9.8 C
Amsterdam

China is boos

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

Hoeveel gevoel voor humor heeft China? De Chinese staat in elk geval weinig. De Chinese ambassadeur Xu Hong maakte zich tot op de Nederlandse tv boos over de cartoons die in Europese kranten naar aanleiding van de corona-epidemie waren verschenen, zoals een Deense waarop de gele sterren van de nationale vlag door virusbolletjes waren vervangen.

Ook in een interview op 3 februari in de Volkskrant deed hij zijn beklag. Een eigen prent van Bas Schot toonde twee artsen die naar een zwerm met ‘made in China’ gestempelde virussen staarden, met als commentaar: ‘Toch altijd weer verbaasd hoe razend snel ze daar alles kopiëren.’

Xu sprak over ‘de gekwetste gevoelens van het Chinese volk’ en waarschuwde de Nederlandse regering dat zij daarom de publicatie van dergelijke spotprenten moet zien te voorkomen. Vrijheid van meningsuiting ziet hij als een excuus, niet als een mensenrecht – en het wordt volgens hem tijd dat het Westen dat ook eens begint te beseffen. Anders, zo de verkapte dreiging, zou dat wel eens consequenties voor de relatie tussen beide landen kunnen hebben, economische in de eerste plaats.

In China zelf draait men immers voor preventieve censuur ook zijn hand niet om. Indien al toegestaan, moeten cartoons er ‘positieve energie’ uitstralen en de heldhaftige strijd van de Chinese overheid tegen dit dodelijke medische gevaar vieren. Een prent uit de China Daily, ook in de Volkskrant afgedrukt, illustreerde wat de bedoeling was. Zij toonde een met artsen-met-injectiespuit-in-de-aanslag gevulde gepantserde vuist, die het virus een forse oplawaai gaf.

Prompt reageerde de andere columnist van de krant, Jos Collignon, de dag daarop met een prent. Die toonde een op de naakte billen met ‘Xi-the-Pooh’ beschreven teddybeer in boksershouding, met gebalde vuisten tegenover één virusbacil die hem uitlacht als hij roept: ‘Lach niet!’

Voor degenen die het mochten zijn vergeten: anderhalf jaar geleden ontstond ophef omdat de Chinese partijleider publiekelijk met Winnie the Pooh vergeleken werd. Om die reden werd zelfs de vertoning van een tekenfilm over de speelgoedbeer in Chinese bioscopen verboden.

Waarop die vergelijking berustte – de op het eerste gezicht wat sullig-vriendelijke uitstraling van de dictator misschien? – is mij nooit duidelijk geworden. Wat wel snel duidelijk werd, zelfs héél erg duidelijk werd, was dat Xi die vergelijking niet op prijs stelde. Ik vrees dus voor Jos dat dit toch niet geheel was wat Xu met zijn interventie voor ogen stond.

Zal men in het Westen werkelijk de rug recht houden, als puntje bij paaltje komt?

Het is niet voor het eerst en niet voor het laatst dat het regime in Beijing toont zeer gevoelige tenen te hebben en met economische gevolgen dreigt. Wie dissidenten de Nobelprijs verleent, of de Dalai Lama ontvangt, kan op strafmaatregelen rekenen. Vooral kleinere landen worden zonder mankeren met harde hand aangepakt.

Met een politiek van wortel en stok poogt Beijing dan de bokken van de schapen te scheiden en landen tegen elkaar uit te spelen. Op intensieve Europese samenwerking, die zulks moet voorkomen en moet helpen als Europa een stevige vuist te maken, is China dan ook niet dol. Evenmin als, om dezelfde redenen, overigens Donald Trump.

Niet alleen kritiek, maar ook satire ligt in alle dictaturen en autocratieën zeer gevoelig. Niet toevallig vormt de vrijheid van meningsuiting, en dus de vrijheid van kritiek, een essentieel aspect van een democratisch staatsbestel. Potentaten kunnen in dat opzicht weinig verdragen. Denk aan de sacrosancte positie van de koning in Marokko of Thailand, waar draconische straffen staan op elke vorm van spot, die namelijk als majesteitsschennis geldt.

Maar ook in Turkije is ‘belediging van het staatshoofd’ onder Erdogan iets waaraan je je als journalist beter niet kunt bezondigen, maar als serieus journalist al snel zult bezondigen. Zeg mij hoeveel journalisten in uw gevangenissen zitten en ik zeg u hoe onvrij uw land is. Ofschoon: in Noord-Korea zit er vermoedelijk geen enkele gevangen. Niet omdat dat zo supervrij is, maar omdat niemand daar de kans krijgt om zelfs maar een begin van kritiek op het regime te formuleren.

Zoals het voor de Chinese dictator vanzelfsprekend is dat alle ‘kritiek’ ‘opbouwend’ moet zijn – desnoods met harde hand afgedwongen – en hij dat dus ook van Europese regeringen verwacht, zo vanzelfsprekend is het voor Europese regeringen om met minder opbouwende kritiek te moeten leven en bij dit soort gezeur van gepikeerde autocratieën de schouders op te halen. East is east, and west is west, and never the twain shall meet.

Of toch wel? Zal men in het Westen werkelijk de rug recht houden, als puntje bij paaltje komt? China is geen Marokko of Thailand, zelfs geen Turkije, maar een economische en politieke supermacht-in-wording. En misschien kan dat in-wording er nu wel eens af, aangezien het inmiddels wereldwijd zijn tentakels heeft uitgeslagen.

Ook enkele kleinere EU-lidstaten, als Portugal en Griekenland, heeft het half in zijn greep gekregen, nadat hun regeringen als gevolg van neoliberale kortzichtigheid – niet in de laatste plaats door het drijven van onze kortetermijns koopman-premier Rutte – teneinde de nationale begroting op orde te krijgen van Brussel een deel van de eigen infrastructuur in de uitverkoop hebben moeten doen.

Met als uitkomst dat Piraeus nu in Chinese handen is beland. Dat is dus een omgekeerd Hongkong – met Athene in de politieke houdgreep van Beijing. Als gevolg van een zo door China economisch afdwingbaar veto van een lidstaat is de EU nu niet meer in staat om tot een heldere veroordeling van Chinese agressie te komen, indien dat nodig is. En hoe lang houden de andere Europese landen individueel nog tegen de zware druk vanuit Beijing de vrije rug recht?

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -