11.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 252

Sommige scholen willen niet gemengd zijn

0

Schooldirecteur Cordula Rooijendijk schreef een boek over witte en zwarte scholen. Een gesprek over selecteren aan de poort, hoge ouderbijdrage en het risico van islamitisch onderwijs.

Basisschool Montessorischool Op de Kade staat te midden van twee uiteenlopende Amsterdamse wijken. Aan de ene kant de vooroorlogse Indische buurt, aan de andere kant een nieuwbouwwijk van rond het jaar 2000. De school heeft 250 leerlingen en is gemengd, vertelt directeur en schrijver Cordula Rooijendijk. Ongeveer dertig procent van de leerlingen heeft een niet-westerse achtergrond. Hemelsbreed een paar honderd meter verder staat een zeer geliefde basisschool die te boek staat als ‘wit’.

Een situatie die overal in de grote steden voorkomt en wordt beschreven in Rooijendijks pas verschenen boek 15 lessen die kleurrijke scholen ons leren (Atlas Contact). Daarin gaat ze te rade bij collega-directeuren van andere gemengde en zwarte scholen, waarbij meer dan zestig procent van de kinderen van niet-westerse komaf is. Deze zoektocht was nodig, zegt Rooijendijk, omdat ze maar weinig pasklare kennis vond over het leiden van een gemengde school.

Heeft u de directeur van de naburige witte school weleens gesproken over hun homogene leerlingenpopulatie?

‘Nee maar ik vind er wel wat van. Dat vind ik van alle scholen die monocultureel zijn. Uit onderzoek blijkt dat het voor kinderen essentieel is dat ze in een diverse omgeving opgroeien. Zo leren ze dat er verschillen zijn tussen mensen in culturele achtergrond, seksualiteit, geloof en huidskleur. Kinderen moeten met elkaar in aanraking komen. Op mijn vorige – witte – school wees een van de kleuters een zwarte pop als stoute pop aan in de documentaire van Sunny Bergman. Daar schrok ik van.’

Vooral hoogopgeleide witte ouders lijken voor zo’n ongemengde school te kiezen.

‘Je ziet bij alle ouders een voorkeur voor scholen met een populatie die op henzelf lijkt. Veel ouders van kinderen met een migratieachtergrond zetten hun kind ook niet graag op een helemaal witte school. Dat is heel logisch en ook goed, want voor je kind is identiteitsvorming belangrijk. Maar mengen, dus met een grotere groep, is wel heel verstandig.’

 ‘De één zit op hockey en celloles, de ander heeft een leven met vrienden op een pleintje’

‘Mengen gaat niet vanzelf. Ik kwam erachter tijdens het schrijven van mijn boek dat ik als directeur me ook, onbewust, op de hoogopgeleide ouders richtte. Zij kwamen vooral op de informatieochtenden af. We hebben daarom een nieuwe schoolgids en website gemaakt die wat minder talig zijn. Ook gaan we meer rekening houden met feestdagen uit andere culturen. Tijdens het Suikerfeest is nu een studiedag gepland voor leerkrachten zodat de kinderen vrij zijn. Eigenlijk ontneem je kinderen onderwijstijd als je dat niet doet. Dan begin je met ongelijkheid. Ook in het werven van ouders met een niet-westerse afkomst kan ik nog wel wat meer doen. Door aan ouders te vragen: wat zoek je nou in een school en wat spreekt je aan?’

Denkt u dat directeuren van witte scholen hier ook mee bezig zijn?

‘Het is moeilijk om daar een algemene uitspraak over te doen. Ik weet wel dat als je als witte school een hoge ouderbijdrage vraagt, je niet probeert om een gemengde school te zijn. Je weet dan dat je hoogopgeleid publiek krijgt. Witte praktisch opgeleide mensen trek je er ook niet mee aan. Er zijn scholen die zeggen dat die hoge ouderbijdrage nodig is. We moeten verrijkingsonderwijs kunnen geven aan hoogbegaafde kinderen. Maar eigenlijk selecteren ze gewoon aan de poort, de kinderen van de welgestelde ouders komen binnen.’
‘Door de wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ is het eenvoudiger om een nieuwe school op te richten. Dat zijn vaak conceptscholen waarvan je vanaf het begin al weet dat ze monocultureel worden. Ze vragen een hele hoge ouderbijdrage of geven ‘vrij onderwijs’. Kinderen die op basis van hun eigen gevoel mogen leren of de hele dag onder een boom liggen. Als school weet je dat een ouder van wie het kind baat heeft bij goed taalonderwijs daar niet heen gaat. Veel nieuw opgerichte scholen hebben zo’n doelgroep in gedachten. Dat kan niet anders.’

Hoe kijkt u aan tegen islamitische scholen?

‘Net zoals ik tegen gereformeerde en joodse scholen aankijk. Er is nu eenmaal een vrijheid in Nederland om zulke scholen te hebben, maar ik vind dat ze wel hun uiterste best moeten doen om cultureel gemengd te worden. Van islamitische scholen weet je dat het geen school wordt waar kinderen met een niet-islamitische achtergrond naartoe gaan. Ik denk dat het beter is om gemengd op te groeien, niet met maar een afkomst of één geloof.’

In uw boek schrijft u over de bekende onderwijssocioloog Jaap Dronkers. Hij beweerde het tegenovergestelde.

‘Hij haalde een onderzoek aan waaruit zou blijken dat kinderen op niet-gemengde scholen hogere cognitieve resultaten halen dan op gemengde scholen. Maar dat onderzoek zat niet goed in elkaar, zeiden wetenschappers later. Hij baseerde zijn uitspraak bijvoorbeeld op buitenlandse gegevens die niet over Nederlandse kinderen gaan. Dronkers had uit die gegevens nooit een dergelijke conclusie mogen trekken. Toenmalig onderwijsminister Marja van Bijsterveldt greep het destijds meteen aan om te zeggen: ‘We gaan niet meer ons best doen om scholen te mengen, want kinderen presteren beter als ze op monoculturele scholen zitten.’ Maar behalve dat het niet klopt, is het ook nog eens heel eenzijdig kijken naar wat belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind en de maatschappij. Als kinderen niet leren samenleven dan krijg je een veel minder fijne maatschappij. Daar heeft uiteindelijk iedereen last van. Ook hoogopgeleide mensen die bijles kunnen inkopen en hun kinderen naar het gymnasium sturen.’

Een van de lessen in uw boek is ‘omarm de straatcultuur’. Veel ouders willen de straatcultuur helemaal niet omarmen en sturen hun kinderen daarom naar een gesegregeerde school.

‘Om de straatcultuur te begrijpen moet je eerst weten waarom hij bestaat. De opvoedkundige Hans Kaldenbach zegt dat de straatcultuur een reactie is op de dominante burgerlijke cultuur die door de hoogopgeleide stedelingen wordt uitgedragen. Leden van de burgerlijke cultuur krijgen voortdurend respect, terwijl kinderen uit de straatcultuur het gevoel hebben dat mensen op hen neerkijken – wat vaak ook zo is.
Straatcultuur is niet alleen maar iets van kleurrijke scholen. Je hebt het net zo goed op scholen in achterstandswijken met mensen zonder migratieachtergrond. Die straatcultuur is ook heel belangrijk voor sommige kinderen, omdat ze daar hun identiteit aan ontlenen. De één zit op hockey en celloles en verkeert in theoretisch opgeleide kringen, maar een ander heeft een leven met vrienden op een pleintje. Wij denken bij straatcultuur aan overlast, maar het heeft ook elementen die heel mooi zijn. Kinderen leren er allerlei sociale vaardigheden die hen sterker maken. Ze leren er voor zichzelf op te komen, weerbaar te worden, en wat broederschap is. Alleen moeten kinderen wel leren dat de straatcultuur en de taal die daarbij hoort, niet op school hoort. ‘

Maar misschien zeggen hoogopgeleide ouders wel: ‘Voor de ontwikkeling van mijn kind is het niet belangrijk dat hij de straatcultuur leert kennen.’

‘Dat mag, maar het zou ze in elk geval aan het denken moeten zetten. Als je je kind wilt beschermen door ze ver van de straat te houden, ontneem je ze een belangrijke ontwikkeling. Weerbaarder worden en omgaan met een omgeving die anders is.’

Er zijn ook ouders die niet willen dat hun kinderen lessen over seksualiteit volgen. Denk aan de ophef rond de Week van de Lentekriebels. Kleuters zouden leren over seks, in werkelijkheid ging het om de fysieke verschillen tussen jongens en meisjes.  

‘Er waren allerlei waanideeën over wat scholen in de klas zouden vertellen. Het sloeg werkelijk nergens op. Ik kreeg er ook mee te maken op mijn school, ouders die niet meer wilden dat hun kinderen die lessen zouden horen. Toen heb ik de directeuren uit mijn boek nog een keer gebeld en gevraagd, hoe pakken jullie dit eigenlijk aan? Op scholen waar hierover goed werd gecommuniceerd ontstonden weinig problemen. De volgende keer houd ik voorafgaand aan de Week van de Lentekriebels een ouderochtend en laat ik ons materiaal en boeken zien. Dat voorkomt ruis, angst en onvrede, denk ik.’

Waar zijn die ouders dan bang voor?

‘Dat verschilt natuurlijk, maar sommige ouders geven aan bang te zijn dat wij dingen gaan zeggen die hun kinderen aanzetten tot dingen dat zij niet oké vinden.’

Zijn ze bang dat hun kinderen homoseksueel worden?

‘Ja, dat schijnen sommige ouders inderdaad te denken. Of dat je kinderen op ideeën brengt en ze vroeger beginnen met seks bijvoorbeeld. Terwijl juist uit onderzoek blijkt dat goed geïnformeerde kinderen er later aan beginnen. Bovendien helpt het meiden om grenzen te kunnen aangeven, wat erg belangrijk is. Kijk, ik snap ergens ouders wel die zeggen dat het een opvoedtaak is en geen taak van school. Dat vind ik eigenlijk ook. We moeten ons op school concentreren op de kernvakken, op rekenen en lezen. Zeker nu die in deze tijd achteruitgaan. Maar als voorlichten niet goed gebeurt thuis, dan begrijp ik ook wel dat het ministerie zegt dat we dat moeten doen. Het is een morele verplichting.‘

Zo kunt u zelf uitspraken van politici over migratie factchecken

0

Het kabinet viel in juli over het asielbeleid. In aanloop naar de verkiezingen zal het vaak over immigranten en asielzoekers gaan en zal er worden gegoocheld met cijfers. In dit artikel worden de belangrijkste cijfers op een rij gezet. Dan kunt u zelf de uitspraken van politici factchecken.

Wat wordt bedoeld met asielzoekers, statushouders, nareizigers en arbeidsmigranten?

We beginnen met een korte begrippenlijst.

Immigranten zijn personen die zich vanuit het buitenland in Nederland vestigen. Ze worden meegeteld als immigrant wanneer ze zich hebben ingeschreven in een gemeentelijk bevolkingsregister.

Asielzoekers zijn personen die hun eigen land verlaten hebben en bescherming zoeken in een ander land. Wanneer ze asiel aanvragen, willen ze erkend worden als vluchteling. Tijdens de asielprocedure moeten ze bewijzen dat zij gevaar lopen in hun land van herkomst en recht hebben op bescherming in Nederland. Asielzoekers worden pas ingeschreven in het bevolkingsregister wanneer ze langer dan een half jaar in een centrale opvangvoorziening verblijven.

Het aantal asielzoekers dat jaarlijks wordt erkend als vluchteling verschilt sterk per jaar. In 2022 werd 85 procent van de aanvragen erkend. Dat was relatief hoog in vergelijking met voorgaande jaren.

Statushouders zijn voormalig asielzoekers die erkend zijn als vluchteling en met een verblijfsvergunning in Nederland mogen verblijven.

Nareizigers zijn gezinsleden van de statushouder. Een statushouder kan direct na toekenning van de verblijfsvergunning leden van het kerngezin (partner, thuiswonende kinderen onder 25 jaar) laten overkomen via een nareisaanvraag. Alleenstaande minderjarige asielzoekers (jonger dan 18 jaar) mogen ook een aanvraag indienen voor de komst van ouders, broers en zussen. Deze aanvraag moet wel binnen drie maanden na het verkrijgen van de asielvergunning worden ingediend.

Opa’s, oma’s, ooms, tantes, neven, nichten enzovoort behoren niet tot het kerngezin. Alleen in uitzonderlijk schrijnende gevallen is er een mogelijkheid om voor hen, via artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, een procedure te starten.

Het CBS gebruikt ook het begrip asielmigranten. Dat zijn asielzoekers, statushouders of uitgenodigde vluchtelingen die zijn opgenomen in het gemeentelijk bevolkingsregister.

Hoeveel mensen immigreerden er in 2022 naar Nederland?

Volgens het CBS kwamen er in 2022 iets meer dan 403.000 mensen als immigrant naar Nederland.

Komen er ieder jaar zoveel mensen naar Nederland?

Nee, het waren er in 2022 veel meer dan in voorgaande jaren (zie het blauwe lijntje in de grafiek). Niet iedereen die naar Nederland komt, blijft hier ook. Een groot deel vertrekt na een aantal jaren weer. In 2022 emigreerden er meer mensen dan ooit uit Nederland: 179.000 (het groene lijntje). Omdat de immigratie sterker toenam dan de emigratie, was ook het migratiesaldo (de immigratie min de emigratie) met een kleine 224.000 personen (het grijze lijntje) hoger dan ooit.

Hoe is de forse toename van immigratie in 2022 te verklaren?

De toename van het aantal immigranten in 2022 is voor een belangrijk deel het gevolg van de oorlog in de Oekraïne. Van 403.000 immigranten kwamen er 108.000 uit de Oekraïne naar Nederland door gebruik te maken van de zogenaamde ‘richtlijn tijdelijke bescherming’. Dit is een richtlijn van de Europese Commissie die vluchtelingen uit Oekraïne onder andere tijdelijk recht geeft op opvang, medische zorg en de mogelijkheid om te werken. De richtlijn gold aanvankelijk tot 4 maart 2023 en is door de Europese Commissie verlengd tot 4 maart 2024.

Welk deel van de immigranten bestaat uit asielzoekers?

Van de 403.000 immigranten in 2022 waren er volgens het CBS 35.000 asielzoeker. Daarnaast kwamen er in 2022 een kleine 11.000 nareizigers, gezinsleden van statushouders, naar Nederland.

De 46.000 asielzoekers en nareizigers waren samen goed voor ruim 11 procent van het totaal aantal immigranten in 2022. Dat was, zoals uit de grafiek blijkt, de afgelopen tien jaar een heel gemiddeld aandeel.

Hoewel het aantal asielzoekers en nareizigers in 2022 in absolute zin wel beduidend hoger lag dan in de voorgaande jaren, waren het geen records: in 2015 bijvoorbeeld waren er 43.000 asielzoekers en 14.000 nareizigers. Samen vormden ze in dat jaar ruim een kwart (28 procent) van het totaal aantal immigranten.

Wat zijn derderlanders?

Derdelanders zijn niet-Oekraïners die in Oekraïne werkten of studeerden toen vorig jaar de oorlog uitbrak. Er verblijven in Nederland ongeveer 3600 derdelanders. Voor hen gold een tijdelijke opvangregeling tot 4 september 2023. Ongeveer 700 van hen willen asiel aanvragen in Nederland. Wat er met de 2200 anderen gaat gebeuren, is nog onduidelijk. 

Uit welke landen komen de meeste asielzoekers?

In 2022 kwam 42,8 procent (bijna 20.000 mensen) van alle asielzoekers en nareizigers uit Syrië. Op ruime afstand volgden asielzoekers en nareizigers uit Turkije (8,1 procent van het totaal), Afghanistan (6,2 procent), Jemen (6,1 procent) en Eritrea (4,1 procent).

De grootste groep asielzoekers/nareizigers komt al jaren uit Syrië. In de periode 2013-2022 vormden Syriers 37 procent van het totaal aantal asielzoekers en nareizigers, gevolgd door asielzoekers uit Eritrea (10,3 procent), Afghanistan (4,1 procent), Turkije (3,8 procent), Irak (3,6 procent) en Iran (3,3, procent).

Hoeveel nareizigers komen er per asielzoeker naar Nederland?

Het kabinet Rutte IV viel over ‘de nareizigers’. De VVD wilde een onderscheid maken tussen twee verschillende groepen vluchtelingen: mensen die vluchten vanwege directe persoonlijke bedreiging (categorie A) en mensen die vluchten vanwege oorlog of geweld (categorie B). Voor de laatste groep wilde de VVD het aantal nareizende familieleden beperken tot maximaal 2400 per jaar. Dat werd door de ChristenUnie afgewezen.

Van de 11000 nareizigers die in 2022 naar Nederland waren gekomen, kwamen er ruim 8100 mensen uit oorlogslanden (categorie B). Ze kwamen voornamelijk uit Syrië (7220) en in mindere mate uit Eritrea (530) en Jemen (375). Als het voorstel van de VVD in 2022 van kracht was geweest, waren er 5700 minder nareizigers uit oorlogslanden toegelaten.

Na de val van het kabinet suggereerde minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz (VVD) in de talkshow Op1 dat nareizigers op hun beurt weer veel andere familieleden zouden laten overkomen. In het NRC werd deze bewering aan verschillende experts voorgelegd, die stuk voor stuk verklaarden dat deze suggestie van de huidige lijsttrekker van de VVD onjuist is.

Lang niet alle asielzoekers maken gebruik van de mogelijkheid gezinsleden over te laten komen. Er zijn daardoor veel meer asielzoekers (eerste aanvragers) dan nareizigers. In de periode 2013-2022 kwam er per asielzoeker slechts 0,4 nareizigers.

Uit welke landen komen de meeste immigranten?

De afgelopen decennia kwam het overgrote merendeel van de immigranten (88 procent) dus niet als asielzoeker naar Nederland, maar om andere redenen naar Nederland. Uit welke landen kwamen deze immigranten?

Allereerst is er een grote groep Nederlanders die een tijd in het buitenland heeft gewoond en terugkeert naar Nederland. In 2022 ging het volgens het CBS om bijna 44.000 immigranten.

Het CBS maakt daarnaast een onderscheid tussen twee groepen: immigranten die uit landen van de Europese Unie en de EFTA landen ( Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland) komen en immigranten uit andere landen. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat EU-burgers en burgers van EFTA-landen onder andere het recht op vrij verkeer hebben binnen Nederland en andere EU/EFTA-landen. Ze hebben geen visum nodig om in Nederland te komen en te verblijven voor werk, studie of andere doeleinden.

Sinds 1999 komen de meeste immigranten meestal uit de EU/EFTA-landen. In 2022 was dat door de komst van 108.000 mensen uit de Oekraïne niet het geval. Toen kwamen er 129.000 mensen uit EU/EFTA-landen en, inclusief de Oekraïners, 230.000 uit niet EU/EFTA-landen.

Wanneer naar de werelddelen gekeken wordt, dan kwam in 2022 bijna twee derde (68,5 procent) van de immigranten uit Europa. Na Europa kwamen de meeste immigranten uit Azië (17,3 procent), Amerika (7,6 procent) en Afrika (6,2 procent).

In 2022 kwam ongeveer een kwart van de immigranten uit de Oekraïne. Verder kwamen er in 2022 vooral immigranten uit Polen (6,5 procent van het totaal immigranten), Syrië (4,2 procent), Turkije (4 procent), India (3,7 procent), Roemenië (3,2 procent), Bulgarije (2,7 procent), Duitsland (2,6 procent), Spanje (2,1 procent) en Italië (2 procent).

Om wat voor reden komen die andere immigranten dan naar Nederland?

Veel immigranten zijn door het bedrijfsleven naar Nederland gehaald om te werken. Het aantal arbeidsmigranten is tussen 2006 en 2021 verviervoudigd, blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. Naar schatting wonen en werken er in Nederland 800.000 mensen uit vooral Oost-Europa. Het grootste deel van hen is werkzaam in de land- en tuinbouw, de bouw, de verschillende distributiecentra en de bezorging. Het gaat vaak om slecht betaalde banen. Daarnaast komen er ook steeds meer immigranten naar Nederland als kennismigrant. Bijna de helft (46 procent) van de arbeidsmigranten uit niet EU/EFTA-landen was eind 2021 kennismigrant.

Een groeiend aantal immigranten komt naar Nederland om te studeren. Volgens het CBS verbleven er in het studiejaar 2021/22 115 duizend internationale studenten in Nederland, waarvan 42 duizend nieuwkomers, die samen een kwart van het totaal aantal eerstejaarsstudenten vormden. Het merendeel (76 procent) van de internationale studenten komt uit Europa.

Asielzoekers/vluchtelingen wereldwijd

 Hoeveel asielzoekers/vluchtelingen zijn er wereldwijd?

Eind 2022 waren er volgens de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, wereldwijd in totaal 108,4 miljoen mensen op de vlucht. Dat was een recordaantal.

Het grootste deel van hen, namelijk 62,5 miljoen mensen, zijn ‘binnenlands ontheemden’. Deze mensen zijn op de vlucht in hun eigen land.

Ongeveer 35,3 miljoen mensen zijn vluchtelingen die hun land hebben moeten verlaten. Hiertoe behoren 5,9 miljoen Palestijnse vluchtelingen die worden geregistreerd door de organisatie UNRWA.

De overige 29,4 miljoen mensen vallen onder de verantwoordelijkheid van UNHCR.

Uit welke landen komen de meeste vluchtelingen?

Meer dan de helft van het totaal aantal UNHCR vluchtelingen kwam eind 2022 uit drie landen: Syrië (6,5 miljoen), Oekraïne (5,7 miljoen) en Afghanistan (5,7 miljoen). Verder kwamen er ook meer dan een miljoen vluchtelingen uit Zuid-Soedan (2,3 miljoen) en Myanmar (1,2 miljoen).

Welk deel van de vluchtelingen wordt in de regio opgevangen?

Van de ruim 35 miljoen vluchtelingen wordt 70 procent in een buurland opgevangen.

Welke landen vangen de meeste Syriërs en Oekraïners op?

In totaal waren er eind 2022 volgens de UNHCR 13,3 miljoen Syriërs op de vlucht. Meer dan de helft ( 6,8 miljoen mensen) is vluchteling in eigen land. De overige 6,5 miljoen heeft onderdak gezocht in het buitenland. Van hen verblijft ongeveer 80 procent in een buurland: 54 procent in Turkije, 12 procent in Libanon, 11 procent in Jordanië en 5 procent in Irak. Bijna 9 procent van de gevluchte Syriërs verbleef eind 2022 in Duitsland en iets minder dan 1 procent in Nederland.

Eind 2022 waren er 11,6 miljoen mensen uit Oekraïne op de vlucht. Ook in dit land is meer dan de helft (5,9 miljoen mensen) opgevangen in het eigen land. Van de overige 5,7 miljoen verblijft een grote groep in Rusland (22 procent). Het is niet bekend hoeveel van hen vrijwillig naar Rusland zijn gegaan. Verder verblijven er veel Oekraïners in Duitsland (18 procent), Polen (17 procent) en Tsjechië (8 procent). Een kleine 2 procent van de 5,7 miljoen gevluchte Oekraïners verbleef eind 2022 in Nederland.

Welke landen vangen de meeste vluchtelingen op?

Turkije vangt in absolute aantallen de meeste vluchtelingen op. De top 5 zag er volgens de UNHCR eind 2022 als volgt uit: 1) Turkije (4,9 miljoen); 2) Iran (3,4 miljoen); 3) Colombia (2,5 miljoen); 4) Duitsland (2,1 miljoen); 5) Pakistan (1,7 miljoen)

Van de landen die veel vluchtelingen opvangen, vangt Turkije volgens de UNHCR ook in verhouding tot het aantal inwoners de meeste vluchtelingen op. Eind 2022 vormden vluchtelingen 4,3 procent van de bevolking in Turkije. In Oeganda was 3,5 procent van de bevolking vluchteling, daarna volgden Polen (3,2 procent), Duitsland (2,7 procent) en Soedan (2,5 procent).

Bij het samenstellen van dit artikel is gebruik gemaakt van open data van het CBS, de UNHCR en Eurostat. Meer lezen?

Kijk bijvoorbeeld bij het CBS: hoeveel asielzoekers komen naar Nederland?

Vluchtelingenwerk geeft op haar site veel achtergrondinformatie, bijvoorbeeld over de asielaanvraag. Daarnaast produceert VluchtelingenWerk jaarlijks een update van het document  Vluchtelingen in getallen.

Orkun Kökcü uitgeroepen tot voetballer van het jaar

0

Orkun Kökcü (22) is maandagavond uitgeroepen tot voetballer van het jaar in de Eredivisie. Hij is de eerste Turks-Nederlandse speler die deze prijs in ontvangst mag nemen.

De middenvelder, die vorig jaar kampioen werd met Feyenoord, hield het niet droog. Zo meldt de sportsite ESPN. ‘Ik ben hartstikke blij en trots dat ik deze prijs heb mogen winnen’, zei de geëmotioneerde Kökcü, die de trofee uit handen van zijn ouders ontving. ‘Het zijn fantastische spelers die ook kans maakten op de prijs. Ik ben vooral blij om dit als een stempel op het afgelopen seizoen te hebben. Het zal voor altijd een speciaal plekje in mijn geheugen hebben.’

Kökcü had een moeizame start van het seizoen vorig jaar vanwege slaapproblemen. Hij is uiteindelijk zelfs op bedevaart naar Mekka gegaan om weer de oude Kökcü te worden. Dat heeft hem geholpen, zegt zijn broer in een filmpje tijdens de prijsuitreiking.

Kökcü’s islamitische religie bracht hem vorig jaar niet alleen soelaas, maar ook problemen toen hij ‘om religieuze overwegingen’ de regenboogband weigerde te dragen. Dat leidde tot veel kritiek in de Nederlandse media.

Kökcü speelt nu voor het Portugese Benfica en speelt aanstaande vrijdag hoogstwaarschijnlijk in de EK-kwalificatiewedstrijd Turkije tegen Armenië.

Nieuwe burgemeester Barcelona herstelt stedenband met Tel Aviv

0

Burgemeester Jaume Collboni van Barcelona heeft de stedenband van zijn stad met Tel Aviv hersteld, bericht Middle East Eye. Zijn voorganger beëindigde de stedelijke samenwerking afgelopen februari vanwege het Israëlische ‘apartheidsbeleid’ tegen de Palestijnen.

Collboni verzekerde de Palestijnen dat zijn besluit ‘niet schadelijk’ zou zijn voor de banden van Barcelona met de Palestijnse Autoriteit. Ook wordt het eerste bezoek van Collboni buiten Europa een bezoek aan Palestina, zei hij.

Niettemin veroordeelde de BDS-beweging – BDS staat voor Boycot, Desinvesteringen en Sancties – het besluit. ‘Het schaadt bewust de inheemse Palestijnen en onze strijd voor vrijheid, gerechtigheid en gelijkheid’, verklaarde de pro-Palestijnse lobbygroep op X, voorheen Twitter.

Tel Aviv daarentegen reageerde verheugd op de beslissing van Collboni.

‘Ik ben blij dat de gekozen burgemeester van Barcelona onze stedenband-overeenkomst heeft hersteld en onze gezamenlijke democratische waarden erkent’, zei Ron Huldai, de burgemeester van Tel Aviv, verheugd.

Het besluit in februari om de banden met Tel Aviv te verbreken volgde op een petitie, die meer dan 4.000 handtekeningen opleverde en werd aangeboden op het stadhuis. Hierin riepen pro-Palestijnse activisten Barcelona op de banden met Tel Aviv te verbreken, vanwege de apartheidspolitiek tegen de Palestijnen.

Dood vakantiegangers leidt tot spanningen tussen Marokko en Algerije

0

De dood van twee Marokkaanse toeristen leidt tot nieuwe spanningen tussen Marokko en Algerije. De Algerijnse kustwacht schoot de toeristen (waarvan één de Franse nationaliteit heeft) vorige week dood. Ze waren met hun jetski de Algerijnse zeewateren binnengevaren.

Marokko, maar ook het Franse ministerie van Justitie onderzoekt de dood van de Marokkanen. Zo meldt Marokko nieuws. Een van de overlevenden wist te ontkomen en heeft het incident gemeld bij de Marokkaanse autoriteiten. Een andere overlevende werd gearresteerd door de Algerijnen en is – binnen vijf dagen – veroordeeld tot een celstraf van 18 maanden. Marokkaanse mensenrechtenactivisten spreken van een ‘schijnproces’.

De twee slachtoffers waren met twee anderen op jetski’s vertrokken vanaf het Marokkaanse strand Saïdia, vlak bij de Algerijnse grens. Ze waren verdwaald in zee toen ze dodelijk werden getroffen door vuur van een Algerijnse patrouilleboot. Het Algerijnse ministerie van Defensie heeft zondag pas voor het eerst gereageerd en meldt dat de kustwacht ‘eerst waarschuwingsschoten heeft afgevuurd’, aldus de Vlaamse nieuwssite HLN. Toen ze weigerden te stoppen zou de Algerijnse kustwacht uit ‘zelfverdediging’ hebben gehandeld tegen de ongewapende burgers.

In Marokko gaan mensen uit protest de straat op, meldt NRC. Volgens Marokkaanse media gaat het om ‘een doelbewuste actie van Algerije’. De twee landen hebben al langer een gespannen relatie.

Yavuz Baydar nieuwe columnist bij de Kanttekening

0

Yavuz Baydar (1956) schrijft vanaf vandaag iedere drie weken een column voor de Kanttekening. Met hem halen we een zwaargewicht in huis. De journalist, die tegenwoordig redacteur is bij de onlangs gelanceerde nieuwssite FTP, was tussen 1999-2013 de eerste onafhankelijke nieuwsombudsman van Turkije.

In 2013 was hij een van de medeoprichters van het onafhankelijke mediaplatform P24, dat als doel had toezicht te houden op de mediasector en de staat van de journalistiek in Turkije.

Na de mislukte coup tegen president Recep Tayyip Erdogan in juli 2016 leeft Yavuz Baydar als exil-journalist in Europa, net als vele andere kritische, onafhankelijke Turkse journalisten. In ballingschap schreef Baydar het veelgeprezen boek Die Hoffnung stirbt am Bosporus (De hoop sterft aan de Bosporus), dat in 2018 uitkwam. Tussen 2017 en 2022 was Baydar hoofdredacteur van Ahval News Online – een drietalige website (Turks, Engels, Arabisch) die onafhankelijk nieuws over Turkije bracht.

Daarnaast levert Baydar bijdragen aan het Syndication Bureau, Tagesspiegel en Süddeutsche Zeitung. Hij schrijft bovendien kronieken voor de cultuursectie van Svenska Dagbladet, een Zweeds dagblad. Zijn opinieartikelen zijn verschenen in The Guardian, Süddeutsche Zeitung, New York Times, El Pais, Arab Weekly en Index on Censorship. Baydars analyses en deskundigheid beperken zich niet tot Turkije. Hij weet ook veel van het Midden-Oosten, de Balkan, Europa, de Amerikaans-Turkse betrekkingen, mensenrechten en geschiedenis. Baydar wordt algemeen beschouwd als autoriteit op het gebied van de mediasector, de stand van de journalistiek, vrije meningsuiting en censuur in Turkije.

Baydars journalistieke werk is vaak in de prijzen gevallen. In 2014 ontving Baydar de European Press Prize (EPP), voor ‘uitmuntendheid in de journalistiek’. Drie jaar later kreeg hij de prestigieuze ‘Journalistenpreis’ van het SüdostEurope Gesellschaft in Duitsland en de Morris B Abram Human Rights Award van UN Watch. Baydar ontving bovendien twee Italiaanse persprijzen: de Umbria Journalism Award en de Caravella ‘Mare Nostrum’ Award, die laatste werd uitgereikt door de organisatie ‘Journalisten van de Middellandse Zee’.

‘Vrijheid van meningsuiting mag nooit worden beperkt’

0

Hoe verhoudt kritiek op religie zich met het absolute karakter van de vrijheid van meningsuiting? Deze kwestie houdt onze nieuwe columnist Yavuz Baydar al sinds juli 1993 in zijn greep.

Dertig jaar geleden bezocht een groep intellectuelen en kunstenaars, een mengeling van alevieten en atheïsten, de Anatolische stad Sivas, een bastion van hardnekkige soennitische conservatieven, in een manifestatie om het hoofd te bieden aan wat zij zagen als groeiende onverdraagzaamheid.

Onder hen was de beroemde satiricus en vrijdenker Aziz Nesin. Hij was een zeer moedige en openhartige auteur en stond in de voorste gelederen. Aan de vooravond van het bezoek had hij gezegd: ‘Waarom zou ik in een duizend jaar oude Koran geloven? Daarom ben ik geen moslim.’ Deze woorden en de aanwezigheid van de gasten zelf waren de reden dat een grote menigte, opgezweept door enkele fanatiekelingen, zich verzamelde voor het hotel waar het alevitische festival plaatsvond en het gebouw in brand stak. 33 bezoekers kwamen om. Nesin zelf ontsnapte ternauwernood aan de dood.

In die tijd was Turkije meer mogelijk dan nu, wat betreft van vrijheid van meningsuiting. Turkije was het enige moslimland waar je Salman Rushdies boek De Duivelsverzen in de originele druk in het Engels kon kopen, wat nu niet meer kan. Maar de littekens waren diep: het bloedbad van Sivas is een open wond in de psyche van de natie – wat misschien de huidige polarisatie en voortdurende Kulturkampf verklaart. Sivas liet ook zien hoe fragiel de vrijheid van meningsuiting is, wanneer deze vrijheid wordt gebruikt tegen religie, ongeacht waar je je in de wereld bevindt.

‘Ik behoor tot degenen die vechten voor het behoud van deze vrijheid’

Jaren later, in de nasleep van de crisis over de Mohammed-cartoons, besprak ik dit op verschillende platforms met Deense collega’s. Uit hun redeneringen bleek dat sommigen, maar niet allen, Verlichtingsfundamentalisten waren, omdat ze weigerden de nuances in de context te zien. Jaren later zitten we nog steeds vast in hetzelfde hokje, terwijl de uitdagingen voor ons, de verdedigers van de vrijheid van meningsuiting, alleen maar groter worden.

Ik behoor tot degenen die vechten voor het behoud van deze vrijheid; ze mag nooit worden beperkt. Maar na de ontwikkelingen en debatten in Zweden en Denemarken ben ik bang dat een ‘verbod als oplossing’ eenrichtingsverkeer zal zijn, dat alleen de onderdrukkers zal sussen en de kloof tussen autocratieën en democratieën zal vergroten. Toch vind ik dat alle aspecten – hoe schokkend ze ook zijn – onder ogen moeten worden gezien. En er zijn een paar punten die aan de orde moeten worden gesteld om het debat constructief te houden en de geesten flexibeler te maken zonder het perspectief te verliezen.

Laten we de zaken wat vereenvoudigen.

Ten eerste bevindt elke religie zich in het domein van het irrationele. Dit domein is gesloten voor wetenschappelijk of logisch redeneren. Je gelooft het – of niet. Je hebt geen tastbaar bewijs nodig voor je geloof. Daarom is dit een uniek grijs gebied in de hele ruimte van vrijheid van meningsuiting, en vanwege zijn aard zal dat zo blijven.

De wereldwijde ervaring tot nu toe heeft ons geleerd dat de islam, vergeleken met de andere religies, ‘gevoeliger’ of ‘intoleranter’ is. De islamitische dogma’s zorgen ervoor dat de islam zich fel verdedigt tegen zowel interne als externe dissidenten. Maar we hebben ook geleerd dat er een verschil is tussen het zo hard mogelijk bekritiseren van bepaalde opvattingen in een geschreven of gesproken tekst, en het publiekelijk aanvallen van de symbolen. Er is dus altijd een forum geweest in de niet-islamitische wereld om door te gaan met het verkondigen van kritische standpunten, zonder dat dit gewelddadige reacties tot gevolg heeft. Verboden kunnen schade toebrengen aan die ‘beschaafde’ ruimte.

Ten tweede is er een fundamenteel verschil tussen de gedragspatronen van individuen die in volwaardige democratieën leven en individuen in onderdrukkende democratieën. Zoals Benjamin Constant, Friedrich Hayek en William Hazlitt – allemaal liberale denkers – opmerkten, ontnemen paternalistische regels het individu van zijn natuurlijke verantwoordelijkheid. Dus, hoe meer vrijheid in een samenleving, hoe meer verantwoordelijkheid mensen hebben.

Dit is heel belangrijk. We dagen in landen als Turkije de intolerantie uit door de grenzen ervan te verleggen, vaak door de beperkingen van vrijheden – zoals die van meningsuiting, vergadering, en om te demonstreren – te doorbreken.

Maar, zoals ik mijn Deense collega’s vervolgens uitdaagde, gewoon om hun standpunt te weerleggen: in het geval van democratieën, waar vrijheden gewaarborgd worden door de grondwet, wat is dan het nut als je de Achilleshiel van een tot nu toe niet-hervormde religie op grove wijze aanvalt? Wat probeer je te bewijzen? Wordt je eigen vrijheid, in eigen land, onmiddellijk aangevallen? Dreigt er een duidelijk gevaar? Of doe je het alleen omdat het kan?

‘Elke religie zich in het domein van het irrationele’

Deze vragen zijn van toepassing op het Denemarken en Zweden van vandaag, die voor een enorm dilemma staan. Maar het is een leer- en overtuigingsproces.

Dus in termen van ‘beschaafde verantwoordelijkheid’ is het ontheiligen van een heilig geschrift of een religieus symbool door boekverbrandingen enzovoort wezenlijk iets anders. Je hebt immers ook de keuze om een religie kritisch te deconstrueren in woord en geschrift.

Of je kunt gewoon voor een ambassade of moskee gaan staan met een heilig geschrift zoals een Koran in je hand, en in het openbaar verklaren dat ‘dit land mij de volledige vrijheid geeft om hiermee te doen wat ik wil, maar in weerwil van wat intolerante regimes voorstaan, volsta ik ermee de wereld te herinneren aan de vrijheid en verantwoordelijkheid die ik hier heb gekregen. Ik kan het ontheiligen, het is hier geen misdaad, ik kan het, maar ik doe het niet’.

Anders geformuleerd, met het gebrek aan verantwoordelijkheid en de afwezigheid van een onmiddellijke bedreiging van je vrijheid, verandert je actie in een immorele sport, in een niet-uitgelokte daad. Moet dat het doel zijn?

Als dat het doel is, waarom zou je dan bijvoorbeeld geen koran nemen en die verbranden voor bijvoorbeeld de Aya Sophia in Istanbul, die in 2020 brutaal werd omgebouwd tot moskee? Durf, als je kunt.

Als je de kwestie vanuit deze invalshoek bekijkt, kunnen de acties in Denemarken en Zweden gemakkelijk lijken op misbruik van de wetten in die landen. Een al te gemakkelijke vingeroefening.

Ten slotte moeten we het nog hebben over de gevolgen. Met elke gewelddadige aanval op heilige symbolen gebeuren er twee dingen. Internationaal dienen deze daden alleen om dictators en despotische regimes aan de leiband van de massa’s te houden, en een wig te drijven in de toch al broze kloven tussen de beschavingen.

Binnenlands geven zulke aanvallen het voorwendselen aan restrictiebeluste regeringen om zich te gaan bemoeien met fundamentele vrijheden – een kostbaar product van tientallen jaren pijnlijke strijd. Het is dus de taak van elke beschaafde samenleving om zich te richten op het verantwoordelijkheidsgevoel van haar burgers en dit te ontwikkelen – door fora, door moediger debatten, door aan te dringen op maatschappelijke dialogen om de onverantwoordelijke individuen van zich te vervreemden en te beschamen.

De wil om te discussiëren en ervoor te vechten is de manier om alle vrijheden te beschermen. Het is de plicht van regeringen om die weg te kiezen, in plaats van te buigen voor de druk van tirannieën. We weten dat onderdrukkende staten nooit tevreden zijn met hun eisen. Verbieden maakt deel uit van hun DNA, wat haaks staat op waar wij voor staan, die in democratieën leven.

De Afhaalchinees onthult verborgen adoptieleed

De tv-serie De Afhaalchinees gaat over de gevolgen van adoptie van kinderen uit het buitenland. Maakster Kelly-Qian van Binsbergen was achttien maanden toen ze vanuit China werd geadopteerd. Het realiseren van De Afhaalchinees was voor haar een emotionele achtbaan.

In haar jeugd voelde Kelly-Qian van Binsbergen zich vaak een buitenstaander. ‘Ik had een hekel aan mijn ogen. Veel liever was ik een blonde chick met blauwe ogen geweest. In Zeeland, waar ik ben opgegroeid, viel ik erg op en had ik last van discriminatie. Dat werd minder toen ik naar de Randstad verhuisde. Qua discriminatie was het één keer in de twee weken raak, maar tijdens de coronaperiode werd het erger. Zeker twee keer per week. Mocht ik daar wel iets van zeggen? Ik was immers geen echte Chinese. Ik had een Chinees uiterlijk, geen Chinees innerlijk. Mag ik een groep vertegenwoordigen waar ik niet bij hoor?’

Als er één ding is wat Van Binsbergen zeker weet, is dat ze een gewenst kind was. ‘Mijn adoptieouders noemden mij het meest gewilde kind van West Zeeuws-Vlaanderen. Wat adoptieouders niet beseffen, is dat je als geadopteerde een loyaliteitsconflict hebt. Er wordt tegen je gezegd: ‘We hebben zó lang op je gewacht, we houden van je.’ Dan ga je niet naar, in mijn geval, China kijken. Maar waar komen dat verdriet en die eenzaamheid dan vandaan? Ik heb het hier toch goed?’

Haar adoptiemoeder leeft niet meer, maar haar vader leeft nog wel en heeft het grootste deel van De Afhaalchinees gezien. Het heeft een dialoog tussen hen geopend.

Hoe adoptie werkt

Verhalen over migranten in Nederland, bijvoorbeeld over de tweede generatie, is niet iets waar uit het buitenland geadopteerde kinderen een band mee hebben. Zo zit het niet als je geadopteerd bent. ‘Je bent in de maatschappij maar ook thuis een buitenstaander. Vaak ben je in je gezin immers de enige buitenlander.’

De documentaire gaat over de gevoelens van ouders en het kind, en over de complexe procedure. ‘Een adoptieprocedure zou het meest strikte examen moeten zijn dat je in je leven aflegt, maar de praktijk is anders. Mijn adoptiemoeder had alcoholproblemen en een persoonlijkheidsstoornis. Bovendien woonden mijn adoptieouders boven een seksshop. Dit lijkt onbelangrijk, maar sommige geadopteerde kinderen zijn in het weeshuis seksueel misbruikt of hebben een moeder die in de prostitutie werkte. Voor een kind dat uit deze omstandigheden komt, werkt de nabijheid van een seksshops traumatiserend. Bij de screening weten de betrokkenen niet wat de achtergronden van het kind zijn. Dat zou in het rapport moeten staan. In geen enkel land is de adoptieprocedure waterdicht, maar er waren vooral misstanden in landen als Brazilië, Sri Lanka, Columbia en Indonesië. We hebben ons beperkt tot de procedure in Nederland. De huisarts van potentiële adoptieouders wordt niet geraadpleegd, want die zou niet altijd objectief zijn. Je kunt je wel laten keuren door een arts naar keuze. In ieder geval is het prozacgebruik van mijn moeder niet opgemerkt, net als haar alcoholproblemen.’

‘Een adoptieprocedure zou het meest strikte examen moeten zijn dat je in je leven aflegt’

Adoptieouders en hun kinderen werden in de jaren tachtig niet begeleid. ‘Als het kind in Nederland was, dan kon je het verder zelf uitzoeken. Er was geen nazorg voor de adoptieouders én de geadopteerden. Dat vind ik schrijnend. Inmiddels is dat wat verbeterd. Maar of die verbeteringen afdoende zijn, weten we eigenlijk pas over dertig jaar. Dan zijn de adoptiekinderen van nu echt volwassen. Je komt op een leeftijd waarop je zelf vader of moeder wordt en begint je te verplaatsen in je adoptie- en biologische ouders. Wat betekent het voor mijn moeder om mij te hebben afgestaan?’

Een adoptie gaat in Nederland langs een rechter, maar dat is vaak een formaliteit. Een rechter zegt vrijwel nooit nee. Al met al is het geen wonder dat er vijf rechtszaken van uit het buitenland geadopteerde volwassenen tegen de Nederlandse staat lopen vanwege gemaakte fouten tijdens hun adoptie. Het betreft vier individueel geadopteerden en een groep van acht geadopteerden.

Dankbaar

Adoptiekinderen uit het buitenland worden geacht dankbaar te zijn voor het feit dat ze naar Nederland zijn gehaald. Je krijgt te eten en  veel kansen. Gelukkig zijn op commando, daar komt het op neer. ‘Adoptie is als een medaille: glanzend van buiten en van binnen verlies van cultuur en identiteit. Natuurlijk ben ik blij met wat ik heb dankzij de adoptie, maar ik ben niet zo blij met wat er werd achtergehouden bij de screening. Bovendien kunnen dankbaarheid en verlies best naast elkaar bestaan. Daar wordt aan voorbij gegaan. Alles wordt bekeken vanuit dankbaarheid en de rest wordt van tafel geveegd. Geadopteerde kinderen hebben vaker last van identiteitsproblemen, racisme en zelfmoordgedachten.’

‘Adoptiekinderen uit het buitenland worden geacht dankbaar te zijn’

Van Binsbergen benadrukt dat ze niet tegen adoptie is, maar ze is zeker kritisch over het huidige adoptiesysteem. ‘Niets is zo sterk als een kinderwens, maar er is een systeem nodig dat filtert. ‘Ik heb persoonlijk nog nooit een adoptiedossier gezien dat honderd procent klopt. Maar ik denk dat er zeker wel dossiers zijn die kloppen.” Adoptiedeskundige Ina Hut schat dat zeventig procent van de adoptiedossiers informatie mist of is vervalst in het land van herkomst. In Nederland wordt het goedgekeurd.’

Depressie

Er wordt weleens beweerd dat je als journalist niet aan de slag moet gaan met een onderwerp dat heel dicht bij je staat. Van Binsbergen overtrad dit advies. ‘Ik vond dat ik als mediamaker de taak en de mogelijkheid had om dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Het was een zwaar proces, maar ik weet nu dat ik niet alleen sta met mijn problemen. Ik dacht altijd dat ik depressief was ingesteld. Tijdens het maken van De Afhaalchinees heb ik gemerkt dat depressiviteit bij adoptieproblematiek hoort. Adoptie is een proces wat nooit stopt. Soms lijkt het alsof geadopteerden voordat ze in Nederland kwamen niet bestonden. Ik was anderhalf toen ik in Nederland arriveerde, maar veel andere kinderen zijn twee à drie jaar, tot zelfs zeven jaar in de jaren zeventig. Voor een adoptie in een vreemd land is dat erg oud. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer.’

Van Binsbergen dacht altijd dat haar ouders haar hadden afgestaan in verband met de éénkind-politiek in China. Ze wilden zeker liever een jongetje. ‘Ik heb ontdekt dat het mogelijk helemaal niet zo was, maar ik weet niet of dat klopt. Dat kun je niet weten tot je je biologische ouders ontmoet en ze je ook de waarheid willen vertellen.’

Brazil Baby Affair

De Brazil Baby Affair is een illegaal adoptieschandaal uit de jaren tachtig waarvan ook slachtoffers in Nederland wonen. Er wordt aandacht aan besteed in De Afhaalchinees. Alle betrokken partijen bleken destijds op de hoogte dat het omillegale adopties ging. Adoptieslachtoffer Patrick Noordoven kon er tijdens zijn zoektocht niet onderuit om zowel zijn juridische ouders als de Nederlandse staat voor de rechter te brengen. ‘Ik word al dertien jaar tegengewerkt door de staat. Het is zó frustrerend dat andere mensen veel meer over mij weten dan ikzelf. Toenmalig minister van Rechtsbescherming Sander Dekker gaf toe dat er in het verleden misstanden waren geweest. Hij wilde ‘geadopteerden verdergaand ondersteunen bij het vinden van hun biologische ouders en ervoor zorgen dat in de toekomst kinderen tegen adoptiemisstanden worden beschermd’. Maar hoe kan Dekker dit rijmen met het feit dat de dossiers rond de Brazil Baby Affair zijn vernietigd?’

In 2019 werd Noordoven uitgenodigd bij minister Dekker, die excuses aanbood. Alle Nederlandse betrokkenheid in Brazilië, van bijvoorbeeld diplomaten bij de Brazil Baby Affair, worden echter ontkend. De staat neemt geen verantwoordelijkheid om zich in te spannen. Dat heeft Noordoven zelf moeten doen. Hij heeft gesprekken gevoerd met talloze betrokkenen. ‘De Verenigde Naties hebben zich ongeveer een jaar geleden in een algemene verklaring uitgesproken over illegale buitenlandse adopties en rechtsverplichtingen om de slachtoffers te steunen. Daar merken we tot nu toe niets van.’

Het zit Noordoven enorm dwars dat buitenlandse adoptie blijft plaatsvinden. Zijn strijd, en die van veel andere slachtoffers, is er nog steeds. Net als het verborgen leed. Het is niet voor niets dat er kijkers die hier behoefte aan hebben na de uitzending contact kunnen opnemen met Korrelatie en later met de Progessio kliniek, gespecialiseerd in adoptie sensitieve therapie.

De Afhaalchinees is te zien op 5, 12 en 19 september om 21.10 uur op NPO 3 bij Omroep Zwart. 

Populaire influencer Vonneke Bonneke bekeert zich tot de islam

0

De populaire influencer Vonneke Bonneke, wiens echte naam Vonneke Ritfeld is, heeft zich tot de islam bekeerd, zo meldt jongerenzender FunX. In een video die ze afgelopen vrijdag op haar Instagram Stories plaatste, zien we haar de Shahada uitspreken, de islamitische geloofsbelijdenis, terwijl ze een hijab draagt.

‘Vandaag heb ik iets gedaan wat ik al langere tijd wilde doen’, schreef de 24-jarige influencer op Instagram. ‘Ik heb al langere tijd alles wat slecht voor me is achter me gelaten.’

Vonneke Bonneke nam deze zomer, na de geboorte van haar zoontje Aeden, de beslissing om zich tot de islam te bekeren. Afgelopen vrijdag was het zover, en sprak ze de islamitische geloofsbelijdenis uit: أَشْهَدُ أَنْ لَا إِلَٰهَ إِلَّا الله ، وَأَشْهَدُ أَنَّ مُحَمَّدًا رَسُولُ الله (Ashadou an Lailaha Illallah wa ashadou ana Muhammadan Rasoulal lah; Ik getuig dat er geen God is behalve Allah en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is).

Vonneke Bonneke heeft 330.000 volgers op Instagram. Ook is ze bekend van de Nederlandse speelfilm De Tatta’s, waarin ze Beauty speelt. Eind dit jaar zal ze deze rol opnieuw spelen in het vervolg: De Tatta’s 2.

 

Turkse pers: Yesilgöz uit Tunceli neemt het op tegen Omtzigt, ‘schoonzoon van Mardin’

0

De Tweede Kamerverkiezingen worden op de voet gevolgd in Turkije. Dat is niet alleen uit gezonde interesse voor wat er bij Navo-bondgenoot en handelspartner Nederland gebeurt. Het Turkse eigenbelang staat voorop met nationalistische frames over de Koerdische achtergrond van Dilan Yesilgöz (VVD) en interesse voor de Syrisch-orthodoxe vrouw van Pieter Omtzigt (NSC). ‘Wie wordt de nieuwe premier van Nederland? Aan de ene kant Dilan uit Tunceli en aan de andere kant Pieter, de schoonzoon van Mardin’, pakt Ensonhaber uit, een ultranationalistisch nieuwsmedium.

‘De schoonzoon van Mardin, Pieter Omtzigt, lijkt favoriet’, schrijft Ensonhaber. Daarna meldt de krant dat zijn vrouw een Syrisch-orthodoxe vluchteling uit Mardin is, zonder verder enige context te geven. Over zijn ‘rivaal’, Yesïlgöz ‘uit Tunceli’ heeft Ensonhaber meer te zeggen in fellere bewoordingen.

‘Ze is een dochter van een familie uit Tunceli, ze heeft uitspraken gedaan waarin ze het vrij vindt om Turken en president Erdogan te kunnen beledigen’, schrijft Ensonhaber.

‘Ook behoort Yesilgöz tot de vijf parlementariërs (met een Turkse achtergrond) die de zogenaamde Armeense genocide in 2018 erkenden in de Tweede Kamer’, aldus Ensonhaber. Staatsgezinde media voegen altijd het woord ‘zogenaamde’ toe, in lijn met de officiële ontkenning. ‘Zij pleit ook voor die een wettelijk verbod op de hoofddoek bij de Nederlandse politie’, aldus Ensonhaber over Yesilgöz.

Eerder maakte de regeringsgezinde krant Sabah een video waarin zij VVD-leider Dilan Yesilgöz beschuldigt van ‘Turkenhaat’. Ook verbindt Sabah haar indirect aan PKK-terrorisme.