Een vriendin die haar stem wilde uitbrengen voor de Turkse presidentsverkiezingen durfde dat niet alleen. Eigenlijk zou ze met een kennis gaan. Maar die bleef toch maar thuis. Die kennis steunt oppositiekandidaat Kemal Kilicdaroglu, maar de kans dat hij wint van de huidige president Recep Tayyip Erdogan is te klein. Stemmen had daarom volgens haar geen zin. Vandaar dat die vriendin mij meevroeg.
Ik twijfelde. Als geboren en getogen Hagenaar, want dat is die vriendin, hoor je je mijns inziens niet te bemoeien met de uitslag van een verkiezing elders. Toch ging ik mee.
We parkeerden de auto. Voor ons stapten een man en drie vrouwen, allen waarschijnlijk in de zestig en een hoofddoek om, juist in. Zij hadden net gestemd. Die kiezen sowieso voor Erdogan, grapte die vriendin. Erdogan-minnenden denken niet, zo zei ze: ik blijf thuis omdat hij toch wint, dus wat maakt mijn stem uit, of dat het ongepast is om te stemmen, zij niet, nee, zij huppelen, met opgeheven hoofd, naar het stembureau.
‘Eigenlijk heb ik me nooit bemoeid met de Turkse politiek’
In de stoet, onder wapperende Turkse vlaggen, kreeg ik spijt dat ik mijn kimlik, Turkse identiteitskaart, niet mee had gebracht. Die vriendin zei het nog.
Eigenlijk heb ik me nooit bemoeid met de Turkse politiek. Ik lees er slechts soms een artikel over. Maar in het openbaar zeg ik niets en nooit heb ik er wat over geschreven. Hoe laf het ook is: ik durf het niet.
Het was daarom verrassend om de afgelopen tijd een paar keer gevraagd te worden om op de radio wat te zeggen over de verkiezingen aldaar. Voor de redacteuren, zo vermoed ik, was het feit dat ik geboren ben in Turkije al voldoende om te vertellen over de Turkse politiek en samenleving. Dat verklaart waarom af en toe publicisten zonder expertise op televisie en de radio verschijnen.
Om het stembureau in te mogen moest je je Turkse identiteitskaart laten zien. Ook als je niet ging stemmen. Ik pakte een flesje Ayran en wachtte buiten op die vriendin. Een oudere dame met een pet – rood en in het wit een maan en ster – waggelde voorbij. Ook die heeft vast Erdogan gestemd, dacht ik bij mezelf. Zij ook, die ook en zij. Een vooroordeel, uiteraard. In ieder geval stempelt de meerderheid van de Turkse-Nederlanders die stemt ‘evet’ bij de foto van Erdoğan.
Tegenover de wapperende vlaggen vroeg ik me af of het nou mooi of wrang is dat als je van een democratische rechtsstaat geniet je een ander niet hetzelfde hoeft te gunnen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!