De Tweede Kamer mag geen toneel worden van ‘tribalisme, verdachtmaking en verbittering’. Dat stelde D66-leider Sigrid Kaag onlangs in een opinieartikel in de Volkskrant, waarin ze polariserend taalgebruik in Den Haag op de korrel nam. Niet alleen Geert Wilders en Thierry Baudet moesten het ontgelden, maar ook Farid Azarkan van Denk, die SP-leider Lilian Marijnissen een ‘beschonken komkommer’ noemde. Brengt de toenemende polarisatie onze liberale democratie in gevaar, of hoort polarisatie gewoon bij de politiek? We vroegen het aan Eelco Harteveld, universitair docent Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft zich gespecialiseerd in politiek gedrag, in het bijzonder in het fenomeen polarisatie.
Brengen Wilders, Baudet en andere populisten onze democratie in gevaar met hun polariserende retoriek?
‘Je moet hier twee verschillende zaken goed van elkaar onderscheiden. Polarisatie en populisme zijn twee verschillende fenomenen. Bij polarisatie draait het om retoriek en om politiek gedrag, bij populisme gaat het om een ideologie, het volk versus de elite. Toch staan beide zaken natuurlijk ook niet los van elkaar. Het politieke discours in Nederland is sinds de opkomst van Pim Fortuyn geradicaliseerd. Denk aan begrippen als kopvoddentaks, haatpaleizen, enzovoort. Dit polariserende taalgebruik heeft negatieve invloed op kiezers. Dat zie je ook in de Verenigde Staten, waar negative campaigning sterker is dan hier in Nederland. Mensen gaan negatiever over ‘de ander’ denken. Als Wilders Sigrid Kaag uitmaakt voor ‘heks’, dan gaan PVV-aanhangers niet alleen negatiever denken over Kaag, maar ook over linkse kiezers in het algemeen.
‘Tegelijkertijd vindt de overgrote meerderheid van Nederland de uitlatingen van Geert Wilders niet normaal. Rechtspopulisten vormen sinds Fortuyn maar 15 procent van het electoraat. Dat is al die jaren wel constant gebleven. In die zin valt ‘het gevaar’ dat polariserende retoriek verder om zich heen zal slaan wel mee. De polarisatie zal pas toenemen als de tegenstanders van Wilders zich van eenzelfde polariserende retoriek zouden bedienen. Maar dat gebeurt niet. De middenpartijen en linkse partijen zijn onderling veel netter tegen elkaar. Toen Jan Marijnissen toenmalig PvdA-minister Bert Koenders voor ‘flapdrol’ uitmaakte, was Den Haag geschokt. Omdat men dat niet gewend was. De toon van rechtspopulisten is harder. En wordt ook steeds harder. Dat komt omdat als ze aandacht willen krijgen, ze steeds een tandje moeten bijzetten.’
Ergens hoort polarisatie toch bij de democratie, toch? Denk aan de debatten tussen Joop den Uyl en Hans Wiegel in de jaren zeventig.
‘Ja, polarisatie is een soort zuurstof. Je hebt er genoeg van nodig om de democratie gaande te houden, maar met te veel polarisatie vliegt alles in de fik. Er zijn twee soorten van polarisatie, die je uit elkaar moet houden. Ten eerste is er ideologische polarisatie. Dan gaat het om verschillende standpunten, daar gaat democratie om, het botsen van standpunten en waarden. Dit soort polarisatie kan goed zijn. Nederland is soms te technocratisch, als er te veel consensus is en politici van verschillende partijen het te veel met elkaar eens zijn. In dat soort tijden is het goed dat er een beetje polarisatie komt als zuurstof voor de democratie.
‘Maar er bestaat ook zoiets als affectieve polarisatie. Dat je het oneens zijn met elkaar gaat omzetten in het hebben van een afkeer voor elkaar. Ook hier geldt: een beetje affectieve polarisatie is nodig, want zonder persoonlijke verschillen wordt politiek saai. Denk aan Hans Wiegel die Den Uyl toentertijd voor Sinterklaas uitmaakte die iedereen gratis cadeautjes gaf, maar ook aan de verkiezingsdebatten waar de lijsttrekkers van de verschillende partijen scherper tegenover elkaar staan dan in de coalitie. Tegelijkertijd kan affectieve polarisatie ook omslaan in haat voor elkaar. Dat gebeurt in de Verenigde Staten. Republikeinen en Democraten gaan soms niet meer bij elkaar op de koffie. Wensen elkaar hele erge dingen toe. Dan drijft een samenleving uit elkaar.’
‘Polarisatie is een soort zuurstof. Je hebt er genoeg van nodig om de democratie gaande te houden, maar met te veel polarisatie vliegt alles in de fik’
De Hoge Raad heeft de veroordeling van Geert Wilders gehandhaafd in de ‘minder Marokkanen’-zaak. Is het nu makkelijker voor zijn tegenstanders om Wilders als een veroordeelde crimineel weg te zetten? Zal Wilders nu ook anders worden behandeld door VVD en CDA?
‘Eigenlijk verandert er niet zo veel. Iedereen wordt in zijn eigen gelijk bevestigd. Wilders wordt bevestigd in zijn boodschap dat de elite tegen hem en het volk samenspant. GroenLinks en D66 worden bevestigd in hun afkeer voor de PVV, en in hun beeld dat die toch echt racistisch is. En VVD en CDA worden bevestigd in hun mening – die ze al langer hebben – dat je niet met de PVV moet gaan regeren. Het enige verschil is dat deze uitspraak de kloof met de PVV dieper heeft gemaakt.’
U zei dat het politieke discours in Nederland is geradicaliseerd. Is hierdoor niet het Overton Window, het spectrum van salonfähig gedachtegoed, in de politiek enorm naar rechts verschoven?
‘Het rechtspopulisme is na Fortuyn radicaler geworden, maar niet per se groter. In 2002 had de LPF 26 zetels, de rechtspopulistische partijen hebben er nu samen 28. Wat Fortuyn in 2001 en 2002 zei geldt nu niet meer als radicaal. En Baudet is nu een stuk radicaler dan Wilders, met het ontkennen van klimaatverandering, de omarming van de alt-right cultuur en allemaal complottheorieën. VVD en CDA zijn als gevolg van de rechtspopulisten meer naar rechts opgeschoven ten aanzien van migratie, omdat ze bang zijn voor electorale concurrentie. Dit heeft geleid tot een rechtser migratiebeleid. De Tweede Kamer kent immers al jaren een rechtse meerderheid.’
Is er ook een linkse tegenbeweging op gang? Bestaat er wel zoiets als linkspopulisme?
‘In de wetenschappelijke literatuur wel. Populisme is niet links of rechts. De SP had vroeger trekken van een linkspopulistische partij, die de wereld indeelde in ‘het’ volk en ‘de’ elite, maar is nu een ‘gewone’ sociaal-democratische partij geworden. En BIJ1 zou ik niet populistisch willen noemen. Maar deze partij kiest wel voor een polariserende strategie. En hierdoor zijn GroenLinks, PvdA en D66 anders gaan denken op identiteitsissues.’
Waarom wordt er vooral op deze issues gepolariseerd, en niet op sociaaleconomische onderwerpen?
‘Dat heeft dus te maken met het fenomeen affectieve polarisatie. Ten aanzien van sociaaleconomische issues kun je het wel met elkaar oneens zijn, maar deze verschillen zijn relatief gemakkelijk overbrugbaar. Bij identiteitskwesties is dat veel moeilijker. Die gaan veel dieper. Als je anderen aanvalt op hun afkomst of religie of hen uitmaakt voor fascist, dan kom je er niet samen uit – niet gemakkelijk in ieder geval.’
‘Veel mensen in Nederland hebben helemaal niet zulke sterke meningen. Maar hen hoor je niet zo snel’
Welke rol spelen social media als Twitter hierin?
‘Die versterken polarisatie uiteraard, hoewel social media niet de enige oorzaak van politieke en maatschappelijke polarisatie zijn. Tegelijkertijd vertekent een platform als Twitter ons beeld. Op Twitter zitten vooral mensen die in politiek geïnteresseerd zijn: politici, journalisten, activisten. Mensen met sterke meningen. Veel mensen in Nederland hebben helemaal niet zo zulke sterke meningen. Maar hen hoor je niet zo snel.’
Toch gaat het slecht met het politieke midden: vroeger vormden CDA en PvdA samen een ruime parlementaire meerderheid, nu hebben ze samen slechts 24 zetels. Denkt u dat het politieke midden weer een comeback maakt?
‘Nee. Natuurlijk kan het CDA of de PvdA tijdelijk een succesje boeken – denk aan Jan-Peter Balkenende in 2002-2010 en Diederik Samsom in 2012 – maar zulke successen zullen tijdelijk zijn. De neergang van beide volkspartijen is structureel. De verzuiling waar het CDA uit voortkomt bestaat niet meer, de ‘arbeider’ waar de PvdA van oudsher voor opkomt eigenlijk ook niet meer, de binding van mensen met een partij is veel losser geworden. Tegelijkertijd is er meer behoefte aan nichepartijen, waar je je thuis voelt omdat er mensen lid van zijn die op je lijken. GroenLinks en D66 voorzien in deze behoefte, het zijn partijen van vooral hoogopgeleide kiezers. Daarnaast hebben one-issuepartijen meer succes, die zich vooral hard maken voor dierenrechten, senioren, het bestrijden van racisme of moslimhaat.’
En de VVD dan? Dat is toch wel een succesvolle volkspartij?
‘Klopt. Dat komt omdat de VVD met haar conservatief-culturele agenda ten aanzien van migratie laagopgeleiden aan zich bindt, en ten aanzien van haar rechtse sociaaleconomische agenda rijke mensen, die vaak ook hoogopgeleid zijn. De VVD is wat dit betreft meer een doorsnee van de samenleving dan D66 of GroenLinks.’
Is de werkelijke kloof in Nederland nu niet de opleidingskloof geworden? De scheiding tussen hoogopgeleide, kosmopolitische, D66 of GroenLinks stemmende Nederlanders, en laagopgeleide, nationalistische PVV- en FvD-stemmers?
‘Van alle sociale kloven die er in Nederland zijn, is dit de diepste. En dit wordt erger. Natuurlijk zijn er ook laagopgeleide D66-kiezers en hoogopgeleide PVV-kiezers, even ter nuance. We moeten die kloof niet te zwart-wit zien. Maar opleiding is een belangrijke voorspeller, om te kijken waar je staat in de samenleving. Hoogopgeleiden zijn tevreden over politiek, over democratie, over de samenleving. Bij laagopgeleiden is er weinig vertrouwen. Veel mensen stemmen ook niet. Dat is een probleem, omdat een deel van de Nederlanders zich niet meer in onze democratie thuis voelt.
‘Het gevaar van de opleidingskloof is dat mensen elkaars fundamentele rechten gaan betwijfelen. Laagopgeleide PVV- of FvD-kiezers die vinden dat de ‘linkse elite’ van landverraders voor het tribunaal gebracht moeten worden, of een pleidooi voor een censuskiesrecht, niet naar inkomen maar naar opleiding, waardoor laagopgeleiden worden uitgesloten.
‘De opleidingskloof heeft ook te maken met waarden. Wel of niet klimaatverandering een belangrijk probleem vinden. Wel of geen vlees eten. Als je rijk bent en hoogopgeleid, dan geeft je opleiding – zo blijkt uit wetenschappelijke onderzoeken – de doorslag bij je politieke keuze. Verder zie je dat de opleidingskloof de sociale bubbelvorming versterkt.’
Ik moet denken aan Forumland, dat werd voorgesteld door Thierry Baudet, en ‘wokies’ met hun safe space. Gaan we naar een steeds meer verzuilde politiek, op basis van opleidingsniveau en etniciteit? En is dat niet vragen om nog meer polarisatie?
‘Verzuiling is een geschikt woord om dit proces te beschrijven. De oude zuilen bestaan niet meer. Opleiding is natuurlijk geen zuil, maar speelt wel een grote rol bij de huidige verzuiling. Iedereen heeft op internet een eigen hoekje, een eigen bubbel. En sociale bubbelvorming wordt ook versterkt door waar je woont. Als je in Amsterdam-Oost woont kom je andere mensen tegen in het café en op de voetbalclub dan in Nieuwegein.
‘Het grote verschil met de oude zuilen is dat de nieuwe zuilen meer rekening houden met het individualisme. Je kiest voor de zuil waar je het beste bij past, inclusief een bepaalde levensstijl. Als je voor een bepaalde politieke partij kiest, doe je dit niet alleen vanwege de standpunten, maar ook vanwege het type mensen dat je daar mee associeert. Dat zorgt voor minder diversiteit, omdat gelijkgestemde mensen elkaar opzoeken. En omdat je mensen die echt anders zijn minder vaak tegenkomt, is er ook minder begrip voor hen.’
‘Het gevaar van de opleidingskloof is dat mensen elkaars fundamentele rechten gaan betwijfelen’
In landen als Hongarije en Turkije zijn democratische instituties als de onafhankelijke rechterlijke macht en de vrije pers de nek omgedraaid, door populistische regeringen die flink polariseren tegen al dan niet denkbeeldige vijanden. Als polariserende populisten de macht krijgen, is dit dan de doodssteek voor de democratie? Denk ook aan de antirechtsstatelijke voorstellen waar de PVV mee komt, zoals een verbod op de Koran.
‘Dit is inderdaad een punt van zorg. Populistische politici hebben vaak weinig met de rechtsstaat, wat komt door hun narratief van het volk versus de elite. Als je zegt dat er één volk is, dan ontken je dat er diversiteit is, waardoor minderheden in de knel komen. En als je je tegen de elites keert in een democratie, dan keer je je ook tegen de poortwachters van de democratie: de rechterlijke macht, de vrije pers, vrij wetenschappelijk onderzoek.
‘Natuurlijk is kritiek op elites an sich niet erg. Want soms kunnen ze vanuit hun ivoren toren te zeer losgezongen zijn van de werkelijkheid en wat de meerderheid in een land echt wil. Maar als populisten te lang aan de macht zijn in een land, dan is dat funest voor democratische instituties. Hongarije en Turkije werden niet opeens van de ene op de andere dag een autoritaire staat, dit proces verliep geleidelijk. In Hongarije heb je een kiesstelsel dat de grootste partij een sterk electoraal voordeel geeft. Daardoor kon Fidesz, de partij van Viktor Orbán, aan de macht blijven en deze macht consolideren. Maar Nederland zal dit pad niet snel volgen. Ons kiesstelsel is anders.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!