11.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 2

Trump wijt moord op activist Charlie Kirk aan ‘radicaal links’

0

In de Verenigde Staten is grote opschudding ontstaan na de moord op de omstreden Trump-aanhanger Charlie Kirk. De Amerikaanse president, die vorig jaar zelf een aanslag overleefde, reageert fel en spreekt over wraak, zo meldt NRC.

Trump laat er in zijn toespraak geen twijfel over bestaan. Volgens hem kwam de kogel voort uit de omstandigheden die ‘radicaal links’ zou hebben gecreëerd. ‘Radicaal links heeft geweldige mensen als Charlie jarenlang vergeleken met nazi’s, massamoordenaars en criminelen’, zegt hij. ‘Dat soort retoriek is direct verantwoordelijk voor de terreur die we hier nu zien.’

Zo probeert Trump meteen politieke munt te slaan uit de moord op de 31-jarige MAGA-supporter, die niet geliefd was in linkse kringen.

Democraten in Amerika zijn kritisch op het misbruik van de moord voor politieke doeleinden. Een moment van stilte in het Huis van Afgevaardigden leidde zelfs tot ruzie met de Republikeinen.

Intussen is een klopjacht op de dader(s) gaande, van wie nog bijna niets bekend is. De schutter zou Kirk hebben getroffen vanaf het dak van een gebouw met een langeafstandswapen.

Kirk was een invloedrijke aanhanger van extreemrechtse complottheorieën en werd op handen gedragen door MAGA-medestanders, maar was daarom ook gehaat bij linkse Amerikanen.

We dragen een last op onze schouders

0

Gerda stelt zich aan mij voor. Zij is verbonden als hoogleraar aan een van de grote Duitse universiteiten. Haar levensgeschiedenis sluit helemaal aan bij de plek waar wij hebben afgesproken.

Wij zitten in de lobby van het hotel in de Poolse stad, waar zich op een afstand van maar enkele kilometers de restanten van het concentratiekamp Gleiwitz-2 bevinden. Dat is een van de plekken waar mijn vader als enige van zijn gezin tachtig jaar geleden op wonderbaarlijke wijze achter het prikkeldraad de naziterreur wist te overleven.

Eerder op de dag had zij mij gevraagd of ik bereid was naar haar verhaal te luisteren. Het was niet alleen maar een verzoek. Daarvoor was haar smeekbede te indringend geweest.

‘Tijdens mijn studie kreeg ik in Duitsland eindelijk de waarheid over mijn opa te horen. Hij was het die hier in Polen, niet ver vandaan, als SS’er de commandant was geweest van een van die concentratiekampen. Misschien wel een kamp waar uw vader ook heeft gezeten. In ieder geval werd mijn opa direct na de oorlog medeverantwoordelijk gehouden voor de dood van duizenden Joden uit heel Europa. Dat was de vader van mijn moeder. Mijn opa.’

Even zwijgt Gerda, alsof ze wat zij mij nu vertelt ook zelf nog tot zich moet laten doordringen. Maar zij pakt de draad direct weer op.

‘Mijn oma, vader en moeder, ooms en tantes wilden hier nooit verder met mij over praten. Al mijn vragen bleven onbeantwoord. Nooit een woord over schuld of boetedoening. Alleen maar stilte. Alsof er geen geweten bestond. Ik heb mijn studie toen moeten afbreken. Ik kon niet verder en ben Duitsland ontvlucht. Ver weg in het buitenland ben ik later toch nog afgestudeerd. Het heeft jaren geduurd voordat ik weer naar het land waar ik was opgegroeid terug kon gaan. Pas toen mijn beide ouders waren overleden.’

Ons gesprek verdiept zich. Het gaat over schuld, over verantwoordelijkheid, over heling. Over vergeving en herstel. En over haat en vijandigheid.

Gerda vraagt naar het verhaal van mijn opa en oma. Daar kan ik kort over zijn. Hun verhaal is immers maar kort. In dat kleine Hollandse dorpje Ruurlo werden zij door een politieagent thuis opgehaald. Een dag later zaten zij in het doorvoerkamp Vught om van daaruit op de trein naar het Poolse Sobibor te worden gezet. Bij aankomst deed de gaskamer meteen haar werk.

Gerda’s jaren waren gevuld met verdriet, leegte, boosheid, schuld en schaamte

Gerda somt op hoeveel van haar familieleden als mededaders betrokken waren bij de vernietiging van Joodse landgenoten en vraagt mij hetzelfde te doen. Maar dan de opsomming van slachtoffers van die vernietiging.

En dat gaat natuurlijk over opa’s, oma’s, broertjes, ooms en tantes, neefjes en nichtjes, oudooms en oudtantes. Ik probeer te vertellen hoe ik mijn jaren heb doorleefd als kind van overlevenden. Gerda probeert te vertellen hoe zij haar jaren als kind van daders heeft moeten doorleven.

Ik luister aandachtig. Hoe anders is het beleven van mijn jaren na de Shoa, de vernietiging van het Europese Jodendom. Tegen alles in werd mijn leven toch nog ingevuld met hoop. Met toekomstverwachtingen. Met leven. En een groot deel daarvan werd, tot grote vreugde van mijn ouders, ook werkelijkheid. Gerda’s jaren waren gevuld met verdriet, leegte, boosheid, schuld en schaamte.

Voordat wij afscheid nemen, moet ik één zin aan Gerda kwijt: ‘Beiden dragen wij een last op onze schouders. Maar ik weet eigenlijk niet welke last zwaarder weegt. Mijn last als nabestaande van de slachtoffers of jouw last als nabestaande van de daders.’ Met deze zin nemen wij afscheid van elkaar.

Deze dagen denk ik veel terug aan het gesprek met Gerda. Ik heb haar geschreven dat ik hoop put uit onze ontmoeting. Te midden van het voortdurende oorlogsgeweld, de vernietiging, de pijn, de angst en het verdriet probeer ik vooruit te kijken. Vijf jaar, tien jaar, twintig jaar. Of misschien nog wel verder vooruit?

Ook dan zitten de Palestijn en de Israëliër, de Jood en de moslim, de Oekraïner en de Rus, en al die andere nakomelingen van het hedendaagse oorlogsgeweld tegenover elkaar. Samen vertellen zij over de last van oorlog en vernietiging, over de haat en vijandschap van hun ouders en grootouders. Zij spreken over de last die zij als nabestaanden met zich meedragen: de kwelling van schuld en van slachtofferschap.

Wanneer er eindelijk vrede is tussen onze werelden, kunnen we – net als nu, tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog – elkaar helpen om ons pijnlijke, hoe tegenstrijdige ook, erfgoed samen te dragen. Moslim en Jood, en al die anderen, gaan nadenken welke last nu eigenlijk zwaarder weegt: het erfgoed als nakomeling van daders of als nakomeling van slachtoffers.

Met gebogen schouders trekt Gerda de deur van de lobby stil achter zich dicht. Het was maar een gesprek. Maar misschien toch een moment waarop twee mensen elkaar kunnen laten zien wat zij voor het leven ná een oorlog kunnen betekenen. Op maar een paar kilometer afstand van waar het allemaal gebeurd is.

Steeds meer kritiek op talkshows omdat ze te rechts zouden zijn

0

Terwijl politici hun messen slijpen voor de verkiezingsdebatten, woedt ook de strijd om meer diversiteit bij talkshows. Volgens kritische volgers zijn die nu te rechts.

‘De talkshows op de Nederlandse televisie zijn verworden tot een propagandamachine voor rechtse politiek. Terwijl progressieve stemmen worden weggehoest, krijgen extreemrechtse opiniemakers carte blanche om hun giftige boodschappen te verkondigen’, schrijft Joop-redacteur Pascal Vanenburg in een vlammende opinie.

Volgens hem zouden de talkshows ‘gekoloniseerd’ zijn door rechtse opiniemakers. Hij neemt ook zijn eigen omroep BNNVARA op de hak. ‘De lancering van Pauw & De Wit afgelopen maandag was een klap in het gezicht van elke progressieve kijker’, zegt hij over het nieuwe programma dat aftrapte met JA21-politici Joost Eerdmans en Ingrid Coenradie (ex-PVV).

Ook Jeroen Pauw, die zijn nieuwe talkshow als ‘links clubhuis waar rechts Nederland van harte welkom is’, krijgt de wind van voren. Er is niks links meer aan dat programma, vindt opinieschrijver Vanenburg.

In een hoofdredactioneel commentaar bekritiseerde NRC ook de verrechtsing op tv. ‘Avond aan avond konden tafelgasten als Jack van Gelder, Wierd Duk of Bram Moszkowicz hun vaak feitenvrije en polariserende ideeën spuien alsof het feiten waren. Ze normaliseren radicaal-rechts en beweren vol aplomb dat GL-PvdA een extreemlinkse partij is geworden.’

Schrijver Abdelkader Benali kijkt daarom niet meer naar de talkshows. Het is moeilijk om niet cynisch te worden, schrijft hij in zijn column voor de Kanttekening. ‘Er is weinig veranderd. Ik ken journalisten van kleur die achter de schermen vechten voor meer diversiteit en me berichten hoe moeilijk het is om ook deze stemmen erdoorheen te krijgen.’

Ramsey Nasr haalt fel uit naar Israël-steuners bij opening Nomadisch Monument

0

Acteur Ramsey Nasr deelde flink uit bij de opening van het Nomadisch Monument voor Gaza in Den Haag. De veelvoorkomende vraag of Israël bestaansrecht heeft, is volgens hem een ‘retorische dooddoener’ om criticasters van Israël het zwijgen op te leggen.

Nasr sprak in het uitverkochte Theater aan het Spui, waar de kunstinstallatie Nomadisch Monument voor de slachtoffers van de genocide in Gaza is geopend. Een verstilde ruimte waarbij bezoekers ‘langs zachte vilten pilaren van drie meter de Gazastrook binnenstappen’. Het kunstwerk reist langs verschillende plekken in binnen- en buitenland, waaronder Groningen, Utrecht, Parijs en Genève.

De pilaren, waarop de slachtoffers worden geteld, staan op een vloer met een kaart van Zuid-Holland om te tonen hoe klein het gebied is. Het roept associaties op met zowel een gevangenis als het Holocaustmonument in Berlijn. Er vinden op gezette tijden rituelen en herdenkingen plaats voor de Palestijnse slachtoffers, waarbij het geregistreerde dodental inmiddels is opgelopen tot bijna 63.000.

In het programma vallen harde woorden van Nasr naar mensen die Israël onvoorwaardelijk blijven steunen. Hij komt daarbij ook op het zogenoemde ‘bestaansrecht’ dat in discussies over Israël criticasters voor de voeten wordt geworpen. ‘Is that all you got’, zegt hij.

‘Geen enkel land heeft het recht om te bestaan. Nederland ook niet. Zo’n recht staat nergens vastgelegd. Wat wel bestaat is het volkenrecht. Het recht op zelfbeschikking, vrijheid, gelijkwaardigheid en menselijke waardigheid. Mensenrechten, die bestaan wel’, aldus Nasr, die de vraag over het zogenoemde bestaansrecht van Israël verder als een ‘onzinnige’ retorische truc afkeurt.

‘En natuurlijk, het is bedoeld als een soort retorische dooddoener waarna je geacht wordt beschaamd weer in je schuld terug te kruipen. Maar laten we er voor een keer toch maar een antwoord op geven. Nee, geen enkel staatkundig systeem gebaseerd op apartheid, etnische zuivering en genocide heeft dat recht. De koloniale tijden zijn voorbij’, merkt hij op. In Den Haag krijgt hij daarvoor bijna een staande ovatie.

Rasit Elibol: ‘Als kind van migranten voer je een meervoudige strijd’

0

Groene-journalist Rasit Elibol vertelt in zijn nieuwe booek Vuistslagen over zijn jeugd als kind van migranten en de obstakels in de journalistiek. ‘Het gevoel buitengesloten te zijn heeft mij sterk gevormd.’

Rasit Elibol (1984) groeide op in Wormer als zoon van Turkse migranten. Zijn vader was een communistische vluchteling die Turkije in de roerige jaren tachtig ontvluchtte, zijn moeder werkte zich vanuit de fabriek via avondstudies op tot maatschappelijk werker. Zelf koos Rasit pas later voor de journalistiek: via een cursus in een buurthuis belandde hij op de School voor Journalistiek en uiteindelijk bij het prestigieuze weekblad De Groene Amsterdammer, waar hij zich ontwikkelde tot een scherpe essayist en interviewer. In zijn nieuwe boek Vuistslagen verweeft hij zijn persoonlijke geschiedenis met bredere vragen over migratie, sociale mobiliteit en identiteit in Nederland.

Voor zijn journalistieke werk kreeg Rasit Elibol verschillende prijzen, waaronder de prestigieuze European Press Prize (runner-up), de VPRO Bagagedrager en de Haagse Persprijs. Met een essay over opgroeien in armoede werd hij uitgeroepen tot Meesterverteller door de Stichting Verhalende Journalistiek.

Toen ik je boek las, viel me op dat het niet zozeer voelt als een gevecht tegen het Nederlandse systeem, maar eerder als een gevecht met jezelf. Was dat ook het idee toen je begon met schrijven?

‘Het is het allebei. Het klopt wat je zegt, maar dit boek is gaandeweg ontstaan. Sommige hoofdstukken zijn al eerder als essays verschenen in De Groene Amsterdammer. Maar het gevecht dat je voert met jezelf, komt natuurlijk ook deels door het systeem. Zeker als je opgroeit in armoede, als kind van migranten.’

Wat dreef je?

‘Vaak wordt het publieke debat over migratie, sociale mobiliteit of armoede gevoerd door mensen zonder eigen ervaring. Dat stoorde me, omdat ze vaak geen idee hadden. Ik wilde daar een persoonlijk verhaal tegenover zetten. Mark Rutte zei ooit dat sommige mensen zich moeten ‘invechten’. Dat is ook echt mijn realiteit geweest: ik ben opgeklommen – en kwam veel obstakels tegen. En die mogen niet benoemd worden, je moet vooral blij en dankbaar zijn. Daarom wilde ik ook laten zien dat het niet zwart-wit is. Het gaat niet alleen om vechten tegen een samenleving, maar net zo goed om vechten met jezelf en met wat je van huis uit meekrijgt.’

Tegen wie vocht je dan precies?

‘Ik heb een heel boek nodig gehad om dat uit te leggen. Als kind van migranten voer je eigenlijk een meervoudige strijd. Thuis krijg je een cultuur mee die niet altijd strookt met de buitenwereld. Tegelijkertijd merk je dat de Nederlandse samenleving je nooit volledig als gelijke zal zien. Je balanceert constant tussen die twee werelden. Daar komen nog armoede en intergenerationele problemen bij. En dan had ik nog een letterlijk gevecht: mijn relatie tot geweld, waar ik in het boek ook over schrijf.’

‘Sommige Turkse kinderen mochten niet met mij spelen’

Je groeide op in Wormer. Hoe was dat?

‘Wormer is heel erg wit. Het zou me niet verbazen als de PVV er groot is. Wij woonden in een flat, daar had je wel wat gezinnen met een migratieachtergrond. Maar mijn ouders waren niet religieus; mijn vader was communist. Sommige Turkse kinderen mochten daarom niet met mij spelen. De Nederlanders vonden ons niet Nederlands genoeg, en de Turken vonden ons niet Turks genoeg. Dat gevoel van buitengesloten zijn heeft mij sterk gevormd.’

Je vader kwam in 1980 naar Nederland. Het jaar van de militaire coup in Turkije. Was hij een vluchteling?

‘Ja, dat hij Turkije in die tijd verliet was geen toeval. Hij maakte geen deel uit van de gastarbeidersstroom, dat gold meer voor mijn moeders kant van de familie. Mijn vader was een Turkse communist die mede vanwege de politieke omstandigheden zijn land verliet. In Turkije ontmoette hij mijn moeder, die ook van Turkse afkomst is – maar uit een dorp komt, terwijl mijn vader uit de stad kwam. Ze zijn uitgehuwelijkt.’

Je beschrijft je vader als een man die veel las. Heeft dat jouw eigen schrijverschap beïnvloed?

‘Absoluut. Mijn vader zat vaak aan tafel, soms met een krant, soms met een boek. Ik zag lezen als iets vanzelfsprekends. Er stond in hun slaapkamer een boekenkast, al waren die boeken in het Turks. Daarom interesseerde ik me daar niet voor. Pas toen ik volwassen was zag ik in zijn kast veel Russische klassiekers, communistische schrijvers. Mijn ouders stimuleerden mij wel om te lezen, ook in het Nederlands. Dat heeft mij zeker richting schrijven geduwd.’

En je moeder is later maatschappelijk werk gaan studeren. In je boek schrijf je hoe bepalend dat is geweest.

‘Mijn moeder begon pas later met studeren. Eerst leerde ze de taal, daarna deed ze mbo, hbo en tenslotte zelfs wat vakken op de universiteit. Ik was een jaar of 15 toen ze afstudeerde. Ze was een belangrijk voorbeeld voor mij. Mijn ouders hadden altijd in de fabriek gewerkt. Toen eerst mijn vader ziek werd en vervolgens mijn moeder gezondheidsproblemen kreeg, besloot ze: ‘Ik moet iets anders doen.’ Daardoor zag ik in ons eigen gezin wat het doet als je wat treden opklimt op de sociale ladder.’

Beeld: De Bezige Bij

Wanneer zette jij zelf die stap richting schrijven en journalistiek?

‘Dat gebeurde pas in mijn twintiger jaren. Ik had geen opleiding en duizend baantjes gehad. In Amsterdam Nieuw-West volgde ik een cursus tv-maken in een buurthuis, waar ik een korte documentaire maakte. Dat vond ik geweldig. Toen realiseerde ik me: ik wil hier iets mee doen. Zo ben ik uiteindelijk bij de School voor Journalistiek in Utrecht terechtgekomen. Ik was toen al 24.

‘De eerste jaren werkte ik als freelancer. Ik nam alles aan, ook de rotklusjes, omdat ik dacht: ‘Ik kom van een achterstand, ik moet harder werken. Het voelde als mijn laatste kans om nog iets te maken van mijn leven.’

Hoe heb je de journalistiek ervaren? Is het echt dat ‘witte bolwerk’ waar vaak over gesproken wordt?

‘Ja, het is een wit bolwerk. Ik heb me vaak niet thuis gevoeld op redacties, maar dat ligt vast ook deels aan mezelf. Tegelijkertijd hoor ik van veel collega’s met een migratieachtergrond hetzelfde: je moet je extra bewijzen, en als je een beetje tegengas geeft, word je al snel als lastig gezien.’

Zie je verbetering qua diversiteit in de journalistiek?

‘Het is iets beter dan toen ik vijftien jaar geleden begon, maar nog steeds behoorlijk wit. Je hoeft alleen maar naar colofons te kijken. Bovendien krijgen journalisten met een migratieachtergrond vaak ‘migratie-gerelateerde’ onderwerpen toegewezen: integratie, discriminatie, identiteit. Dat is zonde en natuurlijk geen echte diversiteit.’

Wat vind je van diversiteitsquota en traineeships die redacties inzetten?

‘Ze kunnen werken, maar het is dubbel. Enerzijds zorgen quota en programma’s voor meer diversiteit, anderzijds kan het mensen het gevoel geven dat ze alleen vanwege hun achtergrond zijn aangenomen. Dat heb ik zelf ook ervaren. En het kan ook oneerlijk uitpakken op individueel niveau: ik ken getalenteerde journalisten van Nederlandse afkomst – maar bepaald niet geprivilegieerd – die werden afgewezen omdat ze niet ‘divers genoeg’ waren. Diversiteitsbeleid kan dan voor individuen heel pijnlijk zijn. Toch werkt het, denk ik, wel om het grotere plaatje meer in balans te krijgen. Er is ook sprake van achterstallig onderhoud.’

‘Sociale mobiliteit is voor iedereen ingewikkeld, maar bij kinderen van migranten spelen extra factoren’

Je boek gaat ook over zelf-sabotage die soms komt kijken bij sociale mobiliteit. Is dat een taboe?

‘Ik denk van wel. In Nederland geloven we sterk in het idee dat iedereen gelijke kansen heeft. Als je het maakt, heb je dat aan jezelf te danken. Als je faalt, ligt dat ook aan jou. Maar dat is een mythe. Sociale mobiliteit is voor iedereen ingewikkeld, maar bij kinderen van migranten spelen extra factoren: loyaliteit aan ouders die zelf hun eigen problemen hebben, verwachtingen, ook vanuit een andere cultuur. Ik zie weinig mensen die de sociale klim volledig ongeschonden doorkomen, zeker diegenen met een migratieachtergrond.’

Heb je zelf nog last van bepaalde zaken?

‘Ja. In mijn boek schrijf ik ook over dingen waar ik me voor schaam. Bijvoorbeeld hoe ik mijn ouders verdriet deed in mijn puberteit. Mijn vader is ziek – en niet meer helemaal helder, maar ik heb mijn moeder een aantal hoofdstukken laten lezen. Zij reageerde zoals je hoopt dat je ouders reageren. Ze is vooral trots op me en zei: ‘Ja, het waren toen pittige jaren, maar uiteindelijk viel het mee.’ Terwijl ik jarenlang het gevoel heb gehad dat ik ze echt een rotleven heb bezorgd en het ze nog moeilijker heb gemaakt.’

Hoe wit ben je zelf geworden?

‘Haha, mijn baan is denk ik wel het ‘witste’ aan mij. Er zijn Turken die me verkaasd noemen en Nederlanders die me nooit volledig zien als één van hen. Ik heb ooit zelfs mijn Turkse nationaliteit opgegeven, vooral om praktische redenen, maar dat voelt nu toch dubbel. Ik heb lange tijd een ambivalente verhouding gehad tot Turkije, het altijd een beetje weggestopt. Maar de laatste jaren, vooral sinds ik zelf kinderen heb, kom ik er vaak en graag en zie ik dat het een mooi land is dat onderdeel is van wie ik ben.’

Je ouders komen uit Turkije maar zijn Tjerkessen. Speelt die achtergrond nog een rol?

‘Zeker. De Tjerkessen zijn in de negentiende eeuw door de Russen uit hun gebied verdreven en kwamen terecht in het Ottomaanse Rijk. Die geschiedenis – en de genocide die toen plaatsvond – wordt nog elk jaar herdacht. Mijn moeders familie spreekt nog steeds hun eigen taal, naast het Turks. Zelf ga ik binnenkort voor een VPRO-serie onder meer onderzoek doen naar die roots.’

Je hebt een Surinaamse vriendin. Toeval?

‘Ik ben natuurlijk niet verliefd op haar geworden vanwege haar achtergrond. Zij is half Creools, half Nederlands. Maar we herkennen wel allebei het gevoel van in een tussenpositie zitten. Dat schept een onuitgesproken band.’

‘Achter elk succesverhaal zit een lange weg met obstakels’

Wat hoop je dat lezers meenemen uit jouw boek?

‘Dat sociale mobiliteit complex is, net als migreren. Het gaat niet alleen om kansen pakken of hard werken. Het gaat ook over verlies, schaamte, loyaliteit en identiteit. Ik hoop dat lezers zien dat er achter elk succesverhaal een lange weg met obstakels zit – en dat daar meer erkenning en begrip voor mag zijn.’

Wat zou je jongeren willen meegeven die in vergelijkbare omstandigheden opgroeien?

‘Het klinkt cliché, maar: vind iets waar je echt voor wilt gaan en werk daarvoor. Laat je niet definiëren door anderen. Al is dat moeilijk, want je identiteit hangt ook af van hoe anderen je zien. Maar zelfs als je een moeilijke start hebt, is er altijd een kans om er iets van te maken.’

En hoe kan de samenleving kinderen zonder cultureel kapitaal meer kansen bieden?

‘Ik denk nog vaak aan het programma De Wereld Draait Door. Daar werd weleens lacherig over gedaan, maar voor veel jongeren was dat de eerste kennismaking met schrijvers en kunst. Verheffing, ja. Zulke deurtjes in de muur zijn cruciaal. Niet iedereen groeit op met boeken in huis. We moeten manieren vinden om die kennismaking tóch mogelijk te maken.’

Israëlische luchtaanval op Doha, Hamas-leiders blijven ongedeerd

0

Op dinsdag 9 september heeft Israël een reeks luchtaanvallen uitgevoerd op gebouwen in de Qatarese hoofdstad Doha, gericht op de politieke top van Hamas. Volgens bronnen van Middle East Eye overleefden alle hoge Hamas-leiders de aanval, waaronder Khalil al-Hayya, Khaled Meshal en Zaher Jabarin. Zij waren bijeen om een Amerikaans voorstel voor een staakt-het-vuren in Gaza te bespreken.

De aanval eiste echter het leven van Hammam al-Hayya, zoon van Khalil al-Hayya, en Jihad Lubbad, diens kantoorhoofd. Meerdere anderen raakten gewond. Rond 16:00 lokale tijd troffen twaalf raketten de gebouwen, aldus mediaberichten.

Het Israëlische leger bevestigde de aanval en verklaarde dat het gericht was op de hoogste leiding van Hamas. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu liet weten dat Israël de volledige verantwoordelijkheid opeist voor deze aanval.

Qatar reageerde fel en noemde de aanval een laffe Israëlische daad en een flagrante schending van alle internationale wetten en normen. De Golfstaat kondigde aan dat er op het hoogste niveau onderzoek wordt gedaan naar de aanval.

De Verenigde Naties en diverse landen in de regio, waaronder Turkije, Iran, Saoedi-Arabië en Jordanië, hebben de aanval ook veroordeeld. Volgens Israëlische media was de aanval vooraf afgestemd met de Amerikaanse regering. President Donald Trump zou er zijn goedkeuring aan hebben gegeven.

Russische drones boven Polen neergehaald met hulp van NAVO

0

In de nacht van 9 op 10 september heeft Polen samen met NAVO-partners Russische aanvalsdrones neergehaald die het Poolse luchtruim waren binnengedrongen. Dit bericht de NOS.

De Poolse minister-president Donald Tusk bevestigde dat het ging om een groot aantal drones die een directe bedreiging vormden voor burgers. De operatie verliep succesvol en er vielen geen gewonden. Volgens Tusk lijkt het incident op een grote Russische provocatie en is Polen in nauw overleg met bondgenoten. NAVO-chef Mark Rutte werd direct op de hoogte gebracht en staat in voortdurend contact met de Poolse regering.

Naast Poolse straaljagers zijn ook NAVO-vliegtuigen opgestegen. Het Poolse leger bedankte expliciet de Nederlandse luchtmacht voor haar bijdrage aan de operatie. Sinds 1 september helpen Nederlandse F-35’s bij het bewaken van het NAVO-luchtruim boven Oost-Europa. Of Nederland direct betrokken was bij het onderscheppen van de drones is nog niet bevestigd. In het oosten van Polen, nabij het dorp Czosnowka en dicht bij de grens met Belarus, is een beschadigde drone aangetroffen. De Poolse autoriteiten zoeken op meerdere locaties naar brokstukken van neergehaalde drones, die volgens Polen afkomstig zijn uit Rusland.

Vier Poolse vliegvelden, waaronder Chopin Airport in Warschau, werden tijdelijk gesloten. Het Poolse leger is in verhoogde staat van paraatheid gebracht en militairen kunnen versneld worden opgeroepen. De regering kwam vanochtend vroeg bijeen voor een spoedoverleg. NAVO-woordvoerder Allison Hart bevestigde dat NAVO-luchtverdediging actief heeft bijgedragen aan het neerschieten van de drones. De NAVO-ambassadeurs zullen vandaag bespreken hoe de alliantie heeft gereageerd op de luchtruimschendingen.

De internationale reacties zijn fel. De Oekraïense president Zelensky waarschuwde voor een uiterst gevaarlijk precedent en meldde dat tijdens de Russische aanval op Oekraïne minstens acht aanvalsdrones op Polen waren gericht. Volgens Oekraïne werden in totaal 415 drones en tientallen raketten ingezet. De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Andriy Sybiga, schreef dat Poetin blijft escaleren en het Westen test. Een zwakke reactie zou Rusland alleen maar verder aanmoedigen.

Ook Nederlandse politici reageerden kritisch. D66-leider Rob Jetten noemde het een ‘ongekende escalatie’ en riep op tot meer steun voor Oekraïne en een sterkere Europese defensie. GroenLinks-PvdA-voorman Frans Timmermans benadrukte dat Poetin een directe bedreiging vormt voor de veiligheid in Europa en dat een krachtige, eensgezinde reactie van NAVO nodig is.

De Poolse krijgsmacht noemde de luchtruimschendingen ‘ongekend’ en sprak van een echte dreiging voor de veiligheid van burgers. De operatie is inmiddels afgerond, maar het onderzoek naar crashlocaties van neergehaalde drones is nog gaande. Het incident markeert een kantelpunt: voor het eerst heeft een NAVO-lidstaat Russische drones neergehaald boven eigen grondgebied.

Islamofobie: varkenskoppen bij moskeeën in Parijs

0

Op dinsdagochtend 9 september zijn bij meerdere moskeeën in Parijs en omliggende departementen varkenskoppen aangetroffen. De politie start een onderzoek. Dit bericht Morocco World News.

De incidenten vonden plaats in de hoofdstad zelf, evenals in Seine-Saint-Denis ten oosten van Parijs en Hauts-de-Seine in het zuidwesten. De Franse autoriteiten hebben direct een onderzoek ingesteld naar wat wordt beschouwd als doelbewuste provocaties van de islamitische gemeenschap.

De politie is ter plaatse bezig met het verzamelen van bewijsmateriaal en probeert de daders van deze gecoördineerde acties te identificeren. Tot nu toe zijn er geen verdachten aangehouden en is er nog geen duidelijkheid over de precieze motieven achter de aanvallen.

De Franse overheid heeft haar steun uitgesproken aan de getroffen gemeenschappen en benadrukt dat aanvallen op religieuze instellingen onacceptabel zijn. Ook internationale organisaties en mensenrechtenactivisten volgen de situatie met bezorgdheid, nu islamofobe uitingen en geweld in Europa steeds vaker voorkomen.

Deze gebeurtenissen passen in een bredere context van toenemende islamofobie in Frankrijk. Eerdere dit jaar werd in Lyon een exemplaar van de heilige Koran ontheiligd en verbrand, werden moskeebestuurders in Sucy-en-Brie bedreigd, en vond er een steekpartij plaats in een moskee. De dader van die aanval stak tientallen keren in op een moslimman die aan het bidden was. Hij slaakte daarbij islamofobe leuzen.

Lees verder:
Franse autoriteiten: Rusland mogelijk achter varkenskop-provocaties bij moskeeën

Chinese parade laat zien dat de wereldorde is veranderd

0

Het valt niet te ontkennen dat de parade van 3 september op het Tiananmenplein, waarmee China het 80-jarig jubileum van de overwinning op Japan en het einde van de Tweede Wereldoorlog vierde, buitengewoon indrukwekkend was. Er waren meer dan 10.000 militairen die in strakke pas en volkomen synchroon marcheerden, meer dan 100 gevechtsvliegtuigen raasden over dit Plein van de Hemelse Vrede. Daarnaast werd de natie en de wereld een heel scala aan nieuwe bewapening getoond. Het geheel duurde meer dan een uur en was adembenemend.

Tien jaar geleden, toen wij net in Hongkong woonden, volgde ik deze parade ook met open mond. Nu besef ik hoeveel er in tien jaar veranderd is. In 2015 was de boodschap van China: wij staan voor vrede, en als bewijs daarvan werd aangekondigd dat het leger met 300.000 manschappen zou inkrimpen. De boodschap die China nu uitzendt, is een geheel andere: China is militair onafhankelijk en bepaalt zelf zijn rol op het geopolitieke toneel. Dit is een glashelder signaal aan Taiwan en de liberale democratieën.

China bepaalt zelf zijn rol op het geopolitieke toneel

Want ook het bordes zond op 3 september een niet mis te verstane boodschap uit. Naast Xi Jinping zaten Vladimir Poetin van Rusland en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. Kort daarvoor hadden deze drie ook nog de hand geschud van de Indiase leider Narendra Modi. Die was wel aanwezig bij de bijeenkomst van de Shanghai Cooperation Organization die op 1 september plaatsvond. En ook al was hij niet bij de parade, ook dat signaal was duidelijk. Nu de Verenigde Staten India tarieven opleggen van 50 procent, haalt India de banden met China openlijk aan. En zo kwamen daar in China ‘de draak, de olifant en de beer’ bij elkaar. Deze kleine dierentuin (China, India en Rusland) is samen goed voor 40 procent van de wereldbevolking en 25 procent van de wereldeconomie. Minzaam glimlachten de heren en ze maakten duidelijk: dit is de nieuwe wereldorde, wij pakken onze ruimte. Wen er maar aan.

VS ziet weinig in zachte krachten

Ook bij UNESCO, de VN-organisatie voor wetenschap, onderwijs, communicatie, kunst en cultuur, is het duidelijk dat er sprake is van veranderende verhoudingen. Op 22 juli jl. kondigden de Verenigde Staten aan zich, voor de derde keer, terug te trekken uit UNESCO. De reden die de regering-Trump hiervoor geeft, is dat de organisatie ‘woke’ is. Sowieso ziet de VS heel weinig in de zachte krachten waar UNESCO voor staat, zoals culturele diplomatie en het bevorderen van alles wat mensen verbindt vanwege het pure feit dat ze mens zijn.

Dit terugtrekken van de VS heeft natuurlijk financiële consequenties, maar misschien nog veel belangrijker is dat er een vacuüm ontstaat waar China graag instapt. Allang heeft China door wat veel andere landen nog niet doorhebben: dat de zachte krachten en culturele diplomatie juist nu, in een wereld van conflict, van groot belang zijn. Dat je, door je daarvoor in te spannen, als land internationaal een positief imago opbouwt en aanzien verwerft.

China zal nu zijn budget verhogen en, omdat wie betaalt bepaalt, zal China meer topfuncties opeisen. En daarmee diplomatieke en dus ook politieke invloed. Het past allemaal bij wat we op 3 september zagen: de wereldorde is veranderd.

Voor een deel is het ook terecht dat landen als China en India een dikkere vinger in de internationale pap krijgen. Neem UNESCO. In 2022 was China goed voor 15 procent van het budget en bekleedde 1.600 staffuncties. De VS was goed voor 22 procent van het budget en kreeg ruimte voor 15.000 stafleden.

Ook wij in Europa zullen moeten erkennen dat het tijd is voor eerlijker verhoudingen

Ook bij andere internationale instellingen is deze scheve verhouding merkbaar. En dat past niet, als we het aandeel in wereldbevolking en -economie serieus zouden nemen. Nog afgezien van Rusland, India en China: de BRICS+-landen samen zijn volgens de laatste cijfers van het IMF en de samenvatting van de laatste BRICS-top (juli 2025) goed voor 54,6 procent van de wereldbevolking en 44 procent van het wereld-BBP (Gross Domestic Product).

Ook wij in Europa zullen moeten erkennen dat het tijd is voor eerlijker verhoudingen. En een show zoals die van 3 september op het Plein van de Hemelse Vrede, van militair machtsvertoon en politieke samenwerking, moet ons de ogen openen. De wereldorde is veranderd, autoritaire regimes zenden niet meer een boodschap van vrede uit, maar testen de liberale democratieën. Nu gebeurt dat nog op tribunes en in parades, maar het signaal is duidelijk.

Als het ons, als liberale democratieën, serieus is met mensenrechten en de waarden van de democratische rechtsstaat, zullen wij bereid moeten zijn die te verdedigen. Dat betekent samenwerken, krachten bundelen en, nu vroegere bondgenoten wegvallen, nieuwe allianties aangaan met landen in het Mondiale Zuiden die ook voor deze waarden staan.

Ik hoop van harte dat visies op de geopolitieke uitdagingen deel uit zullen maken van de komende verkiezingsdebatten. Omdat onze keuze op 29 oktober ook door deze visies bepaald moet zijn.

Nieuw wetsvoorstel: hulp aan illegalen niet strafbaar

0

Illegaal verblijf in Nederland wordt wel strafbaar, maar hulp aan mensen zonder verblijfsvergunning niet. Dit staat in het aangepaste wetsvoorstel, dat gisteren gepubliceerd werd.

Minister David van Weel (Asiel en Migratie) deed de aanpassingen naar aanleiding van het advies van de Raad van State vorige week. Hierin stond dat wanneer illegaliteit strafbaar wordt, dan ook hulpverlening aan mensen zonder verblijfsvergunning strafbaar zal zijn volgens het strafrecht. Dit was niet wat met de nieuwe maatregel beoogd was.

Voor het zomerreces stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel, dat verblijf in Nederland zonder verblijfsvergunning strafbaar moet stellen. Er ontstond toen ophef over de mogelijke impact op hulpverleners van ongedocumenteerden. Vooral christelijke partijen sprongen in de bres voor deze hulpverleners, die vaak vanuit de kerk zorgen voor menselijke opvang.

Er was echter ook veel kritiek op het wetsvoorstel in zijn geheel. Afgelopen zondag gingen mensen in Den Haag de straat op om aandacht te vragen voor de impact op mensen die zonder verblijfsvergunning in Nederland wonen of werken. Geen enkel mens is illegaal, is een veel gehoord argument.

Als deze uitbreiding ongeclausuleerd wordt doorgevoerd, zou Nederland in één klap tot de strengste EU-landen behoren op dit vlak, schrijft het Clingendael Instituut in een reactie. ‘De maatregel belooft migratie te ontmoedigen, maar internationale ervaringen en literatuur vertellen een ander verhaal. De maatregel blijkt geen afschrikkend effect te hebben in België, Duitsland, Zweden en Italië en levert vooral negatieve maatschappelijke bijeffecten, hoge kosten en uitvoeringsproblemen op.’

De minister wil echter van geen wijken weten. De novelle richt zich enkel op hulpverlening. Wel wordt elke vorm van hulpverlening ontzien, om te vermijden dat er een discussie ontstaan over de medemenselijkheid van de hulp, zo bericht de Volkskrant. Er zouden al andere wetten zijn waarin bepaalde vormen van ‘hulp’ aan mensen zonder verblijfsvergunning strafbaar zijn gesteld, zoals mensensmokkel.

De aanpassingen zijn gepubliceerd in de vorm van een internetconsultatie. Hierna zal de Raad van State zich erover buigen, daarna gaat het voorstel opnieuw naar de Tweede Kamer.