De techmiljardair en X-topman Elon Musk heeft de EU vergeleken met nazi-Duitsland, nadat de EU een boete van 120 miljoen euro had opgelegd vanwege het schenden van transparantieverplichtingen. In reactie op de boete heeft Musk het X-account van de Europese Commissie laten deactiveren.
‘Zeker’, reageert Musk op een bericht waarin de EU als ‘Vierde Rijk’ wordt vergeleken met nazi-Duitsland. Niet veel later werd het X-account Europese Commissie verwijderd. Opvallend genoeg is dat precies wat de Nederlandse parlementariër Geert Wilders voorstelde op X, in reactie op de boete van de Europese Commissie een dag eerder.
‘Niemand heeft jou gekozen. Je vertegenwoordigt niemand. Je bent een totalitaire instelling en kunt niet eens het woord vrijheid van meningsuiting spellen. We moeten de boete voor X niet accepteren, maar de EC afschaffen’, aldus Wilders over de Europese Commissie. Musk deelde zijn bericht. Niet veel later bestond het account van de Europese Commissie niet meer op X.
Ook krijgt Musk steun vanuit de Verenigde Staten. ‘De Europese Unie zou de vrijheid van meningsuiting moeten ondersteunen in plaats van Amerikaanse bedrijven aan te vallen voor onzin’, schreef de Amerikaanse vicepresident J.D. Vance eerder.
De escalatie draait om de eerste boete die de Europese Commissie heeft opgelegd naar aanleiding van de Digitale Dienstenwet. Die wet, die twee jaar geleden van kracht werd, legt grote online platforms regels op om de verspreiding van illegale inhoud, desinformatie en misbruik tegen te gaan.
Van accounts met een blauw vinkje is bijvoorbeeld vaak niet bekend of er echt iemand achter zit. Onlangs werd bekend dat anonieme accounts door trollenlegers in Afrika en Azië werden aangestuurd.
Elon Musk is geboren in Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid en verspreidt op X enthousiast de white genocide-complottheorie. Critici beschuldigen Musk van extreemrechtse sympathieën. Op YouTube staat een met AI gegenereerd liedje ‘Springtime for Elon’, een parodie op ‘Springtime for Hitler’ uit de film The Producers (2005).
Tijdens de loting voor het komende WK voetbal in Washington heeft FIFA-voorzitter Gianni Infantino de Amerikaanse president Donald Trump een nieuwe vredesprijs uitgereikt.
De prijs, speciaal door Infantino in het leven geroepen, volgt kort nadat Trump de Nobelprijs voor de Vrede misliep en lijkt vooral bedoeld om zijn imago te versterken.
De uitreiking roept veel kritiek op. Mensenrechtenorganisaties en politieke waarnemers noemen de prijs betekenisloos en vrezen dat FIFA zich laat gebruiken als pr-instrument voor een steeds autoritairder Amerikaans beleid. Zo kreeg Human Rights Watch geen antwoord op vragen over de criteria voor deze prijs en wie er in de jury zaten.
Het WK wordt georganiseerd door de Verenigde Staten, Canada en Mexico. De spanningen tussen de VS enerzijds en Canada en Mexico anderzijds zijn weer opgelopen. President Trump voerde hoge importheffingen in, dreigde Mexico met luchtaanvallen en sprak herhaaldelijk over annexatie van Canada als 51ste staat. Ook Amerikaanse speelsteden als Los Angeles en Seattle werden door hem bedreigd met uitsluiting vanwege hun ‘linkse bestuur’.
De vredesprijs, die Infantino persoonlijk aan Trump overhandigde, lijkt daarmee vooral een symbolisch gebaar dat de controverse rond het voetbaltoernooi verder vergroot. Critici stellen dat FIFA door deze nauwe band met Trump een schadelijk signaal afgeeft aan de wereld: dat alles wat de Amerikaanse regering doet gerechtvaardigd zou zijn. Het WK, bedoeld als wereldwijd sportief feest, dreigt zo steeds meer te worden overschaduwd door politieke belangen en persoonlijke profilering.
De Nederlandse komiek Arjen Lubach maakte enkele weken terug een satirisch item over de FIFA-vredesprijs, waarin hij de draak stak met Trump en Infantino.
Met de auto reed ik laatst door Bloemendaal. Straatnamen als de Ignatius Bispincklaan, Doctor Dirk Bakkerlaan en Van Wickevoort Crommelinlaan ken ik niet in mijn thuisstad Amsterdam. Ze klinken als het Nederland van vroeger eeuwen. Ze passen bij de villa’s in de fin-de-sièclestijl die er tegen de kustrand zijn gebouwd.
Bloemendaal staat al decennia bovenaan de lijst van duurste gemeenten van het land. Maar het is niet zo dat die miljoenenhuizen spontaan uit het duinzand zijn gerezen. De gemeente bouwde simpelweg bijna niet voor lage inkomens. Al vele jaren heeft ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking een inkomen dat in aanmerking komt voor een sociale huurwoning. Enkele jaren geleden bevestigde toenmalig minister Hugo de Jonge dit percentage nog eens. Minimaal 30 procent sociale huur per gemeente is al lange tijd een streven dat door vrijwel alle deskundigen als noodzakelijk wordt gezien.
Wie de huidige cijfers bekijkt, ziet dat Bloemendaal blijft steken op ongeveer 17 procent sociale huur. De rest is koop, vaak ver boven het miljoen. Ja, er wordt nieuw gebouwd — zoals de 123 woningen op Landgoed Dennenheuvel — maar ook daar is slechts een kwart sociaal. Als Bloemendaal in dat tempo doorgaat, haalt het pas tegen het einde van deze eeuw de norm van 30 procent. Dat het er ‘niet kan’ vanwege de kostbare grond is onzin. De duurste grond van Nederland ligt in Amsterdam, en daar is ruim 40 procent van de woningen sociaal.
Bloemendaal staat niet op zichzelf. In Nederland bestaan veel van dit soort ‘Bloemendaals’: rijke randgemeenten die hun volkshuisvestingsverantwoordelijkheid ontwijken. Het zijn geliefde plekken voor de welvarende midden- en bovenlaag, strategisch gelegen aan de rand van een grote stad, met alle culturele en economische voorzieningen binnen handbereik. Maar sociaal bouwen? Het kán wel, maar men wil het niet. Ongewenste groepen — arme huishoudens, grotere gezinnen, mensen met lagere inkomens — worden liever buiten de deur gehouden. Parbleu: volkshuisvesting is toch iets voor de grote stad?
De tijd is rijp voor een spreidingswet sociale woningbouw
Deze dorpen vormen een cordon sanitaire rond de Nederlandse steden. Rond Den Haag liggen Wassenaar en Voorburg. Utrecht wordt omgeven door De Bilt, Groenekan en Bunnik. Noord-Brabantse steden kennen Vught, Hilvarenbeek en Oirschot. Rond Amsterdam is de ring van welgestelde buurgemeenten bijna gesloten.
Sommige van die plaatsen bestaan voor bijna 80 procent uit koop- en vrijesectorwoningen. De helft van de inwoners is hoogopgeleid en de inkomens liggen soms twee keer zo hoog als in de steden waar ze op teren. Praktisch opgeleide inwoners met een niet-westerse achtergrond — talrijk in de stadswijken — vormen er een kleine minderheid. Deze gemeenten profiteren van stedelijke voorzieningen, maar houden hun sociale huurvoorraad bewust klein. De schaarse sociale woningen gaan meestal naar eigen dorpelingen.
Dat leidt tot ernstige ruimtelijke segregatie. Aan de ene kant rijke enclaves die sociale huur minimaliseren. Aan de andere kant gemeenten en stadsdelen die juist heel veel sociale huur en lage inkomens hebben. Gorinchem, Zwijndrecht, Heerlen, Kerkrade — allemaal kampen ze met concentraties van kwetsbare inwoners. Van de grote steden heeft Rotterdam de meeste sociale huur (bijna de helft), op de voet gevolgd door Amsterdam. En ook binnen die steden is de scheidslijn zichtbaar: rijke stadsdelen functioneren als welvarende dorpen ín de stad; de mooiste buurten hebben de fijnste culturele voorzieningen en het beste onderwijsaanbod.
Volgend jaar maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Een uitgelezen moment om woningbouw — hét thema waar gemeenten daadwerkelijk verschil maken — centraal te zetten. In het lawaai over het bouwen van aantallen mag niet verdwijnen waar we bouwen én voor wie.
Als we een evenwichtiger land willen, moeten we juist in rijke dorpen, wijken en stadsdelen fors inzetten op sociale woningbouw. Plaatsen als Bloemendaal zouden verplicht moeten worden hun achterstand snel in te halen tot minimaal 30 procent sociaal. Dat vereist nieuwbouwprojecten die voor minstens tweederde uit sociale huur bestaan, niet andersom. Het bekt niet lekker, maar de tijd is rijp voor een spreidingswet sociale woningbouw. En vooruit: een prijsvraag voor een knuffelbare term mag best.
Zaterdag klinkt in Amsterdam opnieuw de leus ‘stop de genocide’. Dit keer gaat de demonstratie niet over Gaza, maar over Soedan.
Yalla for Sudan en de Sudanese Refugees Organization organiseren de actie om te pleiten voor een onmiddellijk einde aan de genocide en massale wreedheden die zich momenteel in Soedan afspelen.
In Soedan woedt sinds 15 april 2023 een strijd tussen twee rivaliserende groepen: het Soedanese regeringsleger (SAF) en de paramilitaire strijdmacht RSF. Onschuldige Soedanese burgers trekken hierbij aan het kortste eind.
Etnisch gemotiveerde moorden, seksueel geweld, het verbranden van huizen en massale ontheemding van niet-Arabische inwoners zijn inmiddels aan de orde van de dag. Volgens meerdere experts is er sprake van genocide en er is momenteel geen einde in zicht.
Het is daarom de hoogste tijd voor meer bewustzijn vanuit de internationale gemeenschap, vinden de organisatoren. ‘De situatie in mijn Soedan blijft de grootste humanitaire ramp ter wereld. De oorlog duurt nu al meer dan 600 dagen. Daarom is 6 december zo belangrijk. Het is een kans om te laten zien dat we dit niet accepteren en dat mijn land niet vergeten is’, schrijft Abdulaal Hossein op LinkedIn.
‘Er komt eindelijk weer beweging voor mijn land. Niet alleen vanuit de Soedanese community, maar vanuit de hele samenleving. Nu wil moet we doorpakken. De aandacht vasthouden en samen verder bouwen.’
SRO en Yalla for Sudan organiseerden al eerder demonstraties tegen de genocide in Soedan. De SRO deed dat op 8 november in Amsterdam, Yalla for Sudan de dag erna in Utrecht. Hier kwamen voornamelijk mensen uit de Soedanese gemeenschap op af. Uit het commentaar op LinkedIn blijkt dat er inmiddels een breder draagvlak is voor de solidariteitsactie.
De demonstratie is van 13:30 tot 17:00 uur en begint op de Dam in Amsterdam.
Ja, hoe is het om een leugenaar te zijn, een meervoudig leugenaar? Die vraag schoot afgelopen vrijdag door mij heen, toen Nieuwsuur de nieuwe Israëlische ambassadeur Svi Vapni voor een interview had gevraagd. Vriendelijk lachend debiteerde hij met een uitgestreken gezicht tegenover Jeroen Wollaars de ene grove leugen na de ander.
Dat Israël echt alles deed om Palestijnse burgers te sparen. Dat Israël nu serieus aan de slag ging om Gaza weer op te bouwen. Dat Israëlische militairen die het oorlogsrecht schonden heel serieus werden vervolgd. Dat kolonisten die op de Westelijke Jordaanoever eigenhandig Palestijnen verdreven, nu een halt zou worden toegeroepen. Netanyahu had het immers zelf gezegd.
Voor hoe onnozel versleet deze man het Nederlandse publiek? Voor even onnozel als Mona Keijzer? Want bij haar en haar evenmin met veel kennis van de wereld voorbij de eigen mestvaalt gezegende partijleidster gaan dit soort leugens er vast in als koek.
Bij het bewuste interview faalde de interviewer. Die kwam eigenlijk niet veel verder dan een wat sceptische blik en een gespeeld verbaasd: ‘Echt?’ Waarom werd dit heerschap niet hardhandig geconfronteerd met beeldmateriaal dat hem als leugenaar ontmaskert? Waarom werden hem niet de uitspraken van Israëlische kabinetsleden voorgelegd die openlijk voor etnische zuivering pleiten, met al het bijbehorende racistische en ontmenselijkende taalgebruik? Nu kreeg Vapni, doordat hem niet echt tegengas werd geboden, bij alle simpele zielen — zeg maar de Mona Keijzers onder ons — vrij spel.
Voor hoe onnozel versleet deze man het Nederlandse publiek?
Wat is het dat Wollaars daarvoor deed terugschrikken? Afspraken vooraf? Eisen van de ambassadeur over waar hij wel en niet over wenst te spreken — ‘en anders kom ik niet’? Hetzelfde waarmee ook Wilders steeds wegkomt: nooit een echt hard kritisch interview, omdat je anders straks misschien voor een pakkende quote wordt gepasseerd?
Of is het een vorm van overdreven beleefdheid, de behoefte om aardig gevonden te worden, een hang naar olympische neutraliteit — ‘de waarheid zal wel ergens in het midden liggen’ — die ertoe leidt dat leugenaars na afloop van zo’n interview in feite zelfs voor de grofste leugen keurig worden bedankt?
Of zou deze ambassadeur werkelijk zelf geloven dat hij de waarheid spreekt? Ja, zijn rol brengt met zich mee dat hij als spreekbuis van een moorddadig regime moet opereren, maar hij kan ook een andere baan zoeken. In Nederland namen ook ettelijke diplomaten ontslag omdat het leugenachtige wegkijken van het kabinet-Schoof, waar de Mona Keijzers de toon aangeven, niet langer voor hun rekening wilden nemen.
Hoe is het om een leugenaar te zijn? Die vraag zou ik ook wel eens aan Dilan Yesilgöz willen stellen — kom op, Jeroen! — wier halve politieke loopbaan op leugens is gebouwd, van nareizigers tot hypotheekrenteaftrek. Alleen mag dat in Den Haag omwille van de lieve formatievrede kennelijk niet luidop worden geconstateerd, zodat we in de bizarre situatie zijn beland dat Wijers zijn excuses moest aanbieden voor heel verstandige woorden die hij nooit heeft gezegd.
Yesilgöz’ onmiskenbare talent om na betrapping de beledigde majesteit en de vermoorde onschuld te spelen, maakt intussen ook bij partijgenoten school. Zie Mariëtte Paul, die één dag na de verkiezingen de uitzendlobby haar zin gaf, maar de suggestie van enige samenhang verontwaardigd als een ‘smerige gedachte’ van de hand wees.
De leugens van Yesilgöz op asielzoekersgebied vloeien uiteraard voort uit electorale motieven: de angst van de VVD voor de PVV, die de VVD nu al twintig jaar beheerst. De PVV-kiezer moet teruggewonnen worden door hem naar de mond te praten, en dat is menige leugen waard. Als mensen een asielcrisis voelen, dan is die er gewoon. Feiten volgens de onderbuik zijn óók feiten: dat wist al Henk Kamp. En nee, zo logen recent nog twee VVD-ministers, tegen een snoeihard AIVD-rapport in: die extreemrechtse relschoppers waren níet extreemrechts.
Hoe is het om een leugenaar te zijn? Deze leugens vloeien voort uit lafheid: de lafheid om xenofoob geweld te benoemen als wat het is. Het wrange: de prijs voor die lafheid wordt door bedreigde plaatselijke bestuurders betaald, want door gebrek aan Haagse rugdekking hebben de straatfascisten vrij spel. Het pikante: het zijn daarbij juist veel VVD-burgemeesters, in Doetinchem, Venlo en Lisse, die de heftigste anti-azc-intimidatie te verduren krijgen. Hoe bezien zij het wegkijken van hun labbekakkerige partijgenoten in Den Haag? Tijd voor een interview!
Vannacht zijn verschillende iconische beelden in het centrum van Rotterdam voorzien van rode sjerpen met de tekst Free Palestine. De actie werd uitgevoerd door de Rotterdam Palestina Coalitie (RPC), die hiermee aandacht vraagt voor de situatie in Gaza.
De sjerpen werden onder meer bevestigd aan Moments Contained bij Rotterdam Centraal, De verwoeste stad van Zadkine en het Erasmusbeeld. Volgens de organisatie is de actie bedoeld om zichtbaar te maken dat het conflict in Palestina voortduurt, ondanks het eerder afgekondigde staakt-het-vuren. RPC stelt dat er nog steeds sprake is van geweld en dat humanitaire hulp Gaza nauwelijks bereikt.
Met de actie richt de coalitie zich ook tot de lokale politiek. Zij roept het Rotterdamse bestuur op verantwoordelijkheid te nemen, onder meer door het tegenhouden van wapenstromen via de haven en het bestraffen van bedrijven die volgens hen bijdragen aan bezetting en apartheid. Daarnaast vraagt RPC burgers om Israëlische producten te blijven boycotten, om zo economische druk uit te oefenen.
De rode sjerpen vormen volgens de organisatie een symbolische toevoeging aan het straatbeeld: naast de bestaande verhalen in brons en steen moet ook Palestina zichtbaar blijven in de stad.
Het lerarentekort op scholen is een hardnekkig probleem dat al jarenlang om een structurele oplossing vraagt. De Turks-Nederlandse directeur Yusuf Altuntaş van de islamitische Elif-scholen komt nu echter met een wel heel creatieve oplossing. Hij wil basisschoolleraren uit Turkije laten overvliegen om het tekort op zijn Noord-Hollandse scholen aan te pakken en doet een oproep in het Turks op LinkedIn.
‘Opgelet, leraren in Turkije!’, begint Altuntaş zijn Turkse bericht op LinkedIn. ‘Als schoolbestuur van Elif willen we verder kijken dan onze grenzen en een proefproject opzetten waarbij we basisschoolleraren uit Turkije naar Nederland halen. Wettelijk gezien zijn hier mogelijkheden voor en een B2-niveau Nederlands is een absolute voorwaarde.’
Hoewel zijn oproep steun krijgt (vooral in Turkse kringen), ontvangt Altuntaş ook meteen kritiek ook in het Turks. ‘Dit initiatief lijkt mij niet gezond, schrijft een docent Engels. ‘Hier moeten PABO-docenten niveau C1 (4F) bereiken om hun diploma te behalen. B2 blijft onder dit niveau. Als de taalvaardigheid niet sterk is, kan de communicatie in de klas moeilijk worden en krijgen kinderen mogelijk geen correct en voldoende taalonderwijs.’
Een andere LinkedIn-gebruiker ziet nog meer beren op de weg. ‘Nu al verlaten te veel kinderen de basisschool en zelfs de middelbare school met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, wat hun kansen op vervolgonderwijs en succesvolle deelname aan de samenleving ernstig beperkt. Basisschoolleraren uit Turkije halen lost dat probleem helaas niet op.’
Turkse leraren die al een beetje Nederlands kunnen, hoeven overigens niet per se in Turkije geworven te worden. In azc’s zijn er genoeg gevluchte Turkse docenten die al deelnemen aan lokale projecten, waaronder het initiatief ‘Wereldburgers voor de klas’.
Volgens onderzoeker Anette Hoffmann is in Soedan nog veel gruwelijk geweld te verwachten. Welke landen en belangen zijn daarbij betrokken?
Abu Dhabi tot verantwoording roepen, het veroordelen van oorlogsmisdaden of het benoemen van genocide: er zijn tal van pressiemiddelen die we kunnen inzetten om een einde te maken aan het geweld in Soedan, denkt Anette Hoffmann, Soedan-expert aan het Clingendael Instituut.
Maar zoals vaker spelen economische belangen een rol in dit conflict. Bovendien hebben de VAE een stevige lobby in de politiek, maar ook in de academische wereld, die zich buigt over de steun van de Golfstaat aan de gewelddadige groepering RFS, vertelt de onderzoekster.
Ik krijg het idee dat er de laatste tijd iets meer aandacht is voor Soedan. Ziet u dat ook?
‘Ja, sinds de overname van Al-Fasher door de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) in oktober en de gruwelijkheden die hiermee gepaard gingen, en nog steeds gaan, is deze aandacht gegroeid. Maar dat is juist de catastrofe waarvoor zo lang is gewaarschuwd. De vraag is voor mij dan ook: hoe kunnen we het beste gebruikmaken van die aandacht? Hoe gaan we ervoor zorgen dat dit gezien wordt als een rode lijn?’
Want anders gaat het geweld gewoon door?
‘Ja, we kunnen nog heel wat van dit soort gruwelijke geweldsuitbarstingen verwachten. Er wordt momenteel gevochten in de regio Kordofan, een strategisch belangrijke regio tussen Darfur en de hoofdstad. Want wie hier de macht krijgt, kan zo door naar Khartoem, de hoofdstad van Soedan.
‘Op dit moment lijkt het erop dat de RSF deze kant op gaat. Er was een tijd sprake van de formalisering van een tweedeling van het land, met machtsgebieden voor beide groepen. Maar hier neemt de RFS geen genoegen mee; ze willen de macht over heel Soedan.’
Maar dit geldt ook voor de andere partij, het Soedanese leger (SAF), toch?
‘Ja, ook zij hebben heel duidelijk gemaakt dat ze geen wapenstilstand willen. Ze willen niet onderhandelen; ze willen de RFS verslaan. Daar laten ze geen twijfel over bestaan. Tegelijkertijd loopt het momenteel helemaal storm met wapenleveranties aan beide kanten van het conflict. Ook dit toont aan dat we eerder moeten rekenen op meer escalatie, en niet minder.’
Internationale betrokkenheid
Er zijn veel landen betrokken bij het conflict. Landen als de Verenigde Arabische Emiraten, Libië, Tsjaad, Zuid-Soedan, Oeganda en Kenia steunen de RFS. Het Soedanese leger krijgt steun van Egypte en Eritrea. De laatste tijd ligt vooral de rol van de VAE onder een vergrootglas. Het land zou de RFS steunen met geld en wapenleveranties, hoewel het dit zelf ontkent.
Welke belangen hebben Verenigde Arabische Emiraten in Soedan?
‘De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) hebben interesse in verschillende zaken, om zo hun concurrentiepositie tegenover andere Golfstaten in de regio te versterken. Het gaat hen met name om toegang tot grondstoffen: goud, maar ook Arabische gom, dat in grote hoeveelheden wordt geproduceerd in Soedan. Daarnaast hebben ze interesse in vruchtbare grond, landbouwgebied dat ze zelf nauwelijks hebben. De VAE zijn in sterke mate afhankelijk van Soedan voor hun agrarische producten en vee.
‘Het gaat hen met name om toegang tot grondstoffen’
‘Om toegang tot deze producten te garanderen, willen de VAE invloed op de handelsroutes van Soedan. De andere regionale grootmacht in de Golf, Saoedi-Arabië, heeft directe toegang tot de Rode Zee; de VAE hebben dat niet. Daar zit dan ook het belang van de betrekkingen met de RFS: deze groepering is betrokken bij de smokkelroutes van grondstoffen, en als zij controle over het hele land krijgt, heeft de RFS ook toegang tot de Rode Zee, een belangrijke doorvoerroute wereldwijd. Door de betrekkingen met de RFS hopen de VAE hun economische autonomie te bewaren. Hierin zijn ze nu al goed geslaagd; ze zijn de laatste jaren Saoedi-Arabië voorbijgestreefd waar het gaat om deze regionale handelsroutes.’
Waarom kiest het land voor de RFS, dat inmiddels bekendstaat om vele wreedheden, om dit doel te bereiken?
‘De VAE zijn vooral goed in transactioneel, bilateraal zakendoen, iets wat vaak aan de Amerikaanse president Trump wordt toegeschreven. Hierin verschillen ze van Saoedi-Arabië of Egypte, die juist liever op institutioneel niveau zakendoen. De VAE investeren in relaties met zakenmannen met macht. Zo onderhouden ze ook een goede relatie met Said Deni, de president van Puntland in Somalië (een semiautonome staat die de regering van Somalië niet erkent, red.), die een vinger in de pap heeft in de handelsroute van onder andere wapens naar Darfoer via Libië.
Vluchtelingen uit El-Fasher schuilen in een kamp in Noord-Soedan. Beeld: Ebrahim Hamid/AFP
‘Om dezelfde reden hadden ze ook een goede relatie met Benjamin Bol Mel, voormalig vice-president van Zuid-Soedan, en Khalifa Haftar, bevelhebber van het Libische Nationale Leger (de VAE zouden Haftar hebben voorzien van wapens, red.). Dit zijn mannen met hetzelfde profiel: warlords die in no-time een politieke carrière opbouwen dankzij de steun van staten als de VAE.’
Dit lijkt een imperium dat over jaren is opgebouwd, en niet zomaar kan worden ontmanteld.
‘Over jaren opgebouwd, ja, maar we hebben het niet over decennia. Het is een vrij recente ontwikkeling. In Jemen en Libië is het al langer aan de gang; hier zien we nu dat dit tot veel problemen kan leiden. Hieruit zouden we lessen kunnen trekken. We zouden juist heel terughoudend moeten zijn bij het onderhandelen met autocraten in de regio, bijvoorbeeld over migratie. Hemedti, de aanvoerder van de RSF, heeft persoonlijk geprofiteerd van de migratiedeal die de EU tien jaar geleden sloot met dictator Al-Bashir. Hemedti werd toen verantwoordelijk gemaakt voor het stoppen van irreguliere migratie naar Libië, terwijl hij zelf door mensensmokkel in die grensregio rijk was geworden.’
Westerse landen hebben vaak economische motieven om hun relatie met een Golfstaat op peil te houden. Daarom praten ze de VAE al snel naar de mond. Maar de VAE hebben ook een heel sterke pr-campagne, zei u onlangs in een interview. Wat bedoelde u precies?
‘De VAE investeren al enkele jaren in een flinke soft lobby; dit gebeurt bijvoorbeeld via denktanks en academici die over de VAE schrijven. Sommige denktanks worden medegefinancierd door de VAE en dat heeft invloed op wat er over de VAE wordt geschreven.
‘De burgers hebben veel meer steun nodig’
‘Er liggen best wel harde bewijzen over de wapenleveranties, die onder andere door journalisten van kwaliteitskranten en ngo’s zoals Amnesty International zijn onthuld. Voor mij als onderzoeker zijn die bewijzen 100 procent overtuigend. Toch blijven de VAE volhouden dat ze geen wapens leveren aan de RFS en dat hier ook geen bewijs voor is.’
Welke rol heeft de EU in dit conflict? En Nederland als lidstaat?
‘Ik vind het moeilijk te begrijpen dat er na de inname van Al-Fasher zeker tienduizenden mensen zijn vermoord, ondertussen het etnisch gemotiveerde geweld doorgaat, en dit zo weinig losmaakt bij de internationale gemeenschap.
‘Sinds het begin van de oorlog in 2023 heeft de EU sancties opgelegd aan beide oorlogspartijen. De EU heeft ook altijd ingezet op democratische bewegingen in het land. Dat is zeker goed, maar de burgers hebben veel meer steun nodig en moeten actiever worden betrokken bij onderhandelingen.
‘Er zijn best wel wat pressiemiddelen die we kunnen gebruiken’
‘Tot nu toe blijven concrete maatregelen uit. Zo blijft lidstaat Nederland nog altijd wapens leveren aan de VAE, terwijl je geen oorlogsmateriaal mag leveren aan partijen als je niet kunt uitsluiten dat dit wordt doorverkocht aan andere partijen die oorlogsmisdaden plegen.’ (De Nederlandse regering stelde onlangs dat er niet direct kan worden aangetoond dat wapenleveranties aan de VAE worden gebruikt in Soedan, red.)
Ik zie hier een patroon optreden: Nederland bleef ook gewoon doorgaan met de levering van onderdelen voor F-35-vliegtuigen, omdat niet duidelijk was of ze uiteindelijk in Israël terechtkwamen.
‘Ja, en dit is een heel gevaarlijk patroon. Hiermee geven we een signaal aan al die andere boeven in de wereld, die nu denken dat ze wegkomen met een paar boze woorden vanuit de internationale gemeenschap.
‘Er zijn best wel wat pressiemiddelen die we kunnen gebruiken in de EU, te beginnen met het benoemen van de genocide en het vervolgen van mensenrechtenschendingen bij het Internationaal Strafhof. Maar bijvoorbeeld ook door als politicus een vrijhandelsovereenkomst met Abu Dhabi niet boven al het andere te stellen.
‘Waar we het vooral ook van moeten hebben, is druk vanuit de maatschappij. Zo heeft bijvoorbeeld rapper Macklemore zijn concert in de VAE tot tweemaal toe afgelast. De VAE zijn erg gevoelig voor dit soort dingen; ze willen er internationaal graag goed op staan.’
Een nieuwe rode-lijn-demonstratie, maar dan om Nederland te vragen druk uit te oefenen op Abu Dhabi?
‘Bijvoorbeeld. We wanen ons in Nederland veilig; de genocide in Soedan raakt ons niet. Maar het lijden van miljoenen onschuldige burgers, onder wie veel kinderen, is een moreel imperatief: de plicht om alles in het werk te stellen om dit geweld en de straffeloosheid te stoppen. Als de massamoord in Al-Fasher geen rode lijn was, waar ligt die dan wel?’
Nederland zal volgend jaar niet deelnemen aan het Eurovisie Songfestival in Wenen. AVROTROS heeft besloten zich terug te trekken vanwege de situatie in Gaza en sluit zich daarmee aan bij Spanje, Ierland en Slovenië.
De omroep stelt dat het humanitaire leed, de beperking van persvrijheid en politieke inmenging tijdens de vorige editie niet verenigbaar zijn met de waarden die zij belangrijk acht.
Het besluit leidt tot verdeelde reacties, bericht NOS. Op sociale media spreken voorstanders van een moedige en ethische keuze, terwijl tegenstanders het juist zien als een gemiste kans en een politisering van een evenement dat bedoeld is om landen te verbinden. Ook internationaal wordt het besluit opgemerkt: Israël betreurt de stap en stelt dat Nederland zichzelf isoleert, terwijl Israël juist verheugd is over de eigen deelname.
Nederland heeft een lange geschiedenis binnen het Songfestival. Sinds 1956 deed het land vrijwel onafgebroken mee en behaalde vijf overwinningen, waarvan de meest recente in 2019. Slechts vier keer eerder ontbrak Nederland, onder meer vanwege samenloop met de Dodenherdenking en slechte resultaten.
De deelname van Israël aan het Eurovisie Songfestival is al langer omstreden. In 2018 maakte BNNVARA een parodie op Toy van winnares Netta, waarin de bezetting en het geweld tegen de Palestijnen op de hak werd genomen. Volgens Israëlische media was het parodielied antisemitisch.
Advocaat Willem Jebbink pleit in de Volkskrant voor het vervolgen van mensen die zich nog steeds verkleden als Zwarte Piet. Volgens hem is het zwart schminken van witte gezichten, na vijftien jaar activisme van Kick Out Zwarte Piet, een ‘bewust racistisch statement’.
Willem Jebbink, ook wel bekend als de ‘activistenadvocaat’, vindt dat het tijd is voor strafrechtelijke stappen om Zwarte Piet definitief te beëindigen. Volgens hem bestaat er, na vijftien jaar maatschappelijk debat, geen twijfel meer dat Zwarte Piet een duidelijke raciale stereotypering is. ‘Anno 2025 is het een bewust statement,’ zegt hij. ‘Iedereen begrijpt – of zou moeten begrijpen – dat dit racistisch is. Dat biedt voldoende grond voor strafrechtelijke vervolging.’
Hij wijst ook op het internationale recht, zoals het Verdrag tegen rassendiscriminatie. Dat verplicht Nederland om gelijke burgerrechten te beschermen. Verder heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volgens hem duidelijk gemaakt dat negatieve stereotypering van een groep het gevoel van eigenwaarde kan schaden en daarmee het recht op privacy kan aantasten.
Voor de Kanttekening wil hij graag enkele scherpe vragen beantwoorden.
Gaan we met een juridisch verbod op Zwarte Piet richting een politiestaat?
‘Nee hoor, dit opiniestuk is onderdeel van het debat. Bovendien staat het verbod op rassendiscriminatie al sinds begin jaren zeventig in ons Wetboek van Strafrecht. De associatie met een politiestaat veronderstelt dat je niet meer mag zeggen wat je vindt en denkt. Maar het is een mythe dat vrijheid van meningsuiting betekent dat je alles kunt zeggen in Nederland. Het strafrecht stelt ook paal en perk aan allerlei uitingen, zoals belediging. Als je een agent uitscheldt, dan kom je gewoon voor de rechter. En hetzelfde geldt dus voor haatzaaien en groepsbelediging.’
Maar escaleert u hiermee niet? Door het werk van Kick Out Zwarte Piet komt de figuur van Zwarte Piet immers steeds minder voor in Nederland. Loopt u met juridische stappen niet het risico uw doel voorbij te schieten?
‘Het klopt dat de activisten van KOZP al enorm veel hebben bereikt, maar het is nu van belang om de uitingen van mensen die hardnekkig vasthouden aan de racistische stereotypering uit te roeien. Doorgaan met discrimineren is kwetsend voor mensen van kleur.’
Uitroeien? Dat is een stevige term, vindt u niet? Zo hard ingrijpen kan ook averechts werken. De laatste groepen die zich nog verzetten – zoals zij zichzelf zien – zouden zich daardoor misschien juist nog nadrukkelijker zwart schminken.
‘In dat geval moet de officier van justitie dat serieus gaan onderzoeken, om een voorbeeld te stellen. Dat kan een drastisch veranderend effect hebben op mensen die uit zijn op provocatie.’
Stel dat het zover komt, hoe kan de politie dit in de praktijk handhaven?
‘Van een paar veroordelingen zal een disciplinerende werking uitgaan voor iedereen die het nog in zijn hoofd haalt om zwarte mensen te beledigen tijdens het Sinterklaasfeest.’
U bent advocaat, maar nu speel ik even de advocaat van de duivel.
‘Dat doet u al het hele interview, geloof ik.’
Ja, maar laat ik het nog een stap verder trekken. Wat als tegenstanders van de hoofddoek uw redenering overnemen en pleiten voor een verbod, omdat zij vinden dat de hoofddoek de eigenwaarde van vrouwen schaadt? Bent u niet bang dat uw oproep zulke krachten juist in de hand werkt?
‘Nee, de hoofddoek valt onder de vrijheid van godsdienst en onder de vrijheid van de persoonlijke levenssfeer. Met andere woorden: je mag je kleden zoals je wilt. Het valt onder je grondrecht om beschermd te worden in je privacy, in je levenssfeer. Zwarte Piet wordt niet beschermd. Het is geen grondrecht om je zwart te schminken, want iedereen weet inmiddels door Kick Out Zwarte Piet dat dit beledigend is, dat dit racistisch is.’
Stel, je schminkt je op 5 december helemaal zwart in je eigen huis, niemand die je ziet. Zou dat volgens u ook strafbaar moeten zijn?
‘Nee, dit verbod geldt alleen in de publieke sfeer. Ook wanneer je in je slaapkamer een hakenkruis schildert, dan is dat niet strafbaar, omdat je je dan niet schuldig maakt aan verstoring van de openbare orde. Aan de keukentafel kan en moet ook alles gezegd kunnen worden, zodat je vervolgens met elkaar kunt beslissen wat wel en niet goed is voor het algemeen belang. Als je ook binnen de vier muren van je huis dit soort regels zou stellen, dan zou je pas met recht kunnen spreken van een politiestaat.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.