Op 1 augustus, de dag dat het boerkaverbod werd ingevoerd, werd ik door een islamitische jongerenorganisatie gebeld. De voorzitter klonk wanhopig en wilde graag mijn advies. Hij vertelde dat ze als jongeren in actie wilden komen, om voor hun niqaab-zusters de barricaden op te gaan. Hij zei: ‘Imam, ik heb het gevoel dat ik iets moet doen, maar ik weet niet wat.’
Op dat ogenblik probeerde ik oprecht naar hem te luisteren en hem van een advies te voorzien, maar feitelijk wist ik het zelf op dat moment ook even niet. Met de mogelijkheden die we toen tot onze beschikking hadden konden we niet daadwerkelijk iets veranderen.
Daarom heb ik er ook bewust voor gekozen om op dat moment toch maar niks te doen. Iedereen was emotioneel en wilde ‘iets’ doen, om maar wat te doen. Je uit je ongenoegen, je spreekt je uit, je demonstreert… and that’s it. Verandert er hierdoor iets? Nee. Ik vond het geen goed idee mee te doen aan een goedbedoelde, maar emotionele actie. Emoties zijn een reactie op iets en meestal zijn deze emoties maar tijdelijk.
Inmiddels zijn we weer een paar weken verder en de gemoederen lijken weer tot bedaren te zijn gebracht. Gewenning treedt op en daarna hoor je niemand er meer over. Pas als je emoties tot rust zijn gekomen kom je bij je gevoel. Gevoelens zijn wat anders dan emoties. Een gevoel is duurzaam, echt en vaak ook effectief.
Over de gevolgen van het op 1 augustus ingevoerde boerka- en niqaabverbod maak ik mij grote zorgen. Het aantal meldingen van moslima’s die op straat lastig worden gevallen neemt drastisch toe, de polarisatie in de samenleving neemt ook toe en het vertrouwen in de overheid komt bovendien in het geding. Dit zijn hele gevaarlijke ontwikkelingen. Ik vraag mij af of dit het allemaal waard is. Mijns inziens hadden wij het, als burgers van deze samenleving, nooit zover moeten laten komen.
En waarvoor doen we het in Godsnaam? Eigenlijk gaat dit verbod helemaal nergens over. Het is symboolwetgeving. Als er echt een gevaar was, dan zou ik het boerka- en niqaabverbod ook steunen. Maar in werkelijkheid loopt niemand in Nederland gevaar als gevolg van het feit dat zo’n tweehonderd moslimvrouwen in ons land een niqaab dragen.
Wat als gevolg van het boerka- en niqaabverbod wél in gevaar is, is de Nederlandse tolerantie. Want waar is ons oude Nederland gebleven? Een Nederland waar mijn vader vol lof over sprak, als hij op vakantie in Marokko was. Ik leefde daar toen nog, met mijn moeder en met mijn oma. Mijn vader vertelde ons hoe goed Nederlanders waren, hoe simpel ze leefden en hoe tolerant ze waren naar andersdenkenden. Zijn baas gaf hem altijd een koffer vol kleren mee, die hij mocht meenemen voor zijn familie in Marokko. Eind jaren negentig ben ik samen met mijn ouders naar Nederland geëmigreerd. Het was niet helemaal het Nederland waarover mijn vader zo mooi vertelde, maar het was er toen toch nog een stuk fijner, toleranter, dan nu.
Ik wil geen land waar discriminatie, haat, islamofobie en racisme de toon zetten
Gelukkig heb ik ontzettend veel vrienden, van verschillende etnische en religieuze achtergronden, die elke dag de woorden van mijn vader bevestigen. Maar hun houding is niet meer de norm in Nederland. Ik wil dat tolerantie weer de norm wordt, ik wil een Nederland waar een moskee en een kerk gebroederlijk naast elkaar kunnen staan, een Nederland waar de mensen gelijk worden behandeld, ongeacht hun geloof, geaardheid of kledingkeuze. Ik wil een Nederland waar minderheden niet voor eigen politiek gewin worden gediscrimineerd en onderdrukt. Ik wil geen land waar discriminatie, haat, islamofobie en racisme de toon zetten.
Vrijheid is namelijk geen vrijbrief voor vrijblijvendheid, maar is een verantwoordelijkheid. Godsdienstvrijheid is een onvervreemdbaar grondrecht. Ik wil daarom een Nederland waar je ook anoniem door het leven mag gaan, mits je je aan de wetten van het land houdt. Je moet vrij zijn in je kledingkeuze. Dat mag de staat niet voor je beslissen, want wat vandaag normaal is kan morgen misschien strafbaar zijn.
Laten wij, als Nederlandse burgers, vooral niet naïef zijn en denken dat de democratie hier vanzelfsprekend is. We moeten voor onze democratische samenleving strijden, ook opkomen voor de grondrechten van mensen waarmee je het inhoudelijk misschien helemaal niet eens bent. Ik vind niet dat vrouwen een boerka of een niqaab zouden moeten dragen, maar daar gaat het in deze discussie ten principale ook niet om. Het punt is hier dat vrouwen die zich wensen te kleden zoals zij dat willen in hun grondrechten geschonden worden.
Laat die vrouwen gewoon met rust. Zij willen met hun kleding uiting geven aan hun identiteit en daar hebben ze recht op. Ze verdienen minimaal het voordeel van de twijfel. Voor deze vrouwen is de niqaab meer dan alleen een religieuze plicht. Het is een onderdeel van hun islamitische identiteit. Een moslima kiest er bewust voor om als moslima door het leven te gaan en laat dit ook zien in haar kledingkeuze.
De ene vrouw doet dit door middel van een hoofddoek, de ander door een boerka of een niqaab te dragen. De hoofddoek, de boerka en de niqaab zijn dan ook geen symbolen van vrouwenonderdrukking. Stel, een vrouw wordt gedwongen door haar man om een niqaab te dragen, dan is dat een slechte zaak. Maar Godzijdank hebben we in Nederland een heleboel instanties die dwang en huishoudelijk geweld aanpakken. We hoeven hiervoor geen boerka- en niqaabverbod in te voeren, want daarmee pak je de vrouwen die er bewust voor kiezen om zich zo te kleden.
Nederland, het Nederland waar mijn vader het in zijn verhalen over had, was een prachtig land. Geef mij toch dit Nederland terug.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!