21 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 330

Assad bombardeert door aardbeving getroffen gebied

0

De Syrische dictator Bashar al-Assad heeft minder twee uur na de aardbeving de stad Marea gebombardeerd, die ligt in het noordwesten van Syrië en die ook getroffen is door de aardbeving van maandag. Dat melden Syrische bronnen.

Het Britse conservatieve parlementslid Alicia Kearns noemt het bombardement een ‘werkelijk harteloze en gruwelijke aanval’. De aardbeving, die maandag in de vroege ochtend plaatsvond in Turkije en Syrië, heeft aan meer dan 9.600 mensen het leven gekost. Maar voor Assad was de aardbeving geen reden om van het bomberdement af te zien.

Gisteren verklaarde Antony Blinken, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, dat de Verenigde Staten samenwerkt met partners om de slachtoffers van de aardbeving in Syrië te helpen, maar dat er niet zal worden samengewerkt met het Assad-regime.

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan riep gisteren de noodtoestand uit in tien provincies in zijn land die getroffen zijn door de aardbeving. De noodtoestand zal drie maanden van kracht zijn.

Er worden nog steeds mensen onder het puin vandaan gehaald. De Ghanese voetballer Christian Atsu werd gisteren levend teruggevonden en wordt behandeld in een Turks ziekenhuis, meldt onder andere Deutsche Welle.

‘Wat de IND doet is net zo erg als de toeslagenaffaire’

0

De Iraanse vluchtelinge Sahar Hossini kreeg in juli 2022 tot haar verrassing ineens een verblijfsvergunning. Tien jaar lang wees immigratiedienst IND haar verzoek af, maar nu plots niet meer. Hossini voert alsnog een rechtszaak tegen die dienst, omdat ze vindt dat die haar verhaal eerder had moeten geloven.

‘Ik wil erkenning’, stelt de inmiddels 29-jarige Hossini. ‘Erkenning dat mijn jeugd mij is afgenomen. Twaalf jaar lang stond mijn leven stil en was ik in grote onzekerheid. Ik kon geen opleiding volgen, geen Nederlands leren, kreeg geen enkele hulp om als mens te groeien. Terwijl ik al genoeg trauma’s heb in mijn leven.’

Veel asielzoekers zouden blij zijn dat ze eindelijk de felbegeerde verblijfsstatus hebben gekregen. Er kan een streep onder een nare periode van procedures en asielzoekerscentra. Het leven in Nederland kan beginnen. Niet omkijken, op naar de toekomst.

Ook Hossini is blij dat ze in Nederland mag blijven. Maar de werkwijze van de IND liet haar niet los. Ze kwam in 2011 naar Nederland, met haar moeder en haar broertje. In Iran was het voor haar niet veilig – zoals voor zoveel vrouwen.

Eenmaal in Nederland bekeerde het gezin zich in 2012 tot het christendom. Toen was terugkeer naar Iran al helemaal uitgesloten. In Iran is het zeer gevaarlijk voor mensen die de islam verruilen voor een andere religie.

Sahar Hossini (Beeld: Sahar Hossini)

Toch geloofde de IND niet dat haar bekering oprecht was en dus wees de dienst haar asielverzoek af. Daartegen kun je in beroep gaan. Je kunt een tweede procedure beginnen, waarin je moet laten zien dat je situatie is veranderd, bijvoorbeeld door ‘geloofsgroei’ aan te tonen.

Hossini stelt echter dat ze in 2012 net zo overtuigd christen was als nu. ‘In maart 2022 kreeg ik via mijn advocaat een uitnodiging voor een gehoor bij de IND, over mijn vierde asielvraag, ingediend in september 2020. Ik hoorde toen dat ik een verblijfsvergunning zou krijgen. Maar toen ik de beslissing ontving en de argumenten las die de IND gebruikte om mij die status toe te kennen, was ik verbaasd. Het waren dezelfde argumenten als die ik al in 2012 aanvoerde. En ze hebben me al die tijd niet geloofd.’

Toeslagenaffaire

Afgelopen najaar zat Hossini in de rechtszaal. Ze voert nu een bestuursrechtelijke zaak tegen de IND, om haar verblijfsstatus met terugwerkende kracht te vervroegen. Liefst zodanig, dat die al in 2012 ingaat. Ze hoeft geen schadevergoeding. Ze wil erkenning voor ‘de gouden tijden’ die haar zijn ‘afgepakt’.

‘In de rechtbank was ik helemaal voorbereid’, vertelt ze over de eerste zitting. ‘De eerste vraag die de rechter aan de IND stelde, was: wanneer geloofden jullie dat mevrouw Hossini echt christen was? De IND kon daar geen antwoord op geven en vroeg een week bedenktijd. Maar na een week kon de dienst nog steeds geen goed antwoord op de vraag van de rechter.’

Op 30 december was er een tweede zitting. ‘Maar ook toen vertelden zij alleen maar dingen die de rechter al wist’, vertelt Hossini. De uitspraak komt in februari en is tijdens het schrijven van dit artikel nog niet bekend.

‘Hoe mooi zou het zijn als de IND erkent dat ik eerder bekeerd ben?’, zegt Hossini. Maar tegelijk denkt ze dat daar ook een groot risico aan zit voor die dienst: ‘Een dergelijke beslissing kan gevolgen hebben voor andere zaken.’

Hossini heeft het gevoel dat ze tegen institutioneel racisme strijdt. ‘Ik vergelijk mijn situatie met de toeslagenaffaire. Veel mensen hebben geleden onder hun machteloosheid tegenover de overheid. Dat overkwam ook mij. Zo gaat het met andere vluchtelingen ook.’

De rechtszaak tegen de IND doet ze voor zichzelf, maar ook voor een hoger doel. Ze wil het systeem veranderen. ‘Bij de toeslagenaffaire begon dat ook met één zaak. Ik vecht ook voor andere mensen, die niet zo mondig zijn als ik. Mensen zeggen dat ik blij moet zijn met mijn verblijfsvergunning. Ik ben wel blij, maar als de IND mijn aanvraag eerder had ingewilligd, was mij een hoop bespaard gebleven.’

Raad van State

‘We zien jaar in jaar uit hoe vluchtelingen op allerlei manieren tegen een muur van bureaucratie en wantrouwen aanlopen’, vertelt Raoul Blommaert, die verbonden is aan de juridische afdeling van Vluchtelingenwerk Den Haag. Hoeveel mensen er zijn wiens bekeringsverhaal, net als bij Hossini, niet geloofd wordt, kan hij niet zeggen.

Blommaert begeleidt asielzoekers als Hossini. ‘Het is met geen pen te beschrijven wat dit doet met hun leven. De systematische uitsluiting, de onzekerheid en angst over wat er kan gebeuren, het niet mogen meedoen, het niet worden geloofd en het leven van genadebrood: dat is schadelijk voor de psyche en het zelfbeeld en laat diepe sporen na. Daarvan herstellen kost tijd, soms heel veel tijd. Het niet hebben van inkomen of een eigen plek waar je kan wonen, het niet mogen hebben van een ziektekostenverzekering of bankrekening, zijn belemmeringen om volwaardig te kunnen leven. Soms leidt het tot fysieke schade, zoals een slecht gebit of verwaarloosde gezondheidsklachten. Je moet echt heel sterk en geduldig zijn om op deze manier je staande te kunnen houden.’

Advocate Gerda Later, die gespecialiseerd is in het vreemdelingenrecht, staat Hossini bij. Ook zij meent dat de IND soms te makkelijk bekeringsverhalen niet gelooft. Als dit soort zaken zich opstapelen, kan de IND wellicht niet meer anders dan zijn werkwijze aanpassen. Soms maakt de dienst volgens Later foute inschattingen: ‘De IND zei bijvoorbeeld tegen Sahar gezegd dat men in Iran haar Facebookpagina niet ziet. Terwijl in diezelfde periode een aantal Iraniërs tot lange straffen veroordeeld zijn vanwege hun Facebookactiviteiten.’

‘Als iemand een bekering veinst, prikt een kerk daar doorheen’

Later heeft zich voorgenomen om in asielzaken vergelijkbaar met die van Hossini standaard in beroep te gaan. ‘Op 9 januari won ik voor het eerst een zaak bij de Raad van State’, vertelt ze. Die zaak ging om een Turks-Koerdische vluchteling, die in 2021 een verblijfsstatus kreeg. ‘Zijn situatie was echter sinds 2016 niet meer veranderd.’

Er zijn meer zaken van asielzoekers wiens verblijfsvergunning eerder ten onrechte is afgewezen, vervolgt Later. Eind vorig jaar gaf de rechtbank in Middelburg een statushouder gelijk: de verblijfsvergunning moest eerder ingaan, op de datum van het eerste asielverzoek.

‘Als je naar Sahar kijkt, is het zo logisch dat zij bekeerd is’, vindt Later. ‘Ze was altijd al gelovig, maar toen ze naar Nederland vluchtte, kwam ze in de kerk terecht. Dat was een warm nest. Ik zie dat vaker gebeuren met Iraanse en Afghaanse vluchtelingen.’

Beoordeling bekeringsverhalen

De IND wil bekeringsverhalen streng controleren, omdat er ook asielzoekers zijn die een bekering veinzen omdat die het recht op een verblijfsvergunning vergroot. Om diezelfde reden wenden andere asielzoekers soms onterecht voor lhbti’er te zijn.

De immigratiedienst gaat richting de pers nooit in op individuele zaken. Omdat deze rechtszaak onderdeel is van een breder fenomeen, legt de Kanttekening de dienst enkele vragen voor. De IND reageert door een document te sturen waarin in zeer algemene zin staat hoe de dienst met bekeringsverhalen omgaat.

De laatste tijd komen asielzoekers die zich hebben bekeerd vaker in het nieuws. Zo was er in de herfst van 2022 nog een Iraans christelijk gezin, waarvoor uitzetting dreigde. De revolutie rond vrouwenrechten in Iran was toen al volop in gang. Hun tickets waren al geboekt. Leden van de christelijke kerk waarbij dit gezin was aangesloten, hielden een wake in Zeist, bij het detentiecentrum waar ze uitzetting afwachtten. Tot, op het laatste moment, de Iraanse man en vrouw en hun negenjarige dochter alsnog een verblijfsvergunning kregen.

In 2019 was er ook al een wake bij het detentiecentrum in Zeist, waar toen drie gezinnen wachtten op uitwijzing naar Iran en Afghanistan. Na publieke ophef mochten zij toch blijven. In 2021 riep de Raad van State de IND zelfs tot de orde, omdat twee Iraanse bekeerlingen tot het christendom te makkelijk waren uitgewezen.

In iemands ziel kijken

Asielzoekers staan niet geheel machteloos. Omdat al jaren duidelijk is dat de IND zelf niet de kennis heeft om complexe bekeringszaken te beoordelen, is er sinds vijf jaar de zogeheten commissie-Plaisier. Hierin zitten theologen uit christelijke kring, die op verzoek van de advocaat van een asielzoeker een advies kunnen geven: is deze bekering oprecht, ja of nee? Ook vragen advocaten en Vluchtelingenwerk regelmatig advies aan de christelijke Stichting Gave en aan hoogleraar theologie Joke van Saane.

Daarnaast kan de advocaat van een asielzoeker ook de lokale kerk, waar een asielzoeker lid van is, om advies vragen. Een kerkelijke gemeente zal na verloop van tijd door een geveinsde bekering heen prikken, stelt de protestantse dominee Marco Buitenhuis. Zijn kerk staat in Noardburgum, Friesland, een dorp met een groot asielzoekerscentrum in de buurt. Daardoor heeft hij al jaren veel asielzoekers in zijn kerk.

‘De overheid is nu willens en wetens de wet aan het overtreden’

Het Iraanse gezin, dat eind vorig jaar ternauwernood aan uitzetting ontkwam, zit bij hem in de kerk. ‘Een kerkelijke gemeente volgt mensen voor langere tijd’, vertelde Buitenhuis destijds aan het Nederlands Dagblad. ‘Zij weten hoe een gezin functioneert en of andere kerkgangers hen als christen zien.’

Daar is wel één groot probleem bij: de overheid dwingt asielzoekers de laatste jaren om telkens weer te verhuizen. Dat is bewust beleid om te voorkomen dat ze ‘geworteld’ raken in Nederland en op basis daarvan een verblijfsvergunning kunnen afdwingen. Daardoor is het voor kerken ook steeds lastiger om een asielzoeker echt te leren kennen.

Bekeringen blijven extreem lastig te beoordelen, erkent ook Vluchtelingenwerk. ‘Je kunt niet in iemands ziel kijken’, constateerde een woordvoerder vorig jaar. ‘Wel kun je controleren of de IND haar criteria goed heeft gehanteerd en de juiste stappen heeft gevolgd om een bekeringsverhaal te controleren.’

Sneeuwbaleffect

Advocaat Wil Eikelboom, voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland, is niet bekend met de zaak van Hossini. Hij laat aan de Kanttekening weten dat dat een bestuursrechtelijke zaak, met als doel de verblijfsstatus met terugwerkende kracht vervroegd te laten ingaan, ‘meer kansrijk’ is dan een civielrechtelijke zaak, gericht op het krijgen van een schadevergoeding. Zo’n vergoeding is voor zover hij weet nooit toegekend.

Eikelboom sprak zich dit weekend in het Nederlands Dagblad zeer kritisch uit over de IND. Vroeger nam hij aan dat er sprake moest zijn van een misverstand, als die dienst iemand uitwees. Inmiddels is hem duidelijk dat de IND elke kans aangrijpt om een asielzoeker weg te kunnen sturen.

De ‘asieldeal’ van de huidige regering van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is volgens hem een nieuw dieptepunt. Dat is een compromis tussen het anti-migratiestandpunt van VVD en CDA en de nadruk op mensenrechten bij D66 en ChristenUnie: enerzijds schortte het kabinet tijdelijk het recht op gezinshereniging op, anderzijds trok het de bevoegdheid naar zich toe om gemeenten te dwingen asielopvang te bieden.  Het viel hem vooral tegen dat het kabinet het eerste deel van de afspraak, de nareisbeperking, niet wilde laten toetsen door de Raad van State. ‘Toen dacht ik: je bent nu als overheid willens en wetens de wet aan het overtreden. Dan hebben we de Toeslagenaffaire gehad, dan is daar een kabinet over gevallen, en nog geen jaar later ga je weer illegaal aan mensen leed berokkenen.’

Peter Rodrigues, hoogleraar Immigratierecht aan de Universiteit Leiden, is niet bekend met de specifieke rechtszaak die Sahar Hossini voert. Ook hij acht de kans op een schadevergoeding zeer klein. ‘Wel is ooit aan een Russische asielzoekster een schadevergoeding toegekend, maar dat was omdat ze na haar uitzetting direct was gedetineerd, mishandeld en verkracht. Er was een heel duidelijk verband met de beslissing haar uit te zetten.’

Rodrigues relativeert de ‘beleving’ van Hossini, dat in tien jaar tijd haar zaak niet is veranderd. ‘Het gaat om wat de IND aangeeft om tot een nieuwe beslissing te komen. Vaak is de dienst op basis van nieuwe informatie tot een ander inzicht gekomen.’

Blommaert erkent dat het beoordelen van bekeringsverhalen en van iemands seksuele gerichtheid hoort tot ‘de meest complexe asielverzoeken waar de IND mee te maken krijgt’. ‘We zien wel dat wantrouwen te vaak het uitgangspunt is als het toetsen van asielverzoeken aankomt op een geloofwaardigheidsbeoordeling. Wat ons betreft zou vaker het voordeel van de twijfel moeten worden toegepast.’ Vluchtelingenwerk doet in het rapport Web van wantrouwen suggesties voor verbetering.

Verpleegkunde

Hossini hoopt dat haar zaak, als ze die wint, een sneeuwbaleffect zal hebben. Dat de IND zorgvuldiger wordt en dat anderen bespaard blijft wat haar is overkomen. Ze snapt nog steeds niet waarom haar leven tien jaar op pauze moest staan. ‘Ik ben actief in de kerk en dat wisten ze. Ze wisten ook welke kerk ik bezoek. Toch bleven ze daar telkens aan twijfelen.’

Ze was al aan haar nieuwe leven begonnen voordat ze een verblijfsvergunning kreeg. ‘Ik heb de laatste jaren zelf de Nederlandse taal geleerd en ben actief geweest als vrijwilliger. Ook startte ik een mbo-opleiding tot verpleegkundige Bij die opleiding heb ik gezegd: alsjeblieft, laat me starten. Uiteindelijk heeft iemand me geholpen. Terwijl ik nooit op school had gezeten, haalde ik toch meteen goede cijfers. Ik doe die opleiding nog steeds, maar nu officieel. De verblijfsvergunning brengt rust. Ik mag hier nu leven. Drie jaar geleden, toen ik beviel van mijn eerste kind, kon ik geen kinderopvangtoeslag krijgen, ik kon niet rondkomen. Nu mag ik werken.’

Hossini’s broertje heeft intussen ook een verblijfsvergunning, maar haar moeder niet. Binnenkort dient Gerda Later haar nieuwe asielaanvraag in. Ondanks alles blijft Sahar Hossini optimistisch. ‘Ik had Nederland nodig voor mijn veiligheid. Maar de wereld draait door en dingen veranderen. Op een dag heeft Nederland míj nodig.’

Woede om cartoon Charlie Hebdo over aardbeving Turkije

0

Het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo is in opspraak vanwege een gisteren gepubliceerde cartoon over de aardbeving in Turkije. In de prent zijn verwoeste gebouwen te zien, met in het Frans de tekst ‘Het is niet eens meer nodig om tanks te sturen’.

Er komen veel boze reacties, meldt Middle East EyeCharlie Hebdo spreekt op haar sociale media van ‘de cartoon van de dag’. De ramp in Turkije en Syrië, die twee dagen geleden plaatsvond, heeft inmiddels voor meer dan 8700 doden gezorgd en reddingsorganisaties doen er alles aan om slachtoffers van onder het puin te redden.

De cartoon is hard aangekomen op sociale media. BIJ1-partijvoorzitter Rebekka Timmer deelde de cartoon op haar sociale media en noemt die ‘walgelijk’. ‘Duizenden doden in Turkije en de schoften bij Charlie Hebdo kunnen hun vuiligheid niet voor zich houden.’ Midden-Oostenjournalist Kasper van Laarhoven van NRC vindt dat de cartoon ‘verschrikkelijk ver’ gaat. Ook internationaal is veel ophef ontstaan over de cartoon.

Mensen vinden Charlie Hebdo ‘ongevoelig’ en oordelen dat dit de grenzen van de satire overschrijdt.

Het is niet de eerste keer dat Charlie Hebdo slachtoffers van een aardbeving als doelwit kiest: in 2016 veroorzaakte een cartoon over de slachtoffers van de aardbeving in Italië ook voor veel boosheid.

Femicide is ook een wit en westers probleem

0

Elke twaalf minuten wordt ergens ter wereld een vrouw vermoord. Dat blijkt uit recent onderzoek van de Verenigde Naties. In Nederland is dat één vrouw elke acht dagen. Wat is de oorzaak van femicide en wat kunnen wij er als samenleving aan doen?

In de winter van 2018 werd Hümeyra, een zestienjarige scholiere uit Rotterdam, door haar tweeëndertigjarige ex-partner bij haar school opgewacht. Ze probeerde tevergeefs te ontsnappen, maar hij achtervolgde haar en schoot haar in de fietsenstalling van haar school met meerdere schoten dood. Femicide is de term voor het opzettelijk doden van een vrouw of meisje, omdat zij vrouw is. Het is een haatmisdrijf en heeft te maken met het structurele machtsverschil tussen man en vrouw. Ook in het geval van Hümeyra speelde dat een rol. Nadat zij de relatie verbrak bleef Hümeyra’s ex-partner haar en haar familie maandenlang stalken. Ondanks het contactverbod dat hem opgelegd was bleek zijn onvermogen om de breuk te verdragen te groot.

De term femicide duidt op het specifieke risico dat vrouwen lopen om vermoord te worden. ‘Femicide gaat over de aanname dat een vrouw gehoorzaam moet zijn’, zegt Renée Römkens, emeritus hoogleraar Gender-Based Violence aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig directeur van Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria. ‘Als zij zich niet voegt naar de man of de patriarchale gemeenschap eromheen, dan wordt ze gestraft.’

Ook Rosemarie Buikema, directeur van het Graduate Gender Programme en leider van leerstoelgroep Genderstudies aan de Universiteit Utrecht, benadrukt de rol die deze patriarchale verdeling speelt bij femicide. ‘Waar het om gaat is dat de perceptie van mannelijkheid vaak in hoge mate afhangt van de zeggenschap over vrouwen.’

Uit onderzoek van de Verenigde Naties blijkt dat femicide het meest voorkomt in de privésfeer. ‘Meestal wordt een vrouw gedood door een partner of ex-partner’, zegt Römkens. ‘De scheidingsfase is daarbij de gevaarlijkste periode. De vrouw wil scheiden en de gedachtegang van de man is: ‘Als ik jou niet mag hebben, mag een ander jou ook niet hebben’. De term ‘hebben’ is natuurlijk al veelzeggend.’

Grenzeloos geweld

Wereldwijd is geweld tegen vrouwen een aanhoudend en enorm probleem. Het komt voor in elk land, op iedere dag en in elke hoek van de samenleving. Eén op de drie vrouwen krijgt te maken met fysiek of seksueel geweld, blijkt uit een grote studie waarin de Wereldgezondheidsorganisatie data uit 2000 tot 2018 analyseerde. In recent onderzoek schatte de Verenigde Naties dat femicide, de fatale en uiterste vorm van dit geweld tegen vrouwen in 2021 zo’n 81.100 keer voorkwam. Dat komt erop neer dat er elke twaalf minuten één vrouw vermoord wordt.

Deze nieuwe cijfers van de VN laten ook zien dat femicide al een decennium lang onveranderlijk hoog is. In werkelijkheid is het aantal slachtoffers van femicide mogelijk nog veel hoger, aangezien veel landen femicide-cijfers niet structureel bijhouden. Ook in Nederland wordt er gemiddeld elke acht dagen een vrouw vermoord, meldt Kennisinstituut Atria. In die statistieken wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende gemeenschappen en Atria benadrukt dat de achtergronden van femicide slachtoffers in Nederland totaal uiteenlopen en de enige verbindende factor het feit is dat zij vrouw zijn.

Maar terwijl de rest van de wereld al langer aandacht voor het onderwerp heeft, loopt Nederland achter. ‘In de jaren zeventig lanceerde de schrijver en feminist Diana Russell de term femicide, met het doel om een maatschappelijke discussie in gang te zetten’, zegt Römkens. Zij legt uit dat die discussie broodnodig is, want als femicide weggezet wordt onder algemene moord- en doodslagstatistieken, wordt het specifieke risico dat vrouwen lopen onvoldoende duidelijk. Dat maakt het nog belangrijker dat femicide internationaal wel al langer thema in debat en beleid is. Een aantal Latijns-Amerikaanse landen registreert de categorie femicide-moorden inmiddels apart en België koos hier in oktober als eerste Europese land ook voor. Römkens: ‘Er zijn ook al diverse studies in Europees verband gedaan over femicide, maar wat dat betreft begint Nederland nu pas wakker te worden.’ De Nederlandse cijfers zijn hoog en het is een actueel probleem dat onlangs nog uitgebreid in het nieuws was. ‘En toch is het in de samenleving niet goed doorgedrongen. Mensen willen het niet weten,’ zegt Römkens.

In Nederland komen dodingen in migrantenkringen niet vaker voor dan moorden gepleegd door witte, autochtone mannen

Media brengen het onderwerp volgens Römkens vooral als iets dat in andere culturen plaatsvindt. Bijvoorbeeld binnen de sfeer van seksuele uitbuiting in Mexico, onder het mom van heksenjacht in Zuid-Afrika of omwille van een te lage bruidsschat in India. Als het gaat om femicide in het Westen, en zeker ook in Nederland, is er sprake van selectieve perceptie. Als een Nederlander van niet-westerse herkomst een vrouw doodt, wordt de ernst van de zaak onderkend. Als de moordenaar een westerse achtergrond heeft, bagatelliseren media de moord.

‘Tot voor kort maakte de media in taal steevast onderscheid tussen dodingen’, zegt Römkens. ‘Betrof het een andere cultuur heette het bijvoorbeeld eerwraak en betrof het de westerse cultuur dan werd het als ‘familiedrama’ bestempeld.’ Kortom, speelt het zich ‘elders’ en ‘bij anderen’ af wordt het overwegend als cultuur-eigen verschrikking benoemd, gebeurt het in het Westen dan wordt het met termen als ‘familiedrama’ of ‘crime passionnel’ van een haast vergoelijkend incidenteel karakter voorzien. Volgens Römkens gaat de verontwaardiging over heel specifieke dodingen in andere culturen maar is dat beeld van femicide als specifiek cultureel probleem van ‘de ander’ vertekend en simpelweg onjuist. ‘In Nederland komen dodingen in migrantenkringen, bijvoorbeeld vanuit een eerwraak-motief, verhoudingsgewijs niet vaker voor dan moorden gepleegd door witte, autochtone mannen. Die eenzijdige weergave verhult zo de problemen die ‘wij’ met geweld tegen vrouwen hebben.’

Het grote probleem bij dit alles is volgens Römkens een gebrek aan zelfinzicht. Geweld tegen vrouwen als de achilleshiel van de zo verlichte, geëmancipeerde en westerse samenleving.

‘Geweld is een lelijke kant van het menselijk bestaan, waar we het liever niet over hebben. Dat geldt zeker voor geweld tussen intimi en achter de voordeur’, zegt Römkens. Dat wij geen oog hebben voor dit geweld tegen vrouwen komt volgens Römkens doordat het niet te rijmen is met ons, volgens haar geïdealiseerde, zelfbeeld van een geëmancipeerd en rationeel volk. Dat zelfbeeld, dat met name na de Verlichting dominant werd, presenteert de mens als een rationeel wezen dat de driften onder controle heeft. ‘Mede dankzij de psychoanalyse is dit beeld al wat genuanceerd’, zegt Römkens. ‘Geaccepteerd wordt dat seksualiteit een drijfveer is van het menselijk bestaan, die zich niet altijd aan het verstand onderwerpt. Als het gaat om agressie en geweld is dat veel pijnlijker om onder ogen te zien, omdat de ontsporingen daarvan zoveel schade aanrichten.’

Glijdende schaal

Geweld tegen vrouwen is dus grenzeloos. Het kan niet zomaar toegeschreven worden aan religie, kleur of sociale klasse en blijft vaak buiten zicht tot het veel te laat is. Maar daar is niet mee gezegd dat de statistieken zo hoog zullen blijven. Römkens noemt de winst die binnen politie en hulpverlening te behalen is door toepassing van wetenschappelijk onderbouwde kennis over de risico’s. Buikema vindt dat er een heel pakket van maatregelen nodig is: ‘Je moet adequate wetgeving hebben. Je moet zorgen dat men toegang tot die wetgeving heeft middels handhaving. En je moet ook zorgen dat het denken over het geweld tegen vrouwen verandert. Het moet niet alleen gezien worden als een probleem tussen een dader en een slachtoffer, maar ook van het systeem daaromheen. Grensoverschrijdend gedrag kan voortduren omdat omstanders niets doen. Het moet in de samenleving alsmaar worden benadrukt dat het sociaal onacceptabel is om een vrouw te slaan, uit te schelden, of als object te behandelen.’

Dit vergt volgens haar een gezamenlijke inspanning. ‘Geweld speelt zich af op een glijdende schaal, wat betekent dat we ook op ogenschijnlijk kleine grensoverschrijdingen alert moeten zijn en blijven.’ Maar hoofdzakelijk benadrukken beide experts dat de aanpak begint bij de onderkenning van dit diepgewortelde, maatschappelijke probleem. ‘De structurele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen die, ook in het Westen, mannen en mannelijkheid in een dominante positie plaatst, ligt ten grondslag aan femicide’, zegt Römkens. ‘Er zijn nog veel structurele ongelijkheden die aangepakt kunnen en moeten worden. Tegelijkertijd moeten we het probleem serieus nemen en iets doen aan die wil tot niet weten. Het wordt tijd dat we het fundamenteel gaan aanpakken.’

Wie zich verdiept in de actuele stand van zaken rondom femicide in Nederland komt vanzelf de krachtige 2Doc-documentaire Femicide tegen. Daarin wordt het verhaal verteld van Nasrin Khoshkalam, een Nederlands-Iraanse vrouw die in 2018 thuis door haar echtgenoot en vader van haar kinderen door wurging werd gedood. Daarnaast worden de moorden op Nadine Beemsterboer, die door haar ex-partner met 36 messteken om het leven werd gebracht, Eva Veerman en Gea Godwaldt belicht. Vier zeer verschillende zaken waarmee impliciet wordt onderschreven dat femicide in alle culturen voorkomt en dat het in elk geval van groot belang is om het ook zo te benoemen. In de woorden van Römkens: ‘We moeten het beest in de bek kijken.’

Studie: racisme heeft negatieve impact op de zich ontwikkelende hersenen

0

Nieuw onderzoek in de Verenigde Staten toont aan dat raciale en economische ongelijkheid een negatieve impact hebben op de hersenen van kinderen.

Dat meldt Psychology Today. De studie is gepubliceerd in het Amerikaanse medisch tijdschrift American Journal of Psychiatry en vergelijkt de hersenen van kinderen van witte ouders met die van kinderen van zwarte ouders. Daarnaast brengen de onderzoekers de gevolgen van raciale ongelijkheid op de hersenen in kaart.

Op verschillende plekken in de hersenen van de kinderen van zwarte ouders, die volgens het onderzoek ook uit een lagere sociaal economische klasse komen, blijkt een andere hoeveelheid grijze massa te bestaan dan in de hersenen van de witte kinderen. De onderzoekers zochten naar de oorzaken hiervan en concluderen dat aan racisme gerelateerde factoren dit verschil veroorzaken.

Volgens de onderzoekers bevindt er zich bij zwarte kinderen in de amygdala, een hersenstructuur die betrokken is bij het regelen van emoties, minder van deze grijze massa. De oorzaak hiervoor kan liggen in het ervaren van dreiging uit de omgeving of het vaker dan normaal ervaren van emoties.

De onderzoekers concluderen dat de verschillen in de grijze hersenmassa tussen witte en zwarte kinderen gerelateerd is aan een verhoogde ervaring van ’toxische stress’ en hopen met dit onderzoek een bijdrage te leveren aan klinische onderzoeken naar racisme gerelateerde trauma’s.

Nederlander Frank Hoogerbeets voorspelde aardbeving Turkije

0

Ze noemen hem wel het ‘aardbevingsorakel’. Frank Hoogerbeets, die werkt voor Solar Systems Geometry Survey, waarschuwde vrijdag al voor een aardbeving van ongeveer 7,5 op de schaal van Richter. Sterker: hij wees Zuid-Turkije aan als locatie.

De Turkse versie van The Independent schrijft over Hoogerbeets. De Nederlander waarschuwt regelmatig voor aardbevingen, die het gevolg zouden zijn van de stand van diverse planeten. Het komt lang niet altijd uit. De aardbeving in de Verenigde Staten, van 8,8 tot misschien wel 9,8 op de schaal van Richter, die hij in 2015 profeteerde, is er nooit gekomen.

Hoogerbeets noemt zich ‘aardbevingsliefhebber’, maar heeft geen opleiding gevolgd tot astronoom of geoloog. Het webdomein van het bedrijf waarvoor hij werkt is zijn eigendom. Enkele keren voorspelde hij goed. Zo zag hij de aardbeving op Sulawesi, met tevens een tsunami, op 28 september 2018 al van tevoren aankomen.

Welingelichte Kringen meldt dat de methode die Hoogerbeets gebruikt wetenschappelijk omstreden is. Sommige seismologen spreken van een toevalstreffer.

Marokko zet drones in tegen onafhankelijkheidsbeweging Westelijke Sahara

0

Sinds 2021 zet Marokko met veel succes drones in tegen de bevrijdingsbeweging Polisario. Hierdoor is volgens de Spaanse website Defensa zo’n 80 procent van het gebied dat Polisario in handen had heroverd door Marokko.

Drones spelen een cruciale rol bij het hernieuwde gewapende conflict tussen Marokko en Polisario. Marokko zette verschillende drones in – Turkse Bayraktar TB2-drones, Chinese Wing Loong II-drones en Israëlische Thunder-B-drones, en daarnaast HERON 1-drones en Hermes-900 drones – en schakelde daarmee tientallen Polisario-strijders uit. Ze werden gedood toen ze dichtbij de Marokkaanse muur probeerden te komen, of wapens in de bufferzone probeerden te smokkelen, zoals raketwerpers of mortieren.

De drones worden bestuur door een speciaal squardon binnen de Marokkaanse luchtmacht, SCAR genaamd. SCAR staat voor Système Aéroporté de Contrôle et Reconnaissance (Controle- en verkenningssysteem in de lucht).

Polisario heerst nu over een klein deel van de Westelijke Sahara, waar de Arabische Democratische Republiek Sahara (ADRS) is uitgeroepen. Deze staat wordt door 45 landen erkend. De ADRS eist het gezag in de gehele Westelijke Sahara op.

Van 1884 tot 1975 was de Westelijke Sahara een Spaanse kolonie. Na de dood van de Spaanse dictator Franco werd het gebied door de Marokkaanse koning Hassan II ingelijfd, een jaar later riep Polisario de onafhankelijkheid uit. Van 1975 tot 1991 werd er om de Westelijke Sahara gevochten. In oktober 2020 braken er opnieuw vijandelijkheden uit, na een wapenstilstand van bijna dertig jaar.

Nederlandse moskeeën en islamitische, Turkse en Syrische organisaties starten noodhulp

0

In Nederland zijn diverse hulpacties gestart, om de slachtoffers van de verschrikkelijke aardbeving in Zuid-Turkije en Noord-Syrië te helpen. De meeste richten zich op Turkije, maar er zijn ook enkele organisaties die juist Syriërs te hulp schieten.

Zo zet de Turkse moskee in Harderwijk een actie op touw om de slachtoffers van kleding te voorzien – broodnodig vanwege het winterse weer daar. Ook organiseren onder meer de Turks-Islamitische Culture Stichting (TICS) in Den Haag, de Ulu-moskee in Utrecht en de Sultan Ahmet-moskee in Zaandam hulpinitiatieven. De Haagse burgemeester Jan van Zanen bezocht dinsdag de TICS om ‘polshoogte’ te nemen van de inzamelingsactie.

Ali Basburg van de Zaanse moskee kondigde gisteren aan dat vandaag een auto uit Zaandam naar Turkije zal rijden, vol hulpgoederen. ‘Tot 8:30 vanavond kun je je ongebruikte spullen binnenbrengen. Neem eventueel dringend je dikke trui, jassen en schoenen mee. Geen hulp is te klein. Moge God alvast tevreden zijn met jullie.’

De Schlomo Foundation Netherlands, een stichting van de Syriac (Syrisch-Orthodoxe) gemeenschap in Nederland, startte maandag direct met een geldinzameling voor noodhulp aan Noord-Syrië. De Aramese gemeenschap startte maandag meteen een hulpactie voor Aramese christenen in het getroffen gebied opgezet, vertelt Johny Messo, president van de World Council of Arameans.

De stichting Koerdische Rode Halve Maan Nederland (KRHM) is eveneens begonnen met een noodhulpactie. De Turkse overheid zou hulp aan Koerden geen prioriteit geven, stelt de Koerdisch-Nederlandse activist Arzu Aslan. Daarnaast is ook Transform Iran, een christelijke organisatie die zich inzet voor de 70.000 Iraanse vluchtelingen in Turkije, een actie begonnen.

Ook landelijke islamitische organisaties zijn hulpacties gestart voor de slachtoffers Turkije en Syrië, waaronder Islamic Relief Nederland, Hasene (dat uitgaat van Milli Görüs) en de Islamitische Stichting Nederland (verbonden aan Diyanet, het Turkse overheidsorgaan voor Godsdienstzaken). De teller bij die laatste actie stond dinsdag rond het middaguur op 851.000 euro.

Gisteravond kwamen tientallen Turks-Nederlandse organisaties bijeen om de hulp te coördineren, vertelde Mustafa Ayrinci, voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB) aan het Reformatorisch Dagblad. Ze hebben onder meer een rekeningnummer geopend en gaan vrachtwagens met hulpgoederen sturen naar het getroffen gebied. De organisaties willen ook samenwerken met algemene hulporganisaties, waaronder het Rode Kruis, om te vragen hoe ze slachtoffers nog meer helpen kunnen.

Ook Nederlandse NGO’s hebben noodhulpacties opgezet. De samenwerkende hulporganisaties van Giro555 zijn nog geen actie gestart. Wel heeft het Rode Kruis Giro 7244 opengesteld. Daarnaast kun je via CareOxfam NovibKerk in ActieSave the Children en World Vision geld doneren voor hulp aan de getroffen gebieden.

 

Arabische kunst is ook museaal

Belangrijke musea hebben weinig Arabische kunst aan hun muren. Maakt onbekend onbemind?

Bij alle maatschappelijke aandacht voor diversiteit en inclusiviteit, valt het ontbreken van kunst uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika in musea op. Historisch gezien is de westerse kunstwereld mannelijk en wit, en is er maar weinig interesse voor kunst uit andere windstreken. Ook vandaag de dag organiseren musea vooral tentoonstellingen met werk van westerse kunstenaars.

‘Op het gebied van representatie van kunst uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika is er weinig veranderd sinds ik in de jaren tachtig naar Amsterdam kwam’, vertelt Jihad Abousleiman, een Libanese schilder en dichter. Zijn werk was meermaals te zien in musea voor volkenkunde. Maar nooit in een museum voor hedendaagse kunst, dat een ander publiek trekt. ‘Bezoekers van een etnografisch museum zijn geïnteresseerd in andere culturen, terwijl bezoekers van een museum voor hedendaagse kunst liefhebbers zijn van kunst in het algemeen. Voor een Arabische kunstenaar is de kans om in zo’n museum te exposeren zeldzaam.’

Daar kan galeriehoudster Majida Mouasher over meepraten. Zij woonde tien jaar lang in Nederland en startte in die tijd de Stichting Bevordering Kennis Beeldende Kunst Midden-Oosten. Herhaaldelijk nam zij contact op met Nederlandse musea om haar uitgebreide collectie aan kunst uit de Levant aan te bieden, maar ze kreeg nul op het rekest. ‘Mijn missie is om kunst uit het Midden-Oosten zichtbaar te maken. Ik wil bewustzijn creëren. Musea horen leidend en vernieuwend te zijn, maar dat zijn ze niet. Nederlandse musea laten zich leiden door de verkoop van tickets. Het aanbod is daardoor niet avontuurlijk of verrassend.’

Lara Khaldi, artistiek directeur van het Amsterdamse museum De Appel stelt dat de westerse definitie van kunst en de kunstopleidingen bepalend zijn in de vrij gesloten Nederlandse museumwereld. ‘Lange tijd waren er in landen als Marokko en Egypte weinig kunstacademies. De kunstwereld is er minder geprofessionaliseerd. Het is daardoor moeilijker voor kunstenaars uit de MENA-regio om Nederlandse kunstinstellingen binnen te komen. Veel jonge kunstenaars voelen de druk van de machtige westerse instituties, ze vergelijken en toetsen hun kunst aan het westerse idee van hoe kunst eruit moet zien’, zegt Khaldi.

Bakermat

De MENA-regio, het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Oosten tot Noord-Afrika, heeft wel degelijk een kunsthistorie, zegt kunstenaar Abousleiman. ‘Het is de bakermat van oude beschavingen en biedt een rijkdom aan kunst en cultuur. Kunstenaars uit Arabische landen schilderden vroeger op perkament. Er is in het gebied een traditie van miniaturen. Ook de Byzantijnse kunst, gebaseerd op iconen, speelt een belangrijke rol. Arabische kunst heeft een lange geschiedenis en is heel divers.’

Beeld: Jihad Abousleiman. ‘The house of the inspired poet’.

In het Westen heerst een oriëntalistisch beeld van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, aldus Abousleiman, die zich in zijn analyse baseert op de ideeën van de Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Saïd. ‘Kunst uit die regio wordt geassocieerd met gevoelige onderwerpen als vrouwenrechten, vrijheid van meningsuiting, terreur en fundamentalistische godsdienstbeleving. Musea willen zich daar liever niet mee verbinden,’ denkt hij.

‘Kunst uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika wordt vaak als politiek gezien en Europese kunst als politiek neutraal’, denkt Khaldi. ‘Waarom zou een kunstenaar uit die regio enkel werk maken over conflicten en oorlog? Kunst zou gewoon kunst moeten zijn.’

Een ander probleem is de onbekendheid met de regio. ‘Omdat het lastig is voor toeristen om het gebied te bezoeken is er weinig echte affiniteit met de cultuur’, zegt Mouasher. ‘Nederlandse reizigers en kunstliefhebbers zijn er nooit geweest. Ze kennen de landschappen en mensen niet en ervaren de gastvrijheid en gewoontes niet. Dat helpt natuurlijk niet om de binding met de Arabische wereld te verstevigen.’

Het ontbreken van kennis van de regio zorgt ook voor onbekendheid met de verschillende stromingen binnen de Arabische kunst. Er zijn grote verschillen tussen kunstenaars uit de MENA-regio, zowel op religieus als cultureel gebied. Al delen ze vaak wel historische wortels. Zo wordt islamitische kunst door de buitenwereld vaak gelijkgesteld aan Arabische kunst dat meer omvattend is. Neem kunstenares Hayv Kahraman, die op jonge leeftijd uit Irak vluchtte en nu in de Verenigde Staten woont. Haar werk is niet islamitisch te noemen, alleen al door de afbeeldingen van vrouwelijk naakt.

Kahramans werk is weer niet vergelijkbaar met de sculpturen van de Libanese beeldhouwer Michel Basbous (1921–1981). Een kunstenaar die in het Nabije Oosten hoog staat aangeschreven maar in het Westen amper bekendheid geniet. Hij studeerde in Beiroet en later in Parijs bij de wereldberoemde beeldhouwer Ossip Zadkine. Zijn beelden zijn in het Libanese dorp Rachana te zien en zouden niet misstaan in een Nederlands museum.

Parijs

In andere Europese landen zien we vaker kunst uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika dan in Nederland. Dit komt volgens Abousleiman deels door oude migratiestromen: voor Arabische studenten of kunstenaars is Nederland van oudsher geen bestemming om naartoe te gaan. ‘Dit heeft te maken met de taal en historische banden. Studenten en kunstenaars vestigden zich eerder in Parijs of Londen. Ze zijn daar meer onderdeel van de gevestigde kunstwereld.’

Toch is in Nederland een kleine verschuiving aan de gang. Zo was er vorig jaar een tentoonstelling van de Libanese kunstenares Etel Adnan in het Van Gogh Museum. Haar schilderijen werden er vergeleken met tien werken van Vincent van Gogh. Bij het Stedelijk Museum Amsterdam is nu een expositie met werk van de Frans-Marokkaanse kunstenares Yto Barrada.

‘Voor Arabische kunstenaars is Nederland van oudsher geen bestemming’

Sinds eind 2019 zijn kunstinstellingen genoodzaakt rekening te houden met de Code Diversiteit en Inclusie.  Doel is om culturele diversiteit te vergroten via incidentele projecten. Dat laatste is volgens critici tevens de achilleshiel van de Code: doordat het beleid niet structureel is, blijft het referentiekader van musea wit en verandert er in de kern niets. Abousleiman: ‘Vorig jaar was er een tentoonstelling van moderne Marokkaanse kunstwerken in het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen, maar het blijft zeldzaam.’ Ook klinkt er kritiek op het gebrek aan diversiteit onder de overwegend witte curatoren en bestuursleden van de topmusea.

Het Van Gogh Museum probeert met het initiatief ‘Beeldbrekers’ inclusiever te worden: ‘Een groep studenten en professionals met diverse achtergronden, die hun expertise inzetten om het museum inclusiever te maken’, vertelt een persvoorlichter van het museum.

‘De Beeldbrekers hebben regelmatig werksessies met collega’s van verschillende afdelingen en gebruiken hun deskundigheid om nieuwe perspectieven te bieden. Dankzij deze uitwisseling kan het museum zich blijven ontwikkelen om een relevante en actuele plek te zijn, waar zoveel mogelijk mensen zich thuis voelen.’

Khaldi ziet in vergelijking met tien jaar geleden een toename van kunstenaars met wortels in het Midden-Oosten aan de Rijksacademie, een hoge kunstopleiding in Amsterdam. ‘Er zijn ook veel educatieve projecten waarbij stadswijken worden betrokken met veel migranten van de eerste en tweede generatie. Op die manier bereik je meer mensen met een niet-westerse achtergrond.’

Financiering

Buitenlands beleid, diplomatie en politiek spelen een grote rol in de culturele wereld. Cultuur is een zachte kracht. Veel politieke diplomatie gebeurt via culturele projecten. In de armere en minder stabiele gebieden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn die projecten er minder.

De MENA- regio worstelt nog steeds met de erfenis van het kolonialisme. Bij de instabiele situatie in de regio gaat veel cultureel erfgoed verloren. Daarnaast zorgt de massale migratie voor een grote diaspora, terwijl kunstscholen en kunstinstellingen ter plaatse verdwijnen.

Een van de belangrijkste hedendaagse Palestijnse kunstenaars is schilder Sliman Mansour. In het Westen is zijn werk opgenomen in de prestigieuze collecties van de British Museum Londen en het Institut du Monde Arabe in Parijs. In Nederland is hij nog onbekend.

Mouasher:’Er zouden vanuit het Midden-Oosten en Noord-Afrika zelf ook meer musea moeten komen die de hedendaagse Arabische kunst in het Westen promoten. Er is topkwaliteit kunst, dat de weg naar het Westen maar niet vindt.’

‘Saoedi-Arabië is op het moment bezig met culturele initiatieven. Die zullen zich vast en zeker op een gegeven moment vertalen naar meer werken van Saoedische kunstenaars in westerse musea en galerijen’, zegt Khaldi. Voor documentatie en promotie van Arabische kunst is financiering nodig, vervolgt hij. Kunst uit rijke landen in het Verre Oosten heeft nu wel een plekje in westerse musea veroverd, maar Arabische kunst blijft achter.

Mouasher: ‘Het is triest voor hedendaagse Arabische kunstenaars. Hun kunst wordt genegeerd en nergens gedocumenteerd. Ze worden vergeten.’

Geef acht voor Wopke Hoekstra!

0

Beste landgenoten, geef acht voor minister Wopke Hoekstra, want het CDA voert voor volk en vaderland de dienstplicht weer in. Ja, u hoort het goed. De tijden van bevel is bevel komen terug, als het aan het CDA ligt. Wat krijgen we nou?

‘Een jaar in dienst van Nederland. Dat maakt Nederland veiliger, sterker en socialer. Dat versterkt onze weerbaarheid, samenleving én eenheid. Dáár wordt heel Nederland beter van,’ aldus majoor-generaal Hoekstra, die ons op Twitterook nog eens uitnodigt om zijn toespraak te lezen.

Het zou om een ‘eenentwintigste-eeuwse uitvoering’ gaan van de dienstplicht voor alle mannen en vrouwen tussen de achttien en vijfentwintig jaar. Dat kan voor de krijgsmacht of de samenleving. Hoekstra is er lyrisch over: ‘Stel je de impact voor van tweehonderdduizend jongeren die een jaar in dienst van Nederland een zinvolle bijdrage leveren aan onze veiligheid, onze zorg en welzijn’.

Alleen het tromgeroffel ontbreekt nog. Maar leuk geprobeerd Hoekstra, zo net voor de verkiezingen. U krijgt in ieder geval mijn onderbuik: wilt u alstublieft eerst racisme bij Buitenlandse Zaken oplossen, voordat u onze jongeren opzadelt met een flagrante inbreuk op hun vrijheid?

Dat is namelijk wat dienstplicht is. Begrijp me niet verkeerd. Als mensen naar het leger willen, dan moet dat in alle vrijheid gebeuren. Vrijheid is in dit opzicht betrekkelijk. Denk aan de rekruteringsflyers die liggen voor bijstandsgerechtigden op het Werkpunt.

Het leger dat de luiers verschoont van onze ouderen als een gierige bezuinigingsmaatregel, getverderrie!

Uit talloze Amerikaanse en Britse studies blijkt namelijk dat er vooral wordt gerekruteerd onder sociaaleconomisch achtergestelde groepen. Nee, inderdaad, het waren niet de geprivilegieerde McKinsey-boys die naar Irak en Afghanistan zijn gegaan.

Interessant is ook wat Hoekstra bedoelt met een ‘zinvolle bijdrage’ aan onze veiligheid, onze zorg en ons welzijn. Sorry voor mijn cynisme, maar met de bezuinigende kabinetten Rutte in het achterhoofd zie ik die tweehonderdduizend jongeren helemaal voor niks het zorginfarct helpen oplossen. Het leger dat de luiers verschoont van onze ouderen als een gierige bezuinigingsmaatregel, getverderrie!

Dan heb ik het nog niet gehad over Hoekstra’s invulling van ‘onze veiligheid’. Laten we zijn alarmerende toespraak erbij pakken: ‘Migratie is zo’n vraagstuk. Daar mogen we niet voor weglopen, want het probleem wordt met de dag groter. De huidige aantallen zijn simpelweg niet vol te houden. Het overkomt ons. We hebben niet de luxe om te doen alsof er geen probleem is.’

Volgens Hoekstra ligt de oplossing – heel vernieuwend – in ‘opvang in de regio’ maar ook ‘dichte grenzen’ om ‘heel Europa’. Hoekstra verbindt die dichte Europese buitengrens één op één met een open grenzen binnen Europa. Met andere woorden: de bewegingsvrijheid in Europa hangt af van een muur om Europa heen, zodat er plek blijft voor ‘echte vluchtelingen’ (lees: witte, christelijke Oekraïners).

Hij wil dus gewoon een witte muur om Europa heen. Hier is niks zinvols aan. Het is een racistische maatregel die onderscheid maakt op basis van afkomst, waardoor zwarte en islamitische oorlogsvluchtelingen verdrinken op zee en oneindig moeten wachten in concentratiekampen in Griekenland en Libië.

Ik heb mijn Turkse dienstplicht in 2017 voor 1000 euro afgekocht, omdat ik geen zin had om als kanonnenvoer te dienen in Turks-racistische oorlogen, en ik ben inmiddels al 38. Maar ik vraag mij werkelijk af of er Nederlandse dienstplichtigen van kleur zijn die de wacht willen houden op witte muren. Of heeft Hoekstra nog een antiracistische visie in petto voor migratie en dienstplicht, waarbij de Nederlandse krijgsmacht zonder aanzien des persoons oorlogsvluchtelingen helpt en racisme in het leger in de kiem smoort? Begin eerst bij BuZa zou ik zeggen.