3.3 C
Amsterdam

‘Ja’, ‘Nee’ of ‘Geen bezwaar’? Moslims over de nieuwe donorwet

Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Op 1 juli is de Wet actieve donorregistratie ingegaan. Hiermee komt iedereen in Nederland vanaf achttien jaar automatisch in het Donorregister. Vier moslims spreken over wat deze nieuwe donorwet betekent voor henzelf en voor de gemeenschap.

Geen keuze maken vat de overheid vanaf nu op als ‘geen bezwaar’ tegen orgaandonatie. Dat betekent dat Nederlanders automatisch orgaandonor zijn, tenzij nabestaanden nadrukkelijk kunnen aantonen dat de overledene dat niet wilde. Een lastige keuze voor veel moslims, want is orgaandonatie wel toegestaan binnen de islam?

Over orgaandonatie bestaan onder moslims verschillende meningen, maar wereldwijd vinden vrijwel alle fatwa-commissies dat orgaandonatie binnen de islam is toegestaan – zij het onder voorwaarden.

Volgens de Vereniging Imams in Nederland is orgaandonatie toegestaan wanneer de donor zelf niet sterft hierdoor. Organen waarvan het leven van de donor afhankelijk is, zoals het hart of de lever, mogen onder geen beding gedoneerd worden. Dit geldt ook voor organen met erfelijke of vruchtbare elementen, zoals de eierstokken, omdat het mengen van nageslacht niet is toegestaan binnen de islam.

Daarnaast moet orgaantransplantatie de enige optie zijn voor de ontvangende patiënt om te overleven en moet de slagingskans van de operatie hoog zijn. Het doneren moet vrij zijn van dwang en belangen: ook vergoedingen voor orgaandonatie zijn dus niet toegestaan.

Mensenlevens redden

Linda Kurt is begeleider binnen de jeugdzorg en werd op haar zeventiende orgaandonor. Zij beseft dat er grote vraag is naar orgaandonoren. ‘Ik wil daarmee anderen helpen, omdat ik mijn organen dan toch niet langer nodig heb.’ Ze zegt dat ze haar organen wel wil doneren onder de voorwaarden die de geleerden hebben aangekaart.

Jaren nadat zij haar keuze als orgaandonor heeft gemaakt bekeerde Kurt zich tot de islam. Voor haar was dat een aanleiding om opnieuw te kijken naar orgaandonatie, en wat daarin de richtlijnen zijn volgens haar geloof.

‘Zodra je je bekeert tot de islam zijn er een heleboel beslissingen die je moet maken of moet heroverwegen. De keuze om orgaandonor te zijn en wat de islam daarover zegt, kwam niet meteen in mij op. Toen ik besefte dat daar nog veel onduidelijkheid over heerst, heb ik mij in het onderwerp verdiept en erover gesproken met mijn echtgenoot. Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en besloten om orgaandonor te blijven.’

Voor Kurt is het vooral een gevoelskwestie. ‘Als je gevoel ‘nee’ zegt, dan moet je het niet doen. Maar mijn gevoel zegt ‘ja’, ondanks dat er tot op heden nog veel onzeker is over wat wel en niet is toegestaan binnen de islam.’

‘Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en besloten om orgaandonor te blijven’

Ze wijst op de vraag of orgaandonatie ook na het overlijden is toegestaan binnen de islam, want daar liggen de meningen ver uiteen. Islamgeleerden die van mening zijn dat orgaandonatie na de dood is toegestaan, onderbouwen dit onder andere met een vers in de Koran: ‘En wie één leven redt, is alsof hij de levens van alle mensen heeft gered.’ (Soera 5:32)

In dit vers kan Kurt zich vinden. ‘Mocht er een eenduidiger advies worden uitgesproken dat orgaandonatie tegenspreekt, dan ben ik zeker bereid om mijn keuze te herzien. Daarin is mijn gevoel niet belangrijker dan mijn geloof’, zegt ze. ‘Maar ik geloof wel dat dit Koranvers over het redden van mensenlevens een hele krachtige is en mijn keuze voor orgaandonatie onderbouwt. Deze onderbouwing gebruiken de islamgeleerden immers ook. Mocht ik het bij het verkeerde eind hebben, dan vraag ik Allah om vergeving. Mijn intentie als orgaandonor is om mensenlevens te redden, niet om mijn Schepper ongehoorzaam te zijn.’

Nog meer kanttekeningen

Er is geen pasklaar antwoord op de vraag of orgaandonatie na de dood is toegestaan binnen de islam, concludeerde de Commissie Religieuze Zaken van de Haagse Stichting As-Soennah onlangs. Het hangt af van het exacte moment waarop de organen uit het lichaam worden gehaald, stelt zij.

Orgaandonatie vindt vaak plaats nadat een arts de patiënt hersendood heeft verklaard: de hersenfuncties zijn dan uitgevallen. Omdat de patiënt in dat geval nog ademt – vrijwel altijd via kunstmatige beademing -, functioneren diens hart en bloedcirculatie nog. Daardoor zijn de organen het meest bruikbaar voor donatie. Maar een persoon is islamitisch gezien pas dood als het hart en de longen ermee zijn opgehouden, schrijft As-Soennah. ‘Alleen dan kunnen wij diegene doodverklaren, ritueel wassen, in lijkgewaden verwikkelen en onder de grond begraven.’

As-Soennah adviseert moslims om zich nog niet als orgaandonor te registreren, totdat een commissie van Nederlandse moslimgeleerden zich over dit vraagstuk heeft gebogen. Dit advies neemt Mona* ter harte. Zij is bezig met het oprichten van haar eigen onderneming en volgt een training tot doula, iemand die steun biedt bij geboorte of sterfte. Net als Linda Kurt heeft zij zich bekeerd tot de islam.

‘Ik heb mij verdiept in de islam en orgaandonatie. Er zijn voor beide kanten veel te zeggen. Ik twijfel erg over de onderbouwing voor het toestaan van orgaandonatie na de dood’, vertelt ze.

Haar twijfels zijn ontstaan nadat zij een hadith – een overlevering van de profeet Mohammed – las, waarin staat dat moslims zowel de rustplaats als het lichaam van overledenen dienen te respecteren: het dode lichaam mag niet worden geschonden. Het breken van botten van een overleden en een levend persoon is even erg, vertelt deze hadith.

‘Als je anderen vertelt dat je geen orgaandonor wilt zijn, dan denken ze snel dat je egoïstisch bent. Maar zo simpel is het niet’, vertelt Mona. Om zich te houden aan het Koranvers over het redden van een mensenleven doneert zij bloed en stamcellen. ‘Dat is niet in strijd met wat is toegestaan binnen de islam.’

Mona vindt dat er genoeg andere manieren zijn om mensenlevens te redden, zonder daarbij haar eigen leven te schaden. Ook vindt zij dat ze geen organen van anderen mag ontvangen, omdat ze zelf niet geregistreerd is als orgaandonor. ‘Ik sta wel open voor andere meningen. Als ik nu in een bubbel zit van geen orgaandonor zijn, dan wil ik mijzelf ook de mogelijkheid bieden om uit die bubbel te komen.’

‘Meningsverschillen zijn een verrijking’

Meningsverschillen over het toelaten van orgaandonatie binnen de islam vormen geen belemmering. Dat stelt Nourredine Talhaoui, imam van de moskee El Fath in Amersfoort. Dankzij de meningsverschillen kunnen moslims zichzelf juist in kennis verrijken, zegt hij.

‘Over orgaandonatie heerst veel onwetendheid binnen de moslimgemeenschap. Sommige moslims denken dat orgaandonatie in alle gevallen verboden is. Deels is dit te verklaren omdat het onderwerp in het verleden zelden werd behandeld in de moskeeën.’

Volgens Talhaoui zijn sommige imams terughoudend wanneer het gaat over orgaandonatie. ‘Dit kan leiden tot verwarring. Ook zorgt een gesloten houding dat het gesprek vastloopt. Sommige moslims die een bepaald standpunt over orgaandonatie innemen, verspreiden dit naar andere moslims en claimen hun gelijk – zonder zich te hebben verdiept in de andere meningen en kennisbronnen. Dat is verkeerd.’

‘Binnen de islam is het leven een groot goed, waardoor hier geen overhaaste beslissingen over gemaakt kunnen worden’

Talhaoui adviseert moslims om blijvend kennis op te doen en het gesprek met anderen aan te gaan. ‘Als imam kijk ik naar de mening van de meerderheid van de islamgeleerden en hun onderbouwing. Op basis daarvan kan ik conclusies trekken en mijn besluit vormen’, zegt hij. ‘In het algemeen zie ik dat de meerderheid van de geleerden binnen de oemma – de wereldwijde islamitische gemeenschap – orgaandonatie toestaat onder de genoemde voorwaarden. Dat is de mening van duizenden islamgeleerden. Dan is het voor mij als Nederlandse moslim veilig om te stellen dat orgaandonatie is toegestaan als er aan de voorwaarden wordt gehouden.’

De imam ondersteunt het advies van As-Soennah voor moslims om zich niet te registreren als orgaandonor totdat er meer duidelijk is over de doodverklaring. ‘Binnen de islam is het leven een groot goed, waardoor hier geen overhaaste beslissingen over gemaakt kunnen worden’, vult hij aan. ‘Bij personen in coma wordt de levensondersteuning stopgezet op het moment dat artsen besluiten dat herstel niet meer mogelijk is. Uit ervaring kan ik vertellen dat er gevallen zijn waarin mensen uit een maandenlange comastaat ontwaken, zelfs nadat een arts heeft besloten dat herstel niet mogelijk was. Dit maakt het vraagstuk complexer.’

De Amersfoortse imam erkent dat het tekort aan orgaandonoren een groot maatschappelijk probleem is. Hij stelt dat de islamgeleerden hierover in gesprek blijven gaan en zich continu verdiepen in de materie, om een eenduidig besluit te kunnen vormen. Daarnaast vindt de imam dat de donorwet specifieker kan worden gemaakt, door een explicieter onderscheid te maken tussen orgaandonatie bij leven en orgaandonatie na de dood. Volgens hem zou de wet daardoor inclusiever zijn, want concreter voor moslims om hun keuze op te kunnen baseren.

Het voortouw nemen

‘Bij een maatschappelijk probleem als het tekort aan orgaandonoren vind ik dat wij als moslims het voortouw moeten nemen. Dat gebeurt nu nog te weinig, en dat zie ik als een gemiste kans’, zegt Rachman Tjahjono, IT-professional en actief binnen de Haagse moskee Al-Hikmah. ‘Als moslims kunnen wij zoveel meer doen met dit vraagstuk. Wat zijn onze standpunten hierin? Hoe maken we dit werkbaar? En als we onze organen dan niet mogen doneren na de dood, wat mag dan wel? Daar kunnen wij ons ook meer op richten.’

Tjahjono heeft zelf nog geen keuze doorgevoerd voor de actieve donorregistratie. Hij komt er voorlopig dus in te staan als ‘Geen bezwaar’, iets dat zijn mening goed samenvat. ‘Wanneer het gaat over orgaandonatie, dan moet ik vaak aan mijn eigen familie denken. Stel dat mijn moeder een nier nodig heeft, dan wil ik dat ze geholpen wordt. Als je dit weet, dan volstaat het niet om alleen maar organen aan te nemen en zelf niets te doneren wanneer je komt te overlijden.’

‘Stel dat mijn moeder een nier nodig heeft, dan wil ik dat ze geholpen wordt’

Tjahjono beseft de complexiteit van welke organen moslims mogen doneren en onder welke voorwaarden. Hij moet zich nog verder erin verdiepen, zegt hij. Toch is Tjahjono ervan overtuigd dat orgaandonatie voor moslims mogelijk moet zijn. ‘Er is een grote behoefte naar orgaandonoren. Dat gaat iedereen aan, of je moslim bent of niet.’

Belangrijk is volgens hem om de intentie uit te spreken een orgaandonor te zijn. Of dat daadwerkelijk gebeurt, is afhankelijk van verschillende factoren. Vanuit die redenering overweegt hij een familielid aan te wijzen om na zijn overlijden te beslissen over wat er gebeurt met zijn organen.

‘In de islam leren we over de grote waarde van mensenlevens en het belang van wederkerigheid. Dat wij net zoveel dienen te geven als dat we nemen. Met dat als uitgangspunt zie ik niet in waarom ik na mijn overlijden mijn organen niet mag doneren.’

*Achternaam bij de redactie bekend.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -