26.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 233

Onderzoek naar brand bij islamitische basisschool in Nijmegen

0

In de nacht van zaterdag op zondag is er brand uitgebroken bij een islamitische basisschool in Nijmegen. De politie sluit brandstichting niet uit.

Het gaat om de basisschool Hidaya aan de Heiweg. De school staat, naar eigen zeggen, voor ‘verrijkend en verbindend onderwijs, geïnspireerd op de islamitische identiteit, om midden in de Nederlandse samenleving te mogen worden wie je bent’.

Een woordvoerder van de school vertelt de Kanttekening dat de schade feitelijk wel meevalt. ‘Alleen de buitendeur is beschadigd. We hebben aangifte gedaan. De politie doet nu onderzoek. Dat wachten we af.’ De woordvoerder vertelt ook dat de school in het verleden geen last heeft van bedreigingen en ook dat er geen spanningen zijn met buurtbewoners, of iets dergelijks. ‘Er zijn geen problemen.’

In antwoord op vragen van de Kanttekening laat de politie het volgende weten: ‘De toedracht van de brand wordt op dit moment nog onderzocht dus we kunnen nog niet bevestigen of ontkrachten dat het om brandstichting gaat. Wij hebben niet het beeld dat er eerder problemen in de buurt of met de basisschool zijn geweest. Ook niet dat er recent islamofobe incidenten hebben afgespeeld. Uiteraard nemen wij deze zaak, net als elke andere zaak, uiterst serieus.’

Erik Ader prikt in een nieuw boek zestien pro-Israëlische mythen door

0

Erik Ader ontmantelt in zijn nieuwe boek zestien mythen over Israël. Persoonlijk heeft hij – zoon van ouders die in de Tweede Wereldoorlog Joden hielpen – een hele bekering doorgemaakt in hoe hij naar die Joodse staat kijkt. ‘Hamas is wel degelijk tot vrede bereid.’

Ader heeft zijn vader nooit gekend. Dominee Bastiaan J. Ader is in 1944 gefusilleerd door de Duitse bezetter. Erik, de jongste van twee zoons, was toen twee weken oud. Later werkte Erik Ader als diplomaat in onder andere Beiroet en Lima.

In de eerste decennia na de oorlog was de publieke opinie overweldigend positief over Israël. Het land leek een heilsstaat: de democratie, land van melk en honing, de woestijn bloeit. Geleidelijk ontdekte Ader dat de populariteit van Israël berust op mythen.

Ook zag hij ter plaatse hoe Israël alles wil uitwissen wat Palestijns is. Ader bezocht in het land een bos, geplant ter ere van zijn vader. De dertienhonderd bomen van dit Ds. Ader Bos bleken echter een bijbedoeling te hebben: ze verbergen de sporen van een Palestijns dorp dat op die plaats lag.

Ader schreef in 2020 Oorlogen & oceanen over zijn familiegeschiedenis. Dit jaar verscheen in het verlengde daarvan Kinderen van Amalek, waarin hij mythen en feiten benoemt over Israël en de Palestijnen. Het boek is gewijd aan zijn ouders, de ‘aanstichters’ van zijn betrokkenheid bij dit conflict.

Waarom heb je dit nieuwe boek geschreven?

‘Mensen denken vaak dat ze wel weten hoe het zit. Maar dat is een overschatting van de werkelijke situatie. Ik merk dat ook bij mezelf. Ik ben in de loop van de tijd van pro-Israël naar steeds kritischer geworden, ontdaan door wat de Palestijnen wordt aangedaan. Toch was er ook voor mij nog weer veel nieuwe informatie. Ik denk dat het over het algemeen met de kennis van dit conflict tegenvalt. Mijn boek wil systematische informatie geven over wat er is gebeurd en of onze beeldvorming klopt.’

‘Israël houdt niet meer de schijn op voor de buitenwereld’

Dat beeld is sterk bepaald door grote media zoals de NOS.

‘Ja, zeker. In die beeldvorming is wel wat verschoven. Eerst was het paradigma: alles wat Israël doet is goed. Nu is het: waar twee kijven, hebben twee schuld. Dat gaat echter nog niet ver genoeg. Want als je naar de feiten kijkt, kun je zonder moeite aanwijzen wie de agressor is in het conflict en wie de benadeelde partij is.

Ik denk dat vooral twee dingen onderbelicht zijn. Ten eerste het beeld van Israël dat de vredeshand uitsteekt, die door Arabische landen en Palestijnen constant wordt afgeslagen. Dat is hoe Israëlische propaganda werkt.

Ten tweede zijn mensen relatief onbekend met de religieuze impulsen die het Israëlische beleid en de Israëlische visie aan het dicteren zijn. Dat is vooral de laatste tijd duidelijk geworden, met de Smotrichs en Ben Gvirs in de regering [extremistische ministers in de huidige regering-Netanyahu in Israël, red.]. Weliswaar speelden de civiele en militaire autoriteiten al veel langer met die Joodse kolonisten onder een hoedje, maar het gaat steeds openlijker. Nu wordt het ook expliciet gesteund vanuit de regering. Israël houdt niet meer de schijn op voor de buitenwereld.’

Je noemt je ouders de ‘aanstichters’ van je betrokkenheid. In welke zin zijn zij dat?

‘Voor een antwoord daarop moet je kijken naar Oorlogen & oceanen, dat de context verschaft voor Kinderen van Amalek. Ik beschrijf in dat eerste boek de fietstocht die mijn vader in 1937 maakte naar Jeruzalem. Dat getuigde in die tijd van ondernemingszin. Op een herenfiets, over grotendeels ongeplaveide wegen die tocht afleggen. Daardoor kreeg ik in 1966, als 21-jarige, zin om ook zelf eens te gaan kijken in dit land dat overvloeide van melk en honing – het ‘wonder’, verricht door socialistische idealisten. Ik ben op bezoek geweest bij oud-onderduikers die bij mijn ouders hadden gewoond.’

Hoe kwamen die onderduikers bij je ouders terecht?

‘Mijn ouders kregen in 1942 een briefje van een Joodse kennis uit Amsterdam: “Ik verkeer in grote nood, kan ik bij jullie komen schuilen?” Ze moesten er even over nadenken. Het tweede gebod van Jezus, ‘heb je naaste lief als jezelf’, maakte dat ze vonden dat ze geen nee konden zeggen. Toen kwam zij dus bij mijn ouders wonen, in de pastorie in Noordoost-Groningen. Al gauw begon mijn vader systematisch Joodse landgenoten op te halen uit Amsterdam om ze te laten onderduiken, eerst in de pastorie, vervolgens ook bij anderen. Hij zette een hele organisatie op om dit te regelen. Een deel van die onderduikers bleef na de oorlog in Nederland, een deel ging naar Israël.’

Dat is nogal wat, als je een jong gezin hebt. Je oudere broer is geboren in 1942. Namen zij een enorm risico terwijl de rest van Nederland zich koest hield?

‘Hoe groot dat risico was, is wel gebleken.’

Wat was je ervaring toen je zelf oud-onderduikers ontmoette?

‘Ik maakte mijn reis niet met het vliegtuig, zoals in die tijd al gebruikelijk was, maar liftend, in het bandenspoor van mijn vader. Ik kwam daardoor door Libanon, Syrië en Jordanië – dat voor de Zesdaagse Oorlog van 1967 ook nog de Westbank omvatte. Daar stuitte ik op een werkelijkheid die ons in Nederland volstrekt onbekend was. Palestijnse vluchtelingen leefden daar in kampen, in armoedige omstandigheden, beroofd van hun middelen van bestaan, aangewezen op de bedeling. Uitzichtloos. Er was geen uitzicht op terugkeer. De omringende landen wilden hen ook niet opnemen en hadden daar goede redenen voor.

Hier komt mijn betrokkenheid vandaan. Dat was een geleidelijk proces. Ik sprak in Israël oud-onderduikers, maar als ik het had over mijn ervaringen onderweg in de omringende landen, was er geen belangstelling. Ze spraken alsof ik op het vliegveld bij Tel Aviv was uitgestapt en rechtstreeks bij hen was binnengekomen. Desalniettemin: natuurlijk waren die ontmoetingen bijzonder.’

Je bezocht ook het Ds. Ader Bos. Die ervaring was ook transformerend. Wat gebeurde daar?

‘Een chauffeur van het Joods Nationaal Fonds, dat dit bos had aangeplant, reed mij erheen. Ik zag aan dat bos weinig bijzonders en de chauffeur moest weer verder, dus ik stond onder tijdsdruk. Hij hield een lofzang op zijn broodheren, het Joods Nationaal Fonds. Zij hadden dit land groen gemaakt. Hij wees naar het oosten, waar je Jordanië kon zien liggen. Daar was het bruin en verschroeid. Logisch, want dat waren akkers na oogsttijd. Maar het verhaal van de chauffeur kreeg al snel overtones, die mij deden denken aan de racistische taal in de zuidelijke staten van de VS, waar ik een jaar eerder doorheen was gereisd – en waar ze het hadden over ‘luie n*g*rs’. Wat deze chauffeur in Israël zei, was iets soortgelijks: Arabieren zijn te lui om te werken en klagen alleen maar. Het ergerde me. Ik zei dat ik in Jordanië en Syrië was geweest en ook daar geïrrigeerde velden had gezien. Zijn mond viel open. ‘Ben je dáár geweest?’ Ja, zei ik. ‘En heb je iets goeds over ze te melden?’ Jazeker. Het waren heel aardige, beschaafde mensen. De stemming was daarna wel bedorven.’

‘Israël pretendeert mijn vader te eren, maar gebruikt zijn goede naam om de geschiedenis van een bloeiende Palestijnse gemeenschap uit te wissen’

Het Ds. Ader Bos was bedoeld om te misleiden, schrijf je in Oorlogen & oceanen. Hoe kwam je daar achter?

‘De eerste keer dat ik dat bos bezocht, was mij niets opgevallen. Een beetje heuvelachtig terrein, met jonge aanplant, vrij dicht beplant. Je kon er nog overheen kijken. Toen ik er in 2005 weer was, viel me op dat her en der op het terrein olijfbomen stonden van het formaat waarvan je zag: die zijn eeuwen oud. Toen ben ik nog wat beter gaan kijken. Er waren ook resten zichtbaar van wat eens terrassen waren geweest. Bomen en terrassen duidden op het eerdere bestaan van een olijfboomgaard. Niks woeste grond die tot bloei was gebracht.

Dus vroeg ik het Joods Nationaal Fonds om uitleg. Ik vertelde dat ik nieuwsgierig was naar de geschiedenis van het gebied, maar ze zeiden dat ze daar niets van wisten. Degene die ik sprak noemde wel de naam van een Joods dorp dat hier rond het begin van de jaartelling moest hebben gelegen. Maar wat er in de eeuwen daarna was gebeurd, dat interesseerde ze niet. Zo konden ze blijven denken dat het land leeg was, toen ze arriveerden.

Het Joods Nationaal Fonds zou voor mij nagaan wat de geschiedenis was geweest van de plek van het bos. Een dag later heb ik nog eens gebeld en een paar maanden later opnieuw.  Ze zouden het laten weten – maar ik heb nooit antwoord gekregen. Intussen was ik op een Israëlische organisatie gestuit die al langere tijd bezig was systematisch in kaart te brengen waar voormalige Palestijnse dorpen hebben gelegen en wat er met de inwoners is gebeurd. Zo ontdekte ik dat het bos ligt op de plek waar voor 1948 een Palestijns dorp lag, en welk dorp dat was. In oktober van dat jaar zijn de inwoners verdreven. Via contacten heb ik iemand gevonden en gesproken die destijds aan de hand van zijn ouders uit dit dorp is gevlucht en sindsdien in een vluchtelingenkamp bij Bethlehem woont.’

Was je reis in 1966 het begin van deze geleidelijke ‘bekering’?

‘Ja, die reis had veel dimensies. Het was ook een beetje het begin van een zoektocht naar mijn vader. Ik heb hem niet gekend. Wat zou hij voor man zijn geweest? Via de verhalen die ik over hem hoorde, was hij heel aanwezig. Maar waarom moest hij als pasgetrouwd man zo nodig op de fiets naar Jeruzalem? Dus dat ik weet wat ik nu weet over Israël, heb ik te danken aan mijn ouders. En nu ik het weet, kan ik daar niet over zwijgen.’

Je kwam er ook achter dat het Joods Nationaal Fonds op veel meer plekken de Palestijnse geschiedenis verdoezelt. Is het een systematisch project?

‘Ja, ze hebben overal dit soort schanddaden begaan. Het is een schandaal in het kwadraat: dat je pretendeert iemand te eren en in werkelijkheid zijn naam gebruikt om bij goede gevers geld uit de zak te kloppen dat je aanwendt om de sporen van een florerende agrarische gemeenschap uit te wissen die je zelf eerst het slachtoffer hebt gemaakt van etnische zuiveringen.’

Een belangrijke mythe in je boek is die van Israël als enige democratie in het Midden-Oosten. Dat klinkt toch redelijk, als je kijkt hoe rampzalig omringende landen worden bestuurd?

‘In vergelijking met de omringende landen is Israël beter, ja dat klopt. Maar wij hebben altijd de neiging om Israël te zien als een land als wij. Een modern en beschaafd land. Maar als je 20 procent van je bevolking niet behandelt als volwaardige staatsburgers, dan is dat niet zo. Het is geen volwaardige democratie. Iedereen die niet Joods is, is tweederangsburger.

Een tweede punt: in 2006 waren er verkiezingen in de Palestijnse gebieden. Eerlijk, zowel in de aanloop als op de verkiezingsdag zelf. Alleen vonden Israël en daarmee wij in het Westen de uitslag onaanvaardbaar, omdat Hamas die verkiezingen won.’

Die westerse huiver voor Hamas, is die niet logisch?

‘Je zou huiverig kunnen zijn, als je gelooft dat Hamas een bloeddorstige, irrationele en fundamentalistische organisatie is. Dat is het beeld dat Israël cultiveert. Wie zich werkelijk verdiept in hoe Hamas is begonnen en waar ze voor staan en wat er met hen aan overeenkomsten bereikt had kunnen worden…’

‘Israël heeft een tweestatenoplossing systematisch gesaboteerd. Die is al jaren zo dood als een dodo’

Dit raakt aan een andere mythe: dat Palestijnse ‘haatzaaiers’ vrede in de weg staan. Klopt dus ook niet? Hamas wilde toch lange tijd Israël van de kaart vegen?

‘Hun oude handvest is vervangen door een nieuw handvest waar dat doel niet meer in staat. Voor de bühne wekken ze nog wel de indruk dat dit het uiteindelijke doel is. Ze streven naar een staat tussen de Middellandse Zee en de Jordaan, met one man, one vote. Dat betekent niet dat de Joden weg moeten. Alleen dat Joden niet meer kunnen overheersen.’

Veel Joden vrezen dat zij dan zelf tweederangsburgers worden. Terechte vrees toch?

‘Dat zou kunnen gebeuren natuurlijk, omdat het zo gepolariseerd is. Israël heeft een tweestatenoplossing systematisch gesaboteerd. Die is al jaren zo dood als een dodo. Wat blijft er dan over? Hamas heeft, zo heb ik uit verschillende bronnen, in een brief aan de Israëlische regering vastgelegd dat ze bereid zijn tot het sluiten van vrede. Eerder heeft Hamas ook aangegeven een overeenkomst met Israël te accepteren wanneer de Palestijnse bevolking zich daarover in een stemming kan uitspreken. Hamas heeft dus veel water bij de wijn gedaan.’

Een idee dat als rode draad door diverse mythes heen loopt is dat Israël altijd alleen maar heeft gereageerd op agressie. De anderen zijn begonnen.

‘Kortheidshalve verwijs ik in antwoord hierop naar het boek van Zeev Maoz, docent aan de Militaire Academie in Israël en later hoogleraar in Californië, die heel systematisch op een rij heeft gezet hoe Israël telkens heeft gekozen voor de aanval als beste verdediging. Het land heeft steeds weer verzuimd diplomatie een kans te geven. Maoz laat zien dat dat beleid teruggaat tot 1948.’

Israël moet wel, antwoorden mensen dan. Want als het niet een militair overwicht heeft, zal een land als Iran haar dreigementen waarmaken en Israël vernietigen. Dat is ook waarom mensen boycot, desinvestering en sancties (BDS) anti-Israëlisch en antisemitisch vinden.

‘In hoeverre Iran werkelijk een bedreiging is, is de vraag. En ik denk dat het goed zou zijn als er boycot, desinvestering en sancties komen, om Israël te dwingen serieuze onderhandelingen te beginnen over een op gerechtigheid gebaseerde duurzame vrede, ook in het belang van Israël zelf. Ik ben alleen wel bang dat dat een gepasseerd station is, met name door de nederzettingen.’

Vorig jaar ontstond er een stormpje rond een opinieartikel dat je in het Nederlands Dagblad schreef. Je betoogde toen: Israël is hoofdschuldige. Dat riep ontzettend veel reacties op. Zo schreef Lody van de Kamp – die ook bij de Kanttekening columnist is – dat beide kanten heftige dingen roepen. Jij staat dan aan één kant. En wat we volgens hem vergeten is naar elkaar te luisteren. Dat klinkt redelijk, toch?

‘Dat is de val die steeds weer wordt opgezet. Een beroep op redelijkheid, maar dan wil men graag zelf invullen wat die redelijkheid dan is. Er zit al een standpunt in: dat er twee kanten aan de zaak zitten. Wat ik doe, is nadrukkelijk één kant belichten, de onderbelichte kant, de kant van de onderdrukte. Ik zeg: lees die feiten en kijk wat je ermee doet.’

‘Het heeft niet zo veel zin een gesprek te voeren over Israël als de feiten niet bekend zijn, of op basis van emoties’

Lody van de Kamp vindt luisteren belangrijk. Ik denk dat weinig mensen daar anders over denken.

‘Nou, dat weet ik niet, maar ik help het je hopen. Mensen definiëren luisteren natuurlijk ook verschillend. Maar op een zeker moment vind ik die ander zo onredelijk dat het ophoudt, dan houdt het luisteren op. Ik vind het moeilijk me te verstaan met mensen die het internationaal recht ondergeschikt achten aan hun privé-opvattingen of het wel oké vinden als mensenrechten worden geschonden wanneer Israël dat doet.

Andere ingezonden reacties op je stuk zeggen: dit is zo onredelijk, zo breng je een oplossing niet dichterbij. Hoe kun je met die mensen in gesprek blijven?

‘Ik beschouw dat wel een beetje als een verloren zaak. Er zijn geharnaste pro-Israël-advocaten die ik niet kan en wil bereiken.

Jij reageerde in het Nederlands Dagblad op een column van oud-buitenlandcorrespondent Aad Kamsteeg. En hij reageerde weer op jou met de boodschap dat hij een heel eind met je kan meegaan. Jullie waren dus toch in gesprek. Maar hij zegt dat jij de ‘bloedige Arabische agressie’ negeert.

‘Welke bloedige Arabische agressie? Dat is mijn vraag aan hem. Dit is een van de dingen die ik in mijn boek als mythe ontmasker.’

Is het gesprek met Kamsteeg een zinvol gesprek? Ik probeer af te tasten waar voor jou de grenzen liggen.

‘Ik ben graag bereid om met iedereen een gesprek te voeren op basis van de feiten. Het heeft niet zoveel zin om gesprekken te voeren als die niet bekend zijn, of op basis van emoties. De feiten die ik noem zijn alle verifieerbaar en gebaseerd op serieuze bronnen, bijna allemaal joods-Israëlisch. Het loont om daar kennis van te nemen. Los daarvan en voor alle duidelijkheid: met Lody van der Kamp en Aad Kamsteeg acht ik een gesprek natuurlijk wel zinvol.

Zit er beweging in het maatschappelijk debat?

‘Ik meen wel wat beweging te zien. Ik zie bijvoorbeeld bij de ChristenUnie-jongeren die de oudere generatie ter verantwoording roepen en zeggen: ‘Hé, wacht eens even, wat gebeurt hier? Waarom geldt het internationaal recht hier niet? Waarom laten jullie dat lopen?’’

Zestien mythen

Erik Ader werkte jarenlang in het Midden-Oosten, reisde door Israël en Palestina en vergaarde door de jaren heen veel kennis over het conflict. In Kinderen van Amalek verzamelt hij zestien mythen, die hij wil weerleggen aan de hand van feiten. Het gaat om de volgende mythen:

  1. Een land zonder volk voor een volk zonder land
  2. Het vluchtelingenprobleem is het gevolg van Arabische agressie
  3. Wij staan quitte na de verdrijving van de Joden uit de Arabische landen
  4. De Palestijnen hadden een eigen staat kunnen krijgen als zij het verdelingsplan van de VN uit 1947 hadden geaccepteerd
  5. De Zesdaagse Oorlog is begonnen voor Arabische landen
  6. Israël bood in 1967 al bezet gebied aan in ruil voor vrede
  7. De Jom-Kippoeroorlog is het bewijs dat Arabische landen uit zijn op de vernietiging van Israël
  8. Israëls uitgestoken vredeshand
  9. Het mislukken van Camp David in 2000 is de schuld van Arafat
  10. Israël vocht in de voorhoede van de War on Terror
  11. Praten met Hamas is even verwerpelijk als zinloos
  12. De blokkade van Gaza is nodig om te voorkomen dat Hamas zich bewapent
  13. Palestijns haatzaaien staat het bereiken van vrede in de weg
  14. Israëlisch geweld is legitieme uitoefening van staatsmacht, Palestijns geweld is terrorisme
  15. Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten
  16. Kritiek op Israël is een vorm van crypto-antisemitisme

Iran: familie Mahsa Amini mocht haar niet herdenken

0

De Iraanse autoriteiten hebben verhinderd dat de familie van Mahsa Amini een wake voor haar kon organiseren, aldus mensenrechtenorganisaties. Eergisteren was het precies een jaar geleden dat ze stierf.

De dood van Mahsa Amini, een jonge Iraans-Koerdische vrouw die op 16 september 2022 overleed als gevolg van grove mishandelingen door de Iraanse zedenpolitie, leidde tot een golf van demonstraties door het land. Het Iraanse regime viel echter niet.

Om onrust te voorkomen, traden de autoriteiten dit weekend preventief op tegen Iraniërs die de dood van Amini wilden herdenken, omdat deze herdenkingen als een protest tegen het regime kunnen worden geïnterpreteerd. In grote steden waren veel troepen aanwezig, die mensen moesten afschrikken om te demonstreren.

Volgens de Iraanse Mensenrechtengroep (IHR) en het Koerdistan Mensenrechtennetwerk (KHRN) arresteerden de Iraanse autoriteiten Amjad Amini, de vader van Mahsa. Hij werd vrijgelaten nadat hij was gewaarschuwd geen herdenkingsdienst te houden bij het graf van zijn dochter. Het Iraanse staatspersbureau INRA ontkende echter dat Amjad Amini was gearresteerd en beweerde dat Iraanse veiligheidstroepen een aanslag op hem zouden hebben voorkomen.

Sporadisch vonden er wel daden van verzet plaats. In de hoofdstad Teheran juichten mensen een jong echtpaar toe, dat protesteerde tegen het regime. Ook toeterden sommige autobestuurders uit solidariteit. In de beruchte Evin-gevangenis in Teheran, waar veel martelingen en executies plaatsvinden, verbrandden drie vrouwelijke gevangenen hun hoofddoeken. Verder waren er protesten in enkele andere steden, waaronder Karaj, Kermanshah, Mashhad en Mahabad.

Ook in andere landen stonden demonstranten stil bij de dood van Mahsa Amini. In Londen verzamelden zich honderden vrouwen die ‘Vrouw, leven, vrijheid’ riepen, de leus van de opstand. En in Istanbul hielden seculiere vrouwen een demonstratie, maar de politie verhinderde met een effectieve blokkade dat ze zich op een plein konden verzamelden.

Ajax-spits Brobbey ‘zeer ontdaan’ na tweede racistische incident in Twente

0

Na afloop van de wedstrijd FC Twente – Ajax is de spits Brian Brobbey bij de spelersbus racistisch uitgescholden. Hij werd voor ‘kankeraap’ uitgemaakt. Zo meldt de NOS.

De dader is direct na het incident aangehouden en heeft een stadionverbod opgelegd gekregen. Technisch directeur Arnold Bruggink van FC Twente heeft in de spelersbus van Ajax zijn excuses gemaakt voor het incident. Maar Ajax laat het daarbij niet liggen. De Amsterdamse club heeft aangifte gedaan tegen de aanhanger van FC Twente.

Het is al de tweede keer dit jaar dat er een racistisch incident plaatsvindt bij FC Twente. Na de vorige wedstrijd werden er ook beledigingen geuit richting de spelers van Ajax, waarna Steven Berghuis een klap uitdeelde. Berghuis sloeg een fan na een racistische scheldpartij, ook richting Brian Brobbey. Toen werd hij voor ‘kankerzwarte’ uitgemaakt.

Berghuis kreeg voor de klap een schorsing van drie wedstrijden.

Bij Studio Voetbal kwam het incident ook ter sprake. Gelatenheid regeerde, maar een van de tv-gasten, de spits van RKC Michiel Kramer, toonde ‘begrip’ voor spelers die geweld gebruiken om zulke racistische incidenten de kop in te drukken. ‘Dat is misschien niet handig, maar wat kunnen ze anders doen?’

Imam in Turkije: Turkse volleybalvrouwen zijn ‘ongelovigen’

0

Een Turkse imam heeft de Turkse volleybalvrouwen, die onlangs Europees kampioen zijn geworden, uitgemaakt voor ‘ongelovigen´. Ze zouden met hun sport, waarin ‘alles’ te zien zou zijn (lees: te strak, bloot en onbedekt), ‘de islam ondermijnen’. Zo meldt de Turkse nieuwssite Gazete Duvar

Zelfs het kijken naar de volleybalvrouwen zou een ‘zonde’ zijn, volgens de imam, werkzaam bij de Elhac Timurtas moskee in Istanbul (Eminönü). Het stoort de imam ook dat de populaire vrouwen de ‘sultans van het net’ worden genoemd. ‘Is dit de manier om een sultan te zijn? Onzin,’ zegt hij en hij laakt alle mensen die voor deze ‘ongelovigen’ applaudisseren.

Ook voetbalvrouwen met een hijab krijgen de wind van voren. ‘Hoe is dat überhaupt mogelijk, een voetballende vrouw met een hijab? Ze hebben dan een vodje om hun hoofd gewikkeld, met daaronder strakke kleding die aan het lichaam helemaal is geplakt, alles gewoon in het openbaar. Dit is niet hoe God het heeft gewild, dat je voor de goegemeente voetbalt door alles van jezelf te laten zien,’ aldus de imam die het zelf ook heeft bekeken en zich daarvoor verontschuldigt.

De imam staat niet alleen in zijn minachting. De volleybalvrouwen worden door islamitische, pro-regeringsfiguren al lange tijd tot doelwit gemaakt vanwege hun kleding en seksuele voorkeuren.

Vader en dochter Baboeram strijden tegen racisme en koloniaal denken

0

Volgens Sandew Hira en zijn dochter Pravini Baboeram is het koloniale denken in Nederland nog altijd aanwezig. ‘De strijd voor vrijheid is pas klaar wanneer onze mindset is gedekoloniseerd.’ 

In zijn onlangs verschenen boek Decolonizing the Mind legt schrijver en activist Sandew Hira uit dat de populaire theorieën over vrijheid vaak berusten op Europees gedachtegoed. Het werk van intellectuelen en vrijheidsstrijders buiten Europa krijgt volgens de Surinaams-Nederlandse auteur onvoldoende erkenning. Het gevolg is een eurocentrische kijk. Moeilijke vraagstukken omtrent racisme en discriminatie worden te eenzijdig belicht en de economische en culturele belangen van mensen van kleur zijn een bijzaak.

Muzikant en activist Pravini Baboeram is de dochter van Sandew Hira, een pseudoniem van Dew Baboeram. Net als haar vader is ze actief in de strijd tegen racisme. Gevormd en geïnspireerd door de politieke activiteiten van haar ouders raakt Baboeram steeds meer betrokken bij de dekoloniale beweging en het werk van haar vader.

Wat heeft u geïnspireerd om dit boek te schrijven? 

Hira: ‘In de jaren negentig, toen ik economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam studeerde, was ik al geïnteresseerd in activisme en socialisme. Tijdens mijn studententijd was ik onderdeel van een netwerk van linkse, socialistische en marxistische activisten. Kort na de val van de Sovjet Unie in 1989 stelden wij onszelf de vraag: hoe organiseren we nu een samenleving? Anders dan de activisten om mij heen, die de antwoorden op deze vraag binnen de Europese context zochten, ging ik samen met een aantal vrienden buiten de grenzen van Europa op zoek naar kennis en filosofieën.

‘De strijd tegen kolonisatie begon vijfhonderd jaar geleden toen Columbus de Amerika’s bezette’

We kijken hier in Nederland door een koloniale bril. De manier waarop wij nu over vrijheid denken, is altijd gebaseerd op Europese en westerse filosofieën, zoals het marxisme. Maar ik stel mezelf de vraag: zijn die ideeën eigenlijk wel universeel? Met een beweging die we ongeveer twaalf jaar geleden zijn gestart, een internationaal netwerk, willen wij door dit koloniale perspectief heen prikken en ruimte maken voor nieuwe en verhelderende inzichten. We hebben activisten en academici van kleur vanuit verschillende delen van de wereld samengebracht. Zoals de Puerto Ricaanse socioloog Ramón Grosfoguel, die voorzitter werd van het door ons opgerichte Decolonial International Network. We geven lezingen en cursussen op universiteiten en voeren publieke campagnes.

Aan wat voor campagnes moet ik dan denken?

Baboeram: ‘Ik ben als activist gevormd door het werk van mijn vader. Hij komt altijd met scherpe analyses en eyeopeners. Ik ben daardoor ook gaan nadenken over welke rol ik kan spelen in het proces van decolonizing the mind. Een voorbeeld is de ‘Holi is geen houseparty’-campagne, waarin we opkomen voor het cultureel erfgoed van Hindoes in Nederland. Het festival Holi, aan het begin van de lente, wordt door een groot deel van de Hindostaanse gemeenschap gevierd. Organisaties hebben het feest ‘cultureel gekaapt’ door er een zomerse houseparty van te maken. Tijdens dit housefeest is er geen aandacht voor de betekenis achter het Holi-festival. Het is uit de religieuze context gehaald. Om een vergelijking te maken, dit is als het kerstfeest tijdens de zomer vieren, zonder het verhaal van Jezus Christus te vertellen.

We hebben de campagne dekoloniaal ingestoken, vanuit zelfrespect. We spreken de organisatoren die op zo’n koloniale manier omgaan met hindoeïstisch cultureel erfgoed hierop aan en eisen rechtvaardigheid.’

Wat heeft de strijd tegen dekolonisatie tot nu toe opgeleverd?

 Baboeram: ‘De strijd tegen kolonisatie begon al vijfhonderd jaar geleden toen Columbus de Amerika’s bezette en leegroofde. Sindsdien hebben gekoloniseerde mensen zich, tot de dag van vandaag, op verschillende manieren verzet. Door gewapend verzet, door weigeren te assimileren en door zelf boeken en lesmateriaal te ontwikkelen. Onze generatie staat op de schouders van de generaties voor ons. Wij bouwen voort op hun strijd.

De beweging tegen Zwarte Piet begon al in de jaren tachtig. Maar de discussies waren nog niet mainstream en maakten nog geen deel uit van een landelijk debat. De arrestatie van Quinsy Gario en Jerry Afriye, vanwege hun kritiek op Zwarte Piet, was de vonk die het maatschappelijk debat in vuur en vlam zette. De protesten namen toe en uiteindelijk kon niemand in Nederland meer om de kritiek op Zwarte Piet heen. Maar de impact van deze activisten was niet mogelijk zonder het voorwerk dat mensen in de jaren tachtig hadden verricht.

Het debat over Zwarte Piet heeft gezorgd voor een maatschappelijk keerpunt. Nu is Zwarte Piet not done. Bovendien heeft het jarenlange werk van activisten een grotere beweging tegen institutioneel racisme op gang gebracht. Tot vijf jaar geleden was hier weinig aandacht voor. De antiracismebeweging en het gesprek over institutioneel racisme in de media zijn het resultaat van consistente strijd.’

Hira: ‘In het boek heb ik verschillende theorieën over racisme en de strijd daartegen samengebracht, afkomstig uit verschillende beschavingen en wereldreligies. Nu steeds meer mensen begrijpen dat er veel discriminatie is in de Nederlandse samenleving, is het belangrijk om onszelf de vraag te stellen: Waar strijden we voor? En daarnaast, en deze vraag is nog belangrijker: Waar komt racisme vandaan? Het komt voort uit superioriteitsdenken. Pas wanneer je dit realiseert, kun je racisme in Nederland effectief tegengaan. Wat dat betreft heeft de antizwartepietbeweging de oren en ogen van mensen geopend.

Een beschaving van superioriteit? Vertel…

Hira: ‘In mijn boek heb ik het niet alleen over mijn eigen visie, maar ook over die van andere auteurs zoals de Amerikaanse activisten Malcolm X en Marcus Garvey. Een liberale samenleving bestaat uit individuen. Verklaringen van racisme gaan over de vraag hoe die individuen zich tot elkaar verhouden. In dekoloniale theorie bekijken wij de theorie van racisme anders. Volgens ons komt racisme juist voort uit een beschaving, de negentiende-eeuwse westerse beschaving, die  raciale superioriteit koppelde aan ras en christelijke cultuur. Culturen en rassen die niet christelijk en westers waren, werden als achterlijk beschouwd.

Er zijn wel meer wetenschappers en onderzoekers die het westerse en christelijke superioriteitsdenken koppelen aan het ontstaan van racisme. Maar zij leggen niet de link met hoe het westen zich tijdens de geschiedenis heeft verhouden tot andere beschavingen. Dat laatste heeft mijn focus. Wij roepen op om ook naar de kolonisatie van de geest te kijken. Beschaving en mental slavery.’

 Mental slavery?

Hira: ‘We kijken nog te veel door de ogen van de kolonisator naar de werkelijkheid, en niet door de ogen van de gekoloniseerde. De dekolonisatiestrijd is daarom de strijd voor een vrijheid waarbij het koloniale perspectief niet meer de overhand heeft. Als je bijvoorbeeld meer wil weten over politiek dan is voor veel mensen het NOS-journaal een gebruikelijke bron van informatie. De meeste mensen gaan ervan uit dat de NOS de realiteit weergeeft. Ze hebben niet door dat er soms een misvormde realiteit wordt getoond.

‘Racisme komt voort uit superioriteitsdenken’

Om de geest te bevrijden, moet je proberen om je kijk op de wereld te veranderen. Vraag je af of het werkelijk zo vanzelfsprekend is wat je gelooft en probeer naar andere perspectieven te kijken. Dit geldt voor iedereen: witte mensen en mensen van kleur. Voor witte mensen geldt dat dit vooral een les in bescheidenheid is.’

U geeft in uw boek kritiek op het academische dekolonisatieproces. Maar in de academische wereld is toch veel aandacht voor dekolonisatie? 

Baboeram: ‘Veel universiteiten in Nederland claimen koloniaal onderwijs tegen te gaan. Maar dat gebeurt binnen een eurocentrisch kader en met kennisproductie die zij zelf als leidend zien. De kritiek van universiteiten hoort niet alleen op het eurocentrisme te zijn, maar ook op de eigen canon. Veel universiteiten gaan dit debat uit de weg. Ook wordt het tijd dat studenten leren verder te kijken dan de informatie die de mainstream media aan hen verstrekt. Laat studenten nadenken over de vraag of de oorlog om Oekraïne werkelijk om vrijheid gaat, of om een machtsstrijd die wordt uitgevoerd door de NAVO.  Dat is vrijheid van denken.’

Hira: ‘De universiteiten moeten eerst beginnen met boeken te verwerpen waarin koloniaal gedachtegoed wordt beschreven: de onzin dat slavernij geen misdaad tegen de menselijkheid is, of dat zwarte mensen geen vrijheid hebben gekend. De kern van onderwijs hoort geen ‘zelfwetenschap’ te zijn maar zelfkritiek. Leer theorieën te bekritiseren die vroeger vanzelfsprekend waren. Debatteren en jezelf verdiepen in verschillende standpunten is de meerwaarde van kennisproductie.’

Veel onderwijsinstellingen en gemeenten hebben een diversiteitscommissie. Kan zo’n commissie inclusiviteit en diversiteit waarborgen?

Baboeram: ‘Diversiteitsbeleid is iets anders dan dekolonisatie. Wat we bij veel organisaties zien is dat er diversiteitsinitiatieven zijn die worden bewerkstelligd binnen een koloniaal kader. Bijvoorbeeld, de politie neemt agenten aan die van kleur zijn, vervolgens worden zij ingezet om etnisch te profileren. Dat is problematisch. Een ander voorbeeld zijn mensen aan de top die van kleur zijn maar nog denkbeelden hebben die tegen de belangen van mensen van kleur ingaan. Kijk maar naar de Britse minister-president Rishi Sunak. Hij komt uit een partij die rechts en conservatief is. Met dekolonisatie pak je het gehele systeem aan, zodat niet alleen de diversiteit wordt verbeterd, maar ook de uitwerking van het systeem.’

Wat hoopt u dat er zal veranderen nu dit boek is uitgebracht? 

Hira: ‘Wat we nu doen is op scholen en universiteiten nieuwe boeken adviseren die gebaseerd zijn op dekoloniaal gedachtegoed. Dit gaat niet alleen om het herzien van racistische boeken, maar ook om het veranderen van de lesinhoud. Dat is de volgende stap. Duizenden mensen zijn hier al mee bezig en het is goed om met elkaar samen te werken.’

De Kanttekening start donatiecampagne voor slachtoffers aardbeving Marokko

0

De stichting Time to Help start een donatiecampagne voor de slachtoffers en nabestaanden van de verwoestende aardbeving in Marokko. De campagne die vanuit Nederland wordt gecoördineerd, zal in samenwerking met de Kanttekening worden uitgevoerd.

Doneren kan via het formulier op de website van Time to Help.

Vandaag is er bovendien een speciale live-uitzending van BNNVARA en VPRO (NPO1, 21.30 uur) om de slachtoffers van de aardbeving in Marokko te steunen. Hierbij zullen verhalen van de getroffenen worden gedeeld.

‘We moeten iets doen’, zegt Nadia Moussaid, een van de presentatoren, in een verklaring. ‘Mensen zijn alles kwijt, hun leven, hun thuis. Met deze speciale uitzending laten we onze medemenselijkheid spreken en kunnen we iets doen in plaats van machteloos toekijken. Laten we als gemeenschap in actie komen, zodat mensen hun leven weer op kunnen bouwen.’

Stichting Time to Help zette zich eerder dit jaar al in voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië.

Hoogleraar Lucassen: ‘misleidende informatie van IND’

0

Volgens Leo Lucassen, hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden zijn de asielcijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) misleidend.

In de eerste helft van 2023 kreeg de IND in totaal 20.122 asielaanvragen binnen, aldus IND. Maar dit cijfer klopt niet, schrijft Lucassen op X, voorheen Twitter. De IND telt de nareizigers, familieleden van statushouders, mee. Ook telt de dienst ‘herhaalde aanvragen’ erbij op, wat leidt tot dubbeltellingen, aldus de professor. Hij zegt dat IND zich moet beperken tot ‘eerste asielaanvragen’. Dat waren er 14.835 in de eerste zes maanden van dit jaar

IND schrijft in een persbericht dat de dienst in het najaar meer asielaanvragen verwacht – net als in de voorgaande jaren. In augustus waren er 4.020 nieuwe asielaanvragen. Dat zijn er bijna 500 meer dan in mei, toen er 3.597 aanvragen binnenkwamen. Ook zijn er volgens IND meer alleenreizende minderjarigen die in Nederland asiel hebben aangevraagd: 1.852 in de eerste helft van 2023. In de eerste zes maanden van 2022 vroegen 1.198 alleenreizende minderjarigen asiel aan.

Omdat meer asielzoekers een asielaanvraag doen, nemen de wachttijden toe, aldus IND.

Turkse rechtbank stopt proces tegen verdachten bloedbad van Sivas (1993)

0

De rechtbank van Ankara staakt het proces tegen de voortvluchtige verdachten van het bloedbad van Sivas uit 1993 wegens verjaring. De verdachten, Murat Sonkur, Eren Ceylan en Murat Karatas, worden niet langer vervolgd, meldt de Turkse nieuwssite Gazete Duvar.

Het bloedbad in de Centraal-Anatolische stad Sivas vond plaats toen een radicale soennitische menigte op 2 juli 1993 het Madımak Hotel in brand stak, waarbij 33 voornamelijk alevitische (een religieuze minderheid in Turkije) intellectuelen en twee personeelsleden van het hotel omkwamen.

Onder de 35 doden bevond zich ook de Nederlandse antropologiestudent Carina Thuijs. Vorig jaar interviewde de Kanttekening de historicus Mahmut Erciyas over het bloedbad.

‘Voor de alevieten is Sivas nog steeds een traumatische gebeurtenis. De 35 dodelijke slachtoffers worden als martelaars geëerd en over hun individuele levens zijn documentaires gemaakt. Hun foto’s hangen in alevitische verenigingslokalen en worden meegedragen tijdens herdenkingen. Carina is een bekend persoon, ook bij de alevitische gemeenschap in Nederland. Maar in Nederland heeft ze inderdaad nooit die aandacht gekregen’, zei Erciyas vorig jaar.

De aanklager van de zaak, die zijn eindoordeel uitsprak, voerde aan dat de voortvluchtige status van de verdachten geen invloed zou hebben op de verjaring en verzocht om de zaak te seponeren, zoals dat al in het hoofdproces in 2012 is gebeurd.

De rechtbank aanvaardde dit standpunt en seponeerde de zaak. Er is dus geen zaak meer tegen de verdachten die al 30 jaar op de vlucht zijn. Veel alevitische organisaties willen het daarbij niet laten. ‘Deze zaak zullen we niet aan de Dag des Oordeels overlaten’, verklaarden ze in een persverklaring voor de rechtbank.

Saoedi-Arabië nodigt Houthi-leiders uit voor vredesbespreking Jemen

0

Saoedi-Arabië heeft vertegenwoordigers van de Houthi-beweging uitgenodigd om te praten over vrede in Jemen, meldden Saoedische staatsmedia afgelopen donderdag.

Het gesprek had tot doel ‘een permanent en alomvattend staakt-het-vuren in Jemen’ te bewerkstelligen, alsmede om na te denken over ‘een duurzame politieke oplossing die aanvaardvaar is voor alle Jemenitische partijen’, aldus de Saudi Press Agency.

In april dit jaar bezocht een Saoedische delegatie Jemen en sprak daar met Houthi-leider Mahdi al-Mashat. Dat was de eerste openbare bijeenkomst tussen Saoedische functionarissen en Houthi’s sinds het uitbreken van de oorlog in 2015.

De oorlog in Jemen is nu acht jaar aan de gang en heeft aan honderdduizenden mensen het leven gekost. Saoedi-Arabië besloot in 2015 te interveniëren nadat de sjiitische Houthi’s Sanaa hadden ingenomen, de hoofdstad van Jemen. Volgens analisten realiseert Saoedi-Arabië zich nu dat de oorlog tegen de Houthi’s niet gewonnen kan worden, en er naar een politieke oplossing gezocht moet worden. Saoedi-Arabië heeft eerder dit jaar – dankzij Chinese bemiddeling – de diplomatieke banden met aartsvijand Iran hersteld, een bondgenoot van de Houthi’s.