6.3 C
Amsterdam

Wat politieke partijen kunnen leren van voetbalclubs

Dave Ensberg-Kleijkers
Dave Ensberg-Kleijkers
Vicevoorzitter stichting Johan Ferrier Fonds.

Lees meer

Als je een verjaardagsfeestje gezellig wilt houden, kun je maar beter niet over politiek, religie of voetbal praten. Mensen kunnen dan onevenredig sterk emotioneel reageren, met alle gevolgen van dien. Recent onderzoek maakt duidelijk dat maar liefst 8,2 miljoen Nederlanders liefhebbers zijn van betaald voetbal. Ze kijken voetbal op tv of in een stadion en praten er geregeld over in hun vrije tijd. De immense populariteit van betaald voetbal staat in schril contrast met dat andere beladen thema voor verjaardagsfeestjes: politiek. Slechts 321.000 Nederlanders zijn lid van een politieke partij. Wat kunnen politieke partijen leren van succesvolle voetbalclubs in het binden en boeien van (potentiële) leden?

De eerste liefde van mijn leven was geen mooi meisje met schitterende ogen en met de naam van een Griekse godin. Nee, mijn eerste liefde was een Griekse held: Ajax. Ik identificeerde me met voetballers met een Surinaamse achtergrond, net als ik. Seedorf, Rijkaard, Davids en Kluivert: zij waren mijn helden en gaven me het gevoel dat ook een zwarte jongen als ik de top kon bereiken. Ajax is nog steeds een zeer multiculturele voetbalclub. Een club met voetballers, tegenwoordig gelukkig zowel mannen als vrouwen, met wortels uit alle delen van de wereld. De culturele diversiteit binnen veel politieke partijen daarentegen is marginaal. Terwijl de Ajax-selectie lijkt op de multiculturele Nederlandse samenleving is dat bij een gemiddelde gemeenteraadsfractie of Tweede Kamerfractie allesbehalve het geval.

Ook geeft Ajax van nature jeugdspelers alle ruimte door te breken tot het eerste elftal. 37,4 procent van de speeltijd van dit Eredivisieseizoen was bij Ajax beschikbaar voor spelers uit de eigen jeugd. Ver boven het Europese gemiddelde en het resultaat van een bewuste strategie. ‘Ajax wil het publiek vermaken door wedstrijden te winnen met attractief en aanvallend voetbal. De club wil dit bewerkstelligen met zoveel mogelijk zelfopgeleide spelers in de A- selectie.’ En dan constateer ik tegelijkertijd dat het gemiddelde gemeenteraadslid 53 jaar is. Politieke partijen weten onvoldoende jongeren te verleiden politiek actief te worden en ontberen een succesvolle strategie om het tij te keren.

Die keuze voor de jeugd én voor attractief en aanvallend voetbal is een andere reden voor mijn liefde voor Ajax. Juist in een tijd waarin het algehele beeld is dat profvoetbal enkel en alleen gaat om zoveel mogelijk geld verdienen. Kapitalisme boven voetbalromantiek. Maar niets is minder waar. Bij Ajax gaan waarden boven winst. Een lid van bijvoorbeeld GroenLinks betaalt gemiddeld 85 euro per jaar voor contributie, een Ajaxsupporter betaalt minimaal 228 euro per seizoen voor een seizoenkaart; goed voor zeventien thuiswedstrijden. Voetbalsupporters krijgen meer waar voor hun geld dan een lid van een politieke partij. Ze worden bij een club als Ajax actief vermaakt. Ze kunnen na een lange werkweek even hun gedachten verzetten. Voelen zich onderdeel van een voetbalgemeenschap, een groep voetbalgeestverwanten. Allen toegewijde aanhangers van hetzelfde voetbalgeloof en liefhebbers van dezelfde Griekse held. Liederen zingen die verbroederen. Samen in de voetbaltempel, die de ArenA heet, rouwen om een dramatische nederlaag en samen uit volle borst juichen voor een winnende goal in de laatste minuut. Het gevoel van saamhorigheid tussen leden van een politieke partij is in potentie aanwezig, vanwege de verbindende ideologie en de mogelijkheid om tastbare successen te behalen. Wetten die bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen, maar ook een verkiezingsoverwinning. Terwijl voetbalclubs volop inspelen op het clubgevoel van hun loyale achterban, lijken Nederlandse politieke partijen in dit kader op zoekende amateurs.

Voetbalsupporters krijgen meer waar voor hun geld dan een lid van een politieke partij

Natuurlijk zijn voetbal en politiek niet volledig met elkaar te vergelijken. Desondanks valt er altijd iets van elkaar te leren. Helemaal omdat er ook de nodige parallellen zijn tussen beide takken van sport, met een evident grote maatschappelijke rol en betekenis. Dat vond Louis van Gaal ook, toen hij in 2006 het CDA met Heerenveen vergeleek, de PvdA met Feyenoord en de VVD met PSV. En laat bij de laatstgenoemde voetbalclub nu net VVD’er Klaas Dijkhoff per 1 juli toetreden tot de Raad van Commissarissen. De VVD is in de Tweede Kamer weliswaar de grootste partij, maar met hun slechts 25.000 leden nemen ze de negende plek in – achter partijen als de ChristenUnie en SGP. Het is een kwestie van tijd totdat de VVD, dankzij de voetballessen van partijcoryfee Dijkhoff, ook qua ledenbinding weer terugkeert in de top van de politieke Eredivisie.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -