Een nieuw VN-rapport over de mensenrechten van de islamitische Oeigoeren in China zet druk op multinationals als Nike, Tesla en Airbnb. Deze bedrijven doen nog altijd zaken in of met de westelijke Chinese regio Xinjiang, waar Oeigoeren op grote schaal als dwangarbeiders worden ingezet.
Het vandaag vrijgegeven rapport spreekt over potentiële ‘misdaden tegen de menselijkheid in Xinjiang’. De Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten roept bedrijven die zakendoen in of met Xinjiang op om ‘alle mogelijke maatregelen’ te nemen om de mensenrechten te respecteren.
‘Dit vormt een uitdaging voor veel bedrijven die goederen uit Xinjiang blijven kopen’, vertelt mensenrechtendeskundige Justine Nolan aan de Arabische nieuwszender al Jazeera.
Bedrijven moeten volgens haar ervan uitgaan dat hun toeleveringsketens besmet zijn met ‘moderne slavernij’, zoals een VN-deskundige de gedwongen arbeid van Oeigoeren onlangs nog omschreef. Ze zouden niet met de regio moeten handelen, tenzij er bewijs is dat er geen sprake is van dwangarbeid.
In juni implementeerden de Verenigde Staten een wet die de invoer van goederen uit Xinjiang verbiedt, tenzij kan worden aangetoond dat ze niet met dwangarbeid zijn geproduceerd.
China is woedend over het VN-rapport. Het land spreekt over ‘desinformatie’ en ‘leugens die door anti-Chinese krachten en uit vermoeden van schuld is verzonnen’.