7.2 C
Amsterdam

Ramadan: 30 dagen, 30 vragen | Vasten als niet-moslim: ‘Het is een zoektocht’

Hoda Hamdaoui
Hoda Hamdaoui
Journalist. (Fotograaf: Vera Cornel.)

Lees meer

Deze ramadan stelt de Kanttekening elke dag een vraag aan een Nederlandse moslim. Hoe beleven zij de vastenmaand in coronatijd? Vandaag, op dag 13 van deze ramadan maken we een uitzondering en stellen we de vraag aan een niet-moslim. Annemarie van Hinsberg is programmaleider Sociale Stabiliteit bij Movisie. Van Hinsberg vast al een aantal jaren tijdens de ramadan een paar dagen mee.

Wat is uw voornaamste reden om als niet-moslim mee te vasten?

‘Ik ben inderdaad geen moslim, maar was destijds wel met één getrouwd. Na acht jaar samen leer je meer van elkaar, van de Afghaanse cultuur en van het geloof. Vasten tijdens de ramadan is er onderdeel van, al heb ik in die tijd nooit gevast.

‘Mijn kinderen beleefden door de jaren heen een zoektocht naar hun achtergrond en geloof. Toen we kinderen kregen, stelden mijn man en ik elkaar de vraag: ‘Wat worden onze kinderen nou? De één is katholiek, de ander moslim. Wat doen we daarmee? ’Katholiek-zijn was voor mij een minder groot iets, ook al ben ik in het katholieke Limburg opgegroeid. Maar we wilden onze kinderen niet zonder religie op laten groeien. Wij geloofden dat het geloof houvast biedt, en besloten daarom om onze kinderen islamitisch op te voeden. Ook is het heel belangrijk voor de familie. Bovendien wordt je geboren als moslim. Ik vertrouwde erop dat mijn man daar een goede invulling aan zou geven, en toen overleed hij. De jongste was net tien maanden en de oudste vier jaar. Ik had heel veel vragen, maar mijn eigen familie kende het geloof niet, en mijn schoonfamilie zat ver weg. Je haalt wat uit boekjes of online en stelt vragen. Ik ging ook vaak naar mijn schoonzus in Londen, zodat de kinderen via haar ook veel over het geloof en de cultuur meekregen.

‘We wonen in een witte wijk. De school is best wel wit, dus ze krijgen op school niets mee over de islam. Maar toen mijn jongste twaalf jaar oud was, zei hij opeens: ‘Ik wil ook vasten!’ Dat was wat mij betreft oké, maar het leek mij ook best wel pittig. ‘Probeer het maar een paar dagen, kijk hoe het gaat’, zei ik. Maar hij wilde de héle maand vasten. Hij was wel echt helemaal in zijn eentje. Op school was er niemand die vast, en hij had geen familie om zich heen die vast. Daarom wilde ik hem steunen door een paar dagen mee te vasten. Ik wist ook niet hoe ik advies kon geven, het zelf ervaren leek mij beter. Het waren de langste dagen – in juni – dus het was meteen een moeilijk jaar. De eerste dagen dacht ik nog: ‘Ik kook pas een uurtje van tevoren, dan heb ik wat te doen’. Maar dat heb ik heel snel afgeleerd. Dat laatste uur kon ik niks. We lagen ook in de avond samen op de bank, dan kwam het echt binnen.

‘Uiteindelijk ben ik dat meevasten blijven doen, elk jaar doe ik wel een paar dagen mee. Dit jaar zag mijn zoon er wat tegenop, omdat hij niet weg kan. Vorig jaar ging hij wel in de avond naar vrienden die ook vasten, om samen te voetballen en het vasten te verbreken. Dat kan nu niet.

‘Sinds ik mijn man leerde kennen, eet ik geen varkensvlees meer’

‘Ik vind het heel mooi dat hij zo’n enorme discipline heeft. Toen hij begon met vasten vroeg ik: ‘Waarom doe je dit nu ineens?’ Zijn antwoord was: ‘Ik ben moslim, dus ik wil dit doen. Ik doe veel dingen (nog) niet, omdat ik niet weet hoe het zit. Dit is duidelijk, dit kan ik zelf en ik heb er niemand voor nodig.’ Dat vond ik mooi. We hebben ook weleens discussie over wat moet en wat niet. Het gaat niet altijd om wat moet, maar waarom je iets doet. Zo hoorde hij dat je drie dadels moet eten. Dat moeten vind ik echt te ver gaan. Het maakt je heus niet minder spiritueel dan de ander. Het gaat om wat eronder ligt.

‘Zo ook nu: het gaat niet alleen om het vasten. Je zou ook niet meer op je telefoon moeten zitten en minder gamen, want het gaat erom dat je meer ruimte in je hoofd creëert. De weg die je aflegt is voor iedereen anders. Sommige regels zijn vooral om je te helpen als je daar de juiste invulling aan geeft. Maar als dat niet bijdraagt aan je persoonlijke groei, dan ben je daar nog niet klaar voor. Het is meer een zoektocht: je krijgt handvaten met regels die er zijn om het goed te doen, maar het is wel belangrijk om te weten waarom je het doet.

‘Er zijn uiteraard dingen die vaststaan, zoals bijvoorbeeld het niet eten van varkensvlees. Sinds ik mijn man leerde kennen, heb ik dat tot op de dag van vandaag nooit meer gegeten. Ook mijn kinderen hebben het nooit gehad. Bij traktaties op school zei ik: ‘Worstjes nooit nemen!’. Dat zat zo in hun systeem, dat toen mijn schoonzus – bij haar is alles halal – hen worstjes aanbood, mijn zoon vroeg of hij die wel mocht eten.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -