De koranontheiliging in Zweden krijgt een bijzonder staartje in Koeweit. De oliestaat gaat honderdduizend Korans in het Zweeds drukken en beschikbaar stellen voor het Scandinavische land.
Dat meldt de nieuwssite Middle East Monitor. De verspreiding van de Koran bevestigt volgens de regering in Koeweit de ‘tolerantie van de islamitische religie, het propageren van islamitische waarden en de co-existentie van alle mensen’.
Koeweit wil de vertaalde Korans aanbieden aan moskeeën, bibliotheken, scholen en andere instituties in Zweden.
In islamitische landen ontstond, aangezweept door onder meer Turkije, vorige week een lobby tegen het voorkomen van koranverbrandingen in het Westen. Handelingen van ‘haat’ kunnen volgens deze landen niet onder de ‘vrijheid van meningsuiting’ vallen.
Turkije lijkt het islamofobe incident in Zweden ook te hebben aangegrepen om concessies van Amerika los te peuteren in de aankoop van F-16’s. De Turkse president Erdogan die al wekenlang zei dat hij een Zweedse toetreding bij de Navo zou blokkeren, ging eerder deze week plotseling overstag.
Een belletje met de Amerikaanse president Joe Biden, waarin groen licht voor F-16’s werden beloofd, gaf kennelijk de doorslag, meldt Middle East Eye.
De Armeens-Amerikaanse historicus Richard G. Hovannisian is op 90-jarige leeftijd in Los Angeles overleden. Zo meldt de Armeens-Turkse krant Agos.
Hovanissian, wiens ouders de Armeense genocide van 1915 hadden overleefd, was in Amerika geboren en getogen waar zijn ouders naartoe waren gevlucht. Hij heeft op de Universiteit van California (UCLA) de opleiding Moderne Armeense Geschiedenis opgezet, waar hij professor van werd.
Zijn dissertatie-onderzoek Armenian on the Road to Indepedence, dat tot een van zijn beroemdste studies behoort, gaat over de eerste Armeense republiek die na de Eerste Wereldoorlog een kort leven beschoren had. De rompstaat van Armeense vluchtelingen werd na een deal tussen Turkije en de Sovjet-Unie ingelijfd door de regionale machten.
Ook het 14-delige bundelwerk Armenians from Ancient to Modern Times met hem als eindredacteur is beroemd en wordt door historici vandaag de nog als naslagwerk gebruikt.
Amersfoort krijgt nu eindelijk ook een islamitische begraafplaats, in Hoogland-West. De gemeente heeft een stuk grond gekocht.
‘Het is (…) begrijpelijk dat steeds meer Amersfoortse moslims in hun eigen stad begraven willen worden’, zegt Wethouder Rutger Dijksterhuis (ChristenUnie) tegen RTV Utrecht. ‘We hebben niet alleen een juridische plicht als gemeente om dat mogelijk te mogelijk te maken, maar als samenleving ook een morele verplichting.’
Volgens de islam moeten doden ‘eeuwige grafrust’ krijgen, wat betekent dat hun graf niet na zoveel jaar geruimd mag worden, wat in Nederland gebruikelijk is. Tot voor kort wilden veel Turkse en Marokkaanse Nederlanders graag begraven worden in het land van herkomst, maar mede dankzij de corona is daar verandering in gekomen, omdat de coronamaatregelen de mogelijkheden voor repatriëring beperkten.
Sinds 2020 zijn de gemeente Amersfoort en het Samenwerkingsverband van Amersfoortse Moskeeën (SvAM) met elkaar in gesprek over de komst van een islamitische begraafplaats in de stad.
Een Amerikaanse federale rechtbank oordeelt dat Iran 3,3, miljoen dollar schadevergoeding moet betalen aan vrouwenrechtenactiviste Masih Alinejad, vanwege de detentie van haar broer.
Alireza Alinejad werd in 2019 opgepakt door de Iraanse autoriteiten en daarna twee jaar vastgehouden, vanwege het activisme van zijn zus. Het is nog onduidelijk hoe Iran dit bedrag gaat betalen. Mogelijk via bevroren activa.
Masih Alinejad woont als politieke balling in de Verenigde Staten en is een uitgesproken criticus van het theocratische regime in Teheran. In 2021 deed het Iraanse regime – tevergeefs – een poging om Alinejad te ontvoeren en terug te brengen naar haar vaderland.
Toen in september vorig jaar veel Iraniërs gingen demonstreren tegen het Iraanse regime kreeg Masih Alinejad de wind in de zeilen. Aanleiding van deze protesten was de tragische dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die door de Iraanse moraalpolitie dodelijk zou zijn mishandeld omdat ze haar hoofddoek niet op een zedige manier droeg. Alinejad greep de protesten met beide handen aan om haar boodschap – het Iraanse regime is slecht en moet weg, de politieke islam is fout, islamofobie bestaat niet en de hoofddoek is een vorm van vrouwenonderdrukking – te promoten in westerse media.
Behalve in Iran zelf is Masih Alinejad ook in het Westen omstreden. Zo betoogde de Iraans-Amerikaanse wetenschapper Azadeh Nazer Fassihi in haar proefschrift over vrouwenrechten en neo-oriëntalisme dat Alinejad met haar kritiek op de hoofddoek oriëntalistische beelden over de islam versterkte. Ook het Amerikaanse Congreslid Ilhan Omar moet niets van Alinejad hebben. In 2020 deelde de linkse politica een artikel van een Amerikaanse denktank, waarin wordt beweerd dat Alinejad door de Amerikaanse regering werd betaald voor haar werk voor de tv-zender Voice of America (VOA) en Donald Trumps ‘talking points’ zou echoën.
In de Verenigde Staten is er een hoog oplopende discussie over het bloedbad dat witte racisten in 1921 aanrichtten op Afro-Amerikanen in de stad Tulsa. Drie stokoude overlevenden eisen een schadevergoeding, maar de rechter in de staat Oklahoma ging daarin niet mee. Zij gaan daartegen nu in beroep.
Op 31 mei en 1 juni 1921 vermoordden witte racisten zo’n driehonderd zwarte inwoners van Tulsa en maakten tienduizend van hen dakloos. Het is een van de grootste racistische bloedbaden uit de geschiedenis van de Verenigde Staten. De daders werden echter nooit bestraft.
Drie overlevenden van het bloedbad – Lessie Benningfield Randle (108), Viola Fletcher (109) en haar jongere broer Hughes Van Ellis (102) – spanden enkele jaren terug een rechtszaak aan tegen de stad Tusla en eisten schadevergoeding. Maar de rechter stelde hen vrijdag in het ongelijk: ‘Het feit dat iemand verbonden is met een historische gebeurtenis, geeft diegene geen onbeperkte rechten om een schadevergoeding te eisen.’
Getuige
Fletcher was in 1921 zeven jaar. Ze groeide op in Greenwood, een welvarende zwarte wijk in Tusla met veel kleine ondernemingen. Toen het bloedbad begon lag Fletcher in bed. Haar moeder wekte haar en de rest van de familie en ze ontvluchtten hun huis en de wijk Greenwood.
Viola Fletcher in 2022, screenshot Youtube
De familie raakte alles kwijt. Ze hadden alleen hun kleren bij zich. Vanwege de armoedige situatie waarin de familie was beland kon Fletcher de lagere school niet afmaken. Ze stopte na de vierde klas.
Op 19 mei 2021 getuigde Fletcher voor het Amerikaanse Congres over de gebeurtenissen van 1921.
‘Ik zal nooit het geweld vergeten van de witte menigte toen we ons huis verlieten’, vertelde ze. ‘Ik zie nog steeds zwarte mannen neergeschoten worden, zwarte lichamen op straat liggen. Ik ruik nog steeds rook en zie nog steeds vuur. Ik zie nog steeds zwarte bedrijven in brand worden gestoken. Ik hoor nog steeds vliegtuigen overvliegen. Ik hoor het geschreeuw.’
Wat Fletcher vooral steekt is dat de stad Tusla nu de namen van de slachtoffers en foto’s van het bloedbad gebruikt om zichzelf te verrijken, terwijl zij haar hele leven in armoede heeft geleefd, zo vertelde ze aan het Congres. Ze heeft moeten werken tot haar vijfentachtigste. Eerst in de scheepswerven van Californië als lasser, vervolgens als schoonmaakster in Tulsa.
Pogrom
Maar hoe heeft het bloedbad in Tulsa kunnen ontstaan? Racisme was natuurlijk de oorzaak, maar de directe aanleiding was de vermeende aanranding van een witte vrouw door Dick Rowland, een negentienjarige zwarte jongeman. Van aanranding was echter geen sprake en de vrouw diende ook geen aanklacht in, maar veel witte inwoners van Tusla zagen dit anders en wilden Rowland lynchen.
Lynchings kwamen in deze jaren regelmatig voor in het zuiden van de Verenigde Staten. De gruwelijke moord op de zwakbegaafde Jesse Washington is een van de bekendste voorvallen. In 1916 verbrandde een woeste witte menigte hem levend.
De zwarte inwoners van Tulsa vreesden dat Rowland hetzelfde lot beschoren zou zijn als Jesse Washington en andere slachtoffers van lynchings. Daarom besloten ze zich te bewapenen, in de hoop hiermee de lynching van Rowland te voorkomen. Dat lukte – Rowland kon gelukkig ontsnappen – maar hun standvastigheid riep bij de tegenpartij een enorme moordlust op. Zo’n tweeduizend witte racisten besloten de zwarte gemeenschap in Greenwood aan te vallen. In de chaotische gevechten die volgden vielen honderden doden. Het was een bloedige pogrom. Er cirkelden bovendien een dozijn of meer vliegtuigen boven Greenwood. Vanuit die vliegtuigen schoten witte racisten op zwarte mensen. Ook gooiden ze terpentijnbommen op huizen en andere panden in de wijk, die daarop in brand vlogen.
Zo’n tienduizend Afro-Amerikanen raakten als gevolg van al het geweld dakloos. Velen van hen besloten, omdat ze geen toekomst meer voor zichzelf zagen in Tusla, om de stad te verlaten. De slachtoffers werden niet gecompenseerd.
De laatste jaren is er steeds meer erkenning voor het bloedbad in Tulsa gekomen. Zo besteedt het historisch museum van de stad veel aandacht aan de moordpartij, en bezocht president Joe Biden in 2021 Tulsa om de honderdste verjaardag van het bloedbad te herdenken. Tulsa wil de slachtoffers van het bloedbad echter niet compenseren en de rechter ging daar afgelopen vrijdag in mee. De advocaten van Randle, Fletcher en Van Ellis hebben aangekondigd in hoger beroep te zullen gaan. Het is echter maar de vraag of zij nog in leven zullen zijn als de hogere rechter zijn uitspraak doet.
Tegenwoordig zit Fletcher er echter warmpjes bij. Filantroop Ed Mitzen van de non-profitorganisatie Business for Good besloot vorig jaar om Fletcher, haar broer en Randle elk een miljoen dollar te doneren. De drie voeren nu hun rechtszaak, omdat ze van mening zijn dat de Amerikaanse overheid hen ook recht moet doen. Daarnaast is Fletcher, tijdens een bezoek aan Ghana, door de president van dat land persoonlijk ontvangen. Ze kreeg de eretitel ‘koningin-moeder’ en verschillende Ghanese namen, waaronder Naa Lamiley: ‘Iemand die sterk is. Iemand die de tand des tijds doorstaat.’
Toen dertien jaar geleden het kabinet Balkenende-IV (CDA, PvdA, ChristenUnie) viel, voelde ik me opgetogen. Misschien komt er dan eindelijk verandering voor de allochtonen die disproportioneel werkloos vastzaten in Amsterdam Nieuw-West, dacht ik. Als een van de weinige universitair afgestudeerden in de contreien, had ook ik – ‘typisch allochtoons’ – geen baan. Ik schaamde me ervoor en was depressief geworden, omdat ik geen cent te makken had. Na de zoveelste afgewezen sollicitatie stopte ik zelfs met praten met mijn eigen familie. Ik viel helemaal stil. Uit radeloosheid gaf ik hen kennelijk de schuld voor mijn eigen falen.
Halverwege 2010 krabbelde ik langzaam op, door vrienden weer te mailen en opnieuw te zoeken naar werk. Raak! Via-via vond ik een bijbaantje bij een commercieel promotiebedrijf. Flyeren voor Yakult yoghurt-drankjes en nog meer van dat soort werk op niveau. Precies op een van die troosteloze promotiedagen, waarin je voor de buitenwereld de hele tijd goed weer moet spelen voor sales, kwam het nieuws dat de PvdA de verkiezingen in zou gaan met Job Cohen als nieuwe partijleider. Dat maakte me uiteraard enthousiast.
De man die na de ellendige jaren van de moord op Theo van Gogh als burgemeester ‘de boel enigszins bij elkaar’ wist te houden, in tegenstelling tot de polariserende minister van Integratie Rita Verdonk. Natuurlijk had de man die de verkiezingen inging met de slogan ‘Iedereen telt mee’ bij mij een streepje voor. Helaas voor Nederland verloor hij die cruciale verkiezingen met één zetel de aan de VVD van Mark Rutte.
Al mijn hoop voor positieve verandering vervloog. Rechts en racistisch-rechts waren aan zet met Rutte-I. In onderhandelingen met het CDA en de PVV zei Rutte dat er een kabinet komt waar ‘rechts Nederland de vingers bij aflikt’. Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2011 ging Rutte een stapje verder: ‘Ik ga Nederland weer teruggeven aan de Nederlanders.’ De rest is geschiedenis.
Het gevoel dat wij hier niet horen, dat is wat we constant van Rutte en zijn kabinetten kregen
Wat volgde was neoliberaal egoïsme. De afbraak van de verzorgingsstaat met ongekende bezuinigingen. Elke dag islamofobie, verpakt als vrijheid van meningsuiting. Een eeuwigdurende wachtlijst voor sociale woningen, omdat die aan de markt werden verkocht. Privatisering en eigen risico in de zorg. ‘Zelfredzame’ ouderenzorg. Rutte zei als op klap op de vuurpijl ‘pleur op’ tegen Turken, krachttermen die hij nooit heeft gebruikt tegen rellende autochtonen. Moet ik nog meer opsommen?
Ja, ik noem nog de toeslagenaffaire, een vorm van institutioneel racisme waar Rutte nooit verantwoordelijkheid voor heeft genomen. Rutte bleef maar wijzen op buitenlanders die ‘onze vrijheden’ zouden afpakken. ‘Ga weg als je Nederlandse waarden afwijst’, liet hij in bijna alle grote kranten als advertentie plaatsen tijdens de verkiezingen in 2017.
De angst en verwoesting die Rutte tot ongeveer 2020 bij Nederlanders met een migratieachtergrond heeft veroorzaakt is niet uit te leggen. Het gevoel dat wij hier niet horen, dat is wat we constant van hem en zijn kabinetten kregen. Het gevoel dat wij hier wel horen als gelijkwaardige burgers is wat de antiracismebeweging, met Black Lives Matter voorop, op straat met demonstraties heeft veroverd, ondanks Rutte.
Hij kwam met xenofobie, bleef aan de macht met xenofobie en verlaat de politiek met xenofobie over de rug van oorlogsvluchtelingen. Dat de regering onder zijn leiding excuses maakte voor het slavernijverleden doet daar niks aan af. Ten eerste is Nederland daarmee honderdvijftig jaar te laat en ten tweede blijkt die komma van Rutte toch een dikke punt te zijn. De hele discussie over herstelbetalingen gaat hij niet meer voeren.
Trouwens, veel tegenstanders van Rutte lijken blij te zijn met zijn vertrek. Juich niet te vroeg, zoals ik dat deed in 2010. Het kan nog altijd erger met bijvoorbeeld Dilan Yesilgöz als nieuwe lijstrekker van de VVD. Als er één ding erger is dan een xenofobe witte man als premier, dan is het wel een xenofobe premier van kleur. Zij gebruiken hun eigen achtergrond als schild tegen de beschuldiging van racisme. Er zijn genoeg liberale politici, van Ulysse Elian tot Malkis Jajan, om die taak met verve op zich te nemen. We zijn nog lang niet af van de VVD.
‘Ik heb grote zorgen wat dit nou weer gaat betekenen voor de asielopvang in de stad’, vraagt wethouder Rutger Groot Wassink zich af in een tweegesprek met collega-wethouder Reinier van Dantzig (Wonen) over de val van het kabinet. ‘Het zit muurvast en het is politiek heel ingewikkeld. Ik maak me zorgen of we de komende maanden nog genoeg plekken hebben,’ meldt Groot Wassink aan de Amsterdamse stadszender AT5.
Over de spreidingswet voor asielzoekers werd hard gediscussieerd in Den Haag. Die wet moest de scheve verdeling in asielopvang tussen gemeenten gelijk trekken. Voor een stad als Amsterdam, waar onevenredig veel asielzoekers worden opgevangen, zou dat verlichting betekenen. Maar dat lijkt nu allemaal verder weg.
‘We kijken wat we kunnen doen, maar eigenlijk zou het gewoon beter zijn als het kabinet regie neemt,’ zegt Groot Wassink.
Volgens Van Dantzig moet de woningzoekende Amsterdammer door de val van het kabinet nog langer wachten dan nu het geval is. ‘We hebben al aangekondigd dat de bouwcijfers dit jaar heel laag zullen zijn. We hebben driehonderd startbouwsubsidies nodig en daarbij was het kabinet druk bezig met regulering van middenhuur om woningen betaalbaar te kunnen verhuren.’
Daar komt volgens de wethouders nu pas over een jaar weer uitsluitsel, nadat in november verkiezingen zijn geweest en volgend jaar een kabinet is gevormd.
Tamar Efrati, Joodse studente aan de Universiteit van Amsterdam, voelt zich onveilig. Iemand schreeuwde haar toe: ‘vuile zionist’. Critici wijzen er echter op dat Efrati een pro-Israëlische activist is en bovendien diende in het Israëlische leger.
Efrati is naar eigen zeggen uitgemaakt voor ‘zionist’, toen ze bij een pro-Palestijns protest ging kijken. Zo meldt de Amsterdamse stadszender AT5. Volgens haar staat het incident niet op zichzelf. ‘Ik heb wel vaak gehad dat ik bijvoorbeeld m’n Davidster wegstopte. Het is niet zo dat mensen naar me toekwamen, maar wel dat studenten zich op social media op een bepaalde manier uitten tegen Israël en Joden. Dan staat er ‘een goede Jood is een dode Jood’. Dat wordt dan niet letterlijk tegen mij gezegd, maar dat zijn dan wel mensen die naast me in de collegezaal zitten.’
Nati Banet, student aan de eveneens Amsterdamse Vrije Universiteit, voelt zich juist wel veilig. Hij draagt een keppeltje. Hij begrijpt echter dat het voor andere Joodse anders kan liggen. ‘Ik hoor van andere studenten die geen ketting met een Davidster durven te dragen of geen keppeltje durven te dragen. Dus het is er zeker wel.’
Efrati kreeg echter een krachtig weerwoord. Sibren van Hoeven, verbonden aan de Landelijke Studenten Vakbond, wijst erop dat Efrati een duidelijke ideologische gedrevenheid heeft: Dit is niet gewoon een normale Joodse student’, twittert hij. ‘Dit is een CIDI-activist en oud IDF-soldaat. Het enige wat haar is overkomen is dat ze zionist is genoemd toen ze een confrontatie opzocht bij de pro-Palestinademonstratie. Zionisme is een politieke ideologie, niet een etniciteit.’
Van Hoeven voegt een screenshot toe. Daarop is te zien dat Efrati twee jaar heeft gediend in het Israëlische leger en dat ze bovendien verbonden is geweest aan de jongerenorganisatie van het pro-Israëlische CIDI.
Jaap Hamburger van Een Ander Joods Geluid, beaamt de kritiek op Efrati. ‘De valse en met onmiskenbaar politieke motieven opgeklopte ‘pro-joodse sentimenten’ [zijn] definitief doorgeprikt’, schrijft hij, verwijzend naar een twitterdraadje waarin Efrati wordt bekritiseerd. ‘Die CIDI-ballon loopt sissend leeg. Hier kan de solidariteitsbeweging Palestina – en niet alleen die aan de UvA – voortaan kortheidshalve naar verwijzen. Viva Palestina. Basta.’
Universiteiten reageren
De UvA en VU hebben beiden gereageerd op het onveilige gevoel onder Joodse studenten.
UvA: ‘Naar aanleiding van de demonstratie in het gebouw A een tijdje geleden kwamen enkele brieven binnen – van buiten de UvA, maar bijvoorbeeld ook van een student en een onderzoeker. Deze gingen onder andere over het gevoel dat de oproep tot boycot van Israël en intifada bij hen opriep. Wij hebben daarop persoonlijk gereageerd, en aangegeven dat de UvA de oproep tot een boycot van Israël of Israëlische instituten niet steunt en dat wij goed konden begrijpen dat de leuzen die werden geroepen niet veilig voelden. De beveiliging is opgedragen hier alert op te zijn.’
VU: ‘De VU wil een inclusieve en veilige omgeving voor al haar studenten zijn. Bij spanningen of dreigingen gaan we altijd het gesprek aan. Hiervoor zet het Diversity Office van de VU zich in, maar ook proberen we via debatcentrum 3D de dialoog op campus gaande te houden en ons juist te richten op verbinding tussen verschillende groepen studenten. Het mag duidelijk zijn dat uitsluiting en discriminatie door de VU niet wordt getolereerd.’
De UvA meldt verder dat incidenten tegen Joodse studenten bij hun ‘niet bekend’ zijn.
Salwan Momika, die op 28 juni 2023 een Koran verbrandde voor de grootste moskee van Zweden, is een christelijke vluchteling uit Irak. Volgens het Franse persbureau AFP was Momika actief voor een pro-Iraanse militie.
De 37-jarige extreemrechtse vluchteling vroeg de Zweedse autoriteiten toestemming om een exemplaar van de Koran te verbranden. Omdat dat officieel niet verboden is in Zweden kon de boekverbranding gewoon plaatsvinden. De rechter zei dat een boek verbranden mag, vanwege het recht van vrijheid van meningsuiting.
Momika woont sinds april 2018 in Zweden. Drie jaar later kreeg hij een tijdelijke verblijfsvergunning, die afloopt in april 2024. Op Facebook beschrijft hij zich als een ‘atheïst en verlicht politicus, denker en acteur’. Hij is actief op diverse sociale media, vooral TikTok en Facebook, waarop hij veel video’s heeft geplaatst.
Na 28 juni zijn echter ook oude video’s van Momika opgedoken, die vooral circuleren onder de Iraakse vluchtelingengemeenschap in Zweden. Volgens AFP zijn de video’s authentiek. Momika en andere mannen, allemaal gekleed in zwarte T-shirts, hebben de vlag van de Imam Ali Brigades bij zich, een sjiitische, pro-Iraanse militie in Irak. Momika is lid van de christelijke tak binnen deze brigades. Op een foto, die genomen werd voordat hij naar Irak vluchtte, zien we Momika in zijn kantoor, met op de achtergrond een Aramese vlag. De Arameeërs zijn een christelijke minderheid in Turkije, Syrië en Irak.
De Imam Ali Brigades worden beschuldigd van oorlogsmisdaden en staan sinds 2018 op de Amerikaanse sanctielijst. Momika leidde een gewapende groep in de buitenwijken van Mosul in het jaar 2017. Hij was echter verwikkeld in een machtsstrijd met Ratyan al-Kaldani, een andere christelijke militieleider. Dit leidde ertoe dat Momika Irak uiteindelijk moest verlaten.
Volgens het Iraanse ministerie van Veiligheid is Momika helemaal niet pro-Iran, maar is hij een Israëlische spion, meldt de Arabische, pro-Iraanse nieuwszender Al Mayadeen.
In Nederland is er een grote kloof tussen de feiten over asielzoekers en het beeld dat media en politiek schetsen. Dat stelt Ewoud Butter, onderzoeker en kenner van de multiculturele samenleving, in een interview met de Kanttekening. Daarin kijkt hij terug op de val van het kabinet Rutte-IV.
Butter onderschrijft de conclusies van de onderzoeksjournalist Chris Klomp, die deze maand betoogde dat de meeste asielzoekers ‘deugen’. In een onlangs verschenen rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) staat dat 97,3 procent van de asielzoekers in 2022 niet in aanraking kwam met de politie. Natuurlijk is die andere 2,7 procent alsnog 2,7 procent te veel, aldus Chris Klomp, maar dit lage percentage staat volgens hem in schril contrast met de misvatting dat asielzoekers in Nederland en masse voor geweld, ellende en seksueel misbruik zorgen.
Van de Nederlandse bevolking kwam slechts 1 procent in aanraking met de politie. Dit is een lager percentage dan de 2,7 procent, maar we moeten volgens Klomp wel beseffen dat de meerderheid van de asielzoekers uit jonge mannen bestaat in een sociaaleconomisch kwetsbare situatie. Als we gericht kijken naar Nederlandse mannen tussen 12 en 65 jaar oud, dan is alweer 3,2 procent in aanraking met de politie geweest. Dan steken asielzoekers dus juist positief af tegen Nederlanders, aldus Klomp.
Ewoud Butter
‘Politiek laat zich leiden door sentimenten’
Ewoud Butter is het helemaal eens met de analyse van Klomp: ‘Er bestaat een grote kloof tussen de feiten en de beeldvorming over asielzoekers. Die negatieve beeldvorming is vanaf de jaren negentig in de media ontstaan, toen er veel vluchtelingen naar Nederland kwamen en er tegelijkertijd steeds vaker werd gesproken in termen van een clash of civilizations. De aanslagen van 11 september 2001 verscherpten het beeld van deze vermeende clash. Asielzoekers werden in de jaren daarna in de beeldvorming steeds vaker teruggebracht tot moslim en geassocieerd met dreigende islamisering, criminaliteit en vrouwenverkrachting. Populistische politici zoals Geert Wilders en Thierry Baudet dragen bij aan dit beeld, evenals sommige populistische media die asielzoekers dehumaniserend beschreven in termen van natuurrampen en plagen.’
De val van het kabinet-Rutte IV heeft alles te maken met verkeerde beeldvorming over de zogenaamde asielcrisis, vindt Butter. ‘De VVD, die de stekker uit het kabinet heeft getrokken, laat zich leiden door sentimenten, niet door feiten. VVD-coryfee Henk Kamp zei bijvoorbeeld vlak na de val van het kabinet bij Nieuwsuur dat 400.000 immigranten zich vorig jaar in Nederland vestigden, maar hij ‘vergat’ daarbij te vertellen dat in hetzelfde jaar 170.000 mensen het land verlieten. Hij suggereerde bovendien dat het om voornamelijk asielzoekers ging, terwijl de overgrote meerderheid van de immigranten naar Nederland komt als arbeidsmigrant, expat, student of om te trouwen met een Nederlandse partner. Hij framet daarmee de werkelijkheid en de presentator liet het na hem met de feiten te confronteren.’
‘Het probleem is dat Nederland sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een migratieoverschot heeft, terwijl nooit erkend mocht worden dat ons land een immigratieland is. Dat was een taboe’, stelt Butter. ‘Daarom hebben regeringen nimmer immigratiebeleid voor de langere termijn gemaakt. Dat wreekt zich keer op keer. Werkgevers en universiteiten halen veel arbeidsmigranten en studenten naar Nederland en dat is prima, maar er is geen beleid voor hun opvang en huisvesting. Samen met veel Nederlanders en asielzoekers zoeken ze naar nieuwe woningen, die er door falend woningmarktbeleid niet zijn. In de discussie wordt vervolgens ten onrechte gesuggereerd dat het woningtekort vooral komt door een relatief kleine en kwetsbare groep: de asielzoekers.’
Opvangcrisis
Toch heeft Butter ook oog voor positieve ontwikkelingen. ‘Uit onderzoek van I&O Research blijkt dat nog steeds een meerderheid van de Nederlanders voor de opvang van vluchtelingen is. Uit hetzelfde onderzoek komt naar voren dat mensen met een asielzoekerscentrum in de omgeving positiever over asielzoekers denken dan mensen die daar geen ervaring mee hebben.’
De onderzoeker ziet wel dat er eerst meestal maatschappelijk verzet ontstaat als er in Nederland een nieuw asielzoekerscentrum geopend wordt. ‘Maar na een tijdje komen er contacten tussen de mensen en gaan Nederlanders anders denken. Bijvoorbeeld omdat ze asielzoekers als klanten krijgen, omdat ze samen sporten of hun kinderen bevriend raken met asielkinderen. Er is dan ook groot verzet onder de mensen, als de Nederlandse overheid kinderen wil terugsturen naar het land van herkomst.’
Ten slotte is er volgens Butter geen sprake van een asielcrisis maar van een opvangcrisis. ‘Er is – dankzij de VVD – erg veel bezuinigd op de asielopvang. Ook zijn er de afgelopen jaren veel te weinig woningen gebouwd. Het is tragisch dat de discussie nu wordt toegespitst op asielzoekers, in het bijzonder op mensen uit Afrika en het Midden-Oosten, die tot zondebok worden gemaakt. Door beeldvorming en plat populisme hebben rechtse media en politiek het debat ten onrechte gepolariseerd.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.