15.4 C
Amsterdam

Politiek historicus Carla Hoetink: ‘Versnippering in de politiek is structureel’

Ewout Klei
Ewout Klei
Historicus en journalist.

Lees meer

Van belangenpartijen tot identiteitspolitieke bewegingen en van oude stromingen tot nieuwe splinters: het Nederlandse stembiljet was nog nooit zo divers. Carla Hoetink van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen legt uit hoe dat komt.

27 partijen doen dit jaar mee aan de verkiezingen. Het is een bont gezelschap van gevestigde namen, nieuwkomers, splinters en belangenclubs. Voor Carla Hoetink, politiek historicus en sinds kort directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP), is het een rijke oogst om te bestuderen. ‘Het landschap laat ook qua type partij een tweedeling zien,’ zegt ze. ‘Ongeveer de helft van de partijen is ideologisch of levensbeschouwelijk, de andere helft zijn belangenpartijen. Daarnaast zien we ook enkele uitgesproken identiteitspolitieke partijen, zoals BIJ1 en ELLECT, en partijen die neigen naar nativisme en antisysteemdenken, zoals Forum en De Linie.’

Ondersteuningsverklaringen

Volgens Hoetink zijn veel verschijnselen niet nieuw. ‘In de jaren zeventig had je al de Nederlandse Middenstandspartij, een klassieke belangenpartij.’ Ook legt ze uit dat fusies dikwijls leiden tot nieuwe afsplitsingen van partijleden die het met de fusiepartij oneens zijn. Tegelijkertijd wijst ze op opvallende nieuwe bewegingen. De Fryske Nasjonale Partij doet dit jaar in zestien van de negentien districten mee, zodat Friesland zich voor het eerst sinds de invoering van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging ook landelijk presenteert. Dat zal behoorlijke inspanningen hebben gekost om in bijna alle kieskringen ondersteuningsverklaringen te krijgen. Dat is ze knap gelukt, waarschijnlijk op het ticket van ‘regionalisme’.

Carla Hoetink

In vergelijking met de jaren tachtig en negentig is het politieke landschap nu veel meer versnipperd. In 2021 stonden er maar liefst 37 partijen op het stembiljet, een naoorlogs record. Dit gaat gepaard met een nivellering van het politieke midden: de grootste partijen zijn slechts middelgroot, waardoor het moeilijker is om een stabiele meerderheidscoalitie te vormen.

Tegelijkertijd biedt deze tijd nieuwkomers volop kansen. ‘Veel nieuwe partijen zijn tegelijk optimistisch en opportunistisch. Ze geloven dat ze een goede kans maken, zoals BBB en NSC hebben laten zien, die vanuit het niets in de Tweede Kamer belandden. De Nederlandse kiezer is wispelturig, dat geeft nieuwe en populistische partijen hoop. Als Caroline van der Plas en Pieter Omtzigt het eerder konden, waarom dan nu niet Joost Eerdmans?’

‘De Nederlandse kiezer is wispelturig’

In het verleden lukte het nieuwkomers ook om vanuit het niets in de Tweede Kamer te komen, maar dit was meer uitzondering dan regel. Hoetink noemt D66, dat in 1967 met zeven zetels in de Tweede Kamer kwam, en PvdA-afsplitser DS’70, dat in 1971 met acht zetels debuteerde. In 1994 deden de SP en de ouderenpartijen hun intrede, samen goed voor negen zetels, en ging Hans Janmaat van één naar drie zetels. En natuurlijk de LPF, die in 2002 met maar liefst 26 zetels in het parlement belandde. Dat werd elke keer als een aardschok ervaren. ‘Als je die lijnen trekt, begrijp je de dynamiek van nu beter,’ aldus Hoetink.

Vrouwen op de lijst

Ook de lijstsamenstelling weerspiegelt bredere ontwikkelingen. De lijst van GroenLinks-PvdA bestaat nu voor zo’n zestig procent uit vrouwen. De vroegere regel van een strikte man-vrouwafwisseling is losgelaten ten gunste van een verdeling GroenLinks/PvdA én veel vrouwen hoog op de lijst. Bij D66 staat ook een behoorlijk aantal vrouwen op de lijst, maar op lagere plekken. Op de conceptlijst stonden ze hoger, maar het congres gaf de voorkeur aan zittende fractieleden, overwegend mannen, met ervaring.

Interessant is dat rechtse partijen als BBB en Forum voor Democratie geleid worden door een vrouw. Bij BBB is de nummer twee, Mona Keijzer, ook een vrouw. Bij FvD domineren ondanks de vrouwelijke lijsttrekker toch de mannelijke kandidaten. Het is een fascinerende paradox, die ook onderwerp is van nieuw politicologisch én historisch onderzoek: wat is de aantrekkingskracht van vrouwen op rechts-populistische partijen als FvD, die er niet bepaald een vrouwvriendelijk maatschappijbeeld op nahouden? Op de SGP-lijst ten slotte staat, traditiegetrouw, geen enkele vrouw. ‘Lijsttrekker Chris Stoffer verschuilde zich in het NRC-interview achter het besluit van het hoofdbestuur, zodat hij zelf niet zijn mening over de kwestie hoefde te geven.’

GroenLinks-PvdA heeft veel kandidaten van kleur

Hoe zit het dan met diversiteit van kleur? GroenLinks-PvdA heeft veel kandidaten van kleur, andere progressieve partijen volgen dit voorbeeld. Bij Denk bestaat de lijst vrijwel uitsluitend uit kandidaten met een migratieachtergrond of kleur. Vanuit wetenschappelijk oogpunt kun je volgens Hoetink de vraag oproepen of een partij die zo’n lijst voorstaat óók een vorm van uitsluiting hanteert. ‘Progressieve partijen zullen dat nooit zo benoemen, maar principieel kun je die vergelijking wel maken, met de belangrijke nuance dat Denk niet formeel witte mensen van de lijst uitsluit.’

Nieuwe hoeder van democratie en rechtsstaat

Een opvallende categorie nieuwe partijen is de groep die zich nadrukkelijk opwerpt als hoeder van de democratie en rechtsstaat. Naast NSC, dat hier in 2023 hoge ogen mee gooide, zijn er initiatieven als Mijn Stem Telt, de Partij voor de Rechtsstaat en de Piratenpartij. Die laatste partij benadrukt privacy en transparantie, maar flirt ook met marges als klimaatontkenning en ideeën over ‘vrije wetenschap’.

Het is geen volledig nieuw fenomeen, zegt Hoetink. ‘Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 deden bijvoorbeeld de Continue Directe Democratie Partij en DeZes mee, die meer directe democratie wilden. Dat er groepen burgers zijn die zich rond een democratisch of rechtstatelijk belang willen scharen, geeft zowel hoop als reden tot zorg, zou je denken. Elke partij immers zou zich, ongeacht ideologische richting, verantwoordelijk moeten voelen voor behoud en verbetering van de democratische rechtsstaat.’

 ‘Zo gepolariseerd als in de Verenigde Staten is het hier niet’

In de jaren tachtig was het Nederlandse politieke landschap een ‘driestromenland’, waar de PvdA, het CDA en de VVD domineerden. ‘Die hoofdstromen bestaan nog, maar er zijn steeds meer zijtakken gegraven,’ zegt Hoetink.

‘De consensusdemocratie van die jaren staat onder druk, maar zo gepolariseerd als in de Verenigde Staten is het hier niet. In Nederland zie je dat nieuwe kabinetten het beleid van eerdere kabinetten niet terugdraaien, maar juist doorzetten in aangepaste vorm. Dat continuïteitsprincipe leeft nog steeds behoorlijk sterk. Maar het is nu wel de vraag of de besluiten van het kabinet-Schoof niet worden teruggedraaid.’

Coalitiescenario’s

Voor de komende kabinetsformatie schetst Hoetink drie scenario’s. Het meest realistisch is volgens haar een middenkabinet met CDA en GroenLinks-PvdA, aangevuld met D66 en/of de ChristenUnie. Dat zou echter ook een minderheidskabinet kunnen worden, omdat er zeer waarschijnlijk meer dan vier partijen nodig zijn om een parlementaire meerderheid te vormen. Een tweede scenario is een minderheidskabinet, maar dat is riskant. Ze wijst op het kabinet-Colijn V uit 1939, dat toen het voor de eerste keer bijeenkwam, meteen naar huis werd gestuurd door de Tweede Kamer. Sindsdien is het streven – sommigen zeggen ‘regel’ – om altijd tot een meerderheidskabinet te komen. Het derde scenario ten slotte is een rechts meerderheidskabinet, mogelijk als de VVD groot blijft en alsnog met de PVV wil regeren. ‘Maar ik acht de kans groot dat Dylan Yesilgöz bij een nederlaag van de VVD zal moeten vertrekken, en daarmee lijkt dit scenario ook minder realistisch.’

Een veranderde politieke cultuur

Wat zorgen baart – en dat klinkt al een tijd van verschillende kanten – is de veranderde dynamiek in de politiek. Waar in de hoogtijdagen van de verzuiling in de Tweede Kamer fel werd gedebatteerd voor de bühne, maar achter de schermen en binnen de regering akkoorden werden gesloten, lijkt die balans nu zoek. Sociale media versterken dit. Politici bedienen hun achterban rechtstreeks met symbolische gebaren: Caroline van der Plas droeg op Prinsjesdag bewust wit-blauw, de kleuren van de Israëlische vlag; haar nemesis Esther Ouwehand droeg vervolgens een Palestinajurkje tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.

‘Het Nederlandse partijenstelsel lijkt definitief te zijn veranderd’

‘In het verleden waren politici fel tegenover hun achterban, maar verzoenend in onderhandelingen. Dat ligt nu een stuk ingewikkelder, blijkt. En omdat elke uitspraak die je binnenskamers doet meteen op straat ligt, wordt het steeds moeilijker om met geven en nemen tot compromissen te komen.’

De conclusie van Hoetink is helder: ‘De versnippering in de Nederlandse politiek is niet tijdelijk, maar structureel. Het Nederlandse partijenstelsel lijkt definitief te zijn veranderd.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -