Met rappen, dichten en zijn deelname aan de Rotterdamse marathon vraagt Glodi Mbwete aandacht voor het gehavende en getraumatiseerde land van zijn (voor)ouders: de Democratische Republiek Congo.
‘Ik had het gevoel alsof ik thuiskwam’, verklaart Glodi Mbwete. ‘De geur, het eten, ja het heerlijke eten – cassave met geitenvlees.’ De 31-jarige rapper, dichter en organisator van poëtische evenementen begint enthousiast met zijn verhaal. Hij bezocht de Democratische Republiek Congo, het Afrikaanse land waar nog een groot deel van zijn familie woont en leeft. ‘Het bezoek heeft mij diep geraakt’, zegt hij. Voor het eerst in zijn leven was Glodi in het land dat zijn ouders ontvluchtten, vanwege de hachelijke politieke situatie en slechte economische vooruitzichten.
De boomlange Glodi Mbwete heeft een zachte uitstraling en een zeker charisma. Als hij voor een grote groep mensen zijn gedichten voordraagt, grijpt hij ze vrijwel direct. ‘Weet je’, vervolgt hij zijn verhaal, ‘in Congo zag ik de armoede, terwijl het zo’n rijk land is. Hoe kan dat? In de hoofdstad Kinshasa vertonen straten gaten, gebouwen en huizen hebben achterstallig onderhoud. De verf bladdert van de kozijnen en de gevels moeten nodig worden opgefrist.’ Vorig jaar zomer zette Glodi voet aan de grond in Congo. Opgeladen keerde hij terug naar Nederland.
Vrede en recht
‘Nadat onze ouders eerst een tijd in Brussel hadden gewoond’, vervolgt Glodi, ‘besloten ze naar Den Haag te verhuizen. Vooral om hun kinderen, mijn oudere tweelingbroers, mijn zus en mij een betere toekomst te bieden. Ze vonden hun weg naar de Haagse Molenwijk. Een plek waar mensen uit alle windstreken van de wereld naast elkaar wonen. Eten zorgt er onderling voor verbroedering. Zomers zijn er vaak buurtbarbecues. Ik had er een geweldige jeugd. En je gelooft het niet. Uitgerekend ik ben geboren in Den Haag, de stad van vrede en recht. Hier worden oorlogsmisdadigers veroordeeld. Terwijl mijn ouders uit een land komen waar allesbehalve vrede en recht heersen. Vermeende oorlogsmisdadigers lopen er tot op de dag van vandaag gewoon nog vrij rond.’
‘Uitgerekend ik ben geboren in Den Haag, de stad van vrede en recht’
Naarmate Glodi opgroeit, komt hij stukje bij beetje achter de gruwelijke geschiedenis van Congo, toen het nog een kolonie was van België. Congo is een prachtig Afrikaans land vol natuur, rijk aan goud, kobalt en diamanten. Alleen zijn de Congolezen er zelf allesbehalve rijk van geworden. De meesten leven in bittere armoede. Tijdens de Conferentie van Berlijn in 1884, werd het continent Afrika verdeeld door de koloniale overheersers. Koning Leopold II van België zette zijn zinnen op Congo. Het land is letterlijk en figuurlijk een goudmijn. ‘Van meet af aan werd Congo met extreem veel geweld ingenomen. Mensen stelden niets voor en werden behandeld als willoze objecten’, gruwelt Glodi als hij eraan denkt.
Excuses
Als rond 1900 de auto-industrie opbloeit, groeit navenant de vraag naar rubber voor autobanden. Op talrijke rubberplantages in Congo worden vele landarbeiders onder mensonterende omstandigheden aan het werk gezet. ‘Dagelijks moesten ze absurde hoeveelheden rubber winnen’, ontdekte Glodi. ‘Lukte dat niet, dan dreigden er de vreselijkste lijfstraffen. Niet hun eigen hand werd eraf gehakt, maar die van hun vrouw of van hun kinderen. Zonder genade. Ook werden mannen, vrouwen en kinderen naar België gedeporteerd en daar in kooien tentoongesteld aan het publiek. Alsof het exotische dieren waren in een dierentuin.’

Tel daarbij op dat België Congo tot op het bot heeft leeggeplunderd en Glodi kan zich er onbedaarlijk boos over maken. Regelmatig post hij op sociale media, waarin hij aandacht vraagt voor het onrecht dat Congo is aangedaan. ‘Het is hoog tijd dat misdadigers worden veroordeeld en dat België z’n excuses aanbiedt. Net als indertijd Nederland dat heeft gedaan aan Indonesië. Hoe pijnlijk en moeilijk dat ook was.’ Glodi’s gezicht betrekt. ‘Excuses maken gaan de koning en de Belgische regering nooit doen. Doen ze dat wel, dan is België in no time failliet.’
‘Niet hun eigen hand werd eraf gehakt, maar die van hun vrouw of van hun kinderen’
Hoewel Congo sinds 1960 onafhankelijk is, blijft het land instabiel. Welbeschouwd lijkt er niets veranderd, vindt Glodi. ‘Mede door een aanhoudend falend regeringsbeleid, de ene na de andere president vertoont slappe knieën en het land zucht en kreunt nog altijd onder het koloniale juk van weleer. Net als vele andere landen die onder koloniaal bewind hebben gestaan.’ Een groot deel van de Congolezen leeft in armoede, een ander deel zocht z’n heil over de grenzen. ‘Als mensen weleens aan mij vragen waarom mijn ouders hier naartoe zijn gekomen, zeg ik altijd: jullie zijn eerst naar ons gekomen en hebben Afrika leeggeroofd. Er wordt nog steeds kobalt uit de mijnen gehaald voor laptops en mobiele telefoons, waar miljarden aan worden verdiend. Net als aan goud en diamanten. Tragisch genoeg krijgen de Congoleze mijnwerkers er abominabele arbeidsomstandigheden en een schamel loon voor terug.’
Geloof
Glodi’s ouders zijn altijd druk bezig om spullen te verzamelen die naar Congo moeten. Als er dan een keer iemand die kant opgaat, moet er veel mee zoals kleding, schoeisel, geld en leermiddelen. Ook is er veel telefonisch contact, waarin wordt gevraagd hoe het met de familieleden gaat. ‘Het liefste wilde ik mijn neven en nichten naar Nederland halen, maar dat is niet per se iets wat zij willen. Ze zien een betere toekomst voor zich en voor Congo. Daarvoor bidden we in onze kerk.’ Voor Glodi betekent het geloof in God alles. Drie keer per week bezoekt hij een dienst in Rotterdam, waar hij samen met zijn Kaapverdiaanse vrouw woont.
Het geloof geeft Glodi kracht en wijsheid. ‘In de kerk leer je wat naastenliefde is en belangrijker: ik heb er geleerd om van mijzelf te houden. Houd je van jezelf, dan kun je ook van anderen houden. De afgelopen jaren heb ik behoorlijk geworsteld met mezelf en het leven. Ik was weer dat verlegen jongetje van vroeger en ik had het gevoel dat het nooit goed genoeg was wat ik deed. Ook al had ik mijn diploma gehaald en een goede baan in de IT gevonden bij de Rijksoverheid. Dat gold ook voor mijn schrijfwerk, waarmee ik op mijn vijftiende ben begonnen. Woordkunst leent zich bij uitstek om beladen thema’s zoals verdriet, twijfels en onrecht bespreekbaar te maken.’
‘In de kerk leer je wat naastenliefde is’
In 2018 gaat Glodi serieus aan de gang met dichten, rappen en het schrijven van liedjes. Geregeld bezocht hij het Haagse Theater De Vaillant waar hij voor 1 euro deelnam aan het programma ‘Doe je dinsdag’. Hij volgde er allerhande workshops zoals zingen, schrijven, rappen en dansen. Steeds vaker hoorde hij van mensen om hem heen, dat hij talent heeft en meer op zichzelf zou mogen vertrouwen. ‘Het allermooist was, dat ik gelijkgestemden tegenkwam. Jonge rappers, dichters, singer-songwriters die ook worstelen met hun onzekerheden en erover schreven. Steeds vaker pakte Glodi het podium tijdens een open mic op diverse plekken in Den Haag. Zijn talent kwam al snel naar boven borrelen. ‘Een van mijn mooiste momenten was, dat na afloop van een optreden een vrouw naar mij toekwam. Ze zei dat mijn teksten, onder andere over mijn overleden vader, haar raakten.’
Aandacht
Naast het zelf schrijven voelde Glodi ook dat hij anderen wilde inspireren en motiveren om te schrijven. Door te schrijven krijgen jongeren een stem, vindt hij. ‘Daarvoor moest ik wel over mijn schaduw heen springen. Oké, ik ben onzeker en heb mijn twijfels of ik wel goed genoeg ben. Maar wanneer is het goed genoeg? Volgens mij als je er alles aan hebt gedaan om zo goed mogelijk te worden. Dat heb ik gedaan, kan ik je verzekeren.’ De dichter en rapper lacht en knikt ter bevestiging. In 2022 richtte hij samen met onderneemster Wendy Lopes het platform Ik Spreek op voor woordkunstenaars uit Den Haag en omstreken. Ze begonnen in Theater De Vaillant met open mics. Daarna pakten ze door en breidden ze uit naar Theater Dakota en het centrum voor moderne kunst West in Den Haag.
‘De door Rwanda gesteunde terreurgroep M23 plundert het land’
Ook geeft Glodi geregeld schrijfworkshops op scholen. ‘Op het Johan de Wit College in Den Haag zelfs met hulp van onze voormalige minister-president Mark Rutte.’ En alsof hij nog niet genoeg te doen heeft, traint hij voor de Rotterdamse marathon in 2025. ‘Dan ga ik wederom aandacht vragen voor de barre situatie in Oost-Congo. In januari werd er opnieuw een dieptepunt bereikt. De door Rwanda gesteunde terreurgroep M23 plundert het land, steelt grondstoffen, vermoordt kinderen en verkracht vrouwen. Toch blijft de EU zaken doen met Rwanda en profiteert het Westen van deze bloedige handel. Eerlijk gezegd wil ik dat die oorlogsmisdadigers in Den Haag worden veroordeeld door het Internationaal Gerechtshof.’
Glodi stopt zijn betoog, alsof hij zich bedenkt wat hij nog meer zou kunnen doen. ‘Misschien moet ik ze zelf aanklagen’, zegt hij. ‘Samen met vele rappers, dichters en woordkunstenaars.’ Onlangs heeft hij bovendien met zijn broer Gaetan de stichting ‘Wij zijn Congolezen’ opgericht. Met de stichting willen ze de Congolese cultuur promoten en een stem zijn voor de Congolese gemeenschap in Nederland. ‘Er zijn verschillende events geweest, waaronder drie demonstraties om aandacht te vragen voor Oost-Congo. Er zijn zelfs Kamervragen gesteld’, meldt Glodi. ‘Ook is een motie ingediend bij de Tweede Kamer om de samenwerking die de EU heeft met Rwanda, ter discussie te stellen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!