Irak heeft Israël beschuldigd van schending van soevereiniteit door het luchtruim te gebruiken bij de aanval op Iraanse doelen. De regering heeft een klacht ingediend bij de Verenigde Naties.
Dit meldt the National, een Britse krant in de Verenigde Arabische Emiraten. Een woordvoerder van de regering zei dat het ‘niet zal toestaan dat het Iraakse luchtruim of land wordt gebruikt om andere landen aan te vallen, vooral niet buurlanden die respect en gemeenschappelijke belangen met Irak hebben’.
Op zaterdag viel Israël productiecentra voor ballistische raketten aan in verschillende provincies. Volgens de Iraanse regering werden sommige raketten afgevuurd vanuit het Iraakse luchtruim, ongeveer 113 kilometer van de grens met Iran. Ook de Iraanse regering vindt dit bezwaarlijk en heeft de VN gevraagd dit te adresseren.
Het probleem volgens de Iraanse regering is dat Israël gebruik heeft gemaakt van de Amerikaanse bases in Irak. De Verenigde Staten hebben meerdere militaire bases in het land, met goedkeuring van de Iraakse regering. Maar Iran noemt dit ‘bezetting van het luchtruim’.
Aanstaande maandag zal de kwestie worden besproken door de VN. De Israëlische aanval was een reactie op de aanval van Iran op Israël eerder deze maand. Dat was weer een reactie op de dood van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah en Hamas-leider Ismail Haniyeh.
Een hardnekkig stereotype blijft de Nederlandse media overheersen, namelijk dat van de moslima die voorovergebogen over de markt schuifelt. Een vrouw met een lange jurk, een hoofddoek, een plastic tasje van de Wibra of Zeeman in de hand.
Zo wordt de moslimvrouw al tientallen jaren afgebeeld. Een beeld dat niets zegt over wie ze werkelijk zijn, maar des te meer over hoe de samenleving hen graag ziet: als niet ontwikkelde, ongezonde, machteloze huisvrouwen en slachtoffers, die onderdrukt worden en gered moeten worden.
Laat mij je vertellen wie ze eigenlijk zijn. Zij waren de eersten die hun families hebben geholpen te aarden in nieuwe, onbekende landen. Zij zijn moeders die hun kinderen grootbrengen met een dubbele hoeveelheid wilskracht, die hen leren schipperen tussen verschillende culturen en hen inspireren om te dromen. Ze zijn moeders die zonder enige erkenning hele gemeenschappen draaiende houden in Nederland.
Het maakt mij trots dat deze vrouwen hun kinderen hebben opgeleid tot de professionals die ze vandaag zijn. Wij, die kinderen, zijn bijvoorbeeld ondernemers die eigen bedrijven runnen, artsen in ziekenhuizen, advocaten in rechtbanken. Wij zijn ook schrijvers die onze verhalen vertellen, kunstenaars die schoonheid creëren, wetenschappers die grenzen verleggen.
Vergeet de eerste Marokkaanse burgemeester in Nederland niet – en de eerste Marokkaanse burgemeester van een grote stad in Europa. Want achter elk van deze successen staat een moeder met een Zeeman-tas op de markt, die haar persoonlijke wensen heeft opgegeven zodat haar kinderen hun dromen kunnen najagen.
Wij eisen erkenning voor wie wij en onze moeders zijn
Toch blijven de Nederlandse media koppig vasthouden aan dat eenzijdige beeld van de zogenaamde onderdrukte moslima. De vooroordelen zeggen meer over die mensen dan over wie onze moeders werkelijk zijn. Hokjesdenkers weigeren te zien dat achter een schuifelende vrouw met een Zeeman-tas een inspirerend verhaal schuilt.
En zelfs als zij enkel een huisvrouw is, wat is daar mis mee? Wie bepaalt eigenlijk dat uiterlijke symbolen zoals een hoofddoek iets zeggen over iemands levensgeluk? Waarom zouden we überhaupt geluk willen afmeten aan nietszeggende kenmerken?
Onze moeders zijn geen personages in verhalen over onderdrukking en bevrijding. Ze zijn mensen van vlees en bloed, met eigen dromen en streven. Ik vind dat het tijd wordt dat de Nederlandse media en samenleving verder kijken dan dit verstikkende stigma. Want haar identiteit is geen beperking, maar een bron van kracht. Haar geloof is geen keten, maar een anker. Haar cultuur is geen gevangenis, maar een schatkist.
Mijn stem – samen met die van talloze andere moslimvrouwen – wordt steeds luider. Wij eisen geen medelijden of bevrijding. Wij eisen erkenning voor wie wij en onze moeders zijn. We zijn sterke vrouwen die onze eigen pad kiezen en die hun kinderen opvoeden tot wereldburgers.
Dus, de volgende keer dat je een moslimvrouw op straat ziet, kijk dan verder dan je vooroordelen. Zie de mens, de vrouw, de drager van dromen. Want zij zijn hier en ze zijn sterk met of zonder Wibra-tas.
Bovendien wordt het echt tijd om voorbij het winkeltasje te kijken. Want achter elk stigmatiserend beeld schuilt een menselijk verhaal dat verteld moet worden. Dat is meer dan zomaar een verhaal: het is een bewijs van vrouwelijke veerkracht. Van onvoorwaardelijke liefde en van een hart dat blijft vechten. Het overstijgt alle mediahokjes en daarom is het te belangrijk om niet te vertellen.
Deze verhalen helpen om bestaande vooroordelen te doorbreken en een completer beeld te scheppen van wie deze vrouwen zijn. Zo werken we aan een samenleving waarin vrouwen niet beoordeeld worden op het plastic tasje dat ze vasthouden, de kleding die ze kiezen en de hoofddoek die ze dragen.
‘Het is over en uit voor UNRWA in Israël’, zegt de Israëlische parlementariër Yulia Malinovsky over het aanstaande verbod op de VN-organisatie voor hulp in Gaza. Israël stelt dat UNRWA door Hamas is geïnfiltreerd en betrokken was bij de aanval op 7 oktober. De BBC meldt dat dit niet kan worden bevestigd.
‘Dit zijn je collega’s van UNRWA die het lichaam van Yonatan Samerano hebben ontvoerd op 7 oktober’, zegt Malinovsky op X, met daarbij een foto van twee gewapende mannen die met een lichaam slepen. Zij zouden UNRWA-medewerkers zijn, en daarom moet de gehele organisatie worden opgedoekt, aldus Malinovsky.
De VN bestrijdt vanaf het begin de aantijgingen van Israël.
Dit terwijl UNRWA al decennialang essentieel is voor een breed scala aan diensten voor Palestijnse vluchtelingen, waaronder gezondheidszorg en onderwijs voor miljoenen in Gaza.
‘Het is waanzin dat een lidstaat van de VN werkt aan de ontmanteling van een VN-agentschap dat ook nog eens een van de belangrijkste doorvoerkanalen is voor de humanitaire hulpverlening in Gaza’, reageert Juliette Touma, een woordvoerder van UNRWA.
Enkele van Israëls laatste bondgenoten, zoals de Amerikaanse en Britse regeringen, hebben ‘zorgen’ geuit over dit besluit. Nederland heeft vooralsnog niet gereageerd op het verbod van UNRWA.
Het officiële dodental in Gaza is inmiddels de 4.300 gepasseerd. Israël bombardeert inmiddels ook in Libanon, waarbij elke dag tientallen slachtoffers vallen.
Vergeleken met het derde kwartaal van vorig jaar hebben een kwart minder mensen een asielaanvraag gedaan in Nederland,zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het gaat om ruim 8.000 asielverzoeken die in het derde kwartaal van dit jaar zijn ingediend. Vorig jaar lag dat aantal boven de 10.000 asielaanvragen. ‘Met name het aantal asielverzoeken van Syriërs daalde sterk ten opzichte van vorig jaar (van 4,3 duizend naar 3,3 duizend)’, schrijft het CBS.
Wel is het aantal asielverzoeken ten opzichte van het tweede kwartaal gestegen, en in die toename (400 personen) spelen asielaanvragen van Syriërs (+21 procent), Turken (+32 procent) en Eritreeërs (+27 procent) een grote rol. Het aantal Irakezen dat asiel aanvroeg is gedaald in het afgelopen kwartaal, van 675 naar 200 eerste asielaanvragen.
Wat betreft nareizigers is het aantal mensen dat in Nederland arriveerde (rond de 2.500) gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar.
Het valt op dat een meerderheid van de asielaanvragen wordt ingediend door mensen die jonger zijn dan 35 jaar. ‘Negentwintig procent was zelfs jonger dan 18 jaar. Van alle mensen uit Eritrea die een verzoek indienden, was meer dan de helft minderjarig’, aldus het CBS.
De kranten staan er vol mee, politici hebben er de mond vol van. We hebben een asielcrisis, we kunnen het allemaal niet meer aan. Volgens mediawetenschapper Mirjam Vossen is dit een frame, dat bepaalt hoe we de wereld om ons heen zien en beschrijven.
Vossen is gepromoveerd op onderzoek naar de framing van wereldwijde armoede. De laatste vier jaar heeft ze zich beziggehouden met migratie. Want in gesprekken over migratie is eenzijdige framing een probleem, vindt ze. Wat betekent dat? ‘Een frame is een perspectief, een lens waarmee je naar een onderwerp kunt kijken. Dat uit zich in woorden, in beelden of in redeneringen die je gebruikt.’ Wat betreft migratie is het dominante frame volgens Vossen al een aantal jaren dat van de ‘asielcrisis’ – het ‘falende systeem’ en een behoefte aan ‘controle’. ‘Het is chaos, we kunnen het niet aan, er komen er te veel. Dat is één manier om naar migratie te kijken en ik zie dat die al jarenlang sterk domineert.’
Om te begrijpen of er werkelijk sprake is van een asielcrisis, verwijst ze naar het boek Hoe migratie echt werkt van Hein de Haas. Zelf is ze meer bezig met de manier waarop we hierover schrijven, rapporteren en zelfs nadenken.
Mirjam Vossen
Hoe doen de media het op dit moment als het gaat over migratie en vluchtelingen?
‘Het frame van het falende systeem domineert al een poos in de media. Dat is begonnen met de berichtgeving over Ter Apel. Twee jaar geleden kregen we voor het eerst beelden te zien van mensen die op het gras sliepen. Het Rode Kruis moest eraan te pas komen. Dat heeft heel veel impact gehad.’
‘Als je ‘overspoeld’ wordt, dan ga je dijken bouwen. Heb je last van een ‘migratiegolf’, dan ga je die indammen’
Waarom is dit bezwaarlijk?
‘Het bezwaar is dat de komst van asielzoekers gelijk wordt gesteld aan de komst van problemen. Want de situatie in Ter Apel – en in mindere mate in Budel, waar kansloze asielaanvragers terechtkomen – is wat mensen zien. Maar in de meeste azc’s is er eigenlijk nauwelijks iets aan de hand. Daar gaan journalisten niet heen.
‘Het gebruik van een bepaald frame an sich is niet verkeerd. Het is onvermijdelijk dat journalisten dit doen. Als er mensen buiten slapen in Ter Apel, om even bij dat voorbeeld te blijven, is dat iets wat we als samenleving niet willen. Dan is het je journalistieke plicht om daar aandacht aan te besteden. Dus die keuze om dat te belichten met het frame van het falende systeem, is journalistiek valide.
‘Het probleem zit hem echter in de optelsom van de veelheid aan berichten met datzelfde perspectief. Hierdoor wordt je als samenleving constant bevestigd in het gevoel dat we overspoeld worden, dat we het niet aankunnen. Bovendien is er vaak impliciet een oplossing verbonden aan dit perspectief. Want als je ‘overspoeld’ wordt, dan ga je dijken bouwen. Heb je last van een ‘migratiegolf’, dan ga je die indammen.’
Het is geen toeval dat deze bewoordingen op een of andere manier te maken hebben met water, legt Vossen uit. ‘Dit is heel gangbaar in Nederland, er is zelfs een woord voor: watertaal. Dit soort termen worden gebruikt door de media, maar ook door hulporganisaties en politici. De PVV heeft het zelfs over een tsunami. Water moet je beheersen. Het gebruik van deze termen triggert het controle-frame, het idee dat we actie moeten ondernemen om deze vloedstroom de baas te worden. Terwijl je ook gewoon ‘de komst van vluchtelingen’ kunt zeggen.’
Wat kunnen journalisten doen om te voorkomen dat ze meewerken aan een eenzijdige en negatieve framing?
‘Je kunt ook de lezer triggeren met verhalen waar niet bij voorbaat een negatief conflict in zit. Bijvoorbeeld: als gemeenten straks de Spreidingswet gaan uitvoeren, zullen zij inspraakavonden gaan organiseren om de komst van opvanglocaties te bespreken. Een natuurlijke neiging van journalisten zou kunnen zijn om alleen naar zo’n avond toe te gaan als de spanningen oplopen. Maar je kunt als redactie ook rapporteren over de gevallen waar het goed gaat. Het is belangrijk de balans in de gaten te houden.’
Op welke manier zou er dan over Ter Apel bericht moeten worden?
‘Ten eerste, je zou je als redactie kunnen afvragen of het iedere keer op het journaal of in de krant moet komen als er problemen zijn. Als je naar Ter Apel gaat, kun je je ook meer bewust zijn van de beeldvorming die je creëert. Dit is lastig op die specifieke plek, want je mag er niet binnenkomen. Wanneer er een tekort aan slaapplekken is, mogen de vrouwen en kinderen naar binnen en blijven er mannen buiten. We krijgen dan vooral beelden te zien van alleenreizende mannen en het is nu eenmaal zo dat er meer sympathie is voor vrouwen en kinderen die gevlucht zijn. Nu is het wel zo dat er meer mannelijke asielzoekers zijn, maar door alleen hen in beeld te brengen, krijg je toch een beeldvorming die niet klopt en die een impact heeft op hoe men in Nederland over asielzoekers denkt.
‘Tot slot zie je dat asielzoekers erg anoniem blijven. In plaats van een camera te zetten op zo’n groep mannen, kun je mensen ook in beeld brengen met naam en toenaam en een verhaal. Daardoor worden zij voor de lezer en kijker personen.’
Cijfers in de media
Naast woord en beeld kunnen ook cijfers een scheef beeld schetsen. Dat is vooral hulporganisaties aan te rekenen. In zijn boek legt Hein de Haas uit dat organisaties als de International Organization for Migration (IOM) en de VN bewust die cijfers presenteren die een grimmig beeld laten zien, terwijl er vaak ook een ander beeld mogelijk is. Zo is de laatste twintig jaar niet alleen het aantal migranten gestegen, maar ook de totale wereldbevolking. Als je het aantal migranten zou kwalificeren als percentage van de wereldbevolking, zie je dat hun aandeel in deze periode gelijk is gebleven.
‘Hier heb ik me ook veel in verdiept’ vertelt Vossen. ‘Een ander probleem dat De Haas beschrijft, is dat mensen heel lang de kwalificatie ‘vluchteling’ behouden, waardoor de cijfers een misleidend beeld geven. Veruit de meeste vluchtelingen zijn niet onderweg, maar wonen ergens. Vaak al jarenlang, soms generaties lang. Denk bijvoorbeeld aan Palestijnse vluchtelingen in Jordanië. Omdat ze nog steeds een vluchtelingenstatus hebben en geen burgerrechten krijgen, blijven ze meetellen als vluchtelingen in de cijfers van het IOM of UNHCR.
‘Het probleem hiervan is dat de cijfers van deze organisaties, en termen als ‘mensen op de vlucht’, het beeld oproepen van grote groepen mensen die ergens naartoe gaan, terwijl dit niet klopt. Slechts een klein deel van dat aantal is daadwerkelijk onderweg.’
Waarom doen deze organisaties dat?
‘Omdat ze hiermee de urgentie van het probleem groter maken. Hun natuurlijke modus is om de noodklok te luiden. Dat zie je bij allerlei soorten organisaties. Als ze data vinden om dat te ondersteunen, dan gebruiken ze die. Dat kan soms ten koste gaan van de nuance.
‘Ik heb weleens gesprekken hierover gehad met directeuren van vluchtelingenorganisaties. Ik heb er namelijk moeite mee dat ze dit doen. Niet alleen omdat het feitelijk een verkeerd beeld schetst, maar ook omdat de mensen die al negatief tegenover de komst van vluchtelingen staan, alleen maar gesterkt worden in hun idee dat er nog veel meer gaan komen. Dus deze manier van rapporteren heeft een averechts effect ten opzichte van wat zij eigenlijk zouden willen bereiken. Het versterkt misschien het draagvlak bij het kleine groepje dat toch al hun achterban is, maar ook de weerstand bij een grote groep in de samenleving die de komst van vluchtelingen niet ziet zitten. Zij zullen denken: dan moeten we nog meer ons best doen om te zorgen dat we de aantallen onder controle houden.’
‘We geloven nu allemaal dat er een asielcrisis is, omdat Geert Wilders het op de agenda zette’
En als media maken we ook gebruik van deze cijfers.
‘Ja. Je moet eigenlijk echt in al die cijfers duiken om te kijken waar ze vandaan komen. Dat is lastig, want meestal moet je een verhaal snel schrijven. IOM of UNHCR zouden betrouwbare bronnen moeten zijn. Ik wantrouw intussen zelf eigenlijk stelselmatig alle cijfers van hulporganisaties, omdat ze er belang bij hebben om te alarmeren. En dit geldt dus ook voor sommige gerespecteerde VN-organisaties.
‘Tegelijkertijd vermoed ik dat de journalisten die hierover schrijven waarschijnlijk wel het grotere plaatje zien. Toen ik onderzoek deed naar de manier waarop over armoede werd geschreven, heb ik een keer een poll uitgezet onder journalisten die dit onderwerp in hun portefeuille hadden. Zij waren wel degelijk op de hoogte van de bredere trends. Maar als ik naar hun artikelen keek, zag ik dat niet terug. In de artikelen bleven ze vooral de narigheid benadrukken. Toen ik ze vroeg hoe ze de insteek van hun artikelen bepaalden, kwamen ze met motieven als ‘nieuwsroutine’. Ik denk dat bij onderwerpen als migratie, en dan vooral vluchtelingen, eenzelfde soort fenomeen speelt.’
Stel dat journalisten een maand lang alleen maar positieve verhalen over vluchtelingen zouden schrijven. Zou dat dan publieke opinie beïnvloeden?
‘Dat is een lastige vraag. Ik ben geneigd om te denken van wel, maar het is heel moeilijk om dat met onderzoek aan te tonen. Het zou ook nog weleens kunnen tegenvallen. Politici zijn namelijk ook in staat om de media te manipuleren. We geloven nu allemaal dat er een asielcrisis is, omdat Geert Wilders het op de agenda zette. Dit is door de media geaccepteerd als het gangbare verhaal, al lees ik ook wel aardig wat kritische opinies die dat dan weerleggen.
‘Het opvallende is dat mensen heel tegenstrijdige ideeën hebben als het om vluchtelingen gaat. Ik denk dat een groot deel van de Nederlanders vindt dat we vluchtelingen moeten helpen, maar dat gevoel wordt nauwelijks meer aangesproken door de dominante framing in de media. Het hele discours is momenteel gekaapt door het frame van het falende systeem, het idee dat we het niet meer aankunnen. In Nederland houden we van sociale orde en dit frame herinnert ons aan het feit dat we dat nu niet hebben. Daarom blijft het ons triggeren.’
Het lijkt slechts een voetnoot in het dagelijkse nieuws: het bericht dat Noord-Koreaanse soldaten actief zijn in Ruslands oorlog tegen Oekraïne. Inmiddels zijn duizenden Noord-Koreaanse soldaten in Rusland gesignaleerd, onder andere aan het Russisch-Oekraïense front bij Koersk. Er wordt geschat dat het aantal Noord-Koreanen dat meevecht met Rusland kan oplopen tot tienduizend. Gezien de problemen die Rusland heeft om voldoende soldaten te werven voor de oorlog in Oekraïne, lijkt dit een poging om de strijdkrachten aan te vullen met buitenlandse troepen.
Maar deze ontwikkeling is veel meer dan alleen een Russische poging om eigen reserves te versterken, en zou geen voetnoot mogen zijn in het nieuws. Het betekent namelijk niet alleen een ernstige escalatie van de oorlog in Oekraïne – met buitenlandse boots on the ground op Oekraïens grondgebied – maar toont ook een steeds duidelijkere scheiding tussen de democratische en autoritaire wereldmachten.
We zien verschillende strijdtonelen. Een daarvan is het Midden-Oosten, waar Iran, met steun van Rusland, via Hamas, Hezbollah en de Houthi’s oorlog voert tegen Israël om het Westen te verzwakken en te betrekken bij een nieuw conflict in deze regio. Oekraïne is het belangrijkste strijdtoneel, waar Ruslands bondgenoten Noord-Korea en Iran rechtstreeks troepen en wapens leveren. Daarnaast is er het potentiële strijdtoneel in Oost-Azië, waar Ruslands bondgenoot China het oog heeft op Taiwan, een bondgenoot van het Westen. De deelname van Noord-Korea aan de oorlog in Oekraïne verhoogt bovendien het risico op nieuwe conflicten op het Koreaanse schiereiland tussen Zuid- en Noord-Korea.
De conflicten in Europa, het Midden-Oosten en Oost-Azië zijn met elkaar verbonden
De huidige en mogelijke toekomstige conflicten vormen een strijd om de toekomst van de liberale wereldorde. De wereld zoals we die nu kennen staat onder druk. Autoritaire staten willen een nieuwe wereldorde creëren waarin zij domineren. Dit doen ze door democratieën aan te vallen en het Westen wereldwijd te verzwakken. De conflicten in Europa, het Midden-Oosten en Oost-Azië zijn met elkaar verbonden. Daarom moeten democratische landen zich verenigen en ervoor zorgen dat Rusland en zijn bondgenoten hun doelen niet bereiken.
Ook Nederland en Europa moeten bereid zijn stappen te nemen die misschien onwenselijk zijn. Een daarvan is het overwegen van de mogelijkheid om – net als Ruslands bondgenoot Noord-Korea nu doet – boots on the ground naar Oekraïne te sturen. Oekraïne verliest momenteel terrein in de Donbas. Naast meer wapens zijn er ook meer manschappen nodig. NAVO-landen zouden bereid moeten zijn om Oekraïne met hun eigen legers te ondersteunen en waar nodig tegen Rusland te vechten.
Voor Poetin is dit een rode lijn, en hij zal uiteraard dreigen met kernwapens, zoals hij telkens doet wanneer het Westen stappen zet. Maar de realiteit is dat alleen westerse kracht Poetin en zijn bondgenoten afschrikt. Wanneer het Westen zwakte toont en terughoudend is, escaleren Rusland en zijn bondgenoten alleen maar verder. Dit zagen we eerder in Syrië, waar het Westen niet ingreep en Rusland dat wel deed. Noord-Korea’s bereidheid om troepen in te zetten tegen Oekraïne is een gevolg van onze eigen zwakte, omdat het weet dat het ermee wegkomt. Pas als we kracht tonen, zullen onze tegenstanders op het wereldtoneel afgeschrikt worden.
Escalatie is in dit geval soms noodzakelijk. Landen als Rusland respecteren alleen kracht en misbruiken zwakte. Juist door krachtig op te treden kunnen we verdere escalatie vanuit het autoritaire kamp voorkomen. Het is tijd dat de NAVO en het Westen zorgvuldig de volgende stappen in Oekraïne en elders op het wereldtoneel overwegen. Als boots on the ground in Oekraïne noodzakelijk zijn om de toekomst van de liberale wereldorde te beschermen, moeten we ook deze stap overwegen.
In de Portugese hoofdstad Lissabon gingen afgelopen zaterdag duizenden mensen op straat om te protesteren tegen politiegeweld. De directe aanleiding voor het protest is de dood van Odair Moniz, een man van Kaapverdische afkomst die tijdens een politieactie werd neergeschoten door een agent.
Het incident vond precies een week eerder plaats, op maandag 21 oktober. De 43-jarige Moniz werd in de buitenwijk Amadora door de politie achtervolgd en verzette zich tegen zijn arrestatie, waarop een agent een schot loste. De precieze reden voor het schot is nog onduidelijk.
Voor veel inwoners van dezelfde buitenwijken bevestigt het incident een bekend patroon. Volgens de demonstranten is politiegeweld een structureel probleem in de multiculturele wijken rond Lissabon en richt het zich voornamelijk op de zwarte bevolking. Ze eisen gerechtigheid voor Moniz en een einde aan het gewelddadige optreden van de politie.
Vorig jaar uitte het VN-Comité voor de Uitbanning van Rassendiscriminatie al zijn bezorgdheid over buitensporig politiegeweld in Portugal, specifiek gericht tegen mensen van Afrikaanse afkomst, aldus Reuters.
Op dezelfde dag vond ook een tegendemonstratie plaats in Lissabon, georganiseerd door de extreemrechtse anti-immigratiepartij Chega. Deze groep sprak juist steun uit voor de Portugese politie, maar trok aanzienlijk minder deelnemers, meldt Reuters.
Turkstalige media in Nederland en België melden een ‘mishandeling van een Turks-Nederlandse bejaarde’. De 82-jarige Cemile Telli, die al bijna zestig jaar in Den Haag woont, zou door haar ‘racistische buurvrouw’ in elkaar zijn geslagen. Hierdoor moest ze twee dagen op de intensive care doorbrengen, aldus de Turkse nieuwssite SonHaber.
De zonen van Telli hebben aangifte gedaan. ‘We zullen deze mensonterende afranseling van onze moeder niet zomaar laten passeren’, zeggen ze tegen SonHaber.
Getuigen zouden direct de politie en ambulance hebben gebeld. Op SonHaber zijn verontrustende foto’s van Telli, bont en blauw in het ziekenhuis, gepubliceerd.
De buurvrouw werd pas enkele dagen na het incident opgepakt en geboeid door de politie meegenomen. Na twee dagen werd ze vrijgelaten, aldus SonHaber. ‘De buurt’ zou daar niet tevreden over zijn.
Volgens de zonen van Telli zou de ‘racistische Nederlandse vrouw’ hun moeder ook na het incident hebben belaagd.
‘Ik woon al 57 jaar in Nederland, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik kan vannacht niet slapen. Ik wil hulp van Turkse en Nederlandse autoriteiten’, reageert Cemile Telli tegen SonHaber.
Eerder dit jaar vond een fatale burenruzie plaats in Stampersgat. Gerben van V. schoot zijn Marokkaans-Nederlandse buurman Hamza el Baghdadi dood. Velen vermoedden racistische motieven, vanwege islamofobe uitlatingen van Gerben van V. op sociale media. Enkele weken geleden oordeelde de rechter echter dat dit ‘vooralsnog’ niet het geval was.
De 38-jarige man die in januari dreigde met een aanslag in Arnhem uit woede over een koranverbranding, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 270 dagen, waarvan 254 dagen voorwaardelijk, meldt Rechtspraak.nl.
De man dreigde op 16 januari de gemeente een ‘lesje te leren’ en ‘wakker te schudden’. Hij zou op weg zijn met een groep mensen om brand te stichten en iets op te blazen met vuurwerk. De reden voor zijn woede was het feit dat de gemeente drie dagen eerder een koranverbranding van Pegida had toegestaan.
Eerder in januari had de man een reclasseringsmedewerker bedreigd omdat hij de rechter niet mocht spreken. Hij werd dan ook licht ontoerekeningsvatbaar verklaard, maar weigerde mee te werken aan een tbs-behandeling. Daarom besloot de rechter een celstraf op te leggen.
Op 13 januari verbrandde Edwin Wagensveld, de leider van de extreemrechtse beweging, publiekelijk een exemplaar van de koran in de stad. Dit leidde tot een confrontatie met tegendemonstranten. In maart wilde hij deze ‘campagne’ herhalen, maar burgemeester Ahmed Marcouch stak daar ditmaal een stokje voor.
Zangeres Sophie Straat trad gisteren op met een keffiyeh-sjaal tijdens het openingsconcert van het jubileumjaar van Amsterdam; de stad viert komend jaar het 750-jarig bestaan. Op het podium zong ze het protestlied Gebroken Spiegels, terwijl ze uitdagend naar het publiek wees, meldt het AD.
Het slot van het lied bevat de volgende woorden:
Bang voor communisme bang voor de islam
Bang voor nieuwe tijden, kan je sowieso niet aan, een onderbuikgevoel kwaad en machteloos
Niemand begrijpt wat jij bedoelt, verontwaardigd en boos
Na haar optreden toonde de activistische zangeres een papier met de tekst Nederland bloed aan haar handen. Ook riep de rapper Mocromaniac na zijn eigen optreden: ‘Free Palestine’
Straat staat bekend om haar steun aan de Palestijnse zaak en sprak zich eerder uit tegen politiegeweld in de Amsterdamse gemeenteraad. In haar nummer Geluk kaart ze ook de aanhoudende woningnood in de stad aan.
Niet iedereen waardeerde het Palestijnse statement. Twitteraar Tony TenSix reageerde sarcastisch: ‘Goed idee om Sophie Straat uit te nodigen voor je feestje. Lekker neutraal met die Pallie-sjaal en het plakkaat ‘Nederland heeft bloed aan zijn handen. Walgelijk.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.