2.5 C
Amsterdam

Waarom haalde de IslamOmroep zo weinig leden?

Pieter Verbeek
Pieter Verbeek
Journalist.

Lees meer

Van de drie islamitische aspirant-omroepen die zich vorig jaar aandienden had de IslamOmroep de beste papieren. De teller bleef echter steken op ruim 16.500 betalende leden, terwijl er op 31 december minimaal 50.000 nodig waren. Te veel wantrouwen onder Nederlandse moslims en de komst van corona maakten de ledenwerving moeilijk.

Van een drieluikdocumentaire over het boerkaverbod als symboolmaatregel tot een discussie over islamitische instituten. De IslamOmroep wilde met zijn uitzendingen een ‘helder islamitisch geluid’ laten horen in Nederland. Dat laten de pilotprogramma’s op zijn YouTube-kanaal duidelijk zien.

Er leven in Nederland zo’n miljoen moslims. Veel Nederlandse moslims hebben het idee niet altijd goed te worden neergezet in het huidige televisieklimaat. Er zou te weinig ruimte zijn voor hun stem. Nadat eind 2015 de laatste publieke moslimomroepen van de buis verdwenen, bleef alleen nog maar het NTR-programma De Nieuwe Maan over. En dat programma is onder moslims nogal omstreden, vanwege de islamkritische koers van (inmiddels oud-)presentatrice Fidan Ekiz en het uitnodigen van de rechtse publicist Jan Roos en Pegida-voorman Edwin Wagensveld.

Het is daarom niet vreemd dat vorig jaar maar liefst drie islamitische aspirant-omroepen zich hadden aangemeld om mee te doen aan het publieke omroepbestel. Elke vijf jaar is er gelegenheid om een nieuwe omroep te beginnen en zendtijd te krijgen op de publieke televisie. De voorwaarde: je moet wel minimaal 50.000 betalende leden hebben. Naast de IslamOmroep deden ook M24 en de Vereniging Moslimmedia mee, maar zij kwamen niet in de buurt van het aantal leden van de IslamOmroep.

Verbindend, maar niet genoeg

De IslamOmroep wilde een omroep zijn voor alle moslims in Nederland en op die manier verbindend zijn, stelt oprichter en imam Azzedine Karrat. ‘We willen niet in groepen of etnische lijnen denken, en niet worden aangestuurd door bepaalde koepelorganisaties. Het Nederlandse burgerschap is gemeenschappelijk.’

Azzedine wist een coalitie te smeden van moskeekoepels die de nieuwe omroep wilden steunen, waaronder de landelijke Federatie Islamitische Organisaties en moskeekoepels in onder meer de regio’s Haaglanden, Rijnmond, Utrecht, Brabant en Zeeland. Alleen grote Turkse organisaties ontbraken, zoals moskeekoepels Diyanet en Milli Görüs. Volgens Karrat kwam dat omdat ze zo goed zijn georganiseerd. ‘Deze organisaties zijn nogal hiërarchisch. Daarom was het niet te doen om een initiatief te steunen dat niet van henzelf afkomstig is.’

Ook speelde mee dat Karrat scheef voor de Kanttekening. ‘Bij sommige instellingen en organisaties werd het idee gewekt dat ik voor Gülenisten zou werken’, aldus de imam. ‘Een van de argumenten die hiervoor werd gebruikt, is dat ik columnist was bij de Kanttekening. Gelukkig is het bij de meerderheid van de individuen verdwenen, maar bij instellingen en organisaties is dat beeld wel langer blijven hangen.’

Onder de leden die zich hebben aangemeld voor de IslamOmroep waren dan ook veel moslims van Turks-Nederlandse afkomst, aldus Karrat. Ook vanuit andere groepen, zoals moslims met een Somalische of Indonesische afkomst, kreeg de omroep steun van imams. Dat het niet is gelukt om voor hen een publieke omroep te starten vindt Karrat dan ook erg jammer.

Die diversiteit in het islamitische landschap maakt het opstarten van een islamitische omroep een lastige onderneming, denkt politicoloog en zelfstandig onderzoeker Ewoud Butter. In Zuilen in de Polder (2018) beschreef hij de geschiedenis van organisatievorming onder Nederlandse moslims.

Butter trekt een vergelijking met het verzuilde verleden van Nederland. Volgens hem zijn er weinig landen waar de islamitische gemeenschap zo divers is als in Nederland. Om een islamitische omroep te starten, moeten uiteenlopende religieuze en etnische groepen samenwerken, stelt hij. Dat leidde in het verleden tot de oprichting van koepelorganisaties.

‘Het ging toen echter vaak mis door onderlinge ruzie. Er was niet alleen strijd over de religieuze richting, maar er was ook vaak strijd tussen de ego’s van bestuurders, vaak van de eerste generatie. Zij wisten wel hoe je een islamitische koepel bestuurt, maar niet hoe je een omroep leidt.’

Dat versnipperde landschap tussen religieuze stromingen, koepelorganisaties, politieke verschillen en etnische groepen is er nog steeds, aldus Butter. Toch ziet hij ook positieve ontwikkelingen. ‘Er komt een nieuwe generatie bestuurders aan die professioneler is en gemakkelijker onderlinge verschillen kan overbruggen.’

Hij denkt dat er uiteindelijk wel een moslimomroep komt. ‘Het is een goed democratisch recht je eigen omroep te beginnen wanneer je je niet vertegenwoordigd voelt in het huidige omroepbestel. Ik zie het als een vorm van emancipatie. Er bestaat in ieder geval een grote behoefte om het anders doen dan De Nieuwe Maan.’

Daar is opiniemaker en publicist Nourdeen Wildeman, informeel betrokken bij de ledenwerving van de IslamOmroep, het mee eens. De Nieuwe Maan is volgens hem veel te negatief en vrijwel alleen maar kritisch over moslims. Een echt op de islam gebaseerde omroep is dan ook een verrijking van het publieke bestel, vindt hij.

‘Er bestaat in ieder geval een grote behoefte om het anders doen dan De Nieuwe Maan

‘Een omroep met content waar moslims blij mee zijn en waar ze zich bij thuis voelen zou heel goed zijn geweest. Juist als publieke omroep kun je met het bijbehorende budget ook echt professionele producties maken’, aldus Wildeman. ’Zo kan je het kwaliteitsniveau naar boven tillen Ze zeggen wel eens van democratische landen dat het volk de leider krijgt die het verdient. Ik zeg: wij moslims in Nederland krijgen de omroep die we verdienen – geen. Omdat we zoveel verschillende gemeenschappen in ons land hebben werkt het niet.’

Er is niet één moslim waar 50.000 man zich achter scharen, waar alle moslims zich mee associëren, gaat Wildeman verder. Dat is wel gebleken rond de persoon van kartrekker Azzedine Karrat. ‘Een etniciteit-overstijgend initiatief als IslamOmroep is heel belangrijk, maar het is echt nog een uitdaging om de verschillende islamitische gemeenschappen meer te verenigen en los te maken van de etnische verschillen. Daar zijn we nog lang niet.’

Wantrouwen

Daarnaast hebben veel moslims in Nederland wantrouwen richting de omroepen, stelt Wildeman. ‘Ze hebben een negatief beeld van de media en begrijpen niet hoe die werken. Als er een publieke omroep komt, bepaalt die dan wat de islam is? De Nieuwe Maan helpt ook niet om dat te verminderen. Moslims extrapoleren hun negatieve ervaringen met deze omroep naar dit nieuwe initiatief. Daardoor kreeg de IslamOmroep geen kans.’

Ook Karrat noemt dit wantrouwen als een van de redenen waarom de IslamOmroep niet de 50.000 leden haalde. ‘We hadden eerder een moslimomroep (zie kader, red.), en dat was voor velen geen al te positieve ervaring. Het vertrouwen in de media is laag, door de negatieve framing over moslims’, zegt hij.

‘Wij moslims in Nederland krijgen de omroep die we verdienen – geen. Omdat we zoveel verschillende gemeenschappen in ons land hebben werkt het niet’

Onder Nederlandse moslims leeft het gevoel al jarenlang te worden zwartgemaakt in de media, geeft hij aan: ‘‘Hoe gaat het jullie dan lukken als nieuwe omroep?’, was een vraag die mij werd gesteld.’ Daarnaast heerst er ook wantrouwen richting de overheid, omdat deze de publieke omroepen subsidieert. Daardoor denken velen dat de overheid de koers bepaalt, aldus Karrat. ‘Want wie betaalt, die bepaalt, toch?’

De IslamOmroep kreeg het afgelopen jaar dan ook te maken met allerlei haat- en lastercampagnes, vervolgt Karrat. Toen zijn omroep de grens bereikte van 10.000 leden, begonnen op social media en op andere media berichten te verschijnen die de nieuwe omroep in een kwaad daglicht stelden.

‘Blijkbaar namen ze ons eerst niet serieus, maar toen we op een gegeven moment per dag gemiddeld vijfhonderd leden erbij kregen en in het weekend som zelfs duizend per dag, werden sommige mensen zenuwachtig’, zegt Karrat.

Sommige moslims vonden dat de omroep te liberaal is en niet de ‘ware islam’ verkondigt. Er ontstond zelfs een ware complottheorie die stelde dat de IslamOmroep in opdracht van de overheid moslims wilde bespelen, om ze zo een liberale islam aan te smeren.

Maar misschien wel de belangrijkste reden dat de magische grens van 50.000 leden niet werd gehaald, was de komst van het coronavirus. De lockdowns maakten het leden werven in de moskeeën een stuk lastiger, vertelt Karrat. ‘Door corona konden moskeeën bijvoorbeeld weinig doen behalve live online sessies organiseren. En daar spreek je de oudere moskeebezoekers niet mee aan. En juist de jongeren, die wel online te vinden zijn, zijn weer niet zo geïnteresseerd in verenigingen en om ergens lid van worden.’

‘Als je kijkt naar hoeveel steun we hebben gekregen vanuit moskeeën, en hoeveel positieve reacties er waren, dan had het makkelijk gekund’

Omdat de werving grotendeels online plaatsvond, is het overgrote deel van de ruim 16.500 leden veertig jaar of jonger. Karrat is ervan overtuigd dat het zonder lockdowns wel was gelukt. ‘Als je kijkt naar hoeveel steun we hebben gekregen vanuit moskeeën, en hoeveel positieve reacties er waren, dan had het makkelijk gekund. De IslamOmroep was echt even hét gesprek van de dag onder Nederlandse moslims. We kregen aandacht genoeg.’

Waarom is de IslamOmroep niet gaan samenwerken met de twee andere islamitische aspirant-omroepen, om zo gezamenlijk wel die ledengrens te halen? ‘We hebben simpelweg te verschillende visies en doelen’, legt Karrat uit, die wel in gesprek ging met een andere islamitische aspirant-omroep, M24. Volgens Karrat heeft M24 duidelijk meer gekozen voor een multiculturele benadering, zoals die van Omroep Zwart, die wel de 50.000 leden haalde.

‘Er is al genoeg aandacht in programma’s voor de multiculturele samenleving, maar er is te weinig aandacht voor programma’s die gemaakt worden vanuit de islam’, zegt de imam. Met de IslamOmroep wil Karrat naar eigen zeggen het islamitische geluid duidelijk vertegenwoordigen, een stem geven aan Nederlandse moslims en hun praktijken laten zien.

Daarbij streeft IslamOmroep ernaar om binnen de kaders van de islam te blijven. ‘Met de Vereniging Moslimmedia hebben we overigens geen gesprekken gehad’, vertelt hij. ‘Zij waren er later bij gekomen, toen wij al heel ver waren. Ik merk dat zij meer vanuit de Turkse achterban werken.’

Digitaal verder

Ondanks dat de omroep niet genoeg leden wist te behalen voor zendtijd op de publieke televisie kijkt Karrat met een positief gevoel terug. ‘Alles wat we tot nu toe hebben bereikt zie ik als winst. We zijn met nul begonnen en zijn stapsgewijs gegroeid’, zegt hij. ‘Ik ben trots op hoe wij ons hebben georganiseerd, met ruim 130 vrijwilligers die zich geroepen voelden om iets te doen voor de omroep. We hebben ruim 14.500 volgers op Instagram, ruim 11.000 volgers op Facebook en meer dan 16.500 leden. En dat in een paar maanden tijd.’

Instagram-bericht van de IslamOmroep op 1 januari. (Beeld: IslamOmroep)

Over zo’n vier jaar gaat de IslamOmroep het nog een keer proberen als publieke omroep. Tot die tijd gaat de IslamOmroep digitaal verder. Karrat: ‘Die tijd is zo voorbij, kijk maar naar de verkiezingen. Nu gaan we eerst reflecteren. Binnenkort gaan we bekendmaken wat we precies gaan doen en hoe. Het komende jaar wordt sowieso een jaar van experimenteren, veel dingen proberen en ons verder ontwikkelen. De behoefte naar programma’s met een islamitisch perspectief blijft in ieder geval groot.’

De IslamOmroep is niet de eerste moslimomroep die een poging doet om een plek te krijgen tussen de publieke omroepen. In 1986 werd al de eerste moslimomroep opgericht: de Islamitische Omroep Stichting (IOS). Die was opgezet vanuit de Islamitische raad Nederland (IRN), waarbij destijds de Marokkaanse koepel UMMON, de Surinaamse WIM en de Turkse TICF bij waren aangesloten. Later volgde in 1993 de Nederlandse Moslim Omroep (NMO). Die moest vanaf 2004 de zendtijd delen met de Nederlandse Islamitische Omroep (NIO).  

Vijf jaar later meldden zich drie nieuwe omroepen: Stichting Moslim Omroep (SMO), Samenwerkende Moslim Organisaties Nederland (SMON) en Stichting Academica Islamica (SAI), die alle drie echter geen zendtijd kregen. In 2012 lukte de Moslimomroep (MO) van de Stichting Zendtijd Moslims (SZM) dat wel. Alle hierboven genoemde omroepen waren omroepen op religieuze of levensbeschouwelijke basis zonder leden. Dit was tot 31 december 2015 wettelijk mogelijk. Vanaf 2016 moesten al deze omroepen onderdak vinden bij één van de grote omroepen. Dat lukte de moslimomroepen niet.

Sindsdien is de enige televisie met islamitische insteek de talkshow De Nieuwe Maan van de NTR. In 2007 meldde de eerste moslimomroep met betalende leden zich, Zenit. Deze omroep wilde de ontwikkeling van een tolerante Nederlandse islam bevorderen, maar haalde niet genoeg leden om mee te mogen doen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -