13.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 19

CDA heeft de meeste integriteitskwesties

0

Het CDA staat bovenaan in de politieke integriteitsindex 2024, gevolgd door FvD en PVV. Deze lijst laat zien welke partijen het vaakst betrokken zijn bij schendingen van politieke integriteit. Net als vorige jaren kwam wangedrag in de privésfeer het vaakst voor.

Afgelopen jaar telde Nederland 57 politieke integriteitsaffaires, zo meldt Binnenlands Bestuur. Het CDA telde acht affaires, FvD en PVV allebei vier. FvD heeft echter slechts drie Kamerzetels en staat daardoor relatief gezien bovenaan met het grootste aantal affaires per zetel, aldus de politieke nieuwssite. Opvallend is dat de VVD, die normaal gesproken bovenaan staat, dit keer slechts twee affaires kende.

Zoals bijna ieder jaar staat ook in de nieuwe index ‘wangedrag in de privésfeer’ bovenaan, met zestien incidenten. Daarna volgen ‘belangenverstrengeling’ (vijftien incidenten), ‘ongewenste omgangsvormen’ (acht incidenten) en ‘misbruik en manipulatie van informatie’ (zes incidenten).

Voorbeelden van bekende affaires zijn die van CDA-burgemeester Pieter van Maaren van Zaltbommel, die de ramen van zijn monumentale woning uit de 16e eeuw liet vervangen; staatssecretaris Vicky Maeijer van de PVV, bij wie plagiaat werd ontdekt in haar scriptie; en Pim Astro, raadslid in Leeuwarden voor GroenLinks, die met een hakbijl naar een muziektent ging vanwege geluidsoverlast.

Henri Bontenbal: ‘Moslims zijn volwaardig onderdeel van onze samenleving’

0

Het gaat goed met het CDA. De partij heeft maar vijf zetels in de Tweede Kamer, maar staat in de laatste peilingen op 18 zetels. Dit succes is mede te danken aan fractievoorzitter Henri Bontenbal, die het redelijke midden vertegenwoordigt. Maar wie is Henri Bontenbal? En wat kan hij betekenen voor onze samenleving en vooral voor biculturele Nederlanders? Hoofdredacteur Mehmet Cerit spreekt met de CDA-leider.

U groeide op in Rotterdam-Zuid, als vierde van acht kinderen. Welke waarden en lessen uit uw jeugd hebben u het meest gevormd?

Opgroeien in een groot gezin betekent dat je moet leren inschikken. Het draait niet om wie het hardst roept. Je leert dienstbaarheid, verantwoordelijkheid en rekening houden met elkaar.

‘Wat me ook sterk is bijgebleven is hoeveel tijd en energie mijn ouders in het gezin staken. Ze hebben zichzelf vaak weggecijferd om acht kinderen op te voeden en kansen te geven. Dat zie je pas echt goed als je zelf ouder wordt: hoeveel ze hebben opgeofferd in termen van tijd, carrière, hobby’s en ontspanning, om ons groot te brengen.

‘We leefden van één salaris. Dat betekende dat er weinig geld was voor luxe. Vakanties waren beperkt, cadeaus bescheiden, merkkleding had ik niet. Vaak droeg ik kleren van mijn oudere broers. Maar mijn ouders vonden het belangrijker dat we ons konden ontwikkelen. Daarom mochten we bijvoorbeeld wél op muziekles.

‘Dat leert je ook iets over armoede. Armoede gaat niet alleen over een laag inkomen, maar ook over sociaal kapitaal. Heb je een omgeving die je ondersteunt, die meedenkt, en bijspringt als je het moeilijk hebt? Mijn ouders gaven ons dat mee. En dat is van onschatbare waarde geweest.’

Wat hebben de keuzes van uw ouders met u gedaan, op de lange termijn?

‘Tachtig procent van hoe ik denk, komt voort uit het ethos van mijn ouders. Daarom ben ik ook nooit liberaal geworden, maar christendemocraat. Een liberaal begint bij vrijheid. Maar voor mij begint het met verantwoordelijkheid – vooral bij degenen die het beter hebben. Vrijheid is niet simpelweg ‘doen wat je wilt’. Vrijheid betekent: de mogelijkheid om het goede te doen. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn bij mij onlosmakelijk met elkaar verbonden.’

‘In de katholieke sociale leer draait het om het algemeen welzijn’

Hoe vertaalt u dat naar uw politieke keuzes vandaag de dag?

‘Ik probeer altijd het algemeen belang voorop te stellen. Dat is een kernbegrip binnen het CDA. In de neoklassieke economie zie je vaak het idee dat als iedereen zijn eigen belang nastreeft – als een soort homo economicus – dat dit vanzelf leidt tot het beste voor de samenleving. Maar in de katholieke sociale leer draait het om het algemeen welzijn. En dat is méér dan de optelsom van individuele belangen. Dat idee van gemeenschapszin, van verantwoordelijkheid voor elkaar.’

U noemt zichzelf weleens een ‘protestant met een katholiek hart’. Wat bedoelt u daarmee?

‘Ik ben protestants – lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Maar in het katholicisme zie ik iets wat mij diep aanspreekt: het laat ruimte voor het mysterie. Het relativeert de menselijke rede en het verstand.

‘Zeker in onze tijd, waarin we zoveel weten – ook over andere religies en levensbeschouwingen – is het belangrijk om je eigen overtuiging te hebben, maar tegelijk mild en open te zijn naar anderen. Die bewustwording van onze menselijke beperktheid, dat wij nooit alles kunnen begrijpen of overzien, is voor mij een belangrijke religieuze waarheid. Het helpt me ook om mensen met andere overtuigingen – onder wie moslims – met openheid en respect tegemoet te treden.’

Wat bedoelt u?

‘Dat je erkent dat waarheid niet alleen binnen je eigen religieuze stroming te vinden is. Er zijn ook andere waarheden en waarden, andere manieren om te zoeken. En juist dat woord – ‘waarde’ – vind ik mooi. Je gaat op zoek naar de waarde die je herkent in andere religieuze stromingen.

‘En daarbij weet je ook: elke religie heeft zijn donkere kanten. Ook het christendom. Dat besef helpt om een bescheiden houding aan te nemen. Tegelijk: het CDA is natuurlijk een christendemocratische partij. En dat is iets anders dan een christelijke partij. Daarom zal je mij vaak horen teruggrijpen op de kernwaarden van het christendemocratisch denken, maar veel minder op de religieuze bronnen daaronder. Omdat ik denk dat dat gezonder is. Als politicus moet je zoeken naar het gemeenschappelijke – het goede dat je deelt met anderen.’

‘Ook moslims, mensen van andere religies of zonder religie, kunnen zich daarin herkennen. Als ik sommige moslims vraag naar wat voor hen belangrijke waarden zijn, dan noemen ze rentmeesterschap, solidariteit, gerechtigheid – en dat zijn ook christelijke waarden. Dus in het CDA zie je die pluriformiteit ook terug. In de leden, in de manier waarop we naar de samenleving kijken. En dat helpt enorm bij het verbinden. En heel eerlijk: ik denk dat veel Nederlanders, ongeacht achtergrond, zich in die waarden herkennen.’

Hoe staat u tegenover de zogenoemde ‘joods-christelijke traditie’? Sluit je daarmee niet moslims uit?

‘Daar zou ik twee dingen over willen zeggen. Eén: je hoeft je afkomst niet te verloochenen. Natuurlijk heeft Nederland een geschiedenis. Natuurlijk is ons denken geworteld in het joods-christelijk denken. Dat is gewoon een feit. Net zoals dat er ook humanistische invloeden zijn. Maar, en dat is twee, het wordt problematisch als je die erfenis gebruikt om anderen uit te sluiten.

Beeld: CDA

‘Sterker nog, het is eigenlijk nog veel complexer dan alleen die joods-christelijke traditie. Neem bijvoorbeeld iemand als Thomas van Aquino – een hele invloedrijke denker binnen het christelijk denken, zowel op het gebied van ethiek als van dogmatiek. Maar als je goed kijkt, zie je dat hij heel duidelijk is beïnvloed door de Griekse filosoof Aristoteles. De hele deugdenethiek, die wij nu als iets christelijks beschouwen, is voor een groot deel gebaseerd op Grieks denken. Dus je kunt niet zeggen dat die stromingen helemaal los van elkaar staan.

‘Onze samenleving is gevormd door het joods-christelijke denken, ja, maar óók door andere bronnen. Denk aan de Verlichting, denk aan de Romantiek – dat zijn allemaal tradities die ons ideeën hebben aangereikt over mens-zijn, over samenleven, over hoe je met verschil omgaat. En dat is ook relevant als we kijken naar de islam in Nederland. Want juist vanuit die bredere traditie hebben we kaders ontwikkeld om met andere religies in dialoog te treden.’

Wat is dan de basis waarop we elkaar als burgers beoordelen?

‘Dat is voor mij democratisch burgerschap. En de kern daarvan – echt het hart – zijn een paar hele fundamentele principes. Gelijkwaardigheid van ieder mens. Dat is een onopgeefbaar ingrediënt.

‘En dan gewetensvrijheid, in combinatie met vrijheid van godsdienst. Dat zijn basisprincipes die we met elkaar moeten delen. Het betekent dat niemand onder dwang mag geloven – maar óók dat je een ander niet mag beletten om te geloven wat hij of zij wil. En daarbij hoort ook de erkenning dat we in een pluriforme samenleving leven. Die pluriformiteit moet je niet willen wegdrukken. Integendeel: het is onderdeel van wie we met elkaar zijn.

‘Voor mij is het uitgangspunt niet wát iemand precies gelooft, maar hóé iemand zijn democratisch burgerschap vormgeeft. Dáár ligt het criterium. Dus als een moslim zijn of haar democratisch burgerschap serieus neemt – zich inzet voor de samenleving, de grondbeginselen onderschrijft – dan is diegene volwaardig onderdeel van onze samenleving. Punt.’

De vraag was: wanneer is het genoeg, wanneer mogen wij echt Nederlander zijn?

Zijn moslims potentiële kiezers voor het CDA?

‘Absoluut. Sterker nog, zij behoren tot onze kiezers. Dat zijn ze in het verleden ook altijd geweest.’

Sinds de gedoogconstructie met PVV in 2010 verloor het CDA veel van de islamitische achterban. Als de moslims kiezers van CDA zijn, hoe wilt u het  vertrouwen herstellen en behouden?

‘Het jaar 2010 staat voor heel veel CDA’ers in het geheugen gegrift. Dit is niet het hoofdstuk in de geschiedenis van onze partij waar ze met plezier op terugkijken.

‘Ik heb er veel over gezegd. Ik was destijds geen voorstander van die samenwerking. Ik neem het de voorstanders ook niet kwalijk, want mensen maakten toen met allerlei motieven keuzes, maar we hebben wel een harde les geleerd. Ik ga met de PVV niet samenwerken.

‘Het gaat ons om de kernwaarden. Wil je een rechtvaardige samenleving? Wil je een samenleving waar mensen zich kunnen ontplooien? Waar mensen vrij zijn? Maar niet in de liberale zin van ‘doe maar wat je zelf wilt’, maar de vrijheid om het goede te doen, de vrijheid om je te ontwikkelen?

‘Iedereen die zich herkent in die kernwaarden, is welkom bij ons. En zeker ook moslims. Want ik merk daar ook een enorm engagement, bijvoorbeeld voor solidariteit en gerechtigheid. Ik zou het mooi vinden als mensen die net als wij willen strijden tegen onrecht, bij ons willen aansluiten en niet voor partijen kiezen die uiteindelijk alleen maar polariseren.’

Hoe bedoelt u dat, polariseren?

‘Kijk, het risico van deze tijd is ook identiteitspolitiek. Dat je kiest voor degene die het meest op jou lijkt en dus je eigen belang verdedigt. Maar ik denk dat we politieke partijen nodig hebben die zeggen: ‘Wij gaan voor het algemeen belang en niet voor één specifiek belang.’ Het is natuurlijk veel eenvoudiger je te richten op de belangen van één groep, bijvoorbeeld christenen, moslims, of dieren. Maar uiteindelijk drijft dat soort identiteitspolitiek de samenleving uit elkaar.’

Als het straks goed gaat en jullie bijna twintig zetels halen, geven jullie dan mensen met verschillende geloven en achtergronden een plek op de kandidatenlijst?

Dat weet ik nog niet of wij bijna twintig zetels gaan krijgen. Maar wij zijn wel een vrij brede volkspartij, met allerlei types mensen—theoretisch, praktisch opgeleid, arm, rijk, verschillende soorten geloven, wel of geen migratieachtergrond. Natuurlijk kan het beter. Dit is ook een opdracht voor de partij en voor mij, bijvoorbeeld in de selectie van mensen om dit goed te representeren.’

‘Wij zijn ook maar gewone mensen die weleens fouten maken’

Het CDA heeft niet alleen onder uw voorgangers, maar ook onder uw leiding keuzes gemaakt die biculturele Nederlanders niet begrijpen. Denk aan de steun voor de motie van VVD-Kamerlid Bente Bekker over het bijhouden van gegevens over ‘culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond’.

‘Wij hebben destijds vrij achteloos voor die motie gestemd. Dat leidde tot een stevige discussie. Het waren overigens mensen uit de CDA-achterban met een migratieachtergrond die bij mij aan de bel trokken. Hoewel ook anderen kritiek hadden. Dit geeft aan dat die tegenstem gelukkig binnen het CDA zit. Wij zijn ook maar gewone mensen die weleens fouten maken.’

Hoe moeten dit soort fouten worden voorkomen in de toekomst?

‘Door in de opbouw van je partij ook divers genoeg te zijn. Ik denk dat wij mensen met een migratieachtergrond kunnen aanspreken door het over het algemeen belang te hebben en een taal te spreken die niet polariseert, die niet mensen opsluit in hun etniciteit of geloof. De meeste mensen willen gewoon volwaardig burgers van Nederland zijn.

‘Want wat ik in die discussie daarna vaak heb teruggekregen, was niet dat mensen zeiden van: spreek mij nou eens aan als moslim, spreek mij nou eens aan als christen, spreek mij nou eens aan als Turk, Marokkaan of Antilliaan. De vraag was: wanneer is het genoeg, wanneer mogen wij echt Nederlander zijn? Dat heeft ons als fractie geraakt.

‘De ophef heeft ons dus wel geholpen. Het heeft ons bewuster gemaakt. En hierdoor zijn onze contacten met de mensen ook verbeterd.’

Polariserende motie

Een paar weken later kwam Denk met een motie om de eerder aangenomen motie van Bente Becker in te trekken en u steunde deze motie niet. Kun u toelichten wat uw afwegingen waren?

‘Wat mij betreft is het duidelijk: wat Denk doet is in zekere zin het spiegelbeeld van wat de VVD doet. Ze kiezen bewust voor polarisatie. De reden dat wij de tweede motie van Denk niet hebben gesteund, is omdat we niet opnieuw in dezelfde val willen trappen. De motie had vooral een polariserend karakter. Wij willen bijdragen aan verbinding in de samenleving, niet aan verdeeldheid.

‘Sindsdien kijken we veel scherper naar moties. Soms lijkt een motie op het eerste gezicht een goed standpunt te nemen, maar als de motie bedoeld is om de groepen verder uit elkaar te spelen zullen wij die niet steunen.’

Betekent dit dat het CDA extra kritisch gaat kijken naar moties van partijen als PVV en Denk?

‘Ja, en dat geldt voor alle partijen aan de uiterste rechter- en linkerkant. We kijken ook goed naar de thematiek van een motie, omdat we weten dat bepaalde onderwerpen gevoelig liggen. In zulke gevallen benaderen we de motie dus met extra zorg.’

Nederland is een seculiere staat en u bent zelf actief christen. Hoe ziet u de rol van religie in de openbare ruimte? Kan geloof een verbindende kracht zijn?

‘Juist geloof is een verbindende kracht. Want geloof maakt vaak deel uit van wie mensen zijn, van hun identiteit. Ja, de overheid moet neutraal zijn in haar omgang met religies. Dat betekent dat de staat geen enkel geloof mag bevoordelen, bijvoorbeeld door lesmateriaal te gebruiken dat bepaalde religies voorrang geeft.

‘Geloof biedt steun, het creëert solidariteit binnen gemeenschappen en het zorgt er zelfs voor dat gemeenschappen solidair kunnen zijn met mensen buiten die gemeenschappen. Dus de staat mag dan wel neutraal zijn, maar dat betekent niet dat geloof geen rol speelt in de publieke ruimte. Sterker nog, ik denk dat we de publieke ruimte tekortdoen door geloof enkel achter de voordeur te plaatsen.’

Waar ligt voor u de grens, wat betreft geloofsvrijheid?

‘Als mensen andere mensen die vrijheid niet gunnen. Als een ouder een kind verbiedt om zijn of haar eigen geloof te kiezen, dan ligt daar de grens. Ook geweld en andere extremen zijn uiteraard niet acceptabel. Dit geldt voor alle geloofsovertuigingen.’

Er zijn in elk geloof kleine groepen die zich niet willen aanpassen en niet willen meedoen in de samenleving. Dat geldt voor orthodoxe moslims, joden en christenen. Toch wordt vooral bij de islam vaak zo’n radicale groep eruit gepikt en gezien als voorbeeld voor de hele gemeenschap. Wat vindt u daarvan?

‘Het klopt, dat is iets wat we in alle religies tegenkomen. Ook binnen het christendom en het jodendom bestaan dergelijke extremistische groepen.

‘Wij proberen zo genuanceerd mogelijk te zijn en niet toe te geven aan de verleiding om in zwart-witbeelden te spreken. Dit maakt onze positie soms lastig, omdat we dan vaak het verwijt krijgen dat we niet duidelijk genoeg zijn. Maar de realiteit is vaak ingewikkelder en kent vele schakeringen.’

Kritischer op Israël

Israël wil geen tweestatenoplossing. Ziet het CDA dan nog een toekomst voor een Palestijnse staat? En moet Nederland die staat nu gewoon erkennen?

‘Het CDA is altijd voor de tweestatenoplossing geweest, dus voor een zelfstandige Israëlische staat en een zelfstandige Palestijnse staat. Momenteel is de situatie veel ingewikkelder geworden door de ellende die er nu plaatsvindt. Desondanks blijven wij pleiten voor die oplossing.

‘Wat de kolonisten doen op de Westbank is niet acceptabel’

‘Onze boodschap aan Israël is duidelijk: hoe je het ook wendt of keert, je zult ruimte moeten maken voor een Palestijnse staat. Mijn collega Derk Boswijk werd de afgelopen tijd steeds kritischer, bijvoorbeeld over het Israëlische nederzettingenbeleid. Wat de kolonisten doen op de Westbank is niet acceptabel. Derk Boswijk is daar geweest en heeft gezien hoe mensen van hun land worden verdreven, hoe het land wordt ingepikt, hoe wegen worden afgesloten en waterputten worden dichtgegooid. Hij heeft die ellende met eigen ogen gezien.

‘Ook op sociale media heeft hij zijn kritiek geuit, bijvoorbeeld over de beschieting van een ambulance. We proberen onze woorden daar wel zorgvuldig te kiezen. We kiezen niet voor polarisatie, ook niet in het parlement. We kijken precies naar de situatie en steunen soms moties die kritisch zijn op Israël. Zo hebben we bijvoorbeeld moties gesteund die pleitten voor het onderzoeken van sancties via de EU.’

Het CDA is dus kritischer geworden op Israël.

‘Inderdaad. Maar het is tegelijkertijd zo tragisch, en je voelt je machteloos. Wat kun je als Nederland doen? Ook het opvolgen van het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof tegen Benjamin Netanyahu hebben we gesteund. Wij zeggen: als je internationaal recht belangrijk vindt, kun je niet selectief zijn. Het was voor ons als fractie ingewikkeld, want niet iedereen in onze achterban vindt dit even makkelijk, maar je moet wel principieel blijven.’

Tot slot: waar hoopt u over tien jaar te staan als politicus en partijleider? Welke doelen wilt u dan bereikt hebben, vooral op het gebied van saamhorigheid en de positie van religieuze minderheden?

‘Ik hoop dat de huidige geopolitieke crisis een soort ommekeer teweeg brengt, dat we de waarden die echt belangrijk voor ons zijn weer durven koesteren en verdedigen. Dat betekent samen leven, solidariteit, en burgerschap.

‘Ik hoop komende tien jaar dat andere partijen zullen inzien hoe waardevol het is om gemeenschappen te vormen en iets over te hebben voor een ander. Juist dat raakt aan de essentie van wat mensen zijn. En ik hoop dat ik samen met andere partijen ertoe kan bijdragen dat het individualisme afneemt en dat wij een echte samenleving worden!’

En wat heeft u persoonlijk over tien jaar bereikt? Is de heer Bontenbal minister-president van Nederland?

‘Nee, dat kan nooit het doel op zich zijn. Dat is aan de kiezer.’

Lof uit moslimwereld voor overleden paus Franciscus

0

Veel moslimleiders hebben lovende woorden geuit over de overleden paus Franciscus, omdat hij stond voor interreligieuze dialoog en nooit zou hebben weggekeken van het voortdurende Palestijnse lijden, zo meldt KRO-NCRV.

Volgens de president van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, was Franciscus ‘een trouwe vriend van het Palestijnse volk’, die Palestina erkende en toestemming gaf om de Palestijnse vlag te hijsen in het Vaticaan. Dat deed de paus tegen de zin van Israël in, dat er ook niet van gediend was dat hij opriep tot een genocide-onderzoek naar het Israëlische geweld in Gaza.

Een woordvoerder van de Blauwe Moskee in Amsterdam liet aan KRO-NCRV weten dat moslims vooral zijn gecharmeerd van zijn ‘continue inzet voor vrede, het veroordelen van oorlog en wapenhandel, en zijn bereidheid tot dialoog’. De woordvoerder hoopt dat zijn opvolger dezelfde koers voortzet.

Ook de presidenten van Turkije en Egypte, Erdogan en Sisi, lieten van zich horen. Zij prezen de paus voor zijn inzet bij ‘humanitaire tragedies’ en noemden daarbij de Palestijnse zaak.

De opvallendste reactie komt misschien wel van Hamas-leider Bassem Naim, die eveneens de genocide in Gaza benoemt en de paus een ‘standvastige pleitbezorger’ noemt tegen de (nieuwste) oorlog in Gaza – die begon met de terreuraanval van Hamas op 7 oktober, waarbij 1200 Israëlische doden vielen.

Duizenden Rotterdammers demonstreren tegen oorlog in Gaza

0

Naar schatting zijn afgelopen zondag 10.000 Rotterdammers de straat op gegaan uit protest tegen de ‘aanhoudende genocide’ in Gaza. De demonstratie, die vanuit de moskeeën van de Maasstad is opgezet, werd geleid door imams, onder wie Azzedine Karat. ‘Stop de genocide’ en ‘Zwijgen is geen optie’ werd er gescandeerd, zo meldt het AD.

Het protest begon bij de Essalam-moskee in Rotterdam-Zuid en trok via de Laan op Zuid en de Erasmusbrug naar de Coolsingel, bij het stadhuis.

De imams riepen op tot een vreedzame demonstratie zonder antisemitisme of haatzaaiende taal, meldt de Turkse nieuwssite SonHaber.

Imam Azzedine Karat verbindt in een reactie aan het AD het succes van de demonstratie aan de reactie van het kabinet. Hij en vele duizenden demonstranten willen dat het kabinet het geweld in Gaza veroordeelt en de diplomatieke banden met Israël verbreekt. ‘Sta op voor Gaza’, werd herhaaldelijk geroepen.

De kans dat dit kabinet, met PVV, NSC, VVD en BBB, iets verandert, is heel klein. Het weigert grenzen te stellen aan Israël en blijft het land steunen, ondanks de aanhoudende oorlog in Gaza.

Voor de imams is dat onbegrijpelijk. ‘Moeten er nog meer kinderen worden vermoord? Beste kabinet: is het nog niet genoeg? Heeft de wereld niet genoeg bloed gezien?’

Amsterdamse excuses

0

De Amsterdamse burgemeester doet een nieuwe stap voorwaarts. Mevrouw Halsema biedt op 24 april excuses aan voor de rol die de stad Amsterdam speelde bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Er wordt gesproken over een nieuwe stap. In januari van dit jaar plaatste zij al een ‘struikeldrempel’ bij de halte van de voormalige tramlijn 8, voor het Nationaal Holocaustmuseum en de Hollandsche Schouwburg. Dit ter herinnering aan het feit dat deze lijn 8 werd ingezet voor het vervoer van de 60.000 Amsterdamse Joden van en naar de Schouwburg, als eerste plek op weg naar de concentratie- en vernietigingskampen.

Eerder, tijdens het burgemeesterschap van haar voorganger Eberhard van der Laan, nam de gemeente Amsterdam het besluit tot terugbetaling van onterecht geïnde erfpacht van inmiddels weggevoerde Joden. Allemaal stappen dus op weg naar nu: een formeel excuus voor de rol die de stad heeft gespeeld bij de Holocaust op lokaal niveau.

Zelf heb ik altijd een beetje moeite met de term ‘excuses maken’ wanneer het gaat over de Tweede Wereldoorlog. En hetzelfde vond ik ook bij de excuses voor het slavernijverleden.

Is burgemeester Halsema op enigerlei wijze verantwoordelijk voor bijvoorbeeld die ambtenaren van de afdeling Statistiek op het stadhuis, die aan het begin van de oorlog de zogenaamde stippenkaart produceerden? Op die plattegrond van de stad werd aan de hand van stippen aangegeven in welke wijken en in welke straten de Joden woonden, zodat de bezetter deze alleen maar van huis hoefde op te halen. Of draagt de burgemeester een plaatsvervangende schuld voor die ambtenaren die van de schooldirecteuren en rectoren van de Amsterdamse scholen de lijsten met Joodse leerlingen in ontvangst namen om deze zo door te geven aan de Duitse autoriteiten?

Burgemeester Femke Halsema’s excuses duiden vanzelfsprekend niet op haar schuld

Nee, natuurlijk niet. Verre van dat. Tachtig jaar geleden deed onze burgemeester vanzelfsprekend nog helemaal niet mee aan enig politiek of bestuurlijk gebeuren. En iedereen kent haar als een burgermoeder die iedere vorm van antigevoelens naar wie dan ook verafschuwt. Zij gaat hiervoor dagelijks de gemeentelijke barricaden op!

Hoe moeten we dan deze formele excuses duiden?

De vijf jonge Duitse theologen hebben een behoorlijk zware dag achter de rug. Eerst een bezoek aan het Anne Frank Huis, daarna het Nationaal Holocaustmuseum. Vanavond nemen zij de trein terug naar München.

Daarvoor ‘moesten’ zij een gesprek hebben met een rabbijn in onze stad Amsterdam. ‘Nach allem, was wir heute gesehen haben, können wir diese Stadt unmöglich verlassen, ohne uns zu entschuldigen für alles, was unser deutsches Volk der jüdischen Gemeinde in Amsterdam angetan hat.’ De stem van degene die het woord voerde, klinkt hees. De brok in de keel van deze jonge predikante is hoorbaar.

‘Ik begrijp uw pijn, ik begrijp uw behoefte om excuses te vragen. Maar het gebruik van woorden als spijtbetuiging en excuses is eigenlijk niet op zijn plaats. Jullie zijn van vér na die oorlog. Jullie dragen hier geen schuld aan. Het waren mogelijk jullie ouders of grootouders. Jullie zijn geen excuses verschuldigd.

En mijn generatie? Ook ik ben van na die oorlog. Heb ik een mandaat van mijn ouders, van mijn vermoorde familie, van mijn omgekomen grootouders om excuses te aanvaarden?’ Aangeslagen kijken de mensen aan tafel mij aan. Met tranen in de ogen. ‘Aber was können wir dann tun?’

We zijn er uitgekomen. ‘Onze ontmoeting gaat niet over schuld. Dat wij hier sámen aan tafel zitten, gaat over verantwoordelijkheid. En dat is heel wat anders. Voor jullie, nieuwe generatie Duitsers, is er geen sprake van schuld tegenover Joods Amsterdam. Maar wel van een bijzondere verantwoordelijkheid tegenover de Joodse gemeenschap, na alles wat er door de vorige generaties is aangericht. Een verantwoordelijkheid om mee te helpen in het voorkomen dat dit ooit weer gebeurt.’

Burgemeester Femke Halsema’s excuses duiden vanzelfsprekend niet op haar schuld. Als dé vertegenwoordiger van de gemeente Amsterdam laat zij zien dat zij de verantwoordelijkheid op zich neemt om alles te doen om te voorkomen dat haar Amsterdam hoe dan ook ooit weer dezelfde verkeerde weg opgaat als tachtig jaar geleden.

Mevrouw Halsema doet op 24 april aanstaande deze grote stap vooruit. Maar wij Amsterdamse burgers? Luisteren wij zwijgend met gebogen hoofd naar de schuldbelijdenis van Femke Halsema, over hoe verkeerd het in 1940-1945 ging binnen en buiten de muren van het Amsterdamse stadhuis?

Ja, maar daar mogen wij het niet bij laten.

De burgemeester staat daar en spreekt namens ons allemaal. Haar excuses, haar verantwoordelijkheid, dragen wij als naoorlogse generatie allemaal samen.
Nooit mogen wij ooit weer diezelfde foute keuzes maken.

En dat zijn geen loze woorden. Iedere dag vecht Femke Halsema hiervoor. Buiten, maar helaas ook binnen de muren van ons stadhuis. Recent onderzoek heeft opnieuw aangetoond hoe het staat met racisme, uitsluiting en discriminatie binnen overheden. Allemaal voorboden waarmee het tachtig jaar geleden allemaal mis is gegaan.

Het is aan ons Amsterdammers om onze burgemeester deze strijd niet alleen te laten voeren. Het is aan ons allen om te laten zien hoe waardevol haar excuses op die dag zijn.

Recensie: paus Franciscus presenteert zijn antwoord op Trump, Musk en Poetin

Thomas von der Dunk las de autobiografie van paus Franciscus – een scherpe kritiek op populisme, kapitalistische uitbuiting en de polarisatie in de wereldpolitiek. Hij wreef af en toe in zijn ogen bij wat hij las: dit schrijft dus de huidige paus.

Deze recensie verscheen op 4 maart 2025 en is vanwege het overlijden van de paus opnieuw gepubliceerd.

Paus Franciscus vormt het absolute tegendeel van Trump. Dat is de conclusie die je onbewust trekt bij lezing van zijn net verschenen autobiografie Hoop. De paus is wars van protserigheid, grootspraak, egotripperij, stoerdoenerij, agressie, manipulatie, rancune, opgeblazen nationalisme en vreemdelingenhaat. Nu, 88 jaar oud en kwakkelend met zijn gezondheid, heeft hij zijn memoires gepubliceerd. En ook al valt diens naam nergens, het is een indirecte afrekening met de denkwereld van de huidige Amerikaanse president.

Het boek dat de paus over zijn leven geschreven heeft – of dat in nauwe samenspraak met hem door iemand anders is geschreven, dat is niet helemaal duidelijk – is geen strikt chronologisch verslag. De tekst springt nogal sterk heen en weer door de tijd. Jeugdherinneringen worden afgewisseld met vooruitblikken naar zijn pausschap, wat de overzichtelijkheid niet ten goede komt. De tekst, hoe lezenswaardig vaak ook, maakt door deze opbouw een wat rommelige indruk.

Ook zitten er de nodige omissies in de beschrijving van zijn leven, dat zich tot 2013 hoofdzakelijk in Argentinië afspeelde, waar hij op 17 december 1936 als Jorge Mario Bergoglio geboren is. Waar hij uitvoerig over zijn kinderjaren, familie en afkomst spreekt, komen de vijftien jaar dat hij aartsbisschop van Buenoa Aires was er bekaaid van af. Dat geldt eveneens voor de belangrijkste periode, de twaalf jaar waarin hij als paus hoofd van de katholieke kerk is. Wel komt het kindermisbruikschandaal uitvoerig aan bod.

Scheepsramp

Paus Franciscus legt sterk de nadruk op de eenvoudige immigranten-afkomst van zijn familie, die ook verklaart waarom hij – meer dan menig voorganger – zo begaan is met het lot van de armen, en zo wars is van elke pracht en praal. Hij begint met het beschrijven van de grote scheepsramp, waaraan zijn grootouders in 1929 door bizar geluk waren ontsnapt – een Italiaanse versie van de ondergang van de Titanic. Alleen betrof dat geen luxeschip, maar eentje met landverhuizers.

De Bergoglio’s hadden als zoveel landgenoten besloten het onzekere bestaan in Noord-Italië voor een nieuw leven in Argentinië te verruilen. Ze misten echter letterlijk de boot, terwijl de tickets al waren geboekt, omdat ze niet bijtijds al hun bezittingen wisten te verkopen. Als dat wèl was gelukt, was Franciscus nooit geboren, want uitgerekend dat schip ging ten onder bij een scheepsramp. Geen wonder dat de paus dat achteraf als een soort voorteken beschouwt. Ook dat hijzelf uitgerekend op Eerste Kerstdag werd gedoopt, krijgt zo symbolische betekenis.

Het leven van de Bergoglio’s in hun nieuwe vaderland begon zeer moeizaam – diverse familieleden gingen in de crisis van de jaren dertig failliet – en de armoede heeft ook Franciscus in zijn jonge jaren gevormd. Een paar aspecten vallen daarbij op, en het is vast niet zonder reden dat de auteur daaraan veel aandacht besteed.

Herhaaldelijk wrijf je je in de ogen bij de opvattingen waarin zulke citaten zijn ingebed: dit schrijft dus de huidige paus!

Ten eerste die migrantenachtergrond. Zijn grootouders zijn als economische vluchtelingen te beschouwen. Niet alleen als hoofd van een internationale wereldkerk, maar ook vanwege zijn familiegeschiedenis, staat de denkwereld van Franciscus zodoende mijlenver af van enghartig nationalisme. Daar komt ook zijn compassie met hedendaagse vluchtelingen vandaan; zijn eerste reis als paus behelste een bezoek aan het roemruchte Italiaanse eiland Lampedusa. Later dook hij ook op Lesbos op, en liet hij, niet minder symbolisch, in de zuilengalerij van het Pietersplein een migrantenmonument plaatsen.

Ten tweede de politieke omgeving van de Bergoglio’s. Het vertrek naar Argentinië viel niet los te zien van de dictatuur van Mussolini. Hoewel belijdend katholiek, koesterden nogal wat familieleden (radicaal-)linkse sympathieën. Franciscus’ grootvader had zich tot antimonarchist ontwikkeld, die de collaboratie van de Italiaanse koning met de fascisten met weerzin bezag.

Bevrijdingstheologie

In de volkswijk in Buenos Aires waar Franciscus opgroeide kwam hij zo ook in aanraking met socialisten en communisten, en het is opvallend hoe vaak de paus in zijn memoires naar gedachten of geschriften uit die kringen verwijst – zelfs naar de marxist Bertold Brecht. Herhaaldelijk wrijf je je in de ogen bij de opvattingen waarin zulke citaten zijn ingebed: dit schrijft dus de huidige paus! Zijn stelling: de communisten hebben de vlag van de armen van de christenen kunnen ‘stelen’, omdat te veel christenen de armen in de steek gelaten hebben. Even vanzelfsprekend is daarmee zijn omgang met andere maatschappelijke verschoppelingen in de sloppenwijken, zoals gevangenen en prostituees.

De sociale opvattingen die Franciscus sindsdien koestert, tonen grote verwantschap met de zogeheten bevrijdingstheologie. Zij komen neer op zeer stevige maatschappijkritiek, omdat in het kapitalisme de rijken steeds rijker, en de armen steeds armer worden, en mensen tot hun koopkracht worden gereduceerd.  Daarbij ziet hij terecht een duidelijke samenhang tussen oorlog, migratie, armoede en klimaatcrisis. De uitputting van de aarde is hem een grote zorg. Om het verlengde daarvan bepleit de paus de rechten van zogeheten ‘natuurvolken’, wier leefwereld vernietigd wordt door de technische vooruitgang die vooral op hebzucht stoelt – wie denkt hier niet onwillekeurig aan Trump en Musk?

Het is alles bijeen een boodschap die haaks staat op die van de huidige leugenfabriek in Washington met zijn haat jegens nationale, etnische en religieuze verscheidenheid. Die vindt daar ingang bij veel ultrarechtse evangelische christenen aan wie elke oproep tot medemenselijkheid niet is besteed. Hen houdt hij de uitspraak van Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuietenorde, voor dat het beter is om christen te zijn zonder het te zeggen dan het te zeggen zonder het echt te zijn, omdat het niet op gelovigheid maar op geloofwaardigheid aankomt.

In het verlengde daarvan ligt de hulp die Franciscus, dan nog als provinciaal van de Jezuïetenorde in Argentinië, niet zonder persoonlijk risico tijdens de Vuile Oorlog in de jaren zeventig verleende aan de door de militaire dictatuur vervolgden, om hen te helpen onder te duiken of uit het land te ontsnappen. In dat opzicht koos Franciscus onomwonden partij tegen de onderdrukking, en zo dus tegen het Videla-regime dat tegelijkertijd door de vader van onze huidige koningin als minister van landbouw werd gediend.

Hij betoont zich dan nadrukkelijk een man van de vrede, die de agressie van Poetin scherp hekelt

Die volkswijk waarin hij opgroeide – en dat is een aspect dat de paus sterk benadrukt – was ook multi-etnisch, multicultureel en multireligieus. Onder de kennissen van zijn ouders en zijn eigen speelkameraden bevonden zich tevens, als vanzelfsprekend, joden en moslims. Men ging daarbij op tamelijk respectvolle en vriendschappelijke basis met elkaar om. Gedurende zijn twaalfjarige pausschap heeft Franciscus zich vervolgens niet alleen voor een goede verstandhouding met het jodendom, maar ook met de islamitische wereld ingezet.

Contacten met moslims en joden

Tot zijn activiteiten als paus waar hij het meest expliciet op ingaat, behoren juist die religieuze contacten, waarbij hij zoekt naar wat verbindt, niet naar wat scheidt. Hij memoreert een gemeenschappelijke verklaring die hij in 2019 met de grootimam van al-Azhar in de Verenigde Arabische Emiraten ondertekende. Daarin keerden beiden zich krachtig tegen het misbruik van religie om aan te zetten tot haat, geweld, extremisme en terrorisme. Vijf jaar later volgde een soortgelijke verklaring samen met de grootimam van Jakarta, pal voor de ’tunnel van vriendschap’ die de kathedraal aldaar met de hoofdmoskee verbindt. Als hoogtepunt van zijn verzoeningspolitiek moet zijn reis naar Irak beschouwd worden, het land van Abraham, de gedeelde stamvader van jodendom, christendom en islam, met een ontmoeting met andere religieuze leiders in de oeroude stad Ur.

Af en toe begeeft de paus zich zeer concreet op het terrein van de internationale politiek. Hij betoont zich dan nadrukkelijk een man van de vrede, die de agressie van Poetin scherp hekelt – achter veel oorlogen ter meerder glorie van de eigen natie, zo stelt hij, gaat vooral financieel en politiek winstbejag schuil. Eenduidig veroordeelt hij zo zowel de Hamas-pogrom van 7 oktober 2023 als de meedogenloze slachting onder burgers en hulpverleners die Israël daarop heeft aangericht. Hij spreekt nadrukkelijk zijn steun uit voor een tweestatenoplossing en een aparte status voor Jeruzalem. Daarmee houdt hij ook ons een spiegel voor, omdat dit standpunt door het Westen feitelijk opgegeven en inmiddels door Washington zelfs openlijk terzijde geschoven is.

Met feminisme heeft de anti-trans beweging niks te maken

0

Een groepje uitzinnig blije vrouwen, stralend lachende gezichten, glazen met champagne in de hand. Wat viel er te vieren? Dat het Britse Hooggerechtshof een uitspraak heeft gedaan die geslacht definieert als iemands geboortegeslacht, waarmee trans vrouwen effectief hun juridisch recht op vrouw-zijn wordt ontnomen. In de praktijk kan die uitspraak grote gevolgen hebben voor trans vrouwen. Zo zouden ze voortaan geen aanspraak kunnen maken op voor vrouwen gereserveerde politieke functies en zelfs geweerd kunnen worden uit vrouwentoiletten, kleedkamers en vrouwenzalen in ziekenhuizen. Met als gevolg maatschappelijke uitsluiting van trans personen, zo waarschuwen belangenorganisaties.

‘Absolutely jubilant’, waren de initiatiefneemsters van For Women Scotland over de uitspraak, die volgde op een lange, felle campagne van zelfbenoemde ‘gendercritici’. Een campagne die extra aandacht (en geld!) kreeg dankzij de steun van Harry Potter-auteur J.K. Rowling, die inmiddels bekend staat om haar transfobe uitspraken.

De uitspraak van het Britse Hooggerechtshof is het volgende dieptepunt in een lange reeks pijnlijke stappen terug voor trans en queer personen wereldwijd. Eerder was het Trump die aankondigde dat er voortaan maar twee geslachten zouden worden erkend: man en vrouw. Het leidde in Nederland tot het aanscherpen van het reisadvies naar de VS.

Transgender Netwerk Nederland raadt trans  of non-binaire personen zelfs af naar de VS te reizen; het aanvinken van het vakje x is niet langer mogelijk. ‘Ga er alleen naar toe als het echt niet anders kan’, luidt hun advies. En dan was er nog META, het bedrijf van Mark Zuckerberg, dat onder meer eigenaar is van Facebook en Instagram, dat aankondigde niet langer in te grijpen bij hate speech tegen onder meer trans personen. Viktor Orban verbood deze maand, met brede steun van het Hongaarse parlement, alle openlijke uitingen van LHBT-activisme, waaronder de Pride, en erkende in hetzelfde voorstel slechts twee geslachten, man en vrouw. Erdogan noemde in zijn laatste verkiezingscampagne LHBT personen ‘een gif in de familie’.

Feit is dat de discriminatie van transpersonen toeneemt, en hun veiligheid verslechtert

Maar ook dichter bij huis is de situatie verre van rooskleurig en zetten we grote stappen terug: een meerderheid in de Tweede Kamer – inclusief regeringspartijen PVV, BBB en NSC – stemde onlangs voor een voorstel van SGP, JA21 en FVD om het voorstel voor de nieuwe transgenderwet in te trekken en de behandeling van die wet stop te zetten, nadat NSC en SGP daar vorig jaar al per motie om hadden verzocht.

Waarom toch al die haat en angstzaaierij tegen trans personen? Wat is het dat hen voor veel rechtse, fundamentalistische en populistische bewegingen tot kop van jut maakt? Wie heeft er nou werkelijk last van trans personen? In alle debatten hierover hoor ik vooral veel fabeltjes, zoals het verhaal dat damestoiletten niet veilig zouden zijn als ook trans vrouwen er gebruik van maken.

Feit is dat de discriminatie van trans personen toeneemt, en hun veiligheid verslechtert. Eerder dit jaar noemde de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme de positie van transgender mensen in Nederland ‘zorgwekkender dan ooit’: lange wachttijden in de zorg, discriminatie op de arbeidsmarkt, desinformatie en haat op sociale media.

Laat die zogenaamde ‘gendercritici’ zich daar druk over maken, in plaats van dolenthousiast de kurken te laten knallen om te vieren dat trans vrouwen zich niet langer vrouw mogen noemen. Hoe je dat als niet-trans (oftewel cis) vrouw kunt vieren als een overwinning, daar kan ik werkelijk met mijn pet niet bij. Want waarom zou je in hemelsnaam blij zijn met het feit dat anderen een fundamenteel recht wordt ontnomen? Veel van deze zogenaamde ‘gendercritici’ noemen zich bovendien feminist. Maar met feminisme heeft deze zondebokpolitiek volgens mij niks te maken. Voor mij staat feminisme juist voor gelijkwaardigheid. Of zoals schrijfster Audre Lorde het zo krachtig verwoordde: ‘Zolang andere vrouwen niet vrij zijn, ben ik niet vrij, zelfs als hun ketenen heel anders zijn dan de mijne.’

Een avond rondom het nieuwe boek van Çankaya: ‘Ik hoef het Westen niet meer’

In het Amsterdamse cultuurcentrum De Nieuwe Liefde kwam gisteren de crème de la crème van de allochtone intelligentsia bijeen om het nieuwe boek Galmende geschiedenissen van antropoloog Sinan Çankaya te bespreken. Het werd een indrukwekkend pleidooi voor meer opstandigheid tegen de zogenaamde beschaving van het Westen, die de genocide in Gaza laat gebeuren.

De grote zaal van De Nieuwe Liefde is tot de nok toe gevuld. Veel jongeren van kleur zijn afgekomen op de boekpresentatie Galmende geschiedenissen van Sinan Çankaya, met, in de woorden van moderator Charisa Chotoe, een ‘Lowlands-achtige line-up’ van sprekers.

Als eerste komt Çankaya’s redacteur Katrijn van Hauwermeiren van De Bezige Bij kort aan het woord. Ze vertelt dat ze vanaf het begin ‘binnenstebuiten’ werd gekeerd en vaak tegen zichzelf aanliep door de ‘seismograaf van onze tijd’.

Woede spat ervan af

Het was geen gemakkelijke opgave om degene te redigeren die zelfs Adriaan van Dis ‘de racist in zichzelf zou laten zien’, zegt ze, en geeft dan snel het woord aan de man van het uur: Sinan Çankaya.

Çankaya benoemt eveneens de worsteling met de redactie. ‘De eerste reacties na het indienen van mijn manuscript waren termen als ‘rommelig’ en dat ‘het spettert’.’ Hij vroeg om uitleg. ‘De woede spat ervan af,’ kreeg hij te horen.

‘Tja, wat verwacht je als er een genocide plaatsvindt die tot de totale ineenstorting van westerse instituties heeft geleid’, neemt Çankaya ons mee in de worsteling met zijn redacteuren. Dat is ook in het boek te lezen, en hij deelt grijnzend mee dat Van Hauwermeiren daarin als ‘Esther’ opduikt.

‘De institutionele kramp tegenover de genocide in Gaza is overal waar te nemen’, stelt Çankaya. ‘Bij de reacties op de studentenprotesten – dat is gewoon staatsgeweld – de censuur en repressie in de media, de opdracht dat we ons als personen van kleur gematigd moeten opstellen bij het betreden van witte instituties. Dat je constant sommige woorden moet inslikken. Velen moeten grote delen van zichzelf achterlaten bij de poorten van de witheid. Ik praat anders, ik kleed me anders.’

De genocide in Gaza is een centraal punt in zijn betoog, en hij neemt geen blad meer voor de mond. Ook niet over de zogenoemde instrumentalisering van de Holocaust. ‘Het laatste westerse taboe, het hoogste in de pikorde – de Holocaust – is politiek gemaakt’, vertelt hij. Het drukt alle andere herinneringen aan massaal geweld weg, zoals de genocide op de Roma en Sinti en de slavernij.

Over antisemitisme en de ‘Europese ereschuld tegenover Joden’ stelt hij dat er inmiddels iets anders aan de hand is, namelijk het etaleren van witte onschuld na 1945. Het hele ‘zelfgenoegzame’ idee dat antisemitisme na de oorlog is gestopt en dat racisme iets van vroeger was. Ook de ontkoppeling van antisemitisme van de bredere strijd tegen racisme is hem een doorn in het oog.

Door dit alles blijft Palestina letterlijk en figuurlijk in Europa’s dode hoek. ‘Het zijn de slachtoffers van slachtoffers’, citeert hij de Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Said.

Beeld: Tayfun Balcik

Maar Çankaya is klaar met de ‘verhullende taal’ over de genocide in Gaza. ‘De oorlog in het Midden-Oosten’ of ‘het Palestijns-Israëlische conflict’ dekt volgens hem geenszins de lading van het genocidale Israëlische geweld. Onder deze omstandigheden is er volgens hem ook geen recht op Israëlische zelfverdediging. ‘Het bezette Palestijnse volk heeft dat wel.’

Hij herinnert zich het wandelen in Amsterdam met een gebroken hart, maar haalt daarna weer fel uit. ‘Ik hoef er niet meer bij te horen, bij de zogenaamde beschaving op westerse voorwaarden.’ Over de volgende generaties zegt hij: ‘Zij zullen terugkijken en zich afvragen: Waarom grepen er niet meer mensen in?’

Çankaya krijgt een daverend applaus voor zijn scherpe uitspraken. De zaal verheugt zich op meer ‘allochtone waarheid’ in een panel met bestuursadviseur Tofik Dibi, fotograaf Çigdem Yüksel en journalist Lotfi el Hamidi. Hoe gaan zij om met de weerstand als ze over het lijden in Gaza willen praten?

‘Je kunt niet ongeschonden blijven wanneer je klappen blijft vangen,’ vertelt Lotfi el Hamidi mysterieus over zijn vertrek bij NRC. Hij schrijft nu voor De Groene Amsterdammer.

Opklimmen

Voordat hij daar verder op in kan gaan, wil Çankaya nog kwijt dat hij ook weerstand voelde om over zijn kindertijd te praten, zowel bij de psycholoog als in het boek. Het zou symbool staan voor het idee dat zijn woede op de maatschappij alleen een persoonlijk probleem is.

‘Ik wilde vooral een politiek verhaal vertellen. Sociale problemen kunnen we niet individualiseren. Mijn boosheid komt niet door mijn kindertijd. Ik ben boos om dat Palestijnen worden afgeslacht.’

Daarop trekt een ‘getriggerde’ Tofik Dibi een boekje open over ‘standaardverhalen’ van personen van kleur die opklimmen. ‘Dat kennen we nu wel’, zegt hij. ‘Verhalen over Aboutaleb die het gelukt is om burgemeester te worden. Prima.’

El Hamidi heeft met Generatie 9/11 ook geen standaard migrantenboek geschreven. ‘Het moest eruit, niet zomaar een coming-of-age’, zegt hij sarcastisch. ‘Het is wel belangrijk om het persoonlijke politiek te maken.’

Tussen het allochtone mannengeweld luistert fotograaf Yüksel aandachtig. Wanneer haar werk Je moest eens weten ter sprake komt, deelt ze mee dat ze het stereotiepe beeld van moslimvrouwen op straat met boodschappentassen heeft willen corrigeren. ‘Dit, de blik van witte Nederlandse fotografen, mocht niet het enige beeld zijn dat volgende generaties van deze generatie vrouwen zouden hebben.’

Van Aboutaleb tot Bolkestein

De moderator wil meer weten over de dubbele strijd van sociale klimmers van kleur die een tweefrontenoorlog voeren. Çankaya geeft toe dat hij in dat proces het racistisch neerkijken op de eigen gemeenschap heeft verinnerlijkt. ‘Over Turken, over religie.’

Dibi herkent het in de lof die hij kreeg nadat hij uit de kast kwam. ‘Van Aboutaleb tot Bolkestein. Ik was de meest geïntegreerde Marokkaan ooit, op een ex-moslim na. Maar het duurde maar één tweet over Palestijnse doden, en ineens was ik een Hamas-terrorist. Ik wist altijd al dat het vrijblijvend was, het was geen echte connectie, het waren vooral Nederlandse zelffelicitaties.’

De moderator vraagt Dibi hoe het is om in Marokkaanse kringen de ander te zijn. Hij denkt even na en zegt dat het hem toch makkelijker afgaat. ‘Mijn familie pretendeert niet constant een democratische rechtsstaat te zijn’, zegt hij en krijgt de lachers mee.

Dibi deelt mee dat hij zich heeft neergelegd bij het feit dat Joodse levens in Nederland hoger worden gewaardeerd dan andere levens. ‘Ongeloof, woede en verdriet. Dat is wat ik voel. Constant. We zijn met veel minder. En de enige momenten van verlichting zijn zulke avonden van waarheid.’

Yüksel meldt dat de tweefrontenoorlog soms ‘schizofreen’ kan aanvoelen, maar dat ze altijd kan thuiskomen bij familie. Dit terwijl ze de publieke ruimte, de straat onveiliger dan ooit ervaart.

‘Als ik het genocide wil noemen, dan moet dat gewoon kunnen’

Terug bij El Hamidi, die openhartig vertelt over zijn tijd bij NRC. ‘Ik zei tegen mijn collega-redacteur: van 9 tot 5 draag ik een pet, maar zodra ik het pand verlaat, stap ik de echte wereld in met de naakte waarheid die je op Al Jazeera over Gaza ziet.” Hij ontwikkelde een strategie van pick your battles.

‘Want anders verspeel je bij het eerste het beste meningsverschil al je kaarten. Sommige mensen willen het gewoon niet begrijpen. Daar lijkt het op. En als ik het genocide wil noemen, dan moet dat gewoon kunnen. Mijn maatstaf was mijn dochter van tien. Kun je al die verminkte lichamen uitleggen aan kinderen? Nee, dus ik ben niet degene die gek is.’

Op de vraag wat uiteindelijk tot zijn vertrek heeft geleid, is hij eerlijk. ‘Een vrijgekomen vacature bij De Groene Amsterdammer. Tja, de huur moet worden betaald.’

Dibi vertelt daarop dat hij veel voetballers en andere beroemdheden kent die om dezelfde reden stil blijven. ‘Ik heb net een contract’, kreeg hij vaak te horen toen hij acties over Gaza wilde opzetten.

‘Hoe lang zijn we nog veilig hier?’

Yüksel legt een link tussen het geweld in Gaza en de situatie hier. ‘Hoe lang zijn we nog veilig hier? Elk jaar verschijnt er wel een rapport over moslimdiscriminatie dat niet serieus genomen wordt.’

Çankaya vindt het ‘betalen van de huur’ te makkelijk als een genocide plaatsvindt. Hij stelt voor om ons collectief beter te organiseren. ‘Dus mocht iemand hierdoor ontslagen worden, dan zou dat opgevangen kunnen worden’. Aansluiten bij een vakbond dus.

‘Dat is de reden waarom ik de banden met mijn gemeenschap, de moskee, nooit heb verbroken’, reageert El Hamidi. ‘Ik maakte me nooit illusies en heb daarom altijd twee paspoorten behouden.’

‘Waar ga je überhaupt naartoe?’, wil Dibi van El Hamidi weten. Dubai? Weer gelach in de zaal.

‘Ik maakte me nooit illusies’

‘Nee, gewoon Marokko’, zegt hij en uit opnieuw zijn ontgoocheling en verontwaardiging over ‘de uitroeiing van Palestijnen als beesten’. Hij richt zich direct tot de zaal. ‘Als dit een rechtbank was, dan was het het hele kabinet schuldig aan medeplichtigheid en ontkenning van genocide.’

Luid applaus volgt. El Hamidi roept iedereen tenslotte op door te gaan met ‘je blijven uitspreken’, en deel te nemen aan ‘sit-ins’ en demonstraties. ‘Geef vooral niet op’, aldus El Hamidi.

Gaza als catharsis

Na het panel neemt de dichter Nisrine Mbarki het woord en ook in haar voordracht is de teleurstelling met Nederland en het Westen diep. ‘Ben ik blind geweest de afgelopen 45 jaar. Gaza is de catharsis geworden voor het failliet van het Westen. Ik hoor en hoor niet bij dit systeem’, zegt ze.

Het einde van de avond is weer voor de man van het uur. ‘’Hoe kun je nog in het Westen en het internationaal recht geloven? Wij moesten integreren. Wij, de barbaren, die mens moesten worden. Het waren allemaal luchtkastelen, van anti-moslim, anti-Arabisch en anti-Palestijns racisme.’

Çankaya omarmt daarom liever de excommunicatie als ‘barbaar’, die opstaat tegen de genocide in Gaza, dan de ‘beschaving van het Westen’.

Palestijnse journalist Fatma Hassona gedood door Israëlische luchtaanval

0

De Palestijnse fotojournalist Fatma Hassona en haar familie zijn gisteren omgekomen bij Israëlische luchtaanvallen. Hassona is het hoofdpersonage in een documentaire over Gaza, die volgende maand in première gaat op het filmfestival van Cannes.

De familie werd getroffen door een luchtaanval op het huis waar ze verbleven. Het Israëlische leger claimt wederom dat Hamas-leden het doelwit waren. Enkele dagen eerder werd bekendgemaakt dat de documentaire waarin Hassona speelt, getoond zou worden op het gerenommeerde filmfestival, dat een internationaal publiek trekt.

De documentaire heet Put Your Soul on Your Hand and Walk en is gemaakt door de Iraans-Franse regisseur Sepideh Farsi. In de film praat hij met Hassona over de overlevingsstrijd in Gaza. Hassona bracht deze strijd ook zelf in beeld met haar werk.

De aanval op het huis van Hassona en haar familie valt op, maar valt tegelijkertijd in het niet bij het aantal doden dat dagelijks valt als gevolg van het Israëlische offensief. Alleen al vannacht vielen er vijftien doden als gevolg van twee Israëlische luchtaanvallen. Tien van hen behoorden tot dezelfde familie. Enkele uren later is het dodental alweer opgelopen vanwege nieuwe aanvallen in het hele gebied.

De extreemrechtse minister van Financiën, Bezalel Smotrich, had het vandaag over een volledige bezetting van Gaza, naar eigen zeggen omdat Hamas het laatste voorstel tot een staakt-het-vuren heeft afgekeurd. ‘Het is tijd om de poorten van de hel voor Hamas te openen en de strijd op te voeren totdat de Gazastrook volledig is veroverd’, zei hij volgens persdienst AFP. Hamas zegt dat het alleen een staakt-het-vuren wil als dat ook echt het einde van de oorlog betekent, en niet alleen gaat over het vrijlaten van gijzelaars.

VS trekt troepen terug uit Noordoost-Syrië

0

De Verenigde Staten zijn begonnen met het terugtrekken van troepen uit Noordoost-Syrië, meldt The New York Times. De troepen vormden een buffer tegen de dreiging van oprukkende IS-cellen.

Van de 2.000 militairen die in de regio aanwezig waren, zullen er 1.400 overblijven. Na vijftig dagen volgt een nieuwe beoordeling van de veiligheidssituatie, met de mogelijkheid om nog eens 900 militairen terug te trekken. Er zouden dan nog 500 Amerikaanse soldaten in de regio blijven. Dat meldt de Amerikaanse krant op basis van uitspraken van twee hooggeplaatste officieren. Het gaat om de bases Mission Support Site Green Village, M.S.S. Euphrates en een kleinere basis in de autonome regio in het noordoosten van Syrië.

De Amerikaanse troepen waren sinds 2014 in de regio aanwezig om samen met de SDF,  de voornamelijk Koerdische groep die het autonome gebied bestuurt, te strijden tegen Islamitische Staat (IS). Met succes: IS werd grotendeels verslagen. Maar de terreurbeweging werd nooit volledig uitgeschakeld; verschillende cellen houden zich nog altijd schuil in de omliggende gebieden.

De dreiging van een oprukkende IS nam bovendien toe na de val van het Assad-regime in november vorig jaar. IS maakt gebruik van de chaotische situatie en heeft inmiddels meerdere aanvallen uitgevoerd op de SDF. Gisteren nog vielen IS-strijders een SDF-basis aan in de stad Al-Tayyana, meldt de organisatie op X. ‘De cellen van de terroristische organisatie proberen de veiligheid en stabiliteit in de regio te ondermijnen en hun aanwezigheid nieuw leven in te blazen’, aldus de SDF.

Het besluit van de VS om de troepen weg te halen, heeft waarschijnlijk te maken met een overeenkomst die de SDF vorige maand sloot met het nieuwe regime in Damascus, schrijft The New York Times. Die overeenkomst hield in dat de SDF militair zou integreren met het nationale leger. De vraag is echter in hoeverre dat nationale leger in staat én bereid is de strijd tegen IS voort te zetten.