6.9 C
Amsterdam

Pas bij ‘Het Jaar van Fortuyn’ heb ik zitten janken om Pim

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

‘Was het een moslim?’, vraagt PvdA-lijstrekker Ad Melkert geschokt aan zijn adviseur Gerdi Verbeet toen zij het bericht bracht dat Pim Fortuyn is neergeschoten. ‘Nee, het was een blanke man’, antwoordt zij. De interactie over het geloof van de dader duurt niet eens vijf seconden in de nieuwe, ontroerende NPO-dramaserie Het Jaar van Fortuyn. Toch is dat moment cruciaal.

Bijna heel Nederland wilde weten of Fortuyns moordenaar een moslim was of niet net zoals we na elke aanslag willen weten of de dader moslim was en ‘Allahu Akbar’ riep. Op 6 mei 2002 was het dus geen moslim ‘maar een blanke man’. De linkse milieuactivist Volkert van der Graaf, om precies te zijn. ‘Nee, het was een blanke man’ verraadt (ook al is het een vermoedelijk fictieve quote uit een gedramatiseerde serie) veel over de crux van de discussie rondom Fortuyn, waar het in de serie ook om draait: was Fortuyn een racist of niet?

Professor Pim vond uiteraard zelf van niet, want ‘de islam is geen ras’. Dat klopt. De islam is een geloof. Maar zo simpel ligt het niet. Wanneer iemand vraagt of de dader een moslim is, krijgt Melkert namelijk niet te horen dat de dader christen, jood of atheïst is.

‘Het was een blanke man’, zegt Gerdi Verbeet, alsof het een wetmatigheid is dat ‘blank’ en ‘moslim’ totaal niet bij elkaar horen. Ze reproduceert daarbij wat Fortuyn en anderen hebben gedaan: het ‘racialiseren’ van het islamitische geloof als de religie van mensen van kleur. Moslims zijn de ander, mensen die niet-westers zijn.

Fortuyn was niet zo gesteld op moslims, maar – niet onbelangrijk – hij hekelde ook expliciet de Turken en Marokkanen in zijn stad Rotterdam. Daarmee haalde hij het argument onderuit dat hij alleen maar ‘kritiek op een geloof’ had, zoals bij een geruchtmakend Volkskrant-interview waar hij de islam ‘een achterlijke cultuur’ vond. Hij maakte inwoners van Nederland met toevallig een Turkse, Marokkaanse of islamitische achtergrond tot een zondebok en zag hen als een vijfde colonne’: potentiële landverraders die in het post-9/11-tijdperk een bedreiging vormden voor de westerse wereld.

In een video, die gemaakt is bij campagneleider Kay van de Linde thuis, zegt Fortuyn uitzinnig dat het ‘vijf voor twaalf is’. De superioriteitsgevoelens van een witte man spatten ervan af. Je mag hier als moslim, Turk of Marokkaan wel blijven wonen, ‘maar u past u aan’. Of Pim Fortuyn zichzelf aan de multiculturele samenleving moet aanpassen, komt totaal niet aan de orde.

En daarna: ‘Godverdomme, in mijn stad: Marokkaanse jongens, Turkse jongens. Die niet die Turken en niet die Marokkanen beroven, maar u en mij (witte mannen, red.), ouwe vrouwtjes. En de politie doet godverdomme niks. Die zeggen: ‘Als je dat zegt, discrimineert u.’ En dat verwoord ik van het Nederlandse volk. En ik sta ervoor. Ik stá ervoor. Mag het niet? Oké.’

Alweer een scherpe scheiding tussen ‘wij’, het Nederlandse volk, en ‘zij’, de Turken, Marokkanen en moslims. In een interview met Harry Mens, dat ik toentertijd live op de bank heb gezien, zegt hij ook: ‘Als het je hier niet bevalt, dan ga je toch lekker terug?’ Ik kan nog goed herinneren dat ik me onwel voelde. Want hoezo terug? Ik ben hier toch geboren?!

We zijn als natie nog steeds getraumatiseerd om Pim; we hebben heling nodig

Pim Fortuyn raakt een gevoelige snaar. Ook bij mij. Als antiracist ben ik nog steeds van mening dat hij juridisch gedisciplineerd had moeten worden voor groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie. Dus uiteindelijk met woorden en sancties van de rechter. De eigenrichting van Volkert van der Graaf is het ergste dat de multiculturele samenleving, waar Pim Fortuyn een onaangepast onderdeel van was, kon overkomen. Daarna is het alleen nog maar erger geworden.

Ik heb pas bij deze serie zitten janken om Pim en het verdriet dat zijn vrienden en tegenstanders hebben gevoeld. Het Jaar van Fortuyn bracht me in hun woonkamers, hun tranen en hun lijden. Allemaal dingen die ik als zestienjarige jochie in gesegregeerd Amsterdam Nieuw-West niet van dichtbij heb kunnen meemaken.

We zijn als natie nog steeds getraumatiseerd om Pim; we hebben heling nodig. Moge de serie Het Jaar van Fortuyn en twintigste herdenking van onze landgenoot Pim dat brengen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -