzoeken zonder wettelijke grondslag is in een democratische samenleving onwenselijk en ondenkbaar, want dat zou betekenen dat de Staat naar willekeur in de rechten van haar onderdanen zou kunnen treden.’

Uit e-mails die nu zijn vrijgegeven, blijkt dat de gemeente Veenendaal het rapport over Taubah deelde met een aantal ministeries. Het is nog onduidelijk met welke ministeries dat is geweest. De rechter verordonneert de gemeente om die informatie per direct te delen met de advocaten van Taubah, anders moet Veenendaal een dwangsom van 1000 euro per dag betalen.

In 2021 kwam aan het licht dat moskeeën in zeker tien gemeenten, waaronder Veenendaal, jarenlang heimelijk zijn onderzocht door het particuliere bureau Nuance door Training en Advies. Dat ging op kosten van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), waar demissionair premier Dick Schoof jarenlang de dienst uitmaakte.

Afro-Caribische muziek en kunst op een Rotterdams treinstation

Sinds enkele weken heeft Rotterdam er een kunstinstelling bij: Galerie NOIR NOIR. De galerie is gevestigd op station Rotterdam-Alexander en biedt een inkijk in de Afro-Caribische cultuur van de stad.

‘Wanneer creatieve makers van Afro-Caribische of Afrikaanse afkomst hun ding willen doen op duurzame wijze ze, kunnen ze vaak alleen terecht bij bepaalde instellingen op basis van een diversiteits- en inclusie beleid. Place making noemen ze dat. Maar ik wilde een instelling waar ik de regels en het beleid bepaal. In het verleden heb ik diverse kunstmarkten georganiseerd namens mijn bedrijf Afrique Magique, nu gaan we het grootser aanpakken’, vertelt initiatiefnemer Sigmar Vriessde.

Door middel van exposities, educatietrajecten, netwerk evenementen en professionaliseringstrajecten wil hij artistieke expressie en creativiteit stimuleren. Niet alleen door het werk te tonen van kunstenaars, muzikanten en andere makers, maar ook door hen in contact te brengen met de juiste mensen.

Het kostte de nodige moeite en tijd om een geschikte locatie te vinden. Aanvankelijk wilde Vriessde een leegstaand pand bij Station Rotterdam-Zuid betrekken, maar dat was niet mogelijk. De NS kwam zelf met een alternatief: een leeg winkelpand op treinstation Rotterdam-Alexander, vertelt Vriessde. ‘Die NS-manager begreep mijn visie. Hij gaf mij de kans om hier iets heel moois neer te zetten.

‘Zo kunnen we steeds weer een nieuwe opening organiseren’

‘Het idee is dat één maker, als onderdeel van een groep van zes kunstenaars, voor een maand de hoofdkunstenaar is, en voor een groot deel mag bepalen hoe de galerie is ingericht. Vervolgens is een andere maker aan de beurt. Zo kunnen we steeds weer een nieuwe opening organiseren.’

Verder is het bedoeling dat bezoekers worden verleid om terug te komen, gaat hij verder. ‘Eerst komen ze misschien 5 à 10 minuten kijken, voordat ze hun trein of metro pakken. Maar als ze het leuk vinden, komen ze een volgende keer weer terug. Op een gegeven moment gaan ze onze instelling als een kunst en cultuurpodiumervaren.’

Op zaterdag 5 juli vond de opening plaats, in samenwerking met North Sea Round Town. Er kwamen een kleine honderd mensen op het event af. Zeven toonaangevende performers gaven een gezamenlijke muzikale voorstelling. ‘De Koreaanse zangeres Rydia kijkt met veel enthousiasme terug op die avond. Ze vertelde dat ze muziek had gemaakt met artiesten die hele andere genres vertegenwoordigen, die samen spontaan iets heel nieuws creëerden.’

Koreaanse zangeres Rydia. Beeld: North Sea Round Town
Koreaanse zangeres Rydia. Beeld: North Sea Round Town

Vriessde vindt het ook belangrijk om als NOIR NOIR verhalen te vertellen over het onbekende Rotterdam. ‘We lieten beelden zien over het culturele leven van Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen woonden en werkten er al Surinamers op Katendrecht, waar jazzcafés waren en bordelen. Duitse soldaten mochten daar van hun officieren niet komen, want jazz werd gezien als een ontaarde muzieksoort, maar ze deden het wel. Het is een onbekend verhaal over de oorlog dat meer mensen zouden moeten horen.’

Behalve een tentoonstellingsruimte en een plek waar events en workshops worden georganiseerd is NOIR NOIR een vooral ook een ontmoetingsplek, met een sterke sociale functie. ‘Prins Alexander is een van de dichtstbevolkte gebieden van Rotterdam, maar hier zijn nauwelijks kunst en culturele faciliteiten. Vrijwel de meeste voorzieningen zijn in het
centrum van Rotterdam. Mensen komen hier ook om een praatje te maken, vooral ouderen. Ik heb mij door de gemeente laten vertellen dat er veel eenzaamheid is onder hen. Deze mensen hebben behoefte om hun verhaal te vertellen, zodat ze gezien en gehoord worden.’

De volgende activiteit bij NOIR NOIR vindt op 29 augustus plaats. Dan treedt de Kaapverdiaans-Rotterdamse kunstenares Nadia Delgado op.