6.3 C
Amsterdam

Is het Nederlandse coronabeleid te wit?

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Het Nederlandse coronabeleid is te wit. Dit stelt het Landelijk Platform Slavernijverleden (LPS) in een recent rapport aan het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties.

De Nederlandse regering, gezondheidszorg, onderwijs en media zouden zich laten leiden door alleen een ‘wit perspectief’. Dit zou onder andere blijken uit het feit dat er in de media vooral witte experts en professionals verschenen. ‘De slogan ‘Wie men niet ziet hoort men niet’ is in deze periode meer dan van toepassing’, aldus het platform bij monde van Barryl Biekman.

Ook vreest het LPS dat de coronacrisis extra slachtoffers eist onder Afro-Nederlanders. Deze angst komt onder meer door berichten uit Amerika, waar zwarte mensen oververtegenwoordigd zijn in de statistieken. Harde cijfers over Nederland heeft de organisatie echter niet, omdat Nederland geen statistieken over de etnische achtergrond van coronapatiënten en -doden bijhoudt. Daarom schreef de organisatie op 27 april een brief aan het RIVM met het verzoek deze gegevens openbaar te maken.

De kritiek van het LPS zorgde bij opiniewebsites als de Dagelijkse Standaard, GeenStijl, ThePostOnline en Vrij Links voor de nodige ophef. Zij doen de klachten van het platform af als ‘irrelevante woke hobby’s’ en ‘identiteitspolitiek’ en vinden dat Barryl Biekman cum suis zichzelf wel graag in het ‘zelfbeklagslachtofferbankje’ zetten.

Maar is deze kritiek niet te gemakkelijk? Worden Afro-Nederlanders extra hard geraakt door de coronacrisis? Wat vinden politieke partijen en de experts hiervan? En wat vinden zij van de klacht dat het Nederlandse perspectief op de coronacrisis te wit is? De Kanttekening ging op onderzoek uit.

Harder getroffen?

Worden Afro-Nederlanders harder getroffen door het coronavirus dan witte Nederlanders? Nederland houdt niet bij wat de etniciteit van coronapatiënten en -doden is, maar onderzoeken uit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten laten een verontrustend beeld zien.

Zo blijkt uit een onderzoek door het Londense Institute for Fiscal Studies dat het sterftepercentage onder Afro-Britten 3,5 keer zo hoog is als dat van witte Britten. Daarnaast worden minderheden, waaronder de Afro-Britse, economisch harder getroffen door de coronacrisis, zo blijkt uit een survey van de London School of Economics.

In de Verenigde Staten is iets soortgelijks aan de hand. In de stad Chicago is 30 procent van de bevolking Afro-Amerikaans, maar 70 procent van de coronadoden is zwart. In enkele andere Amerikaanse steden met een grote zwarte bevolking, zoals Milwaukee, New Orleans en Detroit, worden vergelijkbare verhoudingen gemeld, maar ook op het platteland in het zuiden van het land.

BIJ1, de partij van Sylvana Simons, is om deze reden voor het registreren van etniciteit van coronaslachtoffers. ‘Deze gegevens zijn noodzakelijk voor het opstellen van een gemeenschappelijk plan van aanpak’, zegt woordvoerder Quinsy Gario. ‘Nu worden gemeenschappen buitengesloten van het plan dat is opgesteld omdat er geen gegevens zijn over de schade dat het virus bij hen aanricht. Als je de mogelijkheid om de schade te bepalen bemoeilijkt voor een bepaalde groep ben je bezig met ongelijkwaardige behandeling. En dat is in strijd met artikel 1 van onze grondwet.’

Bart Biemond, hoogleraar Inwendige Geneeskunde aan het Amsterdam UMC, legt uit dat het etnisch registreren van patiënten een delicaat onderwerp is. ‘Als je slachtoffers etnisch registreert, dan heeft dit als voordeel dat je alles makkelijker kan bijhouden, dat je goed zicht hebt op hoe het precies zit. Maar in Nederland ligt dit heel gevoelig.’

Deze gevoeligheid komt door de Tweede Wereldoorlog, vertelt hij. ‘De Duitsers konden Joden makkelijk vinden, omdat in het bevolkingsregister stond wie Joods was en wie niet. Daarom ligt hier nu een taboe op. Begrijpelijk, maar misschien is de schade van het niet bijhouden van deze gegevens – die ons kunnen helpen om het coronavirus beter te bestrijden – groter dan het potentiële misbruik.’

Maar lopen zwarte mensen medisch gezien ook meer gevaar? Biemond: ‘Feit is dat mensen van Afrikaanse komaf vaker in slechtere sociale omstandigheden leven, vaker chronische ziekten hebben en dus kwetsbaarder zijn voor een infectie zoals COVID-19.’

Een chronische ziekte die onder zwarte mensen veel voorkomt is sikkelcelziekte. In zijn inaugurele oratie als hoogleraar wees Biemond naar een Amerikaanse studie (2013) in het tijdschrift Blood. Voor onderzoek naar taaislijmziekte, die alleen voorkomt bij witte patiënten, is per patiënt ruim elf keer meer geld beschikbaar dan voor onderzoek naar sikkelcelziekte, een bloedziekte die alleen onder zwarte mensen voorkomt.

Mensen met sikkelcelziekte raken niet sneller besmet dan andere mensen met COVID-19. Maar als mensen eenmaal besmet zijn kan de ziekte wel ernstiger verlopen als iemand sikkelcelziekte heeft, schrijft de website van Erasmus MC.

Meer discriminatie?

Nederlandse ziekenhuizen zouden volgens het Landelijk Platform Slavernijverleden nog steeds discriminatoire criteria hanteren bij het vaststellen van een bepaald ziektebeeld. Het rapport – gebaseerd op onder meer twaalf Afro-Nederlanders in de zorg – vreest voor ‘toestanden’ waarbij ‘witte’ artsen alles bepalen, zonder rekening te houden met de specifieke situatie van zwarte personen.

Op dit moment zijn er nog geen cijfers. Cécile Cense van Discriminatie.nl vertelt dat er later deze maand een monitor van corona-gerelateerde discriminatiemeldingen uitkomt, maar kan daar nu nog niets over zeggen. Het College voor de Rechten van de Mens publiceerde een artikel over corona en racisme, maar dit gaat vooral over anti-Chinees racisme. Over anti-zwart racisme wordt niets specifieks gezegd.

Het Landelijk Platform Slavernijverleden en de partij BIJ1 zitten dan wel dicht bij het vuur, maar zij beschikken niet over nieuwe feiten die aantonen dat zwarte coronapatiënten worden gediscrimineerd. Hetzelfde geldt voor de claim dat zwarte leerlingen als gevolg van de coronacrisis lagere schooladviezen krijgen dan voorheen. Toch is BIJ1 ervan overtuigd dat dit wel gebeurt.

‘Er is een lange geschiedenis van hoe etnische stereotypen doorwerken in de zorg in Nederland’

Volgens BIJ1-woordvoerder Quinsy Gario is het wetenschappelijk bewezen dat Nederlandse artsen patiënten etnisch profileren. Hij beroept zich op een artikel (2016) in NRC, waarin arts Roel Metz vertelt dat hij patiënten dagelijks etnisch profileert. Op dit artikel is kritiek gekomen van drie wetenschappers – Amade M’Charek, Alana Helberg-Proctor en Jeffrie Buckle – die volgens Gario hebben aangetoond dat Metz geen uitzondering is en dat discriminatie in ziekenhuizen veel voorkomt. Gario: ‘Er zijn vele gebreken in de zorg met betrekking tot diversiteit. Er is een lange geschiedenis van hoe etnische stereotypen doorwerken in de zorg in Nederland.’

Over de etnische achtergrond van coronaslachtoffers weten we op dit moment nog niets, omdat Nederland dit niet bijhoudt. Maar discriminatie in de zorg is nu eenmaal een feit, vindt BIJ1. Daarom stelt de partij dat Nederland etniciteit toch moet bijhouden, om zo meer slachtoffers onder niet-witte Nederlanders te voorkomen.

Worden deze zorgen ook in Den Haag gedeeld? Coalitiepartij D66 herkent zich in ieder geval niet in de beschuldiging dat Nederlandse zorgprofessionals racistisch zouden zijn, laat voorlichter Daan Bonenkamp weten. ‘Mensen in de zorg doen hun werk volgens onze overtuiging zonder aanziens des persoons, waarbij het belang van de patiënt voorop staat. Artsen hebben daar niet voor niets de eed voor afgelegd. Als we concrete signalen zouden hebben dat dit anders is, dan staan we daar natuurlijk tegen op. Waar racisme en discriminatie opduikt mag de politiek nooit zwijgen, ook niet en juist niet in deze moeilijke tijd.’

Hoogleraar Biemond: ‘In het ziekenhuis wordt er geen onderscheid gemaakt ten aanzien van de diagnostiek van COVID-19 en de behandeling. In het ziekenhuis kan discriminatie natuurlijk voorkomen. En ook kan er in een eerder stadium iets mis gaan. Dat zwarte mensen bijvoorbeeld minder snel naar de dokter stappen. Of dat dokters misschien minder snel zwarte mensen doorverwijzen naar het ziekenhuis, maar daar hebben we geen enkel zicht op.’

Daarnaast vreest het LPS dat niet-witte leerlingen – nu de examens zijn komen te vervallen – lagere schooladviezen krijgen. Onderwijspersoneel zou namelijk racistisch zijn en zwarte en islamitische leerlingen structureel onderadviseren. Volgens het LPS-rapport worden zwarte leerlingen nu extra gediscrimineerd, omdat er nu alleen wordt gekeken naar schoolonderzoeken en niet naar de neutralere centrale examens.

‘Het probleem dat we constateren is dat ongeacht het talent van scholieren uit gemarginaliseerde gemeenschappen er een patroon is waarbij zij naar maatschappelijk ondergewaardeerde opleidingen doorgestroomd worden’, zegt BIJ1-woordvoerder Quinsy Gario. ‘Hierdoor zitten gemarginaliseerde gemeenschappen in een vicieuze cirkel, waaraan vele families met de resultaten van de eindtoets probeerden te ontsnappen. Maar die ontsnappingsmogelijkheid is er nu niet meer.’

De D66-fractie maakt zich dan wel zorgen om onderadvisering, maar niet meer dan voor de coronacrisis.

Wit perspectief?

Een belangrijke grief van het Landelijk Platform Slavernijverleden is dat de Nederlandse media de coronacrisis zouden belichten vanuit een ‘wit perspectief’. Het platform was niet de eerste met deze klacht. Zo twitterde de linkse journaliste en intersectioneel feministe Naomi Combrink: ‘Mag ik even klagen over hoe onuitstaanbaar het is dat we ALLEEN MAAR WITTE MANNEN TE ZIEN KRIJGEN DIE ONS VERTELLEN WAT WE MOETEN DOEN.’

Het LPS-rapport rept niet over ‘witte mannen’ en BIJ1 benadrukt niet tegen ‘witte mannen’ en de vrijheid van meningsuiting te zijn: ‘Als politieke partij hebben wij niet het recht om aan redacties te dicteren wie ze wel of niet moeten uitnodigen. Dat gezegd hebbende, vinden we het belangrijk dat redacties wel begrijpen dat ze op dit moment een onvolledig beeld van de pandemie in Nederland tonen.’

BIJ1 wil dat de media in Nederland via hun programma’s, publiek, personeel en partners een afspiegeling van Nederland zijn, zegt Quinsy Gario. ‘Juist nu is het belangrijk dat de grote gevestigde media in Nederland de Code Diversiteit en Inclusie gaan omarmen om een zo volledig mogelijk verslag van de crisis te kunnen presenteren.’

‘Het allereerste artikel van onze grondwet geldt ook in crisistijd, of eigenlijk: juist in crisistijd’

D66 herkent zich niet direct in het beeld van LPS en BIJ1, zo laat Bonenkamp weten. ‘In deze crisis zien we een diversiteit aan mensen die hun rol pakken en hun verhaal doen: vrouwen en mannen, jongeren en ouderen, Brabanders en Groningen en onze land- en Koninkrijksgenoten in het Caribisch deel van het Koninkrijk.’ Als voorbeeld noemt Bonenkamp de Armeens-Nederlandse arts Gor Khatchikyan, die dikwijls in de media komt om te praten over de strijd op de intensive care.

Volgens hoogleraar Biemond klopt het inderdaad dat de meeste medische professionals op televisie ‘witte mannen van boven de vijftig’ zijn. ‘Maar dit verandert wel, want onze samenleving verandert.’

Grondwetswijziging?

Het Landelijk Platform Slavernijverleden pleit ervoor afrofobie – discriminatie van zwarte mensen – als aparte discriminatiegrond opnemen in Artikel 1 van de Nederlandse grondwet. Dit zou helpen om discriminatie van zwarte mensen beter en structureler aan te pakken, zoals het platform graag ook ziet in deze coronacrisis. Artikel 1 luidt op dit moment als volgt: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

BIJ1 ondersteunt het pleidooi van LPS voor een grondwetswijziging, zegt Quinsy Gario. De huidige definitie van discriminatie in de grondwet en de Algemene Wet Gelijke Behandeling zijn volgens hem niet in lijn met artikel 1 van het VN-verdrag voor de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (1965). ‘In tegenstelling tot Nederlandse wetgeving is discriminatie op grond van huidskleur, afkomst en etnische afkomst daarin wel opgenomen. Onze definitie is ontoereikend volgens het verdrag dat we hebben ondertekend en dus hebben beloofd om na te leven.’

Door het ondertekenen van het verdrag heeft Nederland zich gecommitteerd aan het uitbannen van racisme, vervolgt hij. ‘Het is dus niet een kwestie van of wij vinden dat afrofobie in de grondwet moet worden opgenomen. Dat heeft Nederland al beloofd en dat moet zo snel mogelijk nageleefd worden. Het is ernstig dat de kennis over dit verdrag ontbreekt en de gevolgen voor de slachtoffers van afrofobie, door het niet volledig naleven van de gemaakte afspraken, worden gebagatelliseerd en onderschat.’

Het College voor de Rechten van de Mens denkt hier anders over, zegt jurist Rajae Azaroual. ‘De Algemene Wet Gelijke Behandeling verbiedt zowel onderscheid op grond van ras als nationaliteit. Ras wordt bovendien ook breed uitgelegd, zodat ook etniciteit en afkomst daaronder vallen. In zijn oordelenlijn houdt het College rekening met de specifieke kenmerken en specifieke vormen van onderscheid die verschillende groepen kunnen ondervinden. Er is dus voldoende wettelijke grondslag voor een antiracismebeleid.’

D66 is het daarmee eens. ‘Wat ons betreft verbiedt de grondwet nu al elke vorm van discriminatie op basis van wie je bent en waar iemand vandaan komt’, stelt voorlichter Daan Bonenkamp. Ook GroenLinks is geen voorstander van een grondwetswijziging, zo laat parlementariër Niels van den Berge in een schriftelijke reactie weten. Artikel 1 voldoet op dit moment al, vindt hij.

‘GroenLinks staat pal voor gelijke kansen en gelijke rechten voor iedereen. Het allereerste artikel van onze grondwet geldt ook in crisistijd, of eigenlijk: juist in crisistijd. We geven een stem aan de mensen die vaak niet gehoord worden. Aan hen die in de blinde hoek van veel andere politici zitten. (…) Discriminatie op basis van religie, afkomst, huidskleur, leeftijd of welke andere grond dan ook, is onacceptabel.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -