Een groep Antilliaanse Nederlanders vindt de nationale slavernijherdenking te Surinaams, net als de term Keti Koti. Ze willen dat Nederland de slavernij breder herdenkt, met oog voor het Antilliaanse perspectief.
De activisten worden geleid door Kenneth Cuvalay, voorzitter van de zwarte politieke partij Ubuntu Front Connected (UFC) in Tilburg en op Sint Eustatius. Cuvalay is daarnaast voorzitter van de St. Eustatius Afrikan Burial Ground Alliance, die strijdt voor het behoud van begraafplaatsen van tot slaaf gemaakten. Hij kreeg regionale bekendheid door zijn protest tegen het standbeeld van pater Peerke Donders in Tilburg, dat racistisch zou zijn.
‘Het is beschamend om 160 jaar na de wettelijke afschaffing van de slavernij in de voormalig Nederlandse koloniën in ‘de West’, nu ineens overal te horen en te lezen dat het 150 jaar geleden is’, zegt Cuvalay tegen de Surinaamse website Waterkant. ‘Natuurlijk weten we van de tien jaar staatstoezicht in Suriname en dat daarom vaak over afschaffing van de slavernij in 1873 wordt gesproken in plaats van 1863. Maar er bestond geen staatstoezicht op Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba en het kan niet dat de geschiedenis van ruim een half miljoen Antillianen dan maar wordt weggemoffeld.’
De Antilliaanse activisten willen dat Nederland de slavernijgeschiedenis breder herdenkt, dus ook oog heeft voor het Antilliaanse perspectief. ‘Ze lijken niet eens te weten dat op St. Maarten de slavernij de facto al in 1848 werd afgeschaft. De organisaties die formeel voor onze belangen moeten opkomen, zoals het NiNsee, het Landelijk Platform Slavernijverleden, de plaatselijke Ketikoti-stichtingen, je hoort ze niet of ze maken veelal dezelfde fout.’
Nederland moet ook af van de term ‘Keti Koti’, zegt Cuvalay. Keti Koti is een Surinaamse uitdrukking, die Antillianen niets zegt. Op de Bovenwindse eilanden (Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten) spreken ze over Emancipatiedag/Emancipation Day, dat kan een alternatief zijn, maar een nieuwe naam kan ook.
De lage straffen voor de studenten die verantwoordelijk zijn voor de dodelijke ontgroening van de Senegalees-Belgische Sanda Dia (in 2018) maakt ook in Nederland mensen boos. Vanmiddag protesteert een bonte stoet van activisten voor de Belgische ambassade in Den Haag en zaterdag in Rotterdam. Zo meldt Doorbraak.
Het initiatief in Den Haag wordt ondersteund door Bij1, de Haagse Stadspartij, Kick Out Zwarte Piet en de klimaatactivisten van Extinction Rebellion.
‘Mijn hart brak toen ik hoorde dat de 18 moordenaars van Sanda Dia alleen maar taakstraffen en 400 euro boete hebben gekregen. Ik ben bang voor mijn zwarte mensen in de Benelux. Ik ben boos op het Belgische justitiële systeem en ik voel de behoefte om onze stemmen te laten horen, aldus een veel gedeelde oproep van de BLM-activist INDIG007 op Instagram.’
In het Vlaamse parlement (PvdA, België) uitte Jos d’Haese vorige week al kritiek op de uitspraak:
‘Sanda Dia was de zoon van een arbeider met Senegalese roots. En de mensen van Reuzegom, die verantwoordelijk zijn voor zijn dood, waren kinderen van de absolute toplaag uit onze samenleving. Denk u eens in dat het omgekeerd was geweest. Stel u eens voor dat het zou gaan over daders, leerlingen van een technische school bijvoorbeeld, met een migratieachtergrond, die verantwoordelijk zouden zijn voor de dood van de zoon van een bankier. Zouden die daders er dan ook vanaf komen zonder dat een werkgever ooit op hun strafblad zou kunnen zien waarvoor zij verantwoordelijk zijn? Iedereen weet dat het antwoord op die vragen ‘nee’ is. En dat mag ook hier in het parlement duidelijk gezegd worden. Ja, dat is klassenjustitie.’
De Soedanese paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) heeft met nepaccounts op Facebook, Instagram en Twitter de burgeroorlog in Soedan aangewakkerd. De rebellenbeweging is sinds april dit jaar in oorlog met het Soedanese leger.
Half april braken er in Soedan gevechten uit, nadat de RSF militaire doelen in de hoofdstad Khartoem aanviel. De media zijn een belangrijk wapen voor beide strijdende partijen. Ze verspreiden desinformatie en nepnieuws, om hun eigen optreden te verdedigen en de andere partij zwart te maken.
In 2019, nadat de Soedanese dictator Omar al-Bashir was afgezet, betaalde generaal Mohamed Hamdan ‘Hemeti’ Dagalo van de RSF aan een Canadees lobbybedrijf zo’n 5,5 miljoen euro om een charmeoffensief te lanceren, om zo de hearts and minds van de Soedanese bevolking te winnen. Ondertussen had generaal Abdel Fattah al-Burhan – die aan het hoofd staat van het Soedanese leger – de reguliere media in handen, die het regeringsnarratief verkondigden.
RSF probeerde via social media een eigen verhaal te verspreiden. Enkele weken voor de militaire machtsovername in oktober 2021 bracht Facebook een rapport uit, waarin stond dat er een netwerk van bijna 1.000 nepaccounts was ontmanteld die aan RSF waren gekoppeld en desinformatie en nepnieuws verspreidden. De accounts deden zich voor als journalisten en studenten in Soedan. Hun berichten waren meestal in het Arabisch en bevestigden het RSF-narratief. Ook waren er, aldus het Digital Forensic Research Lab (DFR Lab) van de Atlantic Council, zo’n 900 nepaccounts van RSF op Twitter actief.
Vorige maand, toen de Soedanese burgeroorlog in volle hevigheid was uitgebroken, verspreidde RSF plotseling allemaal nieuws in het Engels. Dat was bewust, om de internationale gemeenschap te bereiken. Ook heeft de RSF aangekondigd een hotline te openen op WhatsApp, om burgers in de door de militie bezette gebieden in contact te brengen met humanitaire hulp, en is er een taskforce in het leven geroepen die burgers moet beschermen tegen misdaad. Dat laatste initiatief wordt door velen ongeloofwaardig gevonden, schrijft Middle East Eye, omdat de paramilitaire troepen van RSF verdacht worden van betrokkenheid bij verkrachtingen, plunderingen, afpersing en andere misdaden.
Amsterdam gaat in een leeg kantoorgebouw vluchtelingen opvangen. Er kunnen 650 personen in deze opvang. De locatie opent in het najaar van 2024.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, het COA, huurt het gebouw. De gemeente wil ‘minder afhankelijk’ zijn van tijdelijke locaties. Het gebouw moet tien jaar lang dienen als opvang voor vluchtelingen. Mogelijk wordt dat daarna nog vijf jaar verlengd. Zo meldt de Amsterdamse stadszender AT5.
‘Het afgelopen jaar hebben we gezien dat de asielopvang niet goed werkt’, zegt Rutger Groot Wassink. Hij is in Amsterdam wethouder voor Opvang en Vluchtelingen. ‘We moeten zorgen voor stabiele opvang. Met locaties waar we mensen voor een langere periode kunnen opvangen.’
Groot Wassink vertelde eerder dat de opvang in Amsterdam de komende jaren uitgebreid wordt. ‘Er is nu heel veel opvang in het Noorden van het land. Bijvoorbeeld in Ter Apel. Dat is in Zuid-Holland en Noord-Holland stukken minder. Je moet het eerlijker gaan verdelen’, aldus Groot Wassink.
Afgelopen maand liet onze democratie weer luid van zich horen. Stakingen vonden plaats, zoals bij Albert Heijn en op andere arbeidsplekken. Steeds meer mensen zien dat banken de oorzaak zijn van veel leed. Zo investeren banken in de wapenindustrie, waar overigens niet tegen wordt gedemonstreerd. Activisten gaan wel de straat op tegen de investeringen in de fossiele industrie. Groepen mensen staan met megafoons en spandoeken voor de deuren van bankkantoren. Ze vinden dat banken ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
Mag een burger daar een mening over hebben? Ook als je geen aandeelhouder bent van de bank? Best gek eigenlijk: je geeft je geld in bewaring bij een bank, maar je mag niet meebeslissen over wat die bank daarmee doet. Want je bent geen aandeelhouder.
Ook demonstreerden deze week studenten weer op de universiteiten. Het leidde zelfs tot heuse bezettingen. Studenten pikken het niet dat er bedrijven zijn die investeren in universiteiten en daarmee de objectieve kennis in gevaar brengen.
Het feit dat studenten demonstreren is onderdeel van onze politieke cultuur, van onze democratie. Een Maagdenhuisbezetting hebben we sinds 1969 elke generatie wel gehad. Dat is goed voor de democratisering van de universiteit, waar ook het geluid dat men niet wil horen, bediscussieerd dient te worden.
Studenten pikken het niet dat er bedrijven zijn die investeren in universiteiten
Ook in de politiek is het interessant, als het gaat om democratische waarden. BBB heeft nu zestien van de vijfenzeventig zetels in de Eerste Kamer en is daarmee de grootste fractie. De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU hebben slim gestemd, vinden ze, maar toch is het lastig in te schatten of er met hun vierentwintig zetels een meerderheid gevormd kan worden.
De coalitie kan linksom of rechtsom gaan bij grote vraagstukken. Dit zal nog een hele uitdaging worden, als het gaat om thema’s als klimaat en het vluchtelingenvraagstuk. Dat veel mensen Afrika en het Midden-Oosten willen verlaten, komt doordat het klimaat daar is verwoest door bedrijven als Shell die, dankzij financiëring van banken en wetenschappelijke kennis en onderzoeken, naar olie boren en land afpakken en verwoesten.
Soedan, dat vluchtelingen opvangt uit buurlanden, kampt nu met een nieuwe burgeroorlog. Hoe financieren de strijdende partijen eigenlijk hun wapens? Immigratiedienst IND en het COA hebben stapels achterstand en onze premier voorspelt dat we op een nieuwe ramp à la Ter Apel zullen stuiten.
Een paar maanden geleden besloten vluchtelingen in asielzoekerscentra in hongerstaking te gaan. Ze demonstreerden voor azc’s voor betere omstandigheden en snellere procedures. Het demonstratierecht is bijna heilig in Nederland. Maar schijn bedriegt. Want op de plekken die het COA beheert, heerst een dictatuur. Doe je daar je mond open, ga je daar demonstreren of in hongerstaking, dan wordt je leefgeld stopgezet.
Wie bepaalt daar wat er gebeurt? Wie biedt het evenwichtig tegengeluid, dat zo belangrijk is voor onze democratische waarden? Hoe sterk wordt onze democratie als demonstranten hun huizen worden uitgetrokken en bespied, als studenten met harde hand de universiteiten worden uitgetrokken en klimaatactivisten zomaar opgepakt?
Iedereen en iedere groep heeft het recht om in het openbaar bij elkaar te komen, bijvoorbeeld voor een vergadering, een betoging of een demonstratie. Ook de vluchtelingen.
Op 1 juli herdenken we de afschaffing van de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen, die sinds 1 juli 1873 een feit is. Wat zijn de belangrijkste boeken over de zwarte periode van westerse slavenhandel en slavernij, die je gelezen moet hebben? Dit is de keuze van de Kanttekening.
Karwan Fatah Black (Beeld: Bete Photography)
Slavernij en beschaving. Kleine geschiedenis van een paradox door Karwan Fatah-Black (Ambo Anthos, 2021)
De belangrijkste historicus op het gebied van de slavernijgeschiedenis van Nederland is op dit moment zonder meer de Leidse universitair docent Karwan Fatah-Black. In november 2021 verscheen zijn boek Slavernij en beschaving, een felle aanklacht tegen wit Nederland dat volgens hem nog steeds door en door racistisch is.
Fatah-Black hekelt het ‘klassieke verhaal’ over slavernij, dat is opgetekend door de door hem bekritiseerde historici Henk den Heijer en Piet Emmer, die de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij contextualiseren en – in het geval van Emmer – bagatelliseren. Volgens Fatah-Black heeft het Westen een verkeerd zelfbeeld. Niks beschaving en Verlichting: het Westen is schuldig. Het christendom deed onvoldoende tegen de slavernij en veel kerkvaders verdedigden deze onmenselijke praktijken. En was het niet de Griekse filosoof Aristoteles die slavernij beschouwde als een belangrijk fundament van een beschaafde maatschappij? Ook is de afschaffing van slavernij niet te danken aan de abolitionisten, aldus de wetenschapper, maar aan de tot slaaf gemaakten zelf die in opstand kwamen tegen hun meesters.
Fatah-Blacks j’accuse is een must read voor iedereen die zich in het Nederlandse slavernijdebat verdiepen wil. Een debat dat mede door deze wetenschapper met activistische inslag is aangezwengeld.
Dick Harrison (beeld: Wikimedia Commons)
De geschiedenis van de slavernij. Van Mesopotamië tot moderne mensenhandel door Dick Harrison (Omniboek, 2019)
Een gans andere toon heeft het maar liefst 720 pagina’s tellende boek De geschiedenis van de slavernij van de Zweedse historicus Dick Harrison. Hij begint zijn verhaal met de slavernij in de bronstijd en de klassieke oudheid, en belandt via de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd in het heden.
Harrison bespreekt de grote lijnen, maar illustreert zijn verhaal ook met fragmenten uit dagboeken en brieven, zodat zijn verhaal de menselijke kant van deze onmenselijke geschiedenis ook laat zien. Voor deze Nederlandstalige editie voegde Harrison hoofdstukken toe over de voormalige Belgische kolonie Congo en de voormalige Nederlandse koloniën Indonesië en Suriname.
De Zweedse historicus laat zien dat de positie van slaafgemaakten per tijd en regio verschilt, maar ook afhankelijk was van de taken die ze moesten verrichten. Plantageslaven hadden een hele andere positie dan huisslaven. Soms konden ze zelfs grote macht verwerven, zoals de slaafsoldaten van het Ottomaanse Rijk.
Uiteraard krijgt de trans-Atlantische slavenhandel veel aandacht, maar Harrison vindt dat we ons hier niet exclusief op moeten richten. Want dan blijft ‘negentig procent van de slavernijgeschiedenis buiten beeld’.
Kerk, kolonialisme en slavernij. Verhalen van een vervlochten geschiedenis door Bente de Leede en Martijn Stoutjesdijk (KokBoekencentrum, 2023)
Nederlandse kerkhistorici besteedden lange tijd amper aandacht aan de slavernij. De focus lag op dogmatische kwesties en kerkelijke schisma’s. Maar het maatschappelijke debat over racisme en slavernij heeft nu ook de kerken bereikt.
Wetenschapsorganisatie NWO verstrekte in 2022 een subsidie van 750.000 euro voor onderzoek naar hoe in Nederland het christendom werd gebruikt om de slavernij te legitimeren dan wel te bekritiseren. Dit jaar komen de eerste resultaten hiervan naar buiten. De nadruk ligt op de rol van de protestantse Nederduits Gereformeerde Kerk, die tijdens de slavernijperiode publieke kerk was en hechte banden had met de overheid.
De door historicus Stoutjesdijk en historica De Leede samengstelde bundel Kerk, kolonialisme en slavernij is een van de vruchten van dit onderzoek. Ze onderzoeken hoe het christendom, in het bijzonder het Nederlandse christendom, zich door de eeuwen heen tot de slavernij heeft verhouden. Deskundigen behandelen in deelstudies hoe de kerken op slavernij en kolonialisme reageerden, en hoezeer deze verschillende geschiedenissen met elkaar vervlochten waren.
Anton de Kom in 1924 (beeld: Wikimedia Commons)
Wij slaven van Suriname door Anton de Kom (Atlas Contact, 2020)
Uitgeverij Atlas Contact gaf drie jaar geleden het in 1934 gepubliceerde Wij slaven van Suriname van de communistische activist Anton de Kom opnieuw uit. De in 1898 in Paramaribo geboren de Kom behaalde zijn boekhoudersdiploma en werkte daarna een tijdje voor de Balata Compagnie. De Kom trok zich het lot van creoolse arbeiders aan die voor dit bedrijf rubber moesten oogsten. Hij besloot daarom ontslag te nemen en emigreerde in 1920 naar Nederland. Daar kwam hij in contact met Indonesische revolutionairen, die bij hem het revolutionaire vuur aanwakkerden. De Kom ging schrijven voor De Communistische Gids, een orgaan van de Communistische Partij Holland. Hij keerde zich tegen het kolonialisme en kwam op voor de rechten van zwarte arbeiders.
In 1932 keerde De Kom voor korte tijd terug naar Suriname. Hij werd in februari 1933 gearresteerd, toen hij een lijst met klachten wilde aanbieden aan het koloniale bestuur. Zijn aanhangers eisten daarop zijn vrijlating, maar de politie besloot met scherp te schieten, met twee doden een tweeëntwintig gewonden tot gevolg. Ruim drie maanden zat De Kom in de gevangenis, voordat hij naar Nederland werd gedeporteerd.
In 1934 schreef De Kom Wij slaven van Suriname, een felle aanklacht tegen de uitbuiting van Suriname door Nederland, tijdens de slavernij en het tijdperk der ‘vrijheid’. Hoewel het boek gaat over de onderdrukking van zwarte mensen door witte mensen is zijn pamflet niet zwart-wit. Zo schrijft De Kom ook over een hartelijke ontmoeting met een witte stoker, die door de kolen en het vuur die het stoomschip voortstuwen zwart is geworden. ‘Als hij halfweg de bak is wuift hij naar mij en de kinderen. In het zwart van zijn gezicht lachen het wit van zijn ogen en de blanke rij tanden. Ook dat is overal hetzelfde en overal schoon, de makkerschap der proletariërs en hun liefde tot vrijheid.’
Rotterdam in slavernij door Alex van Stipriaan (Boom, 2020)
Dit 496 pagina’s tellende boek Rotterdam in slavernij van Van Stipriaan is het resultaat van twee jaar onderzoek. In de kleine geschiedenissen van honderden individuen maakt hij duidelijk hoe het complexe slavernijsysteem werkte en veranderde en wie er bij dit systeem betrokken waren. Naast kooplieden, regenten en plantage-eigenaren waren ook vele gewone Rotterdammers bij het slavernijsysteem betrokken, zoals bijvoorbeeld de havensjouwers. ‘Rotterdam zat tot over zijn oren in de slavernij’, is de conclusie dan ook.
Slavernij was niet normaal. Ook in de zeventiende en achttiende eeuw niet. Zo was in Nederland zelf slavernij verboden en waren zwarte mensen hier vrij, hoewel ze wel veel bekijks trokken. Ook was er, vanaf eind achttiende eeuw, verzet. Een belangrijke rol speelden vrouwen, die volgens Van Stipriaan zo niet alleen aan de emancipatie van tot slaafgemaakten werkten, maar ook aan die van henzelf.
Het heden bevat nog steeds sporen van de slavernijgeschiedenis. Niet alleen in gebouwen, maar ook in de mensen. Eén op de acht Rotterdammers heeft voorouders die tijdens de trans-Atlantische slavenhandel tot slaaf zijn gemaakt. Dat is meer dan in welke stad in Nederland dan ook. Rotterdam telt ongeveer evenveel Surinaamse inwoners als Amsterdam, maar er wonen drie keer zoveel Antillianen. Bovendien wonen er in Rotterdam veel Kaapverdianen, met wortels in de Portugese slavernij.
Weg met ‘De aardappeleters’, ‘Het melkmeisje’, ‘Meisje met de parel’ en ‘Het Joodse bruidje’. Weg met de vele Haagse beeldjes van anonieme meisjes: op een bankje, op een skippybal, bij de waterkraan, met een mandje. En, van over de grens: weg met de ‘Mona Lisa’, ‘Het danseresje’ van Degas, ‘Guernica’, en zo kan ik deze column wel vullen.
Wat hebben zij gemeen? Dat zij niets hebben gepresteerd, geen heldinnen of helden waren, niet geregeerd hebben. Ze waren geen koningen, keizers of admiralen. Integendeel, soms waren ze juist slachtoffers. Ook van hun schoonheid moeten ze het lang niet allemaal hebben. Maar als we Rosanne Hertzbergers ziedende, GeenStijlachtige column in de NRC moeten geloven, dan geldt voortaan als criterium voor menselijke afbeeldingen in de kunst dat mensen een verdienste moeten hebben.
Hertzberger zet zich af tegen het nieuwe, vier meter hoge standbeeld in Rotterdam van een zwarte jonge vrouw. Naast het arme beeld krijgen in de column ook kunstenaars, geëngageerde kunst, beleidsmakers en minderheden – ‘irrelevant randverschijnsel etniciteit’ – ervan langs. Breng dan liever de meritocratie in de kunst terug, vindt ze. Een winner takes all-mentaliteit, die gezellig de enorme verschillen in onze samenleving nog wat meer vergroot.
Naast haar – op de lachspieren werkende – idee dat alleen vips een standbeeld behoeven, heb ik twee serieuze bezwaren tegen Hertzbergers column. Allereerst is het een achterhaalde aanname dat gewone mensen geen onderwerp kunnen zijn van schrijvers, kunstenaars, wetenschappers en politici. Blijkbaar heeft ze gemist dat met name sociale wetenschappers in de twintigste eeuw juist de dominantie van onderzoek naar elites en machthebbers afwezen. Zo ging de Annales-school, een beweging in de geschiedwetenschap, op zoek naar stromingen, groepen, structuren en mentaliteit.
Maar mijn kritiek treft vooral haar gebrek aan empathie dat inmiddels een patroon vormt. Nog niet zolang geleden schreef ze ook een neerbuigende en provocerende column over de trots van Marokkaanse topvoetballers op hun moeders tijdens het WK. Dat deze vrouwen extra hard hebben moeten knokken, speelde voor Herzberger geen rol. Ze moeten blijkbaar niet te veel kapsones krijgen, die minderheden.
‘Probeer je in deze vrouw te verplaatsen, in plaats van te schuimbekken’
Vrouwen van kleur hebben het nieuwe beeld ontroerd en met trots verwelkomd. Herzberger zou respect kunnen tonen voor hun gevoel. Maar ze maakt ‘kunst met een boodschap’ belachelijk. In de shredder dus maar, Picasso’s ‘Guernica’. Ik denk ook aan de vele beelden over het leed uit de Tweede Wereldoorlog, waar we stil bij willen blijven staan. Het beeld van Zadkine, dat het verwoeste Rotterdam vertegenwoordigt, de vele sculpturen van weggevoerde Joodse mensen, ‘De dokwerker’. Is onrecht als reden voor kunst echt zo mal?
Herzbergers cynisme en dédain geven geen pas. Stuitend is haar gebrek aan solidariteit met mensen die zo lang zijn onderdrukt. Mensen voor wie de regering pas dit jaar excuses maakte voor alle niet te beschrijven schendingen van universele mensenrechten. Aan die schendingen en aan de morele overwinning daarop mag iedereen de daders en nazaten net zolang helpen herinneren, totdat er nooit meer een recht wordt geschonden.
Je hoeft geen jurist te zijn om respect op te brengen voor elementaire universele rechten. Dat is het uitgangspunt van echte gelijkwaardigheid, schrijft de Brits-Indiase schrijver Kenan Malik in zijn nieuwe boek Not so black and white.
Het onrecht dat de voorouders van deze jonge vrouw is aangedaan en het hedendaags racisme zouden ook mijn en Herzbergers aangedane onrecht moeten zijn. Haar succes moet juist ook onze blijdschap oproepen.
Zou het kunnen zijn dat het beeld van de jonge, zelfverzekerde en strijdbare vrouw ongenoegen oproept vanwege het simpele feit dat ze ‘is’? Dat ze ongenoegen oproept omdat we niet meer om haar heen kunnen, ook letterlijk niet? Omdat ze opeist dat we haar in ons leven toelaten en haar bestaan, en dat van haar ouders, haar voorouders en ons aandeel van schuld aan hun ellende en verdriet erkennen? En omdat zijzelf het bewijs is van hun kracht, waardoor niemand hen heeft klein gekregen.
Sarcastisch schrijven over anderen is zo makkelijk. Veel moeilijker is het om gewoon een beetje aardig voor elkaar te zijn. Het is ieders verantwoordelijkheid hoe naar je medemens te kijken en hoe je te verhouden. Deze zwarte vrouw is er. Zij gaat niet meer weg. Verdiep je in haar bestaan. Verbeeld je. Door de kunst. De rechterkant van haar gezicht is wat afstandelijk misschien, de linkerkant is lief. Zie de menselijkheid van het beeld, van mensen wiens menselijkheid en bestaan zo lang is ontkend. Probeer je in deze vrouw te verplaatsen, in plaats van te schuimbekken. Doe ‘s gek, beeld je in dat je vriendinnen kan worden.
De Amerikaanse denker en activist Noam Chomsky roept Koerden uit Turkije, Syrië, Iran en Irak op zich te verenigen. Door het opzij schuiven van verschillen, wordt zelfbestemming bereikbaar, aldus Chomsky in een live-uitzending van het Koerdische nieuwsplatform K24.
‘Vereniging is voor Koerden de beste bescherming tegen onderdrukking. Dat zal hun toekomst bepalen in het Midden-Oosten’, zegt Chomsky. ‘Koerden zijn in vier landen onderworpen aan onderdrukking, maar als ze verenigd zijn, kunnen ze een vreedzame weg naar onafhankelijkheid kiezen.’
Hij wijst er ook op dat de VS, Groot-Brittannië en Europa aan de ene kant en China en Rusland aan de andere kant veel conflicterende belangen hebben in het Midden-Oosten. Deze landen zijn volgens Chomsky niet geïnteresseerd in mensenrechten en democratie. ‘Zij streven ernaar hun macht en hegemonie te vergroten.’
Chomsky erkent wel dat er verschillende contexten zijn in de aparte delen van Koerdistan.’De Koerden zijn relatief onafhankelijk in Irak en Syrië, maar hun situatie in Turkije is ingewikkelder, en de enige manier om onderdrukking te overwinnen is eenheid.’
Over de relatie tussen de VS en de Koerden, is Chomsky kritisch. Hij haalt het beroemde Koerdische gezegde aan: ‘De Koerden hebben geen andere vrienden dan de bergen’. Ook brengt hij de Turkse invasie uit 2019 in herinnering. De VS onder oud-president Trump gaf daar groen licht voor met een gedeeltelijke terugtrekking van het Amerikaanse leger uit Syrië. De Turken bezetten sindsdien een lange strook land aan de Turks-Syrische grens, naast de stad Afrin in het noordwesten van Syrië.
In Israël is gister een tweejarig Palestijns jongetje overleden aan de gevolgen van een hoofdwond. De peuter en zijn vader waren bij vergissing onder vuur genomen door Israëlische soldaten.
Donderdag werden Muhammad Tamimi en zijn vader Haytham Tamini in het dorpje Nabi Salah aangevallen door Israëlische militairen. De vader had net zijn zoontje in het kinderzitje van zijn auto gezet toen ze werden beschoten. Vader Haytham werd in de borst geraakt en naar een ziekenhuis in Ramallah gebracht. Zijn zoontje Muhammed, die ernstig aan zijn hoofd gewond raakte, werd naar een Israëlisch ziekenhuis gebracht. Hij bleef daar aan de beademing liggen, totdat hij gisterochtend overleed.
Het Israëlische leger geeft toe een fout te hebben gemaakt. Ze zouden de twee per abuis hebben aangezien voor Palestijnse strijders.
Dit jaar zijn al meer dan twintig Palestijnse kinderen omgekomen als gevolg van Israëlisch geweld, meldt de Palestijnse actiegroep Electronic Intifadah. In totaal heeft Israël sinds het begin van dit jaar 119 Palestijnen gedood op de bezette Westelijke Jordaanoever en in het bezette Oost-Jeruzalem, en nog eens 34 in de door Israël van de buitenwereld afgesloten Gazastrook.
Iran heropent deze week zijn ambassade in Saoedi-Arabië. De ambassade werd zeven jaar gesloten vanwege een diplomatieke breuk.
‘De Iraanse ambassade en het consulaat zijn al in gebruik genomen om de hadj [islamitische bedevaart naar de stad Mekka] te vergemakkelijken’, zegt een woordvoerder van de Iraanse regering tegen de Arabische nieuwszender Al Jazeera.
De doorbraak is de vrucht van Chinese bemiddeling tussen de twee rivalen in het Midden-Oosten. De officiële bevestiging voor de opening van de Saoedische ambassade in Teheran, die eveneens werd gesloten, laat nog wel op zich wachten.
Riyad verbrak de diplomatieke betrekkingen met Teheran in 2016. Dat gebeurde nadat Saoedische ambassades in Iran werden bestormd, in reactie op pro-Iraanse sjiitische geestelijken die in het soennitische Saoedi-Arabië waren geëxecuteerd.
Saoedi-Arabië neemt ook de leiding in de normalisering van de betrekkingen met Syrië en zijn president, Bashar-al Assad. Hij is weer welkom bij de Arabische liga. De entente tussen Iran en Saoedi-Arabië kan ook voor het door oorlog verscheurde Jemen goed uitpakken. Ook daar staan het Saoedische koninkrijk en de sjiitische theocraten al jaren tegenover elkaar met meer dan honderdvijftigduizend doden en honger tot gevolg.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.