‘Mensen zijn kritisch. Als je alleen flyers gaat uitdelen tijdens de campagne en vervolgens nooit meer komt, dan heeft dat geen effect.’
Voor de aankomende gemeenteraadsverkiezingen staan veel Turkse Nederlanders op de kandidatenlijsten van partijen. Voor hen zijn er tal van mogelijkheden om campagne te voeren in de Turkse gemeenschap. Zo kunnen ze campagnevoeren in koffiehuizen, verenigingen, moskeeën en Turkstalige media. Wenden zij hun achtergrond aan om de Turkse gemeenschap voor zich te winnen? Op welk moment wordt de grens van cliëntelisme overschreden? De Kanttekening sprak met een politicoloog en twee Turks-Nederlandse kandidaten van D66.
Advocaat Nazmi Türkkol staat eenentwintigste op de kandidatenlijst van D66 in Amsterdam. ‘Met mijn kaliber verwacht ik wel dat ik met voorkeursstemmen wordt gekozen’, zegt hij. Hij heeft naar eigen zeggen bekendheid gekregen in de Turkse gemeenschap door rechtszaken te beginnen tegen de Nederlandse staat. Die gingen over onderwijs in eigen taal en het behoud van uitkeringen bij terugkeer naar het land van herkomst.
Türkkol voert actief campagne binnen de Turkse gemeenschap. ‘Ik ga het gesprek aan met kiezers in verschillende koffiehuizen en moskeeën. Daarnaast word ik uitgenodigd voor bijeenkomsten waar ik mijn verhaal kan doen. Ik richt me niet op een bepaalde etniciteit of religieuze stroming binnen de gemeenschap. Ik maak daar geen onderscheid in. Ik ben uitgenodigd door de linkse arbeidersvereniging HTIB, de Fatih-moskee die aan Diyanet is gelieerd en de Mescidi Aksa-moskee (waarvan de bezoekers bekendstaan als nationalistisch, red.). Ik kom dus écht overal.’
De rol van de moskee
De rol van moskeeën in verkiezingstijd is een gevoelig onderwerp waarbij het debat op scherpe toon wordt gevoerd. Dat is onder meer gebleken bij kwesties omtrent de buitenlandse financiering van of de politieke invloed op Turkse gebedshuizen.
Hoe voert Türkkol campagne in moskeeën? Deelt hij flyers uit? ‘Flyers uitdelen in moskeeën? Nee, daar doe ik niet aan, want ik geloof er niet in. Mensen zijn kritisch. Als je alleen flyers gaat uitdelen tijdens de campagne en vervolgens nooit meer komt, dan heeft dat geen effect. Wat ik wel doe, is dat ik in gesprek ga met mensen in de moskee, maar dat doe ik al vijfentwintig jaar.’ Op de vraag of een moskee ook een stemadvies mag geven, antwoordt hij bevestigend. ‘Als ik al jarenlang in moskeeën kom en als ik ze heb geholpen bij bijvoorbeeld het aanvragen van vergunningen, waarom zouden de bestuurders dan geen stemadvies mogen geven?’
Türkkol verschilt daarover van mening met zijn partijgenoot Nejat Sucu, die kandidaat is in de stad Almelo. Sucu is tien jaar bestuurder geweest van een Diyanet-moskee. ‘Moskeeën moeten neutraal zijn en boven de partijen staan’, vindt Sucu. ‘De moskeebestuurders geven geen officieel stemadvies, maar op persoonlijke titel kunnen zij wel hun voorkeur geven. Overigens zou ik dat niet netjes vinden, want er zijn meerdere kandidaten met een Turkse achtergrond.’
Turkstalige media
Sucu gebruikt Turkstalige media in Nederland om mensen te bereiken. Zo heeft hij diverse interviews gegeven aan verschillende bladen, waaronder de Turkstalige tijdschriften Platform en Ufuk. ‘Ik heb zelf ook voor Turkstalige media geschreven. Via Turkstalige media kan ik mijn achterban het best bereiken.’
Türkkol zegt geen campagne te voeren via Turkstalige media. Hij vindt dat zijn bekendheid, vanwege zijn werkzaamheden in verscheidene bestuursfuncties in de afgelopen vijfentwintig jaar, al groot genoeg is. Daarnaast is hij van mening dat sociale media een nuttigere tool is. ‘Het stemgedrag van onze gemeenschap is veranderd. Tot het jaar 2000 stemden veel Turkse Nederlanders op een onbekende kandidaat, alleen maar omdat hij een Turkse naam had. Daarna werd de keuze voor partijen in combinatie met de voorkeur voor een kandidaat met een Turkse achtergrond leidend. Tegenwoordig worden de kandidaten met een Turkse achtergrond kritisch gescand op wat ze voor de gemeenschap hebben gedaan. Daar moet je je campagne aan aanpassen.’
Partijstandpunten
Sinds de afsplitsing van Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk van de PvdA worden kandidaten met een Turkse afkomst volgens Türkkol extra gescreend op hun loyaliteit aan de partijstandpunten. ‘De partijen zijn sindsdien veel voorzichtiger geworden. Als de kandidaten worden voorgedragen door de organisatie waar ze zelf actief in zijn, dan overschrijdt je een grens.’ Dat Kuzu uit de religieuze stroming Süleymancilar komt is inmiddels bekend, maar of hij ook is voorgedragen door die beweging is niet bewezen.
Sucu is een bekend gezicht in de Almelose Turkse gemeenschap. Hij rekent dan ook op stemmen vanuit de gemeenschap. ‘Daarom heb ik mijn kandidaatschap besproken met stichtingen waar ik een bestuursfunctie heb bekleed.’ Hij benadrukt dat hij niet om toestemming heeft gevraagd, maar dat hij wilde toetsen ‘hoe groot de animo is voor zijn kandidaatschap’.
Almelo heeft naast een Turkse ook een Armeense gemeenschap. Sucu legt uit dat de twee groepen harmonieus met elkaar omgaan en dat hij de Armeense-apostolische Kerk ook bezocht heeft. ‘Wat betreft de recente ontwikkelingen rondom de Armeense genocide, klagen veel Turkse Nederlanders tegen mij dat mijn partij heeft erkend dat er een genocide heeft plaatsgevonden. Ik leg ze dan uit dat de Tweede Kamer de kwestie als genocide heeft bestempeld, maar het kabinet niet. Als het kabinet het niet heeft erkend, hoef ik dat ook niet te doen.’
Verder vindt Sucu dat hij als kandidaat van D66 niet in alle standpunten van de partijen mee hoeft te gaan. Volgens hem biedt de partij voldoende ruimte voor de eigen ideeën van kandidaten. ‘Mocht ik afwijken van het partijstandpunt, dan zal ik dat intern bespreken.’
Identiteitspolitiek
Of er bij de gemeenteraadsverkiezingen sprake is van cliëntelisme, zoals in de Rotterdamse deelgemeente Feyenoord werd vastgesteld door het integriteitsbureau BING in 2013, valt niet te bewijzen, volgens Jean Tillie, hoogleraar Politicologie van de Universiteit Amsterdam. ‘Ik kan daarover uitsluitend speculeren. Wat ik wel kan zeggen is dat het stemmen in toenemende mate langs etnische lijnen wordt bepaald. Dat zien we bijvoorbeeld bij Denk, Bij1 en het Forum voor Democratie. Dat ze ook populistische kenmerken hebben is bijzaak. Hoofdzaak is dat ze sterk identiteitspolitiek bedrijven.’
Over de mate van organisatie binnen de Turkse gemeenschap zegt Tillie: ‘Uit mijn eerdere onderzoeken bleek dat het hoge organisatiegehalte binnen de Turkse gemeenschap bevorderend werkte voor de politieke integratie.’ In een onderzoek van 2001 van onder anderen Tillie en
emeritus hoogleraar Politieke Theorie Meindert Fennema, bleek dat Turkse Nederlanders het meest naar de stembus gingen van de vier grootste etnische groepen: Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders. Waarom? Eén van de redenen is volgens het onderzoek dat de Turkse gemeenschap relatief veel organisaties heeft. ‘Een verschil met toen is echter dat er nu binnen de Turkse gemeenschap een grotere mate van fragmentatie heerst. Eveneens is de Nederlandse samenleving in toenemende mate aan het fragmenteren. Dat wordt vertaald naar politieke verandering waarbij nieuwe opkomende partijen vooral identiteitspolitiek bedrijven.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!