De gemeenteraad van de Duitse stad Dresden heeft de noodtoestand uitgeroepen – een ‘nazi-noodtoestand’, welteverstaan.
Dresden is de hoofdstad van de Oost-Duitse stad Saksen, waar het radicaal-rechtse Alternative für Deutschland de op-één-na grootste partij is. Ook is de neonazi-partij NPD traditioneel relatief sterk in Saksen.
In Saksen denken ze sowieso wat extremer dan in de rest van Duitsland. Zo vind 40 procent er dat er geen moslims bij mogen, terwijl dit percentage over heel Duitsland bezien 16 procent is.
Daarnaast staat Dresden zelf bekend om zijn vele skinheads die de lokale voetbalclub Dynamo Dresden steunen. Ook is het de ‘geboortestad’ van Pegida, dat in 2014 begon met demonstreren op deze plek.
Een meerderheid in de gemeenteraad is het zat en heeft een ‘nazi-noodtoestand’ uitgeroepen. De stad erkent nu officieel dat ‘anti-democratische, anti-pluralistische, misantropische en extreemrechtse houdingen en daden, waaronder geweld, steeds vaker voorkomen’.
‘Deze stad heeft een probleem met nazi’s’, stelt gemeenteraadslid Max Auschenbach, die de motie heeft voorgesteld. Hij geeft toe dat zijn motie een symbolische waarde heeft, maar wil minderheden en slachtoffers van extreemrechts geweld een hart onder de riem steken. ‘De politiek’ moet volgens hem ‘eindelijk eens zeggen ‘Nee, dat is onacceptabel’’.
Niet iedereen steunt Auschenbach. Het christendemocratische CDU, de grootste partij in Dresden, heeft tegen het voorstel gestemd. Het CDU noemt de motie een stunt en ‘bedoeld om te provoceren’.
De christendemocraten beargumenteren dat de noodtoestand alleen mag worden uitgeroepen bij urgente situaties die de bevolking bedreigen – en dat zou in het geval van extreemrechts in Dresden wel meevallen.
De actie van de gemeenteraad in Dresden valt in een tijd waarin Duitsland kampt met een groeiend probleem dat extreemrechts geweld heet. 12.000 Duitsers zijn potentieel gewelddadig, aldus Horst Seehofer, de minister van Binnenlandse Zaken. Ook zegt de Duitse politie nu 43 rechtsextremisten ‘op de radar’ te hebben die zo gevaarlijk zijn dat ze plannen voor een aanslag hebben.
Uit de cijfers van de politie lijkt het dat extreemrechtse Duitsers zich massaal zijn gaan bewapenen. De politie nam in 2018 welgeteld 1.091 wapens af van rechtse extremisten, een stijging van 61 procent ten opzichte van 2017. Ook het aantal extreemrechtse geweldsincidenten is toegenomen: vorig jaar waren er 1.088 gewelddadige incidenten, een stijging van 3,2 procent ten opzichte van 2017.
Extreemrechtse geweldsdelicten met dodelijke afloop zijn de afgelopen maanden uitgebreid in het nieuws geweest. In juni vermoordde een rechtsextremist de CDU-politicus Walter Lübcke. En vorige maand probeerde de 27-jarige Duitser Stephan Billiet tevergeefs de synagoge van Halle binnen te komen, waarna hij langs een joodse begraafplaats en een dönerzaak ging om slachtoffers te maken. Er vielen twee doden.
De politie in Duitsland onderzoekt op dit moment een concrete doodsbedreiging aan het adres van de Turks-Duitse politicus Cem Özdemir, parlementslid voor de Grünen. Per e-mail lieten rechtsextremisten weten Özdemir te willen ‘executeren.’