13.2 C
Amsterdam

Joden hebben geen humor

Natascha van Weezel
Natascha van Weezel
Schrijver. Filmmaker.

Lees meer

De praalwagen van carnavalsgroep De Vismooil’n reed afgelopen zondag door het Belgische Aalst. Op zich niet bijzonder, aangezien het carnaval was. Wat wél opviel was de aankleding van de wagen: grote poppen van stereotype orthodoxe Joden met enorme pijpenkrullen, puntige baarden, haakneuzen en zakken vol geld. De carnavalsvereniging had deze Joodse karikaturen gemaakt vanwege een ‘sabbatjoor’. Voor Belgische carnavalsbegrippen houdt dat in dat ze het een jaartje zuiniger aandoen, zodat ze het jaar daarop kunnen uitpakken met een duurdere wagen. Een vreemde woordkeuze om zuinigheid mee aan te duiden. De sabbat is namelijk een synoniem voor de Joodse rustdag. Voortbordurend op dit principe kwam de groep op het idee voor het thema van 2019: ‘Wij vonden dat komisch, als Joden de stoet in met een kluisje waar we ons opgespaarde geld in bewaren’, verklaarden ze tegenover Het Laatste Nieuws, de grootste krant van Vlaanderen.

‘Joden kunnen niet lachen met sabbatjaar’, kopte diezelfde krant een dag later. Het artikel ging over de klachten die twee Joodse organisaties hadden ingediend bij de Belgische racismewaakhond Unia naar aanleiding van de praalwagen. Volgens het Forum der Joodse Organisaties en het Coördinatiecomité van Joodse Organisaties in België zijn karikaturen van Joden met een kromme neus en koffers geld typerend voor het nazisme van 1939 en werden Joden indertijd net zo afgebeeld in Der Stürmer, het weekblad van de nazi’s.

De reacties die onder het artikel verschenen, waren weerzinwekkend: ‘Laat die mensen teruggaan naar hun eigen land als ze zich niet kunnen aanpassen aan onze normen en waarden’, las ik. ‘Altijd halen die Joden de Holocaust er weer bij.’ En: ‘Je mag tegenwoordig niets meer zeggen. Joden hebben geen humor. We mogen ook nergens meer om lachen’. Nog walgelijker vond ik dat de burgemeester van Aalst (lid van de Vlaams-nationalistische partij N-VA) zich pal achter de carnavalsvereniging schaarde, ‘omdat ze geen kwetsende intenties hadden’.

Als ik zo vrij mag zijn om voor deze keer te generaliseren, zou ik willen beweren dat de meeste Joden wel degelijk humor hebben. Misschien is dat ook een vooroordeel, maar humor speelt een belangrijke rol binnen veel Joodse families. Ik kan me persoonlijk dan ook geen familiediner herinneren waar zelfspot niet hoog in het vaandel stond. Ik zag beelden van de praalwagen en vond de stereotyperende karikaturen niet zo grappig. Zeker gezien het feit dat vorige week nog bekend werd gemaakt dat het aantal meldingen van antisemitisme in België het afgelopen jaar bijna is verdubbeld.

Net zo niet-grappig vond ik het spandoek dat de anti-islambeweging Pegida zondag bij de Haagse as-Soennah-moskee ophing. ‘Profeet Mohammed kinderneuker’ stond erop. Daarnaast was een etalagepop met een baard, een gewaad en een tulband geplaatst. De grotere pop hield een kleine babypop vast, ter hoogte van zijn kruis. Lachen, gieren, brullen jongens! Zo leuk om tegen heilige huisjes aan te schoppen.

Humor is belangrijk, ik zal de laatste zijn die dat ontkent. Het geeft het leven schwung en is het beste recept tegen gehard cynisme. Maar humor verliest al zijn onschuld als het (al dan niet expres) wordt gebruikt om groepen of individuen mee te kwetsen. We moeten ervoor blijven waken dat humor niet tot een vorm van vergif wordt gemaakt die onze samenleving splijt in duizend kleine stukjes.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -