17.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 3

Journalistieke balans tussen zorgwekkend nieuws en hoop

Als redactie zijn wij dag in, dag uit bezig met hard nieuws en feiten die zelden positief zijn. Elke dag opnieuw een selectie maken voor onze lezers is een uitdaging. Journalistiek gezien beleven we gouden tijden, maar moeten we daar blij mee zijn? Tegelijkertijd worden we overspoeld door negatief nieuws dat ons als mens raakt. Dat merk ik, zowel om me heen als op de redactie.

Het vraagt om evenwicht: omgaan met wat we lezen en horen, zonder uit het lood te raken in ons dagelijks handelen. Iedereen zoekt daarin zijn eigen weg. Zelf probeer ik mijn omgeving tot rust te brengen en te benadrukken dat we niet alles kunnen veranderen, maar wél verschil kunnen maken, door nepnieuws te bestrijden, vooroordelen te ontkrachten en het onderlinge begrip te versterken.

Negatief nieuws trekt logischerwijs onze aandacht. Als journalisten geven we dat door aan onze lezers, uiteraard met onze eigen blik. In redactievergaderingen zoeken we ook bewust naar verhalen die perspectief bieden, om de balans te bewaren. Maar dat lukt niet altijd. En deze tijd is ongekend. Juist daarom ben ik trots op onze kleine redactie, onze columnisten en freelancers, die het ondanks alle beperkingen uitstekend doen. Chapeau!

Op 28 mei ontmoette ik tijdens een bijeenkomst in Amsterdam een lezer, Mehmet, die sinds zeven jaar in Nederland woont en binnenkort les gaat geven op een hbo. Hij zei dat hij moe is van alle negatieve verhalen over Gaza, vluchtelingen en het radicaal-rechtse discours in Nederland en Europa. ‘Waarom schrijven jullie niet over algemene onderwerpen als onderwijs, milieu en sport?’ vroeg hij.

Ik legde uit dat we met een kleine redactie brede thema’s niet kunnen behappen en dat we ons richten op de biculturele samenleving. Met de middelen en mankracht van de grote media kunnen we nu eenmaal niet concurreren.

Hoe bied je hoop zonder de waarheid te verdoezelen?

Toch bleef zijn opmerking knagen. Ben ik, door telkens ellendig nieuws te brengen, zélf deel van het probleem? Hoe bied je hoop zonder de waarheid te verdoezelen? Die vragen kwamen opnieuw naar boven tijdens de demonstratie van 17 mei.

De grootste in twintig jaar: meer dan 100.000 mensen stroomden naar Den Haag om te protesteren tegen het kabinetsbeleid rond Israël. Gekleed in rood vormden ze een symbolische grens. Premier Schoof en minister Veldkamp hadden eerder laten weten dat die grens voor hen niet meer geldt, terwijl ze schending van het oorlogsrecht eerst nog als onaanvaardbaar beschouwden.

De opkomst van vooral witte Nederlanders, vaak samen met hun kinderen, bood steun aan velen. Ook aan biculturele Nederlanders die zich in hun zorgen om Gaza geïsoleerd voelden. Ik vroeg mijn collega of hij dat had verwacht. ‘Niet echt’, zei hij. Onze columnist Kirsten van den Hul schreef over de helende kracht van demonstraties: omringd zijn door mensen die hetzelfde verdriet en dezelfde machteloosheid delen.

Een dag later kondigde Veldkamp aan dat hij binnen de EU wil laten toetsen of Israël nog aan de samenwerkingscriteria voldoet. Dat onderzoek komt er nu, vanwege de blokkade van voedsel, water en hulp voor Gaza.

De demonstratie lijkt een kantelpunt in publieke en politieke opvattingen. Net als de oproep van burgemeester Halsema aan het kabinet om het geweld in Gaza te stoppen. Universitaire ziekenhuizen startten een estafetteactie ter nagedachtenis aan omgekomen hulpverleners en om aandacht te vragen voor de schrijnende medische situatie.

Toch lijkt het weinig uit te halen. Het geweld in Gaza gaat onverminderd door. Zo verloor een kinderarts bij een bombardement negen van haar tien kinderen en bleef tóch werken. Een hartverscheurend voorbeeld van de gruwelijke realiteit van deze oorlog.

We staan dus voor een keuze: blijven we ramp op ramp serveren, of zoeken we ook naar verhalen die woede omzetten in iets constructiefs? Waar ligt de grens tussen confronterende journalistiek en verlammende herhaling? Welke verantwoordelijkheid nemen we, als makers en lezers, om de waarheid onder ogen te zien en de toekomst niet op te geven?

Ik kies voor radicale eerlijkheid én radicale menselijkheid. We brengen de feiten zoals ze zijn, zonder ze te verdoezelen, en zoeken tegelijk naar stemmen die perspectief bieden: mensen op straat, docenten in klaslokalen, artsen die blijven werken, jongeren die demonstreren. Zo bewaken we onze journalistieke én morele grens, en laten we zien dat betrokken journalistiek mogelijk is. Dat is, denk ik, de enige manier om het gif te neutraliseren en elkaar heel te houden.

Niet iedereen kan een vliegticket betalen

0

In deze tijd van grote gebeurtenissen – zoals Trump, Gaza en onze eigen Geert en Faber –  merk ik dat ik een kort lontje heb als het gaat over de zogenaamd kleine thema’s in onze samenleving. Het lijkt alsof er geen aandacht meer is voor de zorgen van de gewone mens. En ik trek het niet.

Misschien heeft het te maken met mijn bubbel, een waar de mensen theoretisch geschoold zijn, wit, en een aantal van de zeven vinkjes (Joris Luyendijk) hebben. Een andere bubbel, ook mijn omgeving, is niet wit, praktisch geschoold en heeft misschien maar een of twee vinkjes.

Eerste generatie student. Zoals ik. De eerste generatie in de familie die naar de universiteit of hogeschool is gegaan. Moslim. Zwart. Lesbisch of homo. Transgender. Opgegroeid in de bijstand. Nog steeds levend van salaris naar salaris. Aan het overleven in plaats van leven. En ik trek het niet.

Zo had ik vorige week een discussie over vliegen. Ik ben met vrienden. Ze zijn wit en theoretisch geschoold en gaan drie keer per jaar op vakantie. We hebben het over mobiliteit. Vervoer. De fiets, het vliegtuig, de auto. ‘We vliegen te veel. Vliegen is ook veel te goedkoop. En waarom zou je zo ver moeten reizen? Je kan ook prima in Europa op vakantie met de trein.’

‘Jij vindt vliegen toch zo goedkoop? Blijkbaar kan jij het je veroorloven’

Ik kijk mijn goede vriend aan terwijl ik de ergernis voel opkomen in mijn lijf. ‘Oh? Is dat zo? Ik ken anders behoorlijk veel mensen die nog nooit hebben gevlogen omdat het te duur is. Mensen die misschien maar een keer in een vliegtuig hebben gezeten, toen ze naar Nederland kwamen, en nu elk jaar smachten naar het moeder- of vaderland maar het te duur vinden. Ze zijn aan het overleven. Mensen die hun roots buiten Europa hebben liggen en dus een oceaan moeten oversteken om familie en de eigen wortels te ontmoeten.’

Ondertussen denk ik, als vliegen voor jou goedkoop is, en jij vindt dat jij teveel vliegt, waarom koop je niet een ticket voor iemand die het niet kan betalen en die nooit vliegt? Zouden we niet een systeem moeten hebben waarbij iedereen drie vliegvergunningen per jaar heeft voor trans-Atlantisch reizen en dat je dan jouw vergunning kan schenken aan een ander? Want, hee, jij vindt vliegen toch zo goedkoop? Blijkbaar kan jij het je veroorloven. Betaal dan voor een ander. Gun het een ander.

Dezelfde irritatie voel ik wanneer het over de fiets of de auto gaat. In de stad heb je geen auto nodig. En iedereen kan fietsen. Oh ja joh?  Want iedereen die in de stad woont, werkt ook in die zelfde stad? Op tijden dat er OV beschikbaar is? Oh, en iedereen kan fietsen? En al zou iedereen kunnen fietsen, heeft iedereen dan een fiets? Of een plek waar je de fiets veilig kunt stallen?

Ik probeer me bezig te houden met de dingen waar ik invloed op heb

Bubbels. Het eigen perspectief. Het maakt me woest. Tegenwoordig meer dan voorheen. Wellicht heeft het te maken met de grote gebeurtenissen in onze tijd. Ik loop met een zeer kort lontje rond. De beelden van Gaza wil ik niet binnen laten komen. Die luxe heb ik. De rode lijn die Nederland heeft getrokken, waar Schoof en consorten doof voor zijn, daar ben ik trots op en tegelijkertijd vraag ik me af, wat gaat het opleveren?

Ondertussen zie ik in mijn omgeving mensen die geen tijd of ruimte hadden om op het Malieveld te staan. Mensen die bezig waren met hun tweede baan, het betalen van de huur, zorgen dat er weer een maaltijd op tafel komt. En waar is de media voor hen? Waar is de aandacht voor hun leed?

Ik probeer me bezig te houden met de dingen waar ik invloed op heb. Ik kan niets veranderen aan Trump. Ik kan Faber geen sympathie voor vluchtelingen laten voelen en ik kan Geert Wilders niet stoppen met het verspreiden van zijn islamhaat. Maar ik kan er wel zijn voor de mensen om mij heen. Mijn deur openen. De tafel dekken. Een luisterend oor zonder oordeel bieden. Doe je mee?

Waarom zij wel en wij niet?

0

Toen ik voor het eerst in mijn leven demonstreerde, ergens in 2012, had ik het leven een beetje opgegeven. Ik was gefrustreerd, schreeuwde tegen mijn ouders omdat ze afhankelijk waren van een werkloze nietsnut, zoals ik mezelf toen zag. Het was een periode waarin ik de beslissing nam om te stoppen met tevergeefs solliciteren. Aan de ontbijttafel, die elke dag met veel zorg werd voorbereid door mijn moeder en waar ik bij aanschoof na het lezen van de ochtendkranten op mijn zolderkamer, opende ik het journaal.

Daar staan ze weer, dacht ik over die journalisten, glad in hun pak en jurkjes. Ze hebben lekker alles op orde met bakken geld op hun rekening en gaan fluitend door het leven, peinsde ik bij alle tosti’s die ik in stilte at. Oog in oog met moederlief, die ik wanhopig zoet hield met: ‘Ik équipeer mezelf met kennis, met boeken en kranten tot de dag komt waarop ik die kennis paraat moet hebben.’ Zuchtend nam ze nog een slok van haar Turkse thee.

Het zouden nog jaren van bittere armoede zijn voordat ik haar uit eten kon meenemen. Er is een film van de Turkse volkskomiek Şaban waarin hij zijn moeder telkens belooft in paleizen te laten wonen. Laatst op Moederdag klopte ik met mijn zwangere partner bij haar aan voor een moederdagontbijt. Gezellig toch. Maar uiteraard is mama Balçik niet op haar achterhoofd gevallen en wilde dat ik haar uit eten nam. Tja, een paleis lukt niet meer, maar uit eten kon ik uiteraard niet weigeren op Moederdag.

We reden op zondag naar een Turkse eettent binnen de ring, waar je buik door de gegentrificeerde prijzen meteen ‘vol’ raakt. Maar de voldoening om dit überhaupt te kunnen doen, is onbetaalbaar.

‘Wij zijn de leiders van onze families en gemeenschappen’, zei ik jaren terug, grootsprakerig tegen Turkse matties die dezelfde worstelingen hebben meegemaakt. ‘Wij kijken naar alle papieren, bellen met instanties en zorgen voor brood op tafel. Zij zijn hier gekomen en hebben ons op aarde gebracht, nu is het onze beurt’, zei ik tegen matties die mijn drankje en patatje vervolgens betaalden.

‘Wij zijn de leiders van onze families en gemeenschappen’, zei ik jaren terug

Het klopte, behalve dan dat over brood op tafel. Ik deed het papierwerk. En mijn ouders gaven me eten. Je kan dit alleen volhouden als je de vernedering van zeurende vaders en moeders over werk, woning en trouwen kan uitschakelen. Maar met alle goede wil kon ik dat ook niet meer opbrengen rond mijn dertigste.

Ik zat in die periode dus vol met opgekropte woede van persoonlijk falen en een laag zelfbeeld. Het punt dat me alleen nog razender maakte, is dat dit door VVD-types werd geïndividualiseerd. Nederland zou een prachtig land zijn waar van alles mogelijk is. Mensen moeten zelfredzaam zijn en participeren werd de godganse dag gepreekt in de liberale kerk door Mark Rutte, Henk Kamp en Stef Blok.

Dat was niet mijn Nederland in Amsterdam Nieuw-West. Door gentrificatie zag ik nieuwe, witte Nederlanders de buurt in komen en woningen betrekken. Ik herkende mezelf niet meer in het straatbeeld en dacht: hoe kan dat? Waarom zij wel en wij niet?

Negatieve gevoelens waar je eigenlijk niet mee wil zitten, maar die toch constant door bleven etteren in mijn nietige allochtonenbestaan in een zogenoemde ‘probleemwijk’. We moesten integreren en dat werd nu door onze strot geduwd met gentrificeerders, die na jaren van witte afwezigheid (‘de witte vlucht’), opeens de regels begonnen te bepalen op plekken waar ze vroeger niet dood gevonden wilden worden.

Het was de woningnood en de Amerikaanse film Boyz n the Hood, waar gentrificatie even wordt genoemd, die mijn ogen openden. De verkoop van sociale huurwoningen, waardoor het leven van een hele generatie werd uitgesteld en van de enkeling die huis op huis kocht werd gelanceerd, was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Dit was precies het moment waarop alle theorieën over racisme en sociale onrechtvaardigheid samenvielen met de praktijk in achtergestelde stadsdelen, zoals Nieuw-West.

Joris Luyendijk bespreekt het allemaal in zijn boek De zeven vinkjes. Wij hebben het geleefd met bloed, zweet en tranen. Ik begon te demonsteren met de Internationale Socialisten. We stonden met de hele buurt op tegen de racist die ‘Minder, minder Marokkanen’ riep en groot is geworden omdat rechters, journalisten, ambtenaren het allemaal lieten gaan. Nu heeft hij zich vastgezogen in Den Haag en moet de rest van het land het voelen. Hoe lang nog, zeg ik vanuit 020-Gaza? In Den Haag trokken 100.000 mensen die het zat zijn een rode lijn. Op naar een miljoen!

Officier van justitie Willem Nijkerk: ‘Aangifte van discriminatie is wél zinvol’

0

Discriminatie bewijzen is soms verdraaid lastig, zegt de Amsterdamse officier van justitie Willem Nijkerk. ‘Toch is het belangrijk om aangifte te doen.’

Willem Nijkerk is officier van justitie en hoofd van het Landelijk Expertisecentrum  Discriminatie (LECD) bij het Openbaar Ministerie. Hij is verantwoordelijk voor het opsporen en vervolgen van strafbare discriminatie. Het is complex werk, dat onder druk staat van snelle oordelen in de politiek en samenleving.

Nijkerk (55) werkt op het arrondissementsparket aan het IJ in Amsterdam. Hij vindt het belangrijk om uit te leggen hoe ingewikkeld het strafrecht is als het gaat om discriminatie. Het LECD bestaat al meer dan 25 jaar en helpt het Openbaar Ministerie bij discriminatiezaken, van het begin van het onderzoek tot aan de uitspraak van de rechter. Officieren van justitie en andere medewerkers krijgen hierbij advies en ondersteuning. Ook politieagenten kunnen bij het LECD terecht voor hulp bij het omgaan met strafbare uitlatingen.

Nijkerk is door zijn werk betrokken bij zaken die voor grote maatschappelijk beroering zorgen, zoals de ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv op 7 november.

Welke invloed had druk vanuit sociale media op jullie opsporingswerk bij zo’n grote zaak als Ajax-Maccabi? 

‘Die vrijdagochtend 8 november wist ik meteen: dit is vol aan de bak met z’n allen. Sociale media versnellen de reacties maar de nuance verdwijnt. We krijgen bij dit soort zaken heel veel filmpjes toegestuurd. Wat goed is, maar we weten inmiddels dat je met artificial intelligence de meest levensechte video’s kan maken. Kortom, voor ons is het heel lastig om die waarheidsvinding op hele korte termijn helemaal zonneklaar te hebben. Lastig dat men gelijk roept: het was antisemitisch. Politici, de Amerikaanse president, zelfs onze koning sprak onmiddellijk van antisemitisme. Dat zat er die nacht zonder meer tussen, daar doe ik geen afbraak aan. Maar om dat allemaal te bewijzen, dat is nog verdraaid lastig.

‘Lastig dat men gelijk roept: het was antisemitisch’

‘Op 8 november noemden mensen het al een pogrom, wat ik lastig vond. Ik zie een pogrom als een georganiseerde geweldspleging tegen Joden, omdat ze Joods zijn. Pogroms doen me denken aan de Tweede Wereldoorlog en aan andere historische gruweldaden. Dat is van een andere orde dan wat rond deze wedstrijd gebeurde. Binnen de Joodse gemeenschappen waren de meningen verdeeld: de één sprak van een pogrom, de ander vond het woord pogrom ongepast. Ik bewonder burgemeester Halsema, die eerst ook het woord pogrom in de mond nam. Ze begreep de vergelijking maar trok dat later in. Krachtig want weinig bestuurders komen terug op eerdere uitspraken.’

Waarom is het zo belangrijk om te wachten met duiden, ook als de samenleving direct om antwoorden vraagt?

‘Betrouwbaarheid van overheid vraagt om waarheidsvinding. De ochtend na 8 november was nog onduidelijk wat er gebeurd was, alleen het geweld was evident. Uiteindelijk kregen we na weken onderzoek 122 verdachten in beeld. Van de negen zaken die we nu hebben aangepakt, hebben we in twee zaken door WhatsApp-berichten kunnen aantonen dat het ingegeven was door Jodenhaat. Dat is afschuwelijk. En die hebben ook een maandenlange gevangenisstraf gekregen.’

Weten mensen dat discriminerende uitspraken op internet strafbaar kunnen zijn?

‘Wij hebben de toetsenbordridders die ’s nachts, al dan niet met een glas alcohol achter de kiezen, vreselijke dingen over mensen van kleur zeggen. Neem de zaak rond Clarice Cargard, de columniste van NRC, die demonstreerde tegen Zwarte Piet. Tijdens haar livestream volgden tweeduizend berichten vol anti-zwart racisme tegen haar. Daar heeft Cargard aangifte van gedaan. Uit die berichten kozen we er vijfentwintig die we het ergst vonden, of omdat de verdachten al een strafblad hadden. Ik deed een deel van die zitting. Opvallend: het waren vooral sneue witte mannen van middelbare leeftijd, die teleurstellingen in het leven hadden gehad. Sommigen woonden nog thuis. En eigenlijk zeiden ze allemaal: ‘Ja, maar ik heb het zo niet bedoeld,’ of: ‘Ik was boos, want Zwarte Piet moet gewoon zwart kunnen zijn.’ Dat kan wel zo zijn, maar wat deze types zeggen, heeft wel meteen een groot publiek.’

Mensen zien waarheidsvinding soms als een mening. Hoe gaat het Openbaar Ministerie daarmee om?

‘Ik beroep me op de wet en jurisprudentie. Ik kan uitleggen waarom iets wel of niet strafbaar is. Over de projecties met racistische leuzen op de Erasmusbrug in Rotterdam tijdens de nieuwjaarsnacht van 2023 kreeg ik veel vragen. Zo van: hoezo mag ik Black Lives Matter wel zeggen en White Lives Matter niet? White Lives Matter mag, afhankelijk van de context. Op de brug werd het racistisch gebruikt. Black Lives Matter strijdt voor gelijkwaardigheid, White Lives Matter wordt verbonden aan witte suprematie. Als je in het openbaar een T-shirt wilt dragen met White Lives Matter, ga je goddelijke gang. Maar als je erbij zegt: ‘Vrolijk blank 2023’, en je haalt de 14 words van David Lane, een racist, erbij, ja, dan wordt het wel strafbaar. Het is dus contextafhankelijk.’

‘Wij hebben de toetsenbordridders die ’s nachts vreselijke dingen over mensen van kleur zeggen’

Vanuit het perspectief van de daders bezien was het eerst een succesvolle actie in Rotterdam. 1,4 miljoen mensen keken die nieuwjaarsnacht live mee via televisie. Juist daarom is het belangrijk dat wij als Openbaar Ministerie de norm blijven stellen. Dat de samenleving ziet, dit is niet oké en daar treden we tegen op.’

Willem Nijkerk

Zijn er bij de pro-Palestina-protesten op universiteiten mensen vervolgd vanwege discriminerende uitingen?

‘Er zijn mensen vervolgd voor geweld en vernieling, maar niet voor discriminatie, want het zijn, kort gezegd, uitingen die niet zijn gericht tegen Joden. In de kern zijn dat uitingen tegen het optreden van de Israëlische overheid. Wat ik wél zie gebeuren, is dat Joden of Israëliërs worden aangesproken op wat de regering daar doet. Het is ongelooflijk misplaatst om in onze kleine Joodse gemeenschappen mensen aan te spreken op wat Netanyahu doet. Alleen, het is niet strafbaar.’

Komt u nog dingen tegen bij discriminatiezaken die u niet verwacht?

‘Ja, ik word nog met grote regelmaat verrast. Een voorbeeld is die antisemitische projectie op het Anne Frank Huis. Ik werd gebeld dat er in het Engels te lezen stond dat Anne de uitvinder van de balpen is. Ik had geen idee wat daarmee bedoeld werd. Dus ik kom op de site van het Anne Frank Huis terecht, en daar staat een lemma over de complottheorie dat Anne haar dagboek niet zelf schreef omdat er toen nog geen balpen was. Dan kom je echt in de wereld van rechtsextremisme en Holocaustontkenning. Dus we zijn een onderzoek gestart dat uiteindelijk tot een veroordeling leidde. Ik heb Robert W. op zitting gezien en heb me verbaasd dat iemand zoveel moeite doet voor zo’n projectie. Beangstigend uit wat voor wereldje die vent komt: de white supremacists uit de Verenigde Staten, diepgeworteld racistisch en antisemitisch. We hebben hem in Polen, waar hij woonde, laten aanhouden. Hij is overgebracht naar Nederland. Voor een discriminatiezaak best bijzonder: zo’n rechtshulpverzoek doen aan een ander land en dat hij dan uiteindelijk in Nederland komt vast te zitten.’

Het strafrecht maakt bij discriminatie geen onderscheid tussen antisemitisme en racisme, de woorden komen zelfs niet in het Wetboek van Strafrecht voor. Is toch een beeld te geven welke bevolkingsgroep het meest te maken krijgt met discriminatie?

‘Nee, dat is er niet. Mijn beeld is wel dat de Joodse gemeenschappen wat sneller aangifte doen dan de moslimgemeenschappen. Er zijn 1 miljoen moslims in Nederland, circa veertig- tot vijftigduizend Joden. Ik heb vorig jaar 68 aangiftes gehad waarbij moslimdiscriminatie een rol speelde. Dat is niet zo heel veel. Dat zouden er meer moeten zijn. Tegelijkertijd weet ik ook van genoeg Joodse mensen dat ze geen aangifte doen omdat ze denken dat het toch geen zin heeft. Ik zeg altijd: het heeft wél zin. Ook als een zaak wordt geseponeerd, want het is in beeld geweest, het is onderzocht.’

Hoe komt het dat er relatief weinig aangifte wordt gedaan door mensen van kleur en door moslims?

‘Daar is geen onderzoek naar gedaan. Ik kan het alleen invullen vanuit gesprekken met moslimorganisaties. In sommige landen is de politie de vijand; dat beeld blijft soms hangen. Het is deels wantrouwen, deels onbekendheid. Wij moeten nog beter laten zien wat we doen. Dat is ook de reden dat we, als wij zelf een zaak aanbrengen van discriminatie, daar vaak publiciteit voor zoeken. Ik wil meer gemeenschappen bereiken, zoals radiostation FunX, dat een enorme achterban heeft. Ze hebben luisteraars die veel met discriminatie te maken hebben. Een doelgroep die ik wil laten zien dat het loont om aangifte te doen. Je voelt je in elk geval gezien, erkend en gehoord.’

In hoeverre zijn mediaorganisaties verantwoordelijk voor discriminerende reacties die op sociale media onder hun berichten staan?

‘Een goede vraag, maar één die je in eerste instantie aan redacties zelf moet stellen. Van serieuze media mag je verwachten dat ze kritisch zijn op wat ze publiceren. Nu.nl sluit bij moord de mogelijkheid om te reageren totdat de feiten duidelijk zijn. Een voorbeeld van een platform dat zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik maak me zorgen over een platform als Cestmocro. We weten alleen niet wie daarachter zitten. Daar staan echt heel veel strafbare uitingen op en ze modereren niet.

‘In sommige landen is de politie de vijand’

‘Het zou winst zijn als mensen sowieso meer nadenken voordat ze van alles op het internet pleuren. De massaliteit daarvan is zorgelijk. Of het nu online is of in de fysieke wereld: wij als OM willen voorkomen dat discriminatie genormaliseerd wordt. Het is de normalisatie van antisemitisme, van moslimhaat, van anti-zwartracisme die we willen voorkomen.’

Is er vanuit het OM een roep om andere wetgeving tegen discriminatie?

‘Hier past een genuanceerd antwoord. Ik ben uiteindelijk een wetsdienaar, en als de politiek beslist om iets wel of niet strafbaar te stellen, dan moet ik me daaraan houden. Daar zit voor mij wel een grens bij de doodstraf. Als die zou worden heringevoerd, wat helemaal niet kan, dan hang ik mijn toga aan de wilgen. Ik heb veel vertrouwen in onze wetgeving en nog meer in onze rechtsstaat. Ik heb niet meegemaakt dat rechters of officieren zich laten beïnvloeden door welke wind er waait in Den Haag. Ik heb nog nooit een telefoontje van de minister of staatssecretaris gehad die zegt: ‘Officier, jij moet die zaak wel of niet vervolgen!’ Ik heb nooit politieke inmenging meegemaakt. En ik werk al lang bij het OM en was bij veel gevoelige zaken betrokken. Tegelijkertijd is zo’n rechtsstaat geen rustig bezit. We moeten ervoor waken dat het zo blijft.’

Tot slot: heeft u zelf weleens met discriminatie te maken gehad?

‘Nee, ik ben in de luxe positie dat ik nooit gediscrimineerd ben. Een privilege, om het zo maar te zeggen.’

Marokkaans-Spaanse voetbalheld Yamal tot 2031 bij Barcelona

0

De 17-jarige topspeler Lamine Yamal heeft een megacontract getekend bij FC Barcelona, waar hij nu al speelt. Tot 2031 kunnen fans van zijn spel genieten bij de club.

Zo meldt NOS. Een prijzig detail: andere clubs moeten een afkoopsom van maar liefst één miljard euro betalen als ze hem voor 2031 willen contracteren.

De Marokkaans-Spaanse voetballer heeft al meer dan 100 wedstrijden gespeeld voor FC Barcelona, waar hij op 15-jarige leeftijd debuteerde. Dit jaar werd de club kampioen van Spanje. In de afgelopen twee jaar maakte Yamal 25 goals en 34 assists voor Barcelona.

Yamal beleeft een stormachtige carrière. Vorige zomer speelde hij voor Spanje, toen het land Europees kampioen werd. Hij brak daarbij een record als jongste doelpuntenmaker op een EK. Velen vergelijken zijn opkomst met die van supersterren zoals Messi en Ronaldo.

Pro-Palestina-demonstranten lopen in juni van Egypte naar Gaza

0

Pro-Palestina-demonstranten van over de hele wereld zullen in juni een mars naar Gaza lopen, door de Sinaïwoestijn tot aan de grens bij Rafah. Ze willen onderhandelen over de opening van de grens voor humanitaire hulp, maar vooral ook solidariteit tonen met de bevolking van Gaza.

Op 12 juni verzamelt het gezelschap zich in Caïro, de hoofdstad van Egypte. Vanaf daar worden ze met bussen naar de woestijn gebracht, op een afstand van 50 kilometer van de grens met Gaza. Vanaf daar gaan ze te voet verder, een tocht van ongeveer drie dagen. Ze overnachten meerdere dagen in een kamp vlak bij de grens.

Ook vanuit Nederland is er een delegatie. Op dit moment hebben 35 mensen zich aangesloten, vertelt Sabah el Fizazi, een Rotterdamse die overweegt mee te lopen. ‘Gisteren was er een virtuele meeting waarin we elkaar ontmoetten en hoorden hoe de reis eruit zal zien.’

El Fizazi is al bijna haar hele leven betrokken bij het lot van de Palestijnen. Als 28-jarige reisde ze naar de Westelijke Jordaanoever; daar schreef ze toen een boek over. Nu voelt ze heel sterk dat ze mee wil doen aan de March to Gaza. ‘Het gaat om het ongelooflijke onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan. Ik weet niet of we met deze mars ook echt de grens kunnen openen. Voor mij is het vooral belangrijk dat er wereldwijd mensen samen komen en we aan de Gazanen laten zien dat we er voor ze zijn.’

In totaal doen er 31 landen mee aan de mars. ‘We vertegenwoordigen geen enkele politieke partij, ideologie of religie. Wij vertegenwoordigen het volk, in al zijn diversiteit en humanisme’, staat er op de website. ‘We streven ernaar om met de Egyptische autoriteiten te onderhandelen over de opening van de grensovergang bij Rafah, in samenwerking met ngo’s, diplomaten en humanitaire instellingen.’

Aanmelden kan tot en met 7 juni via deze website: Samen op weg, wegen naar het leven open voor Gaza.

Erdogan stelt 10 juristen aan voor nieuwe grondwet

0

De Turkse president Erdogan heeft verklaard dat de onderzoeksfase voor een nieuwe grondwet is gestart. Hij heeft daarvoor tien juristen aangesteld. Zo meldt de Turks-Armeense krant Agos.

De huidige grondwet stamt uit de tijd van de militaire coup uit 1980 en is opgesteld door de toenmalige kemalistische legerleiding. Sindsdien zijn er meerdere pogingen geweest om de grondwet te herzien, maar daarvoor is een twee derde meerderheid nodig in het parlement.

Dat heeft de AKP nooit gehad, ook niet toen het een coalitie vormde met de extreemrechtse Grijze Wolven. Erdogan refereerde in zijn toespraak naar die militaire erfenis. ‘We gaan dit volk verlossen van de schaamte van het hebben van een coupgrondwet. Ik heb tien juristen aangesteld. Eigenlijk zijn wij al 23 jaar bezig om dit te doen, maar door de onverzoenlijke houding van de oppositie is het telkens niet gelukt.’

Erdogan zinspeelde op de steun van coalitiegenoot MHP, maar lonkte ook naar ‘andere partijen’ om nu wel te slagen. Dit wordt gezien als een hint naar de pro-Koerdische partij Dem, zonder die partij bij naam te noemen.

Erdogan zei verder dat het ontwapeningsproces van de Koerdische PKK ‘een nieuwe fase’ heeft bereikt. ‘Deze fase is gevoeliger voor provocaties, maar we hopen zonder al te veel kleerscheuren vrede te bereiken’, aldus Erdogan.

Het is opvallend dat het ontwapeningsproces van de PKK en gesprekken voor een nieuwe grondwet synchroon lopen. Er wordt al langer gespeculeerd dat Erdogan zijn presidentschap wil verlengen met een derde termijn vanaf 2028, waar een grondwetwijziging voor nodig is. Voor deze wijziging heeft hij de steun van de pro-Koerdische partij DEM nodig.

Intussen heeft de PKK nogmaals laten weten dat ontwapening alleen mogelijk is met de vrijlating van PKK-leider Abdullah Öcalan, die al sinds 1999 gevangen zit.

Omarm alle Palestina-zij-instromers

0

Op de ‘Wij trekken de Rode Lijn’-demonstratie in Den Haag sprak ik verschillende mensen die vertelden voor het eerst te hebben gedemonstreerd tegen de genocide op de Palestijnen. Mensen die misschien voorheen Israël-adepten waren. ‘What would Jesus do?’ ‘Deze ChristenUnie-leden trekken wél een rode lijn.’ ‘Welkom, als je het niet meer uithoudt in de oorverdovende stilte van onze kerken,’ stond op verschillende spandoeken te lezen.

De kentering heeft plaatsgevonden. Wat dertig jaar geleden ondenkbaar was, namelijk massale, openlijke kritiek op Israël en steun aan het Palestijnse volk, vindt nu plaats. In al het sentiment dat daarmee gepaard gaat, lees ik ook felle veroordelingen van mensen die nu pas, na negentien maanden, willen erkennen dat Israël bezig is de Palestijnen uit te roeien. Opiniemaker Owen Jones schrijft in The Guardian over het naderbij komen van de dag van de afrekening. Nadat de Pakistaanse Nobelprijswinnares Malala Yousafzai op X postte dat ze zich ‘ziek’ voelt bij het zien van ‘Israëls wreedheden’ in Gaza, kwamen er reacties: ‘Jouw stilte gedurende achttien maanden maakte ons ziek’. En ‘Eindelijk mag ze van haar meesters spreken.’ De waarheid is dat ze zich wel degelijk eerder had uitgesproken tegen de vernietiging van Gaza en het Palestijnse volk.

Ik moest denken aan de beroemde woorden van Bobby Sands, de Noord-Ierse verzetsstrijder, die ik las in Belfast op een muurschildering. Sands zat 22 jaar in een Engelse gevangenis vanwege zijn verzet tegen de Engelse bezetting van Noord-Ierland, en ging 66 dagen in hongerstaking, waaraan hij overleed, omdat Iron Lady Margaret Thatcher weigerde op zijn eisen in te gaan. Ook in zijn laatste weken protesteerde hij tegen het feit dat hij niet als politiek gevangene werd erkend. Hij en anderen voerden de dirty protest: geen gevangeniskleding dragen (alleen een deken), zich niet wassen, en hun uitwerpselen aan de muren smeren. In Belfast staan zijn woorden geschreven: ‘Our revenge will be the laughter of our children.’ Oog op de bal.

Dat sommige mensen misschien moeite hadden om zich te ontworstelen aan het juk van de schuld aan de Holocaust, is begrijpelijk

Ook op Nederlandse sociale media lees ik bittere verwijten aan mensen en redacties die zich nu pas ‘bekeerd’ hebben en uit de knellende, onlosmakelijke band met Israël zijn gebarsten. Hun wordt lafheid verweten; ratten die het zinkende schip verlaten. Maar kennen we hun motieven wel precies? In Den Haag protesteerden mensen die nooit eerder actief waren geweest voor de Palestijnse zaak, maar het onrecht niet langer kunnen aanzien en hun machteloosheid wilden omzetten in een daad. Collaborateurs? Spijtoptanten? Opportunisten? Wat mij betreft: onnodige oordelen. Wil de echte Nederlandse held nu opstaan?

De Palestina-zijinstromers, noem ik ze maar, moeten juist worden omarmd. Nieuwe laatbloeiers moeten worden verleid. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het koppie erbij houden: alle krachten bundelen en strategisch denken. Onze pijlen richten op bestuurders. Je kunt het haast niet bevatten, maar de VVD stemde vorige week nog tegen een oproep aan het kabinet om Israël onder druk te zetten meer hulpgoederen Gaza binnen te laten. De groeiende groep dissidenten binnen die partij heeft onze steun nodig — in plaats van dat we ons storten in nasty achterhoedegevechten die beneden onze waardigheid zijn. En verspilde energie.

Dat sommige mensen misschien moeite hadden om zich te ontworstelen aan het juk van de schuld aan de Holocaust, is begrijpelijk, na het ingeprente schuldgevoel en decennia van Israëlische propaganda en leugens. Maar iedereen kan een steentje bijdragen. De vereende krachten moeten gericht zijn op de ziende, blinde en horende dove bestuurders van de instituten, organisaties, en politieke partijen die zich niet alleen medeplichtig maken aan de genocide op het Palestijnse volk, maar zich ook schuldig maken aan het willens en wetens ontkennen van die medeplichtigheid. Zij hebben niet meer het recht om te zwijgen. Daarvoor is er te veel bewijsmateriaal, van journalisten, juristen, artsen, alle Gazanen én de Israëlische soldaten die zelf vastleggen wat er gebeurt.

Als deze genocide voorbij is, zal er naast veroordeling van Israëlische verantwoordelijken ook verantwoording moeten komen van westerse bestuurders. Maar van de bijltjesdag na de Tweede Wereldoorlog hebben we allemaal spijt gehad.

Sands overleed, maar droeg met zijn persoonlijke offers bij aan de bevrijding van Noord-Ierland. Aan de andere kant van de muurschildering staat een ander citaat: ‘Everyone, Republican or otherwise, has their own particular role to play.’

Erdogan wint omdat de wereld veranderd is

0

Voor politici is het vaak makkelijker om openhartig te spreken zodra ze niet meer aan de macht zijn. Fredrik Reinfeldt, de voormalige premier van Zweden, vormt daarop geen uitzondering. In een recent interview legde hij uit wat veel waarnemers al langer doorhadden: de opkomst van ‘sterke mannen’ die volledige onderwerping eisen van instituties en de samenleving – Trump, Orbán, Poetin, Modi – en de president van Turkije.

‘Erdogan werd gezien als een hervormer,’ zei Reinfeldt, ‘maar iets wat op een bepaalde manier begint, kan volledig veranderen.’ In de loop der tijd schakelde de Turkse leider het verzet uit, maakte hij eerlijke verkiezingen vrijwel onmogelijk en verstevigde hij zijn macht. Maar zoals Reinfeldt opmerkte, ligt het echte probleem in het zwijgen van anderen. ‘Veel mensen zeggen niet wat ze echt denken.’

Dat zwijgen – vooral binnen de Europese politieke klasse – heeft geholpen om autocratie te normaliseren. In tegenstelling tot de geïsoleerde dictators van de Koude Oorlog zijn de autocraten van vandaag strategisch, wereldwijd georiënteerd en bedreven in het uitbuiten van crises. Onder hen valt Erdogan op, niet als buitenstaander, maar als een nieuw omarmde figuur.

Ondanks het feit dat hij de democratische instituties van Turkije in het afgelopen decennium systematisch heeft ontmanteld, wordt Erdogan nu het hof gemaakt door zowel de EU als de VS. In Brussel schuift Turkije aan bij Europese defensieprogramma’s. Griekenland en Cyprus maken bezwaar, maar nieuwe regels – gekwalificeerde meerderheidsstemming – stellen Ankara in staat veto’s te omzeilen en weer invloed te winnen. De Griekse minister van Defensie, Nikos Dendias, waarschuwde: ‘We kunnen Europa niet verdedigen als de vijand binnen de muren zit.’ Toch worden zijn zorgen genegeerd.

Waarom? Omdat in de huidige strategische afweging van de EU de militaire kracht van Turkije zwaarder weegt dan haar autoritaire koers. De Duitse bondskanselier Friedrich Merz en de aankomende NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte hebben een nieuwe defensiehouding laten doorschemeren – een die Turkije insluit, niet ondanks Erdogans autocratie, maar juist vanwege de militaire waarde ervan.

Als het Westen zijn eigen waarden niet meer respecteert, waarom zou iemand anders dat dan nog doen?

Die verschuiving beperkt zich niet tot Europa. In Washington spreekt Erdogan van een ‘verzachting’ van de Amerikaanse sancties. Beperkingen die waren opgelegd vanwege Turkije’s aankoop van Russische raketsystemen worden stilletjes teruggedraaid. Geavanceerde Amerikaanse raketten worden opnieuw aan Ankara verkocht – een deal van 300 miljoen dollar die symbool staat voor een ommekeer in het Amerikaanse beleid.

Dit is een scherpe breuk met het verleden. Waar Erdogan vroeger een stortvloed aan internationale kritiek over zich heen kreeg, wordt hij nu beloond met wapenovereenkomsten en erkenning op hoog niveau, terwijl hij een van de meest repressieve regimes in Europa in stand houdt – en tegelijkertijd nog altijd als kandidaat-lidstaat van de EU geldt, al is dat vooral op papier. Volgens Erdogan zelf zijn de banden met de VS verbeterd dankzij zijn ‘vriend Trump’, wat benadrukt hoe strategisch nut nu belangrijker is dan ‘gedeelde waarden’.

Ook Europa investeert. Het Italiaanse Leonardo en het Turkse Baykar begonnen in maart een gezamenlijke drone-onderneming, door premier Meloni geprezen als ‘significant’. De handelsdoelstellingen tussen beide landen werden vastgesteld op 40 miljard dollar. Het Verenigd Koninkrijk sloot ondertussen een defensiesamenwerkingsovereenkomst met Turkije en stelde voor om 40 Eurofighter Typhoon-jets te verkopen.

Geen van deze stappen staat op zichzelf. Ze weerspiegelen een bredere koerswijziging van het Westen: een verschuiving van principes naar pragmatisme. Waar het Westen ooit beweerde op te komen voor democratie en mensenrechten in zijn buitenlandse beleid, vervaagt die grens nu snel.

Brussel tolereert Viktor Orbán nog steeds, ondanks Hongarije’s aanvallen op media en rechtspraak. En nu wordt Erdogan weer binnengehaald – niet omdat hij veranderd is, maar omdat hij strategisch onmisbaar is. De boodschap aan autocraten wereldwijd is duidelijk: je kunt onderdrukken in eigen land, zolang je maar over militaire, migratie- of geografische macht beschikt.

Wat deze verschuiving zo ondermijnend maakt, is de hypocrisie ervan. Het Westen blijft zich uitspreken in termen van democratie, terwijl het ondertussen juist die leiders omarmt die haar openlijk afbreken. Dat is niet alleen inconsequent – het tast ook de geloofwaardigheid aan. Als het Westen zijn eigen waarden niet meer respecteert, waarom zou iemand anders dat dan nog doen?

Erdogan wint – niet omdat hij is veranderd, maar omdat de wereld dat is. Hij is een voorbeeld geworden van hoe strategische positionering een autocratie kan afschermen van gevolgen. En terwijl het ‘democratische Westen’ probeert Poetin en Loekasjenko te isoleren, heeft het zich overgeleverd aan zijn eigen interne autocraten.

De waarschuwing van Reinfeldt verdient aandacht. Politieke leiders moeten zich duidelijk spreken. Anders blijven valse hoop en zal de democratische afbraak doorgaan, verscholen achter het masker van strategische noodzaak.

Verkiezingen in Suriname eindigen in nek-aan-nekrace

0

De Surinaamse verkiezingen van zondag hebben nog geen winnaar opgeleverd. De twee grootste partijen liggen nek aan nek, waardoor de laatste stemmen de doorslag kunnen geven.

Wordt het de Nationale Democratische Partij (NDP) van wijlen Desi Bouterse, of toch de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) van de huidige president Chan Santokhi? Aan kop ligt de eerste; deze partij haalde 4000 stemmen meer dan de VHP. Maar het verschil kan nog worden goedgemaakt door de stemmen van 83 stembureaus die op dit moment worden geteld.

Als de NDP wint, zou Suriname de eerste vrouwelijke premier kunnen krijgen. De partij wordt geleid door Jenny Simon. Maar ook dit is niet zeker. De premier wordt in het parlement gekozen, en hiervoor is een meerderheid nodig. De meest voor de hand liggende meerderheid is een samenwerking tussen de twee grootste partijen, die kleinere partijen ver achter zich lieten.

Er wordt daarom gespeculeerd over een mogelijke coalitie van de twee grote tegenpolen. Ideologisch liggen ze niet ver van elkaar af; het verschil zit vooral in bestuurskundige keuzes. Zo staat de NDP erom bekend de staatsschuld te hebben verhoogd in een eerdere regeerperiode. De VHP erfde deze staatsschuld en voerde daarom bezuinigingen door, die niet populair waren bij het volk.

Bovendien was de VHP verantwoordelijk voor het Decembermoorden-proces, waarin Bouterse uiteindelijk werd veroordeeld tot twintig jaar celstraf. De NDP houdt de partij verantwoordelijk voor zijn veroordeling. Toch is er ook voldoende reden tot samenwerking. De nieuwe regering zal beschikken over de inkomsten van de recent gevonden oliebronnen voor de kust, en partijen zullen daarom graag willen regeren, zeggen analisten.