8.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 267

‘Griekenland is de vluchtelingenvuilnisbelt van Europa’

0

De Grieken moeten op 25 juni opnieuw naar de stembus, voor de tweede ronde van de parlementsverkiezingen. Hoogstwaarschijnlijk zal zittend premier Kyriakos Mitsotakis weer winnen. Wat betekent dit voor de vele vluchtelingen die er gestrand zijn? En hoe moeten we de nieuwe migratiedeal van de Europese Unie beoordelen? ‘Het is de meest verschrikkelijke uitkomst’, oordeelt journalist Ingeborg Beugel.

Mitsotakis’ Nea Dimokratia won de parlementsverkiezingen van 21 mei, maar haalde net geen absolute meerderheid. In het Griekse systeem moet je dan binnen negen dagen een coalitieregering vormen. Lukt dat niet, dan moet er een volgende ronde komen, waarin bonuszetels zijn te verdelen. Daar stuurt de zittende premier nu op aan. Ingeborg Beugel en de Belgische correspondent Bruno Tersago reageren op de verkiezingsuitslag. En misschien nog wel belangrijker: wat betekent de migratiedeal van de EU, mede beklonken onder aanvoering van premier Mark Rutte?

Pushbacks

‘Het wordt steeds erger in Griekenland. Vanaf 2019, toen Mitsotakis de verkiezingen won met een absolute meerderheid, wordt gesproken over de ‘Orbanisatie’ van Griekenland, omdat het steeds meer lijkt op het Hongarije van de autoritaire premier Viktor Orban. Sinds de eerste ronde van deze verkiezingen op 21 mei heeft men het ook over de ‘Erdoganisatie’ van Griekenland. Dat wil zeggen: nog minder democratisch. Mitsotakis wil weer een absolute meerderheid. Vandaar deze tweede ronde en misschien komt er ook nog een derde. Hij streeft naar honderdtachtig van de driehonderd zetels. Daarmee kan hij de grondwet veranderen. Dat betekent nog meer macht voor zijn extreem neoliberale en zeer rechtse regering.’

Aan het woord is Ingeborg Beugel, Griekenlandcorrespondent voor De Groene Amsterdammer en de NPO. Ze waarschuwt al jaren tegen het hardvochtige Griekse vluchtelingenbeleid, terwijl er (bijna) niemand naar haar luistert. Ze is als de Trojaanse prinses Cassandra, die de gave had de toekomst te voorspellen, maar door de god Apollo was vervloekt zodat niemand haar profetieën serieus nam. Maar Beugel is een Cassandra tegen wil en dank, omdat ze van Griekenland, van de Grieken, van mensen, en dus ook van vluchtelingen houdt.

Wat er volgens Beugel mis is met Mitsotakis en zijn ND? ‘Hij zwemt in corruptieschandalen en worstelt met het giga afluisterschandaal Greek Watergate. Zijn regering is medeverantwoordelijk voor een gruwelijke treinramp in februari met 57 doden, vooral studenten. Hij regeert met een kliek oligarchen en heeft gezorgd voor een enorme keldering van Griekenland op de wereldlijst van persvrijheid – het land staat nu op nummer 107 van Reporters Without Borders (RSF), onder Botswana en Moldavië. Mitsotakis doet niets voor armen en zwakken en veroorzaakte een implosie van gezondheidszorg en onderwijs, en nog veel meer. Bovendien liegt hij al drie jaar lang tegen de EU en de hele wereld over de criminele Griekse pushbacks [het illegaal terugsturen van vluchtelingen de zee op] en de horror in vluchtelingenkampen. Vooral dat laatste kan de meeste Grieken niets schelen.’

‘Veel jongeren zien geen toekomst meer in Griekenland. De grootste braindrain éver’

De peilingen gaven Mitsotakios een nipte voorsprong van 7 procentpunt op de grootste oppositiepartij, de progressief linkse Syriza van Alexis Tsipras. Toch won Mitsotakis tegen alle verwachtingen in de eerste ronde met een verschil van maar liefst 20 procentpunt. Syriza en alles links daarvan waren verslagen. ‘Als Mitostakis met een grote meerderheid de tweede ronde wint, betekent dat nog meer verwoestende privatiseringen, meer bezuinigingen op publieke diensten, meer belastingen voor de middenklasse en nog veel meer armoede’, aldus Beugel. ‘Maar veel Grieken blijven tegen hun eigen belang op Mitsotakis stemmen vanwege zijn schaamteloze propaganda tegen vluchtelingen, die hij als islamitische vijanden afschildert, gestuurd door president Recep Tayyip Erdogan in Turkije, die Griekenland en heel Europa kapot willen maken. Die geslaagde anti-vluchtelingenpropaganda, samen met het feit dat bijna alle media in handen zijn van Mitsotakis cum suis, verklaren waarom zoveel Grieken tegen hun eigen belang in stemmen.’

‘Met ‘cadeautjes’ probeert Mitsotakis deze verkiezingen vooral het grote aantal jonge kiezers aan zich te binden’, vervolgt de journaliste. ‘Ook maakte de premier voor het eerst TikTok-filmpjes en gaf hij interviews aan piepjonge populaire vloggers. Terwijl schoolgebouwen bijvoorbeeld nauwelijks worden onderhouden. Onlangs stortte bij drie lagere scholen het plafond naar beneden. Ik bezocht afgelopen winter de Universiteit van Athene. Het was er ijskoud en vies. Studenten waren ingepakt als Michelinmannetjes, omdat er geen verwarming was. Lekkende kranen, overstromende wc’s, overal afval. En dat is dan de Universiteit van Athene. Ik waande mij in Roemenië of Moldavië. Veel jongeren zien geen toekomst meer in Griekenland. Ze emigreren na hun afstuderen naar het buitenland, waar leraren, economen, artsen en andere professionals wél een fatsoenlijk salaris kunnen krijgen. De grootste braindrain éver. Mitsotakis deed de afgelopen jaren niets om dit te stoppen. Toch stemde 31 procent van de jongeren tijdens de eerste ronde op hem.’

Vluchtelingencrisis

De Belgische Griekenlanddeskundige Bruno Tersago, Griekenlandcorrespondent voor de Vlaamse tv-zender VRT, is het met Beugel eens. ‘De Griekse politiek is erg gepolariseerd’, legt hij uit. ‘Dit is al decennia het geval. Tijdens de Griekse Burgeroorlog (1944-1949, red.) stonden de communisten en monarchisten tegenover elkaar, nu ND en Syriza. In plaats van dat partijen tijdens de verkiezingscampagne hun eigen verhaal vertellen, maken ze de andere partij zwart. Deze negatieve campagnevoering versterkt de polarisatie.’

Syriza werd groot dankzij de staatsschuldcrisis van 2010, die veel Grieken financieel op de rand van de afgrond bracht. Eerder werd links vertegenwoordigd door het sociaaldemocratische Pasok, maar die partij is net als de PvdA in Nederland een schaduw van zichzelf geworden. Onder de Syriza-regering begon de vluchtelingencrisis, waar de toen radicaal-linkse partij geen goed antwoord op had. Dit maakte de weg vrij voor Néa Dimokratía, die van een conservatief-liberale partij in een ultrarechtse partij veranderde en sinds 2019 Griekenland regeert. In de oppositie schoof Syriza vervolgens op naar het centrum. ‘De partij heeft geen duidelijk verhaal meer’, aldus Tersago.

In 2015 konden de vluchtelingen die Griekenland binnenkwamen nog doorreizen, via de Balkan, naar West-Europa. Maar toen de grenzen werden gesloten, bleven de vluchtelingen in Griekenland achter, en werd vluchtelingenkamp Moria op het eiland Lesbos een vreselijke plek. De regering van Mitsotakis heeft de situatie van vluchtelingen nauwelijks verbeterd, maar wel zijn ze steeds meer uit het straatbeeld verdwenen. ‘Er zijn nu nieuwe kampen, buiten de bewoonde wereld, met hoge muren. ND zegt dat ze de vluchtelingencrisis met grensmanagement heeft opgelost, maar ze leggen niet uit wat ze precies aan het doen zijn. Dat komt omdat het hier gaat om illegale pushbacks. Hulporganisaties zijn niet langer welkom op de Griekse eilanden om vluchtelingen op te pikken uit zee of om te observeren. Ze kunnen dus ook niet langer rapporteren over mensenrechtenschendingen.’

Ingeborg Beugel zegt dat er bewijzen genoeg hiervoor zijn. ‘Journalisten werken zich hier het schompes, terwijl Mitsotakis alles doet om dat werk onmogelijk te maken. Vooral journalisten die onderzoek doen naar de pushbacks worden geïntimideerd en krijgen rechtszaken aan hun broek, net als hulpverleners. Er lopen tegen mij inmiddels twee rechtszaken. Er is al sinds de lente van 2020 overweldigend bewijs van Griekse pushbacks – op zee, op de eilanden en bij de Evros-rivier. Pushback-commando’s, zwartgeklede gemaskerde gewapende mannen in geblindeerde SUV’s, onderscheppen vluchtelingen op land, mishandelen en bestelen hen, overhandigen hen aan de Griekse kustwacht, die hen op motorloze stuurloze life rafts richting Turkije trekt en hen zonder eten of drinken daar op zee loslaat. Vorig jaar stierven hierdoor drie kleuters van honger en dorst. Iedereen weet dat dit wekelijks, soms dagelijks gebeurt. Ook de Europese Commissie weet het, maar kijkt weg. Het is een grove schending van mensenrechten en gaat tegen wat we in Europa over de mensenrechten hebben afgesproken, het is wreed en barbaars. Maar het kan niemand iets schelen. Niet in Griekenland, ook niet in Nederland.’

Volgens Tersago heeft Erdogan vluchtelingen als ‘wapen’ gebruikt om de Europese Unie onder druk te zetten en zo de Grieken een trauma bezorgd. ‘Néa Dimokratía heeft daarom carte blanche om de vluchtelingencrisis aan te pakken. De Europese Unie wil niet dat vluchtelingen doorreizen en knijpt daarom een oogje toe. ND ontkent de pushbacks, maar wil niet zeggen wat er wel met vluchtelingen gebeurt. De New York Times publiceerde onlangs een verhaal met voor het eerst filmbéélden van een pushback uitgevoerd door de Griekse kustwacht. Onder druk van de EU heeft Griekenland beloofd hier onderzoek naar te doen. Maar de onderzoekscommissie wordt door de Griekse regering in het leven geroepen, en is dus niet onafhankelijk. Het zal dus niets opleveren.’

Beugel: ‘In het ND-discours worden vluchtelingen geframed als ‘jihadsoldaten van Erdogan’, omdat ze moslim zijn. Ze worden ontmenselijkt. Veel Grieken schamen zich niet voor het hardvochtig beleid van hun regering. Ze wíllen die pushbacks. Ik sprak laatst met een straatarme werkloze dertiger, zoon van een kruidenier die z’n winkeltje door de crisis had verloren. Hij riep: ‘Hoe meer pushbacks, hoe beter! Ik wil dat Mitsotakis hen…’, zei hij, terwijl hij met zijn schoenpunt in het zand draaide alsof hij een kakkerlak vermorzelde. Hij stemt op Mitsotakis vanwege zijn anti-vluchtelingenbeleid. Hij had geen enkel probleem met het voor hem funeste neoliberale economische ND-beleid. ‘Ik ben arm, maar vóór puur kapitalisme. Alleen met Mitsotakis kan ik dromen ooit rijk te worden.’’

Toch is volgens Beugel niet de ultrarechtse regering van Mitsotakis hoofdverantwoordelijk voor het onmenselijke Griekse vluchtelingenbeleid, noch de rechtse Griekse kiezer. Zij wijst de EU aan als schuldige. ‘Griekenland wordt al zes jaar verraden door de EU. Asielzoekers worden niet, zoals zou moeten, eerlijk over alle EU-lidstaten verdeeld. ‘Relocatie’ heet dat. Ze worden in Griekenland gedumpt. Griekenland, dat al enorm heeft geleden onder het Europese bezuinigingsbeleid, is de vluchtelingenvuilnisbelt van de EU geworden. Brussel gooit miljarden naar Griekenland om de vluchtelingen daar te houden. Griekse kiezers denken dat dit geld bedoeld is om de vluchtelingen te helpen, maar dat is niet zo. Het is om Noord-Europa te helpen. Zoals de miljardensteun tijdens de crisis er niet was om de Griekse bevolking te helpen, maar om de Noord-Europese banken redden.’

Detentiecentra

Beugel is dan ook erg kritisch over de nieuwe migratiedeal van de EU, waarin is afgesproken dat asielzoekers uit veilige landen straks beoordeeld zullen worden aan de Europese buitengrens. Degenen die weinig kans maken te mogen blijven, kunnen dan meteen worden vastgezet, om uiteindelijk te worden teruggestuurd. Beugel: ‘Het is de meest verschrikkelijk uitkomst. Maar als je de afgelopen jaren had opgelet, wist je dat dit de uitkomst zou zijn. De plannen werden eind 2020 geïntroduceerd door EU-minister van Binnenlandse Zaken Ylva Johansson, twee weken na de grote septemberbrand in het vluchtelingenkamp Moria.’

‘Journalisten worden geweerd, drones zijn verboden, camera’s afgepakt’

‘De EU had relocatie van vluchtelingen verplicht moet maken’, vindt Beugel. ‘Dat was in de herfst 2015 ook het beginidee, toen er vanwege de burgeroorlog in Syrië een miljoen vluchtelingen de EU binnenkwamen. Maar dat prachtidee is helemaal verdampt. Hongarije en Polen willen helemaal geen vluchtelingen opnemen. En Mark Rutte heeft hun bezwaren gebruikt om maar niet ‘het beste jongetje van de klas’ te hoeven spelen. De EU kopieert nu het Australische model, waar vluchtelingen worden vastgezet in offshore detention centres, ver buiten de bewoonde wereld. Australiërs die op deze centra werken veranderen – als gevolg van het onmenselijke systeem – in bullies. Het is een Auschwitz zonder ovens, zeggen critici. Jarenlang hebben kranten als de New York Times, The Guardian en Le Mondegewaarschuwd tegen het Australische systeem, dat de EU absoluut niet moest overnemen. Maar dat gebeurt nu wel. Griekenland heeft nu twee van deze detentiecentra gebouwd. Er moeten er zeven komen.  Ik ben met GroenLinks-Europarlementariër Tineke Strik in zo’n nieuw detentiecentrum in Griekeland op Samos geweest, voordat het werd geopend. Er waren nog geen mensen in opgesloten, maar je kon zien dat het er verschrikkelijk was. We hebben allebei gehuild, de hele delegatie moest huilen. We horen nu ook verhalen van mensen in deze kampen, die vertellen dat ze worden mishandeld en vernederd. Deze verhalen gelden niet als bewijzen, omdat er geen beelden zijn. Maar activisten, advocaten en journalisten mogen deze kampen niet in.’

‘Grieken hebben vluchtelingen nodig’

Als Nea Dimokratia haar meerderheid in het parlement behoudt, betekent dat nog meer horror voor de vluchtelingen, besluit Beugel. ‘Tineke Ceelen van Stichting Vluchteling zorgt via een zusterorganisatie voor vluchtelingen in Griekenland die niets meer te eten te krijgen. Dat aantal groeit exponentieel. Ze verhongeren. Vluchtelingen die uitgeprocedeerd zijn, hebben sinds kort geen recht op eten meer. Leraren die vluchtelingenkinderen lesgeven in de kampen en hen tijdens schooldagen iedere dag een kleine snack geven, zien dat leerlingen vooral op maandag flauwvallen, omdat ze dan een heel weekend niets gegeten hebben. De EU wil dat vluchtelingen buiten Schengen blijven, dat ze verdrinken of gepushbackt worden tijdens de overtocht. En mochten ze dat allemaal overleefd hebben, dan moeten ze langzaam creperen in Griekse gruwelkampen. Brussel zegt natuurlijk van niet, maar ontkent daarmee de feiten. Er is al drie jaar een overvloed aan journalistieke bewijzen over de pushbacks en de kampen. Ergo: het is bewust EU-beleid. Momenteel wordt er gekeken naar één pushback die de New York Times toevallig op beeld had. En dat wordt dan behandeld als een ‘incident’, terwijl pushbacks wekelijks, soms íedere dag plaatshebben. Journalisten worden op de eilanden, de Evros-rivier en aan de kust geweerd, drones zijn verboden, onze camera’s worden afgepakt. De regering doet er alles aan om te voorkomen dat er iets op beeld komt.’

Toch zijn vluchtelingen nodig om de Griekse economie te laten draaien, stelt Bruno Tersago: ‘Veel vluchtelingen die in Griekenland blijven hangen zijn illegaal aan het werk gegaan, waaronder in de landbouw en tuinbouw. Zonder deze Afghanen, Bangladeshi en Pakistanen krijgen de Grieken geen groente en fruit op tafel. Daarnaast zijn vluchtelingen onmisbaar voor de toerismesector. Dit jaar wordt waarschijnlijk een heel goed toerismejaar, na drie jaar corona. Maar de werkomstandigheden in de toerismesector zijn zwaar. Je moet zeven per week werken, twaalf tot veertien uur per dag. Er zijn tienduizenden vacatures. Vluchtelingen zijn nodig om kamers schoon te maken, koffers te sjouwen, enzovoort. Na de bankencrisis zijn meer dan 800.000 Grieken geëmigreerd, vooral jonge en hoogopgeleide mensen. De ouderen blijven achter. Dorpen lopen leeg. Straks worden de pensioenen onbetaalbaar. Maar als je vluchtelingen banen geeft, dan blijft het pensioenfonds betaalbaar.’

Documentaire over ‘cancel culture’ zorgt voor opschudding

0

Journalisten Fidan Ekiz en Kees Schaap liggen onder vuur vanwege hun kritische documentaire De doe-het-zelf Dictatuur over de cancel culture en toegenomen polarisering. De documentaire is sinds gister te zien op NPO Start.

Opdrachtgever BNNVARA trok zich terug nadat de omroep opeens zelf onderwerp van discussie werd in de documentaire. Afgelopen kerst kreeg BNNVARA een kerstpakket, waarin een doos chocozoenen zat. Daarop had Schaap een uitgeknipte blackface geplakt. Toen BNNVARA liet weten deze ‘grap’ niet op prijs te stellen, besloot Schaap dat dit incident een schoolvoorbeeld was van de zogenoemde cancel culture, dat mensen met een kritische mening monddood worden gemaakt.

Ook Fidan Ekiz heeft het gevoel dat ze monddood wordt gemaakt. Het zit haar nog steeds niet lekker dat BNNVARA twee jaar geleden de stekker trok uit haar talkshow De Vooravond. Officieel omdat het programma niet actueel genoeg was, maar Ekiz vermoedt dat het komt vanwege haar ‘rechtse denkbeelden’.

BNNVARA-ster Erik Dijkstra vindt de kritiek van Ekiz op BNNVARA niet terecht, zei hij gisteren in de talkshow Jinek. ‘Ja, weet je… Ik vond De Vooravond eigenlijk gewoon niet zo’n heel goed programma. Dat kan ook, weet je wel. Dan kun je er ook mee stoppen met zo’n talkshow. Ik vind eerlijk gezegd om daar nu… Wat is het? Twee of drie jaar later? Om daar nog over te gaan janken… Get over it, weet je wel.’ Dijkstra ontkent dat er bij BNNVara sprake is van een cancel culture: ‘Ik  herken me niet in het verwijt en als ik dan dingen lees over ‘angstcultuur’ en ‘je mag niks zeggen’… Ja, waar gaat het over, joh?’

Vrouw vrijgesproken voor deelname aan IS

0

Gisteren heeft de rechtbank Rotterdam een 38-jarige vrouw vrijgesproken, die in 2013 met haar Turkse echtgenoot naar IS-gebied trok. Volgens het OM sloot de vrouw zich ook aan bij IS, maar volgens de rechter is hiervoor onvoldoende bewijs.

De vrouw vertrok in 2013 naar IS-gebied, terwijl zij wist dat IS een terroristische organisatie was, aldus het OM. Omdat haar echtgenoot actief zou zijn voor IS en ze met hem een gezamenlijke huishouding voerde, zou ze zich feitelijk bij IS hebben aangesloten en daarmee het kalifaat getalsmatig hebben versterkt. Het OM eiste daarom 5 jaar gevangenisstraf.

De rechtbank ging hier niet in mee. Die concludeerde dat er ‘onvoldoende bewijs is waaruit blijkt dat de vrouw heeft deelgenomen aan IS en een aandeel heeft gehad in verwezenlijking van het terroristisch oogmerk van de organisatie’. Het OM-dossier biedt geen enkel aanknopingspunt om te veronderstellen dat de vrouw heeft deelgenomen aan een gevechtsbataljon van IS, of dat ze actief was in een ondersteunde functie voor de terreurorganisatie. Ook acht de rechtbank het niet bewezen dat de echtgenoot van de vrouw een IS-strijder was.

Om deze redenen besloot de rechtbank Rotterdam tot vrijspraak. Het enige wat de rechtbank wel concludeert is dat de verdachte ruim vijf jaar vrijwillig in Syrië bij IS is gebleven, maar dat is geen bewijs dat ze ook actief voor de organisatie was.

Senegal dreigt af te glijden naar een dictatuur

0

In Senegal is de vlam in de pan geslagen. Veel Senegalezen zijn de straat opgegaan om te protesteren tegen de veroordeling van oppositieleider Ousmane Sonko, die tot twee jaar gevangenisstraf is veroordeeld op basis van vage, politiek gemotiveerde aanklachten. Het gevaar bestaat dat Senegal, een land met een sterke democratie, afglijdt naar een corrupte dictatuur dat de mensenrechten met voeten treedt.

Senegal kampt met een ernstige politieke crisis, die nu een nieuw hoogtepunt heeft bereikt. Deze crisis is ontstaan door de spanningen tussen de regering van president Macky Sall en Ousmane Sonko, de belangrijkste oppositieleider. Twee jaar geleden werd Sonko aangeklaagd voor het verkrachten en met de dood bedreigen van Adji Sarr, een twintigjarige werknemer in een massagesalon. Hoewel hij is vrijgesproken van de oorspronkelijke aanklachten, is hij nu wel veroordeeld voor het ‘corrumperen van de jeugd’.

De rechterlijke uitspraak heeft geleid tot een reeks gewelddadige protesten in Senegal, met enorme materiële schade en tenminste zesentwintig slachtoffers als gevolg. In reactie hierop heeft de regering van Sall meer dan zeshonderd mensen opgespoord en gevangengezet. De meesten van hen komen uit Sonko’s politieke partij PASTEF. Sall zette in de straten van hoofdstad Dakar ook het leger in en sloot zelfs het internet in het hele land af om de communicatie tussen de demonstranten en de Senegalese bevolking te blokkeren. Iedereen die openlijk oproept tot protest of verzet wordt onmiddellijk gearresteerd op beschuldiging van oproer en gevangengezet.

Politiek gemotiveerde rechtszaken

De autoritaire reactie van Sall vormt een ernstige bedreiging voor Senegals democratische traditie. Dit gebeurt tegen de achtergrond van een West-Afrikaanse regio die te kampen heeft met militaire coups en endemische armoede, met daarnaast nog extremistische jihad-groepen die hun invloed uitbreiden.

Veel waarnemers beschouwen de huidige Senegalese crisis als het gevolg van pogingen van de president Sall om de macht te behouden en daarvoor zelfs de grondwet opzij te zetten. De kandidatuur van Sonko voor de presidentsverkiezingen van 2024 vormen een ernstig risico voor die plannen van Sall. Daarom is de verleiding voor hem groot, om de juridische problemen van Sonko aan te wenden om de oppositieleider op een zijspoor te zetten.

Het zou niet de eerste keer zijn dat Sall zijn macht gebruikt om politieke tegenstanders uit te schakelen. Kort na zijn klinkende overwinning in 2012 op Abdoulaye Wade, die uit was op een controversiële derde termijn, richtte Sall zijn aandacht op zijn potentiële tegenstanders voor de volgende presidentiële race. Een populaire opponent was Karim Wade, de zoon van de voormalige president, die onder het regime van zijn vader zijn politieke ambitie had ontwikkeld. Om de opkomst van Wade een halt toe te roepen, activeerde Sall een nieuw gerechtshof, dat Wade schuldig bevond aan corruptie. Hij kreeg een gevangenisstraf van zes jaar en een boete van 160 miljoen euro.

‘Het is niet de eerste keer dat Sall zijn macht gebruikt om politieke tegenstanders uit te schakelen’

President Sall ging ook daarna op deze manier met politieke tegenstanders om. In 2017 onderging Khalifa Sall, de toenmalige burgemeester van Dakar, hetzelfde lot. Gepositioneerd als de meest voor de hand liggende tegenstander voor de presidentsverkiezingen van 2019, werd deze burgemeester onder druk gezet door de president om zich niet kandidaat te stellen. Toen burgemeester Sall dat weigerde, gebruikte president Sall de rechtbank om zijn opponent aan te klagen voor corruptie. De burgemeester kreeg niet alleen een gevangenisstraf van vijf jaar, maar ook een hoge geldboete. Hij verloor zijn baan als burgemeester van de hoofdstad. Veel waarnemers trokken aan de bel over de politieke aard van het vonnis.

‘Corrumperen van de jeugd’

In maart 2021 waren de beschuldigingen van verkrachting aan het adres van Sonko het perfecte recept om hem wettelijk te diskwalificeren of op zijn minst zijn morele geschiktheid voor het presidentschap in twijfel te trekken. Alleen ging er dit keer iets mis in het patroon. In tegenstelling tot Karim Wade en Khalifa Sall, ontkende Sonko de beschuldigingen. Hij sprak van een politieke samenzwering en riep zijn aanhangers openlijk op tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Het hoogtepunt was zijn weigering om zijn proces bij te wonen, omdat hij zijn veroordeling als een uitgemaakte zaak beschouwde ondanks het gebrek aan serieus bewijs tegen hem.

Op 1 juni 2023 sprak de rechtbank Sonko vrij van de aanklachten van verkrachting en doodsbedreiging, maar veroordeelde hem verrassend genoeg wel voor ‘het corrumperen van de jeugd’. Hij kreeg twee jaar gevangenisstraf, waardoor hij volgens de Senegalese wet automatisch is uitgesloten van deelname aan de presidentsverkiezingen van 2024.

Salls derde poging om een politieke tegenstander uit de weg te ruimen, heeft geleid tot taferelen die nooit eerder zijn gezien in de Senegalese politiek. Ongeïdentificeerde gewapende militieleden schieten sindsdien ongestraft burgers neer of bedreigen hen. Bij processen respecteren rechters de rechten van aangeklaagden niet meer. En er zijn willekeurige arrestaties van mensen die kritiek hebben op het regime. Dit zijn allemaal tekenen van een opkomend autoritair regime dat ernaar streeft om niet slechts één politieke rivaal het zwijgen op te leggen, maar de hele oppositie.

Door velen begeerd op het wereldtoneel vanwege het onlangs gevonden olie en gas, gaat Senegal een nieuw tijdperk in. Daarin domineren de onzekerheden en gevaren die eerder ook te zien waren bij andere arme landen met veel natuurlijke hulpbronnen, die er niet in zijn geslaagd succesvol te zijn. Het is een wereld waarin democratie, vrede en stabiliteit vaak de eerste slachtoffers zijn. Het manipuleren van het rechtssysteem is een garantie voor het ongedaan maken van alle democratische successen sinds de onafhankelijkheid. Dat zouden Senegalese politieke leiders zich moeten realiseren.

Groen licht voor vier islamitische middelbare scholen

0

Ons land krijgt er vier islamitische middelbare scholen bij. Door de nieuwe wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ is het eenvoudiger een nieuwe school te beginnen. In totaal zijn er straks zes middelbare scholen van islamitische snit in Nederland.

Een van die nieuwe scholen is het Aida College in Den Haag. Dat schrijft het Algemeen Dagblad. Vorig jaar werd de aanvraag van het Aida College nog afgewezen, maar dit jaar is het wel raak. Hiermee voegt Den Haag zich bij de steden Amsterdam en Rotterdam, waar al jaren islamitisch middelbaar onderwijs bestaat. Het Van Haga Lyceum in de hoofdstad en het Avicenna College in Rotterdam.

Yusuf Altuntas, directeur van de Stichting Islamitisch Onderwijs in Amsterdam is opgetogen. ‘Wij hebben G-E-W-E-L-D-I-G nieuws!’, schrijft hij op LinkedIn, Wij willen u laten weten dat onze langgekoesterde droom werkelijkheid is geworden! Met grote trots delen wij het geweldige nieuws dat onze aanvraag voor Fiducie College, de Islamitische school voor het voortgezet onderwijs, is toegekend! Woorden schieten tekort om onze dankbaarheid en blijdschap te uiten voor het behalen van deze mijlpaal.’

Met de komst van het Fiducie College verdubbelt het aantal islamitische middelbare scholen in Amsterdam. Van één, naar twee scholen.

Grafschennis in Engeland: islamofobie of sjiietenhaat?

0

Onbekenden hebben het graf van een sjiitische moslim in de Engelse stad Blackburn geschonden. Waarom het graf is vernield is onduidelijk.

De grafsteen is van Syed Itrat Hussain, die in november 2002 overleed. Zijn zoon Naveed Hussain dacht aanvankelijk dat het graf was ingestort, maar is er nu van overtuigd dat het met opzet is gedaan. Een plaatselijke steenhouwer vertelde dat de grafsteen heel zwaar is, en pas stuk kan gaan als je die expres vernielt. ‘Het lijkt te zijn ingeslagen met een of ander voorwerp’, aldus Naveed Hussain.

Volgens Press TV gaat het om een daad van islamofobie. De Iraanse staatszender wijst met een beschuldigende vinger naar Britse racisten. Maar de vraag is of dit wel klopt. Het graf van Syed Itrat Hussain lag op een islamitische begraafplaats, en de graven van soennitische moslims zijn niet geschonden. Op de geschonden grafsteen staat bovendien een religieuze tekst, waarop ook de naam van Ali staat, de schoonzoon van de profeet Mohammed en vierde kalief in de islam. Ali wordt in het bijzonder door de sjiieten vereerd.

Ongeveer tien procent van de moslims wereldwijd is sjiiet. Sjiitische moslims worden in landen waar soennieten in de meerderheid zijn vaak gediscrimineerd. In Pakistan zijn sjiieten regelmatig het slachtoffer van geweld. Ook worden sjiieten vaak beschuldigd van blasfemie, waarop in Pakistan de doodstraf staat.

VS roepen Israël op dodelijk geweld tegen Palestijnen te staken

0

De Verenigde Staten hebben er bij Israël op aangedrongen om het dodelijk geweld tegen Palestijnen te staken. Ook moet Israël de dood van het tweejarige jongetje Muhammad Tamimi  opnieuw evalueren.

Maandag overleed Muhammad Tamimi aan zijn verwondingen. Hij was vorige week donderdag beschoten door het Israëlische leger, waarbij hij ernstig gewond raakte aan zijn hoofd. Muhammad en zijn vader werden onder vuur genomen toen ze op weg waren om familieleden te bezoeken.

‘We betuigen ons medeleven aan de familie van Muhammad Tamini’, bericht het Twitteraccount van het Amerikaanse Bureau van Palestijnse Zaken. ‘We dringen er bij Israël op aan elk gebruik van dodelijk geweld waarbij burgerslachtoffers vallen te evalueren, en we roepen de Israëlische en Palestijnse leiders op om verantwoorde maatregelen te nemen om het conflict te beëindigen.’

Deze Amerikaanse kritiek is opmerkelijk, omdat de Verenigde Staten in de regel vierkant achter Israël staan. Het eind december aangetreden nieuwe kabinet van premier Benjamin Netanyahu, waarin ook twee extreemrechtse, zionistische partijen zitting hebben, heeft de betrekkingen tussen beide bondgenoten onder druk gezet. De VS maken zich zorgen over de uitholling van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, en de plannen van de regering Netanyahu om delen van de Westelijke Jordaanoever de facto te annexeren.

Democratie onder vuur: Imran Khan en de Pakistaanse verkiezingen

0

Tegen de afgezette Pakistaanse ex-premier Imran Khan lopen meer dan honderd rechtszaken. Die houden onder andere verband met terrorisme, het aanzetten tot geweld, godslastering en corruptie. De Pakistaanse regering, gesteund door het machtige militaire establishment, heeft vorige week de media in het land verboden om verklaringen, tweets of foto’s van Khan te publiceren.

Khan en zijn partij, de Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI), bevinden zich in een weinig benijdenswaardige situatie. Khan is steeds meer geïsoleerd geraakt. Een groot deel van de PTI-top heeft hem in de steek gelaten, waaronder veel oud-ministers. Veel politici die Khan trouw zijn gebleven zitten nu achter slot en grendel.

Aanvankelijk waren Khan en het Pakistaanse leger nog vrienden, maar nu zijn ze bittere vijanden geworden. De ex-premier voert een kruistocht tegen de legerleiding. Hij zegt dat ze geprobeerd hebben hem te vermoorden, en ook dat ze achter zijn arrestatie in mei zitten. In reactie daarop probeert het leger de PTI te breken. De meeste analisten achten de kans klein dat Khan mee mag doen aan de Pakistaanse verkiezingen, die in oktober zullen plaatsvinden.

Het is niet de eerste keer dat het leger zich met de politiek bemoeit. Dat gebeurt sinds 1958 vaker. Feitelijk is het leger de machtigste politieke speler in Pakistan, die het land of rechtstreeks regeert of vanuit de coulissen. Zo werd premier Zulfikar Ali Bhutto in 1977 door het leger aan de kant gezet en in 1979 na een showproces opgehangen en pleegde de in februari 2023 overleden Pervez Musharraf in 1999 een coup tegen premier Nawaz Sharif, de oudere broer van de huidige premier Shehbaz Sharif.

De druk op Khan en zijn PTI worden opgevoerd. Prominente partijleden zijn gearresteerd en gemarteld, waardoor ze gedwongen werden de partij te verlaten. Ook leden van het middenkader zijn beschuldigd van deelname aan de gewelddadige rellen en protesten die uitbraken na de arrestatie van Khan.

De Pakistaanse democratie is kwetsbaar, omdat politici die verandering voorstaan slachtoffer zijn van intimidatie en geweld. Het feit dat Khan en zijn PTI zo openlijk worden aangevallen kan politieke betrokkenheid van mensen ontmoedigen en het democratische onstabiel en onveilig doen lijken, waardoor het vertrouwen in democratische instellingen verder wordt ondermijnd.

Is er hoop op echte verandering in Pakistan? Het is belangrijk om te beseffen dat politieke landschappen kunnen veranderen. Dit kan bijvoorbeeld als gevolg van het volk, internationale druk en veranderingen binnen de machtsstructuren zelf. Veranderingen kunnen stapsgewijs plaatsvinden en worden aangejaagd door verschillende factoren, zoals volksbewegingen, veranderingen in de publieke opinie, verschuivingen in het mondiale geopolitieke klimaat of zelfs generatiewisselingen binnen het militaire en politieke establishment.

De Pakistaanse democratie is kwetsbaar, omdat politici die verandering voorstaan slachtoffer zijn van intimidatie en geweld

Daarom moeten we niet de hoop verliezen. Er zijn glimpjes van hoop. Neem bijvoorbeeld het maatschappelijk middenveld. Door de jaren heen hebben Pakistaanse activisten en maatschappelijke organisaties, ondanks militaire bemoeienis en politieke onrust, een opmerkelijke veerkracht getoond door te pleiten voor mensenrechten, democratie en sociale rechtvaardigheid.

Ook de internationale gemeenschap kan hoop bieden, door voortdurend druk op Pakistan te blijven uitoefenen om de democratische normen, de mensenrechten en de rechtsstaat te respecteren. Dit kan de loop van de geschiedenis beïnvloeden. Voorts kunnen internationale organen een rol spelen bij het bemiddelen in conflicten en het bieden van platforms voor dialoog, terwijl buitenlandse regeringen diplomatieke en economische relaties kunnen aanwenden om de naleving van democratische principes aan te moedigen.

Ten slotte kunnen we hoop putten uit het politieke proces zelf. De PTI heeft laten zien dat ze, ondanks alle druk die op haar en Khan zelf wordt uitgeoefend, over een sterke achterban beschikt en in staat is om de opinie kan mobiliseren. Andere politieke partijen in Pakistan hebben ook het potentieel om in de politieke leegte te stappen en verandering teweeg te brengen.

Nog steeds duizenden vermisten na aardbeving

0

Vier maanden na de verwoestende aardbeving in Turkije zijn nog duizenden mensen vermist. Dat verklaart de Turkse artsenvereniging TTB in een tweet.

‘Duizenden lichamen liggen nog onder het puin, waaronder vier van onze collega’s in Hatay’, zeggen de Turkse artsen.

Volgens de officiële cijfers zijn er meer dan 50.000 doden te betreuren in Turkije. Daar moeten volgens de artsenvereniging vermoedelijk nog duizenden doden bij opgeteld worden. De artsenvereniging is nog altijd actief in het aardbevingsgebied en roept iedereen op om ‘solidair te blijven’.

Een week na de aardbeving in februari publiceerde de Turkse ondernemersfederatie Türkonfed al een rapport waarin stond dat het aantal dodelijke slachtoffers ‘wel zou kunnen oplopen tot 72.000’.

De Turkse regering werd fel bekritiseerd over de gebrekkige hulpverlening in de eerste dagen van de ramp. Dat vertaalde zich echter niet in een stem tegen Erdogan of de AKP tijdens de verkiezingen. In de aardbevingsgebieden blijft de regering van Erdogan populair.

‘Hindostanen worden over het hoofd gezien’

Een nieuw boek over Hindostaanse Surinamers schetst een helder beeld van een genegeerde bevolkingsgroep. Hindostanen ondervonden de gevolgen van de slavernij, maar in de geschiedenisboeken komen ze amper voor.

Jaswina Elahi maakt het regelmatig mee. De mensen die ze ontmoet, kunnen haar Hindostaans-Surinaamse afkomst niet plaatsen. ‘Ze weten niet dat er in Suriname ook Hindostanen wonen. En als ik dan uitleg dat mijn voorouders en vele andere Brits-Indiërs in de negentiende eeuw naar Suriname zijn gekomen om er te werken, begrijpen ze het nog niet. Je ziet er helemaal niet Surinaams uit, zeggen ze dan.’ Met een Surinaams uiterlijk bedoelen ze Afro-Surinaams, wil cultuurwetenschapper Elahi zeggen. Krulletjeshaar, vult Ruben Gowricharn, hoogleraar Hindostaanse diasporastudies aan de Vrije Universiteit, met een lach aan. ‘En dat hebben wij niet.’

In hun onlangs verschenen boek Ongezien Ongehoord. Hindostanen in de koloniale geschiedenis (Walburg Pers, 2023) betogen Elahi en Gowricharn dat er bij alle aandacht voor de koloniale tijd weinig interesse is voor de Hindostaanse contractarbeider. Op 5 juni was de viering en herdenking van de Hindostaanse migratie, dit jaar precies honderdvijftig jaar geleden. De belangstelling voor deze dag steekt schril af bij de aandacht die er is voor Keti Koti, de viering en herdenking van de slavernij op 1 juli. ‘We worden over het hoofd gezien en voelen ons niet erkend in wie we zijn’, zegt Elahi. ‘De interesse voor het koloniaal verleden beperkt zich tot het trans-Atlantisch slavernijverleden, terwijl het kolonialisme veel meer omvat.’

Laten we beginnen bij de geschiedenis. Hoe zijn de Hindostanen in Suriname terechtgekomen?

‘Hindostanen zijn in de negentiende eeuw geworven in het toenmalige Brits-Indië. De eerste arbeiders scheepten zich in 1873 in op het schip Lala Rookh’, zegt Gowricharn. ‘De slavernij werd afgeschaft in 1863 en de plantagehouders in Suriname waren op zoek naar nieuwe arbeidskrachten. De Hindostanen kregen het aanbod om op de plantages in Suriname te gaan werken. Na afloop van hun contract ging ruim een derde van hen terug naar India, de rest vestigde zich als boer op stukjes land vlakbij de plantages.’

Hoe waren de omstandigheden waarin de contractarbeiders leefden?

‘Ze hadden het niet veel beter dan de slaven’, vertelt Elahi. ‘Ze leefden onder vergelijkbare omstandigheden. Ze stonden vroeg op en werkten op het land als veldarbeider, of in de fabriek als arbeider, of in het huis van de planter. Hele families hadden een arbeidscontract, ook de vrouwen en kinderen. Als een contractarbeider de plantage wilde verlaten was een pas nodig. In theorie had je rechten, maar in werkelijkheid stelde het weinig voor. Planters waren vaak partij in een geschil, rechter en uitvoerder van de straffen. Ook gebeurde het regelmatig dat Hindostaanse arbeiders geld en sieraden bij de plantagehouder in bewaring gaven en die vervolgens nooit meer terugkregen.’

‘Suriname was creools en de creolen waren Suriname’

Gowricharn: ‘De planters waren gewend met slaven te werken. De Hindostaanse contractarbeiders werden gewoontegetrouw behandeld als slaven. Mensen werden mishandeld, gegeseld, opgesloten en in kromboeien gesloten.’ Er zijn een aantal opstanden geweest. Meestal was de aanleiding het misbruik van Hindostaanse vrouwen door de Nederlandse plantage-eigenaren, legt Gowricharn uit. ‘Dan werd een plantage-eigenaar gedood, of werd er brand gesticht. Vaak greep daarna het leger in, en zij schoten dan wat mensen dood. Daarna was, zoals ze dat noemden, de rust hersteld.’

Na afloop van de contractperiode vestigden veel Hindostanen zich als keuterboer op een klein lapje grond vlakbij de plantage. ‘Dat was het beleid van de Nederlandse regering’, zegt Gowricharn. ‘Ze wilden een reservoir aan arbeiders vlakbij de plantages, die met elkaar konden concurreren en dus voor een steeds lager loon wilden werken. Maar de plantages gingen failliet. De boeren zijn echter gebleven. Tegenwoordig wonen de Hindostanen verspreid door heel Suriname. Ze vormen de grootste etnische groep van het land.’

Jullie schrijven dat Hindostanen al decennialang het gevoel hebben dat ze als gemeenschap niet worden gezien. De aandacht beperkt zich tot de Afro-Surinamers. Hoe komt dat?

Elahi: ‘Er is preoccupatie met Afro-Surinaams. Dat is het standaardbeeld dat Nederlanders van de Surinamer hebben, en dat beeld is diep ingedaald in de wetenschap, politiek en in media.’

Gowricharn: ‘Er zijn sinds de Tweede Wereldoorlog talloze studies geweest naar Afro-Surinamers, naar creolen en marrons, de afstammelingen van weggelopen slaven die in stamverband in de binnenlanden leven. Slechts twee studies hadden betrekking op de Hindostaanse gemeenschap.’

Waarom is de preoccupatie er? Komt dat omdat ze afstammen van tot slaaf gemaakten?

Elahi: ‘Nee die eenzijdige gerichtheid op de Afro-Surinamer gaat ver terug en was er ook al in de koloniale tijd. Toen was er nog weinig wroeging over de slavernij. Er was hier geen grote abolitionistische beweging. Om eerlijk te zijn, we hebben er geen verklaring voor.’

Jaswina Elahi

Kan het er mee te maken hebben dat Nederland zo gericht is op Amerika? Voor veel Nederlanders was De hut van oom Tom de enige keer dat ze over slavernij hoorden. Leggen we misschien een soort Amerikaans sjabloon op de bevolking van Suriname?

Gowricharn: ‘Nee, de Amerikaanse Burgeroorlog leidde tot de afschaffing van de slavernij daar. Dat is in de Amerikaanse geschiedenis een marker. Maar in Nederland was Suriname lange tijd een blinde vlek. Suriname was creools en de creolen waren Suriname. Daarbij is het gebleven, nog steeds helaas.’

Waarom zegt u helaas?

Gowricharn: ‘Er zijn ook andere groepen die erkend willen worden als onderdeel van de Surinaamse geschiedenis en samenleving, zoals Chinezen, Javanen, Inheemsen en de Hindostanen.’

Hoe gaan Afro-Surinamers en Hindostanen in Suriname met elkaar om?

‘Er is minder menging dan in bijvoorbeeld Trinidad, waar ook Hindostanen en creolen een land bevolken. Maar in buurland Guyana bijvoorbeeld is de situatie zeer gepolariseerd en vijandig. In Suriname leven we vreedzaam samen vergeleken met deze buurlanden’, zegt Gowricharn.

Elahi: ‘Hindostanen en creolen hebben lange tijd relatief geïsoleerd van elkaar geleefd. Na de slavernij trokken de meeste voormalige slaven naar de stad. Hindostanen kwamen in de plaats van slaven op de plantages wonen. Daar zijn ze begonnen met het bouwen van eigen instituties: scholen, moskeeën en, tempels. Ze hebben hun eigen cultuur kunnen voortzetten. Pas vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw gingen de Hindostanen in grote aantallen richting stad. Er was altijd wel enige culturele menging. Dat zie je aan de kleding, de muziek, het eten.’

Hoe kijken jullie aan tegen de herdenking en viering van Keti Koti, die aanstaande is?

Elahi: ‘Ik vind Keti Koti echt een naam van hier. In Suriname is het een nationale feestdag en wordt het officieel de Dag van de Vrijheden genoemd. Dat maakt het ook inclusiever voor allerlei andere etnische groepen die leven en wonen in Suriname.’

Gowricharn. ‘Ik gun de creolen hier die dag, dat is het niet, het is goed dat er zoveel aandacht voor de slavernij is. Het gaat ons om iets anders. We verdwijnen, net als Javanen en Chinezen, uit de Surinaamse geschiedschrijving.  Wij bestaan niet omdat die hele koloniale geschiedenis wordt gereduceerd tot slavernij waar wij strikt genomen geen onderdeel van zijn. Maar eigenlijk zijn wij er wel slachtoffer van. Dat is de grote miskenning waarmee wij worstelen.’

Ruben Gowricharn

Elahi: ‘In de geschiedenisboekjes krijgt slavernij enige aandacht. Over de post-slavernij, de Hindostaanse contractarbeid, staat er bij wijze van spreken één zin. Soms wordt gezegd dat de Hindostaanse groep zelf minder goed de aandacht op zich weet te vestigen. Maar dat lijkt me anno 2023 geen overtuigende verklaring. We zijn namelijk overal zichtbaar, onze kinderen gaan naar school, we zijn aanwezig in het straatbeeld. We hebben posities.’

Jullie citeren een jonge vrouw. Zij zegt niet Indiaas genoeg voor India te zijn, niet Surinaams genoeg voor Suriname en niet Nederlands genoeg voor Nederland. Zelfs niet Surinaams genoeg voor Nederland. Hebben veel jonge mensen dit gevoel van ontheemding?

Elahi: ‘Ik denk het wel.’

Gowricharn: ‘We proberen hier een thuis te maken, maar we zijn nooit helemaal thuis. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we geaccepteerd, gezien en gehoord worden. Pas op het moment dat je aanwezigheid vanzelfsprekend is, ben je thuis.’

Elahi: ‘Mijn dochter behoort tot de derde generatie Hindostanen in Nederland, maar ze moet voortdurend op school uitleggen wie ze is en waar ze vandaan komt. Hoe kan zij zich hier dan echt thuis voelen? We zouden willen dat de instituties – zoals de media, de wetenschap en de politiek – die de normaliteit van hun burgers bepalen, Hindostanen als gemeenschap gaan erkennen. Nederland is pluriform en Suriname is pluriform, we hebben verschillende bevolkingsgroepen in ons midden.’

Wat is de toekomst van Hindostanen in Nederland?

Elahi: ‘Ik denk dat een deel zal assimileren en vooral Hollands wordt. Net als de Indische Nederlanders. Op een gegeven moment zie je dan niet meer dat ze Hindostaans zijn. Een ander deel zal zich ook op India focussen, en misschien op de Indiase gemeenschap in Nederland. De band met Suriname wordt dunner, dat zie ik nu al bij de jongere generaties gebeuren. En bij een deel zullen alle drie de achtergronden een belangrijk onderdeel zijn van hun leven.’

Gowricharn: ‘Veel transnationale gemeenschappen behouden hun taal en cultuur. Turkse Nederlanders vormen een mooi voorbeeld daarvan. Dat is bij Hindostaanse Nederlanders minder aan het worden. Maar die ontwikkeling zie je ook bij andere Indiase gemeenschappen in het buitenland. En toch blijven ze als een wereldwijde diasporagemeenschap voortbestaan.’