6.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 2

‘Mensensmokkelaars zouden overbodig moeten zijn’

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Ismail Mamo uit Koerdistan, die een indrukwekkend boek heeft geschreven over zijn achtergrond, lucht en de achteneenhalf jaar in Nederland die daarop volgden. Hij is Nederland dankbaar.

Ismail verloor jong zijn moeder. Ze had elf kinderen. Met zijn tweede vrouw kreeg de vader van Ismail drie kinderen. Hij is erg blij met zijn familie, want het is een hecht gezin. Hij is niet de enige van de veertien die in Europa woont. Ze komen uit Kobani, een regio in Syrisch Koerdistan met ruim 350 dorpen.

Inmiddels is Ismail 28 jaar. In zijn prille jeugd moest er op scholen in Koerdistan Arabisch worden gesproken. Op een dag sprak Ismail per ongeluk Koerdisch in de klas. Hij had het niet eens gemerkt. Korte tijd later kreeg hij van de directeur een enorm pak slaag waar iedereen bij was, midden op het schoolplein. ‘Tegenwoordig is dat gelukkig anders. Er zijn nu ook Koerdische onderwijzers en er mag Koerdisch worden gesproken’, vertelt hij.

Dat blijkt ook uit zijn boek Mam, ik ben geen crisis, uitgegeven bij Das Mag. Overigens is het niet in de ik-vorm geschreven. De hoofdpersoon die feitelijk het verhaal van Ismail vertelt, heet Baran. ‘Het is niet alleen mijn verhaal, maar ook van andere mensen. Ik heb dit allemaal niet als enige meegemaakt. Dit verhaal is opgedragen aan iedereen die hier doorheen moest en moet. Ik wilde niet vluchten, maar het moest. Niemand wil graag zijn familie en zijn land verlaten om te gaan wonen in een land dat ver weg ligt.’

‘Ik wilde niet vluchten, maar het moest’

Het boek heeft een aparte opbouw. De hoofdpersoon keert acht jaar na zijn vlucht terug naar Kobani. Onverwacht blijft hij twee weken langer. In die twee weken bezoekt hij elke dag het graf van zijn moeder om zijn verhaal te vertellen. Elk gesprek van de dag vormt een hoofdstuk. Aan het einde van het langste hoofdstuk zegt hij tegen zijn moeder dat het vandaag wel een érg lang gesprek was. Dergelijke opmerkingen zorgen ervoor dat je als lezer echt iemand bij een graf ziet zitten om alles te onthullen wat hij allemaal heeft gedaan sinds de laatste keer dat hij hier was. Drie dingen die heel veel terugkeren zijn oorlog, heimwee en een heleboel doorzettingsvermogen. Niet alleen heimwee naar het land van herkomst, maar vooral naar de familieleden van het warme nest die niet naar Europa zijn geëmigreerd.

Mensensmokkelaars en sterke paspoorten

Veel vluchtelingen durven ook nadat ze asiel hebben gekregen en de Nederlandse nationaliteit hebben niet te praten over hun vluchtroute en wat ze hebben meegemaakt. Daardoor blijft over het algemeen ook onbekend hoe het vluchten verloopt en hoe gewetenloos veel mensensmokkelaars zijn. Ze laten mensen een heleboel geld betalen voor een overtocht, maar ze zijn er met het geld vandoor als je naar de afgesproken plek gaat. Of mensensmokkelaars die vluchtelingen de zee op sturen met een ondeugdelijk vervoermiddel. Ismail vindt het allebei even erg. ‘Mensensmokkelaars zouden niet hoeven bestaan, maar dan moet het systeem veranderen. In ons geval waren mensensmokkelaars nodig.’

Dat heeft een oorzaak waar niet iedereen erg in heeft. ‘Een Nederlands paspoort is een sterk paspoort. Met het paspoort dat ik in Syrië had, kon je bijna nergens naartoe zonder visum. Als je een visum aanvroeg, werd dat in de praktijk vrijwel altijd geweigerd. Ik had twee dingen nodig toen ik wilde vluchten: geld en mensensmokkelaars.’

Openluchtbioscoop in Kobani. Foto: Voor de kunst/Ismail Mamo

Geld is inderdaad keihard nodig, want tijdens je vlucht naar een veiliger land kom je allerlei mensen tegen die een hoger tarief vragen dan normaal. Denk dan aan taxichauffeurs in Oost-Europese landen die je naar de plaats van bestemming brengen, maar dan ineens veel meer geld willen. Of moet de politie erbij komen?

De belangrijkste stap op de vluchtroute is vanuit Turkije de kust van Griekenland bereiken. Het mislukken daarvan is een relatief begrip. De boot die werd gebruikt bij de eerste poging dreigde te zinken. Er moest bagage overboord worden gegooid, wat onvoldoende bleek. Gelukkig schoot de kustwacht op het nippertje te hulp. Of je Griekenland bereikt is afhankelijk van welke kustwacht het is: de Turkse of de Griekse. In het eerste geval was het de Turkse kustwacht. Iedereen werd teruggebracht en in de cel gestopt. Ze waren relatief snel weer vrij, maar als ze het wéér zouden proberen volgden er strengere maatregelen. Het is de bedoeling dat dit afschrikwekkend werkt, wat niet zo is. ‘Wie vastbesloten is om de vluchten, blijft het proberen.’

Aan het begin van het boek staan enkele citaten. Een ervan luidt: ‘No one puts their children in a boat unless the water is safer than the land. (Je moet begrijpen dat geen enkele ouder zijn kinderen in een boot zet, tenzij het water veiliger is dan het land) Deze zin spreekt boekdelen en geeft ondubbelzinnig aan waarom mensen ondanks alle gevaren toch zo’n levensgevaarlijke tocht in een gammel bootje aandurven.

Uiteindelijk lukte het. In Griekenland waren er heel vriendelijke toeristen die de vluchtelingen hielpen. Uit het boek blijkt ook dat er lieve mensen zijn die je absoluut helpen op je lange reis naar een nieuw bestaan.

Je moet zeggen dat je toerist bent

In september 2015 arriveerde Ismail in Ter Apel. Hij maakte direct kennis met het heerlijke weer in Nederland, want het stortregende op dat moment. Van een medewerker van het azc mocht hij niet eens even schuilen onder een luifel. Na een kort verblijf in Ter Apel volgde de bekende tournee langs verschillende azc’s. ‘Ik had geen warme kleding en moest daar twee weken op wachten. Toen ik vroeg of het iets eerder kon, kreeg ik te horen dat in Nederland geldt: afspraak is afspraak. Uiteindelijk werd ik ziek van de kou en belandde in het ziekenhuis. Op een moment werd ik overgeplaatst naar een stad die niemand kon uitspreken: Wageningen.’ (Anno 2024 spreekt Ismail dit prima uit, red.). ‘Eenmaal in Wageningen werd ik naar een kamer gebracht met vier bedden. De medewerker zei: ‘Dit is je kamer. Ik denk dat het groot genoeg is voor een vluchteling.

Een paar jaar later ontmoette hij tijdens een studentenfeestje een jonge asielzoeker uit Soedan. ‘Ik vertel nooit iets over vluchteling zijn, ik zeg altijd dat ik een toerist ben’, vertelde de Soedanees. ‘Zodra je jezelf bekend maakt als vluchteling, worden er allerlei vragen aan je gesteld. Toerist zijn is veel beter.’

Ismail heeft het advies nooit opgevolgd. Daar heeft hij weleens spijt van, precies om de reden die de Soedanees opgaf.

Van arts tot acteur

Het was de grote droom van Ismail om arts te worden, net als Baran in het boek. Het liep allemaal iets anders, want als alles goed gaat studeert Ismail over een tijdje af aan de Toneelacademie in Arnhem. Hoe dát allemaal kon gebeuren staat in het boek, maar een zeer belangrijke reden dat hij dit voor elkaar heeft gekregen is dat hij vanaf zijn eerste dag in Nederland is begonnen met het leren van de Nederlandse taal. ‘Toen ik mijn eerste gesprek met de IND had, kon dat al deels in het Nederlands. Daar waren ze stomverbaasd over, maar ik kreeg ook complimenten. Ik zou het wel gaan redden. Sommige vluchtelingen wachten met Nederlands leren totdat ze zeker weten dat ze mogen blijven. Dat wilde ik niet.’

Hoewel Ismail een aantal (zeer) negatieve ervaringen heeft gehad met mensen, noemt hij genoeg voorbeelden van Nederlanders aan wie hij veel te danken heeft. Hij is Nederland dankbaar, maar de heimwee speelt hem enorm parten. Bovendien is er ook sprake van heimwee naar onderdelen van zijn cultuur. ‘Het leven is hier gehaast. Als je in Nederland met iemand afspreekt, dan krijg je te horen hoeveel tijd die persoon voor je heeft. Waar ik vandaan kom, is dat niet zo. Ik mis deze manier van met elkaar omgaan. Daarom wil ik mijn tijd gaan verdelen tussen Nederland en Kobani.’

Bioscoopproject

In Kobani is een heleboel, maar geen bioscoop. Films kijken wordt gedaan via YouTube of op televisie. Daarom heeft Ismail Mamo een bijzonder project bedacht: traveling cinema along villages. Het is de bedoeling om een rondreizende openluchtbioscoop te realiseren en daarmee door Kobani te trekken en elke dag langs een ander dorp te gaan. Of tussen een paar dorpen in. ‘We willen vier korte films vertonen. Twee westerse films en twee Arabische. Er is veel enthousiasme voor in Kobani, vooral onder jongeren. We zijn geld aan het inzamelen via crowdfunding via www.voordekunst.nl. Als het lukt, dan zijn we ongeveer tien maanden onderweg. Daar hebben we een busje voor nodig waar alles in kan, plus iemand voor het geluid en voor de opbouw. Die moeten ook betaald worden. Bovendien gaan we een documentaire over dit project maken.’

Ismail Mamo heeft hard gewerkt om te komen waar hij nu is en hij is nog lang niet klaar. Hij heeft een heleboel plannen, maar kijkt bewust niet zo ver vooruit. Eerst het een, dan pas het andere.

Nederlandse islam hoort ook bij onze geschiedenis

0

Bijna twee jaar geleden startten religiewetenschapper Kamel Essabane en gemeenteambtenaar Alia Azzouzi het Moslim Archief. Om een onderbelicht deel van de Nederlandse geschiedenis, vanuit de ogen van Nederlandse moslims, voor de volgende generaties vast te leggen.  

Tijdschriften van moslimorganisaties vanaf de jaren zeventig, de vergaderverslagen van een protestantse ouderling uit Soest die een religieuze dialoog voerde met Turkse moslims en het persoonlijke archief van Ceylan Weber (1962-2024), oud-voorzitter van moslimvrouwenorganisatie Al-Nisa. Dit zijn enkele voorbeelden van stukken die het Moslim Archief in bezit heeft.

‘Nu hebben we opslagruimte bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam, maar dit is tijdelijk’, zegt Essabane. ‘Een aantal islamitische organisaties heeft ons gevraagd hun archieven onder de hoede te nemen, maar daar is op het IISG geen ruimte meer voor. Daarom moeten we naar een nieuwe locatie. We zijn hiervoor in gesprek met de gemeenten Amsterdam en Rotterdam. We hopen tussen nu en twee jaar een mooie locatie te hebben gevonden, waar we niet alleen archieven opslaan maar ook tijdelijke tentoonstellingen kunnen opzetten.’

Moslims in al hun diversiteit

Het Moslim Archief richt zich in principe op alle moslims in Nederland. ‘‘Moslim’ in de naam verwijst naar moslims in al hun diversiteit’, staat er te lezen op de website. ‘Wij maken een archief van het leven van moslims in Nederland met al hun religieuze, culturele en persoonlijke rijkdom op een inclusieve manier, zonder mensen uit te sluiten. We zijn inclusief in onze boodschap en in onze benadering.’

‘De islam hoort bij Nederland’

Aanvankelijk heette het Moslim Archief het ‘Nederlands Moslim Archief’, vertelt Essabane. ‘Maar we hebben de term ‘Nederlands’ laten vallen, omdat dit bijvoeglijk naamwoord eigenlijk heel vanzelfsprekend is. De islam hoort bij Nederland. Misschien is het een teken van emancipatie dat je het Nederlandse niet meer hoeft te benadrukken.’

De collectie is nu nog bescheiden. ‘We hebben nog geen ruimte voor andere persoonlijke archieven, helaas, zoals bijvoorbeeld van wijlen GroenLinks-Kamerlid Mohamed Rabbae.’

Naast een fysiek archief wil het Moslim Archief een digitaal archief opbouwen, inclusief een tijdlijn van de geschiedenis van de islam in Nederland vanaf de zeventiende eeuw. ‘Denk aan Ottomaanse diplomaten in Amsterdam of aan Jan Janszoon, de Nederlandse zeeman die zich tot de islam bekeerde en admiraal werd in dienst van Marokko.’ 

Essabane heeft ook enkele historici benaderd die de organisatie kunnen adviseren of als ambassadeur kunnen optreden. ‘We zijn nu in het proces om een strategisch beleidsplan te maken voor de komende jaren. We hebben subsidie gekregen om zo’n plan op te stellen.’

‘Er ligt al veel islamitisch erfgoed in Nederland’

Ondertussen participeert het Moslim Archief in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en enkele andere partijen in een Europees project (Miretage), om historische wandelroutes te maken die je meenemen naar de plaatsen van herinnering van islamitisch erfgoed in Nederland in de wijk en in musea. Op zondag 28 april organiseert het Moslim Archief een excursie Moslim Erfgoed in het Openlucht Museum te Arnhem, waarbij ze onder andere de Molukse Barak en het Turken Pension aandoen. ‘Belangrijk is dat we bewustzijn creëren. Er ligt al veel islamitisch erfgoed in Nederland’, zegt Essabane.

© Moslim Archief

Het Moslim Archief krijgt inkomsten via subsidies en donateurs, maar het hart van de organisatie bestaat uit vrijwilligers. Je kunt voor vijf euro per maand ‘vriend’ van het archief worden.

Belangrijk deel van Nederlandse geschiedenis 

Op de website van het Moslim Archief staat een citaat van de beroemde middeleeuwse historicus Ibn Khaldun (1332-1406), die in zijn geschiedschrijving ook keek naar sociaaleconomische en geografische factoren en daarmee de Franse Annales-school van Ernst Bloch en Ferdinand Braudel vijf eeuwen vooruit was: ‘Door de geschiedenis heen hebben veel volkeren een fysieke nederlaag geleden, maar dat heeft nooit het einde van een volk betekend. Maar als een volk het slachtoffer is geworden van een psychologische nederlaag, dan markeert dat het einde van een natie.’ 

‘Die ongelijkwaardigheid wordt door Nederlandse moslims soms als pijnlijk ervaren’

Essabane: ‘In de Nederlandse geschiedschrijving en in musea en archieven is de plaats van islam en moslims veelal onderbelicht gebleven of met koloniale ogen vastgelegd. Die ongelijkwaardigheid wordt door Nederlandse moslims soms als pijnlijk ervaren. Gelukkig is dit niet het einde van het verhaal. We willen met het Moslim Archief dit onderbelichte deel van de Nederlandse geschiedenis, vanuit de ogen van Nederlandse moslims, voor de volgende generaties vast leggen en delen, om zo een basis te leggen voor een gezamenlijke toekomst.’

Turkse burgemeester wil ‘astronomische’ busprijs voor buitenlandse studenten

0

Tanju Özcan, de CHP-burgemeester van de centraal-Anatolische stad Bolu heeft weer van zich laten horen met expliciet discriminerende uitspraken. Hij wil de buskaarten voor buitenlandse studenten ‘astronomisch’ verhogen. Hij heeft het met name gemunt op studenten uit Afrika. Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar.

De seculiere burgemeester Özcan is niet de enige in Turkije die openlijk racistische uitingen doet. De Turkse oppositie is sinds de komst van miljoenen vluchtelingen, waar het de islamistische regering Erdogan verantwoordelijk voor stelt, almaar xenofober geworden. Er zou sprake zijn van een islamistisch georienteerde ‘omvolking’ en ‘arabisering’ van Turkije.

Nu pikt Özcan de zwarte studenten uit Somalië en andere Afrikaanse landen, zoals Senegal, eruit, die in toenemende mate de straten van Bolu zouden bevolken. ‘Deze studenten zijn bewust ingevlogen’, zegt Özcan tijdens een persconferentie en gooide er nog een racistische complottheorie van de verspreiding van het hiv-virus door zwarte studenten tegenaan.

In de naburige provincie Karabük, waar ook zwarte studenten uit Afrika bivakkeren, zouden de ‘morele zeden’ in gevaar zijn. Zwart en Turks gaan niet samen is de hint. ‘We worden te schande gezet voor de rest van de wereld in een Anatolische provincie als Karabük’, aldus Özcan die ‘het gevaar’ ook ziet opdoemen in zijn eigen Anatolische stad Bolu.

‘We weten niet eens of deze mensen hier voor onderwijs zijn, of dat ze met criminele zaken bezig zijn’, zegt Özcan. Hij houdt de rector van de universiteit persoonlijk verantwoordelijk voor de komst van zwarte studenten uit Afrika.

De populaire burgemeester (hij kreeg 52,9 procent van de stemmen op 31 maart) wil nu de busprijzen ‘astronomisch’ verhogen voor buitenlandse studenten. In het verleden wilde hij dat vluchtelingen ook zouden moeten betalen voor water uit de kraan en dat Syrische vluchtelingen niet mogen worden begraven in Turkije.

Blauwe Moskee onder vuur na antisemitische uitspraken

0

Een gastimam van de Blauwe Moskee in Amsterdam Nieuw-West heeft zich de woede van Amsterdammers op zijn hals gehaald na antisemitische prietpraat. De imam met 57.000 volgers op Instagram heeft de video inmiddels verwijderd. Zo meldt stadszender AT5.

‘Allah vervloekt hen volop, is dat soms een teken van liefde geworden?’, zou de imam zich retorisch hebben afgevraagd over het Joodse volk. Daar bleef het niet bij. ‘Als iemand mij of jouw moeder zou uitschelden, dan haat je hem. Laat staan iemand die Allah beledigt door Hem niet te aanbidden en door niet in Zijn profeten te geloven. We haten eenieder die niet gelooft in Allah en in Mohammed’, zou hij nog meer gezegd.

De Blauwe Moskee voelt zich in verlegenheid gebracht en noemt de uitspraken ‘zorgwekkend’, meldt de Telegraaf. Het bestuur van de moskee drukt Amsterdammers op het hart dat de moskee ‘nooit achter Jodenhaat zal staan’.

Ook burgemeester Femke Halsema laat van zich horen. ‘Dit soort antisemitisme is verwerpelijk en onacceptabel’, reageert ze in de Telegraaf. 

De Blauwe moskee kwam in het verleden vaker negatief in het nieuws, vanwege veronderstelde ‘banden met de Moslimbroederschap’, maar is voor politici en de gemeente ook een belangrijke partner om de islamitische gemeenschap te bereiken.

Delft: TU cancelt artikel universiteitskrant over misstanden

0

Maandagavond heeft de Delftse universiteitskrant Delta een artikel offline moeten halen, onder druk van het universiteitsbestuur. Medewerkers mogen niet meer klagen over het disfunctioneren van een van de directeuren van de Technische Universiteit, zo berichtte Delta. Vorige maand concludeerde de Inspectie dat de TU de veiligheid van medewerkers verwaarloost en signalen over seksisme en racisme en pesterijen op de werkvloer negeert.

Sinds het verschijnen van het rapport van de Inspectie rommelt het op de TU. De zorg voor werknemers van de TU ‘wordt verwaarloosd’, en dat heeft een ‘verhoogd risico op sociale onveiligheid voor alle medewerkers’ tot gevolg, stelde het rapport. Degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan seksisme, racisme en andere pesterijen ‘zijn bijna altijd mensen die een hogere positie bekleden, bijvoorbeeld hoogleraren en management’.

Aanvankelijk reageerde het universiteitsbestuur heel kritisch op het rapport. Het onderzoek zou ondeugdelijk zijn. Maar drie weken later gaf de universiteit toe ‘signalen’ te herkennen en zei te zullen komen met een plan om de situatie te verbeteren.

Maandag kwam Delta met het nu verwijderde artikel, getiteld ‘Hoe zwijgplicht leidde tot angst onder medewerkers I&IC en vertrouwensbreuk met rector’. Bij het Innovation & Impact Centre (I&IC) trad op 1 april vorig jaar een nieuwe directeur in dienst. Onder hem ging veel mis. Bij hem zou sprake zijn van ‘grensoverschrijdend gedrag, mismatch, managerial bullying, integriteitsissues en onprofessioneel gedrag’.

Vijftien medewerkers klaagden over hem bij de externe vertrouwenspersoon, maar deze brief kreeg de directeur onder ogen. De vijftien kregen te horen dat ze over deze kwestie moesten zwijgen en dat bij ‘schending van de geheimhouding arbeidsrechtelijke maatregelen genomen zullen worden’. Delta publiceerde daarover, maar heeft het artikel onder druk teruggetrokken. Er zullen anders juridische maatregelen tegen de universiteitskrant genomen worden, vanwege ‘smaad en laster’. Daar had de krant geen zin in.

Inmiddels heeft het universiteitsbestuur excuses aangeboden voor zijn handelswijze, bericht Omroep West, maar het artikel is nog steeds offline. Wel kan het gelezen worden via de website Archives.org.

Gloria Wekker: ‘Er is nu gemor onder witte mannen’

0

Emeritus hoogleraar Gloria Wekker is een van de auteurs van feminisme-klassieker Caleidoscopische visies. ‘Witte mensen denken dat neutraliteit samenhangt met het christendom of agnostisch zijn.’

De heruitgave van Caleidoscopische visies (2001) werd vorige maand groots gevierd. In cultuurcentrum de Tolhuistuin in Amsterdam stonden bekende auteurs van deze klassieker opnieuw op het podium. Nancy Jouwe, Halleh Ghorasi en Gloria Wekker. Ze schreven mee aan de bundel die in 2001 baanbrekend was. De uitsluiting van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen werd voor het eerst besproken en geanalyseerd.

‘Een warm bad’, blikt Gloria Wekker terug door de telefoon. ‘Iedereen uit het wereldje was er.’ Wekker (Paramaribo 1950) is cultureel antropoloog en emeritus hoogleraar Gender Studies en een beroemdheid in de wereld van feministen en anti-discriminatieactivisten. Ze schreef onder meer de boeken Politics of Passion en Witte onschuld en leverde een bijdrage aan de geruchtmakende bundel Dutch Racism. Zij beargumenteert onder meer dat racisme volop aanwezig is in de samenleving, terwijl dat tegelijkertijd heel lang is ontkend. Ook was ze een van de eersten die het begrip intersectionaliteit in ons land introduceerde. ‘Dat is’, zegt ze, ‘een buzzword geworden, maar veel mensen weten niet hoe het moet.’

Wat is intersectionaliteit?

‘Het begrip komt van de Amerikaanse wetenschapper Kimberlé Crenshaw. Het is een gelaagde, complexe manier van denken, die ingaat tegen wat ons aangeleerd is. We begrijpen de sociale werkelijkheid met ordeningsprincipes, zoals gender, etniciteit, ras, klasse en seksualiteit. We zien die categorieën als los van elkaar staande hokjes. Maar intersectionele denkers zeggen: die systemen beïnvloeden elkaar en we moeten ze dus ook in samenhang met elkaar analyseren.

‘Ik zit bijvoorbeeld bij de politie in een van hun raden van advies. Daar denken ze sinds mensenheugenis na over de vraag hoe ze de politie van iedereen kunnen worden. Hun eerste idee was: we gaan vrouwen aantrekken. In de praktijk waren dat witte vrouwen. Later bedachten ze: de samenleving is zo veranderd, er moeten ook meer mensen van kleur bij; dat bleken dan voornamelijk mannen te zijn. Maar dit blijven naast elkaar lopende trajecten, die niet in elkaar grijpen. Er wordt gedaan alsof alle vrouwen wit en alle mensen van kleur mannen zijn. Dat klopt natuurlijk niet.

‘Als man hoef je niet over je positie na te denken, want mannelijkheid is nu eenmaal dominant’

‘Deze manier van denken zit ook in wat we tegenwoordig diversiteit en inclusie noemen. Alsof ras/etniciteit en gender twee los van elkaar staande systemen zijn. Terwijl wij als intersectionele denkers zeggen: je moet ze samen nemen.’

Waarom denkt de politie op die manier?

‘Dat is niet alleen iets van de politie. We doen het allemaal; het wordt ons zo van jongs af aan geleerd. We hebben niet geleerd na te denken over wat dominante en wat ondergeschikte categorieën zijn. We doen heel graag alsof iedereen gelijk is in de samenleving. Maar dat is dus niet zo.’

Waarom werden de politievrouwen ‘wit’ en de personen van kleur ‘man’?

‘Het gaat hier over macht. Het is een kenmerk van privilege om te denken dat je als witte geen kleur hebt, terwijl die positie juist ontzettend veel macht heeft. En als man hoef je ook niet over je positie na te denken, want mannelijkheid is nu eenmaal dominant.

‘Er is nu gemor onder witte mannen die voelen dat ze hun plek in de samenleving kwijtraken. We zijn in een tijdperk aanbeland waarin hun macht niet meer vanzelfsprekend is. En degenen die de vanzelfsprekende macht hadden, die verzetten zich.’

Hoe doen ze dat?

‘Veel witte mannen voelen zich ongelukkig en vragen zich af wat er van hun rol en dominantie overblijft. Dit is ook waarom zoveel mensen rechts gestemd hebben. Ze verlangen terug naar de samenleving van vroeger, waarin de rollen helder verdeeld en dingen overzichtelijk waren. De rollen van de verschillende genders en mensen van kleur lagen vast. Dat is op losse schroeven komen te staan.’

Er lijkt ook een andere ontwikkeling gaande. Grote steden als Utrecht, Amsterdam en Arnhem staan buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) toe een hoofddoek te dragen. En ook binnen de politie klinken geluiden dat een agente met hoofddoek moet kunnen.

‘Ja, dat is een voorbeeld van de witte blik die langzaam van positie verandert. Maar deze ontwikkeling wordt tegelijkertijd aan allerlei kanten onderdrukt en ontkracht. Er is nog heel veel geloofsdiscriminatie en racisme.’

Een van de argumenten tegen het dragen van de hoofddoek is de neutraliteit van de politie. De hoofddoek zou daar afbreuk aan doen. 

‘Mijn idee is dat hoogopgeleide witte mensen in een soort bubbel leven, dat blijkt ook uit recent onderzoek. Ze hebben geen diversiteit in hun omgeving, niet in hun vriendenkring of in hun familie. Zij zijn ervan overtuigd dat neutraliteit samenvalt met het christendom of met agnostisch zijn.

‘Veel mensen denken nog steeds dat de zogenaamde neutraliteit die we van deze ambtenaren vragen gewaarborgd wordt door het niet dragen van symbolen die naar een godsdienst verwijzen. Maar dat geldt dan weer niet voor christelijke symbolen. Al is dat laatste ook verboden. Die opvatting wordt in toenemende mate bevraagd door anderen, bijvoorbeeld door vrouwen die een hoofddoek willen dragen.

‘Als je nu nog niet snapt dat je als witte een kleur hebt, dan lijkt dat op niet-willen-weten’

‘Dat hele begrip neutraliteit wordt te pas en te onpas ingezet. Het is opnieuw een manier om macht uit te oefenen, om je gelijk te krijgen. Wie kan bezwaar maken tegen neutraliteit? Natuurlijk moet de politie neutraal zijn, in de zin van niet bevooroordeeld. Alleen: wie stelt vast wat neutraliteit is?

‘Een beter argument is trouw aan de grondwet. Daar wil je loyaal aan zijn. En in artikel 1 van die grondwet staat dat mensen niet gediscrimineerd mogen worden op grond van religie, geslacht, seksualiteit en noem maar op.’

Is die neutraliteitsopvatting ook een vorm van witte onschuld, zoals u dat noemt?

‘Ja, je gaat dan uit van het idee dat een wit persoon zonder hoofddoek neutraal is, maar dat is niet zo. Als je nu nog niet snapt dat je als witte een kleur hebt, waar doorgaans een bepaalde mate van macht aan is verbonden is, dan lijkt dat op niet-willen-weten. Dat valt ook onder witte onschuld, dat je als witte niet weet dat je een machtspositie hebt en dat ook niet wil weten. Dat laatste is wel belangrijk om eraan toe te voegen. Zo voorkom je self indulgence, zelfingenomenheid. Dus dat je jezelf gemakkelijk kunt vergeven. Dat wist ik nou eenmaal niet, zeggen ze dan. Maar hoe lang mag dat niet-weten nog doorgaan? Want je zou inmiddels beter kunnen weten.’

Begrijpt u feministen die tegen de hoofddoek zijn?

‘Nee, ik weet dat het er veel zijn maar begrijpen doe ik het niet. Ik denk dat zij vol vooroordelen zitten over wat een hoofddoek betekent. Het dominante narratief dat een hoofddoek onderdrukking betekent is door mannen bedacht. Als feministe moet je hier niet in mee gaan. Je ontneemt islamitische vrouwen die een hoofddoek dragen alle kracht en handelingsvrijheid. Terwijl zij mogen bepalen wat die hoofddoek voor hen betekent. Dat afnemen kan nooit de bedoeling zijn.’

Nancy Jouwe, Maayke Botman en Gloria Wekker, Caleidoscopische visies – De zwarte, migranten- en vluchtelingen vrouwenbeweging in Nederland, Mazirel Pers, 360 blz., €24,99.

Australië: moslims vrezen golf van islamofobie, na aanval op bisschop

0

De islamitische gemeenschap in de Australische stad Sydney vreest een nieuwe golf van moslimhaat, omdat de aanval op een christelijke bisschop door de politie is gelabeld als een ‘terroristische aanslag’. Twee dagen eerder vermoordde een witte man zes mensen in dezelfde stad, maar dit was volgens de politie geen terrorisme.

Bisschop Mari Mari Emmanuel van de Assyrische Kerk leidde afgelopen maandag een eredienst in Wakeley, een buitenwijk van Sydney. De dienst werd online uitgezonden. Op de beelden is te zien dat de bisschop opeens werd aangevallen door een tiener met een mes. Hij overleefde de aanval. Twee kerkgangers die de bisschop beschermden raakten gewond maar overleefden het incident ook.

De politie zegt nu te geloven dat het hier gaat om een aanval die gemotiveerd is door religieus extremisme. Maar de verdachte, een 16-jarige jongen, stond niet op een terreurlijst, zei de politie ook.

Moslims in Sydney vinden het kwalijk dat de politie nu meteen terrorisme roept, terwijl de moord op zes mensen door een witte man die zaterdag geen ‘terroristische aanslag’ is. Dat is meten met twee maten. Whatsapp-groepen werden dinsdag overspoeld met een meme waarin werd gesuggereerd dat mensen met een donkere huidskleur eerder als ‘terroristen’ zouden worden bestempeld en mensen met een lichtere huidskleur als ‘geestesziek’, bericht Australian Financial Review.

De aanval van zaterdag leidde ook tot een golf van islamofobie in de wereld. Extreemrechtse social mediagebruikers wezen meteen naar de islam toen het nieuws over de aanslag bekend werd, terwijl er nog niets bekend was over de identiteit van de verdachte. Joel Cauchi, de 40-jarige dader die werd doodgeschoten door de politie, was geen moslim maar een witte man.

Jordaniërs boos op regering: waarom hielpen jullie Israël?

0

Jordanië hielp afgelopen weekend Israël bij het onderscheppen van 300 drones en raketten. Veel Jordaanse burgers zijn woedend over deze hulp. Want Israël voert al meer dan zes maanden een bloedige oorlog tegen hun Palestijnse broeders en zusters in de Gazastrook.

Op social media hebben veel Jordaniërs hun ongenoegen geuit. ‘De Jordaanse koning liet raketten op zijn burgers vallen om Israël te beschermen’, schreef een X-gebruiker woedend. De woorden werden vergezeld van een foto van drone-wrakstukken in de Jordaanse stad Karak, niet ver van de grens met Israël. Het bericht werd later gewijzigd, om minder negatief te zijn over het Jordaanse leiderschap. Want Jordanië is een autoritair geregeerd land, dat kritiek op de koning niet tolereert.

‘Jordanië volgt het geld zoals gewoonlijk’, schreef iemand anders. En weer een andere social mediagebruiker zei dat het onverantwoord was om raketten neer te halen boven je eigen steden.

Volgens Deutsche Welle verspreidden sommige social mediagebruikers bovendien veel nepnieuws. Zo zouden Jordaniërs omgekomen zijn als gevolg van de brandende wrakstukken. Hoewel er inderdaad wrakstukken waren, zijn er, aldus de Jordaanse regering, gelukkig geen gewonden gevallen. Een veel gedeelde video, waarop wrakstukken te zien zijn, bleek van olietankers te zijn die enkele weken eerder in brand stonden.

Maar ook onder de Jordaniërs die de koning niet de schuld gaven of nepnieuws over zogenaamde Jordaanse doden deelden was er woede. Ze vinden het onbegrijpelijk dat Jordanië Israël steunt, terwijl de Jordaanse regering – net als het Jordaanse volk – heel kritisch is over de Israëlische aanvallen op de Palestijnen in Gaza.

‘Ik ben erg boos over de manier waarop Jordanië Israël verdedigde’, zei Hussein, een politiek activist die tegenover Deutsche Welle alleen zijn voornaam wilde noemen omdat kritiek op de Jordaanse regering gevaarlijk kan zijn. ‘Veel mensen hier accepteren dit niet. Wij steunen Iran niet en zien het als een belangrijke oorzaak van wat er in Gaza gebeurt. Maar wij staan achter elke actie die Israël in Gaza afschrikt.’

Maryam, die ook alleen met haar voornaam genoemd wil worden, beaamt dit. ‘Iran is in het algemeen niet populair in Jordanië. Maar ik verwerp de onderschepping van Iraanse raketten door Jordanië en onze onvrijwillige betrokkenheid bij deze oorlog.’

De Jordaanse regering heeft inmiddels een officiële verklaring gegeven. De regering zegt uit zelfverdediging te hebben gehandeld, door objecten te onderscheppen die het Jordaanse luchtruim binnenkwamen ‘omdat ze een bedreiging vormden voor ons volk en de bevolkte gebieden’. Wat er afgelopen weekend gebeurde ‘kan nooit worden opgevat als het verdedigen van Israël, maar eerder als het verdedigen van de Jordaanse soevereiniteit en het luchtruim’.

We importeren een buitenlands conflict

0

Er is iets in mij kapot gegaan. Mijn geloof in de politiek en samenleving is weg. Hoe kan er zo weinig medeleven zijn met de slachtoffers waar ik mij zo sterk mee verbonden voel?

Het zijn slechts enkele reacties op de soms tegengestelde mening van anderen over de heropleving van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De oorlog in Gaza is veel mensen hier niet in de koude kleren gaan zitten, to put it mildly. Mensen zijn boos, verdrietig, bang enzovoort. Tegelijkertijd hebben veel mensen het gevoel dat er ook in Nederland iets is kapotgegaan. Ze vragen zich af hoe onze samenleving ooit weer kan herstellen.

Zorgelijk. Een buitenlands conflict drijft de tegenstellingen in Nederland op de spits. De tegenstellingen daar worden bovendien geïnternaliseerd en op onze eigen samenleving geprojecteerd.

Heel zorgwekkend allemaal, maar niet omdat het waar is. Onze samenleving is niet kapot. Want laten we wel wezen. Bij Joodse kinderen die niet meer naar school durven, Joodse instellingen die zwaar worden beveiligd en moskeeën die worden beklad, daar zien we de gevolgen van het conflict. De meeste mensen ondervinden geen hinder van de oorlog in Gaza.

Dat mensen bang of boos zijn in deze tijd, dat is begrijpelijk. Het is verschrikkelijk wat er in Gaza gebeurt en wat er op 7 oktober in Israël gebeurde. Maar degenen die nu beweren dat er iets in hen is gebroken, gaan een stap verder. Ze laten zich meeslepen door hun emoties en houden het conflict te weinig op afstand. Ze kunnen het niet goed een plekje geven en hebben het Israëlisch-Palestijnse conflict geïnternaliseerd. Alsof ze zelf, bij wijze van spreken, in de frontlinie staan. En als gevolg van de sterke associatie met een van beide kampen in dit conflict keren zij zich ook af van de ander. Want de andere partij, dat is de tegenstander, dat is de vijand.

Terwijl, we zouden juist kritisch moeten zijn op het toelaten van gevoelens van affectieve polarisatie, van wij-zij-denken, van othering in onszelf. Wanneer we blijven roepen dat er iets in ons is gebroken wat niet meer hersteld kan worden, dan dragen we bij aan het verscheuren van het weefsel van de samenleving. Want hoe kunnen we nog fatsoenlijk samenleven met diegenen die iets in ons hebben doen breken?

Hoe je het ook wendt of keert, we leven in Nederland

Het is op zich een goede zaak dat we solidair zijn met de ander, ook de ander in het buitenland. Maar eigenlijk zouden we grenzen aan onze solidariteit moeten stellen. Op scholen, hogescholen en universiteiten leren we onze kinderen dat ze internationaal georiënteerd moeten zijn, verbonden met anderen en solidair met mensen elders. Maar laten we naast internationaliseren ook eens proberen onze kinderen te nationaliseren, als het op de impact van buitenlandse conflicten in onze samenleving aankomt.

Want hoe je het ook wendt of keert, we leven in Nederland. Ons land is niet het Midden-Oosten, of een ander deel van de wereld. Natuurlijk hebben conflicten elders hier een impact. Maar wij zijn niet dit conflict. Het is belangrijk dat we onze kinderen, maar ook onszelf, leren dat we hier in Nederland leven. En dat we in de eerste plaats hier, in onze eigen omgeving, pas echt een verschil kunnen maken. En dat die lokale betrokkenheid de kern is van goed samenleven. We kunnen leren van al die mensen die zich inspannen om een klein, maar betekenisvol verschil te maken in hun eigen omgeving.

Conflicten elders kunnen we er niet mee oplossen. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat die conflicten niet naar onze eigen context overslaan. We moeten altijd een band proberen te houden met andersdenkenden, landgenoten die anders staan in dit conflict. Ook al verschillen we nog zo fundamenteel van mening. Want als we in onszelf wat kapot laten gaan, dan gaat er ook wat in de samenleving kapot. En zetten we onze eigen veiligheid op het spel. Met een schuin oog kijkend naar andere conflicten in de wereld is het zaak om dat, hoe dan ook, te voorkomen.

Steeds meer vluchtelingen uit Soedan in Egypte

0

De VN-commissaris voor vluchtelingen Sebastian Herwig luidt de noodklok over de enorme toename van het aantal Soedanese vluchtelingen in Egypte. ‘Soedan moet niet nog een vergeten conflict worden’, zegt hij in een reportage van France24.

Elke dag komen er twee- tot drieduizend uitgeputte Soedanezen aan in het land, vluchtend voor de oorlog die vorig jaar uitbrak. ‘De opnamecapaciteit moest op een gegeven moment met 900 procent omhoog in Egypte’, aldus VN-man.

In de reportage van de Franse nieuwszender zijn ook twee gevluchte Soedanese vrienden te zien, Mohamed en Ahmed. Ze kennen elkaar van de Universiteit in Khartoum, de hoofdstad van Soedan en zeggen dat vriendschap ‘essentieel’ is na het vluchten het leven weer op te pakken. ‘We hebben elkaar gesteund, het was bij lange na niet makkelijk om hier te komen’.

Ze zijn vol besef van het feit dat ze zich tot de ‘gelukkigen’ onder de vluchtelingen mogen prijzen. ‘Het is niet makkelijk om een nieuw leven op te bouwen in Egypte, maar het is niks vergeleken met wat mensen nu ondergaan in Soedan’, voegt Ahmed er meteen aan toe.

Het einde van de burgeroorlog tussen de Soedanese staat en de rebellen is nog lang niet in zicht. ‘Soedanezen zijn met een eindeloos conflict veroordeeld tot een vluchtelingenbestaan zonder eind’, meldt France24.

Volgens de VN zijn er eind vorig jaar tenminste 12.000 dodelijke burgerslachtoffers gevallen en meer dan 33.000 mensen gewond geraakt. De helft van de bevolking (van 50 miljoen) is afhankelijk van hulp en meer dan 9 miljoen mensen zijn intern op de vlucht.