26.7 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 336

Een afbeelding van Mohammed tonen: provocatie of academische vrijheid?

Een Amerikaanse universiteit brak met een docente, omdat zij tijdens een college een veertiende-eeuwse afbeelding van de profeet Mohammed had laten zien. Naar aanleiding van dit incident laait in de Verenigde Staten de discussie over academische vrijheid weer op. In hoeverre moet je als docent rekening houden met de gevoelens van religieuze studenten?

Het is een rustige collegedag in oktober. Universitair docent kunstgeschiedenis Erika Lopez Prater van de Hamline Universiteit in Minnesota geeft een online college en waarschuwt haar studenten: ze is van plan een afbeelding van de profeet Mohammed te laten zien. Wie dat niet wil zien, krijgen de mogelijkheid om het college over te slaan.

Daarna toont Prater een bekende veertiende-eeuwse afbeelding, waarop te zien is hoe de profeet zijn eerste openbaring ontvangt van de engel Gabriël. (De afbeelding is online onder andere hier te zien, voor wie dat wil.)

Ondanks die uitgebreide waarschuwing besluit één studente, de voorzitter van een islamitische studentenvereniging in Minnesota, een klacht in te dienen tegen de docente. Ze vindt de afbeelding een aanval op haar geloof. De universiteit besluit in december het contract van Prater niet te verlengen en verwijt haar ‘islamofobie’.

Academische vrijheid

‘Ik vind het heel flauw dat er een klacht tegen haar is ingediend’, vertelt Javad Hashmi, promovendus Islam aan de Harvard Universiteit en onderzoeksleider bij de Amerikaanse organisatie Muslim Public Affairs Council (MPAC), die zich inzet voor maatschappelijke en politieke emancipatie van moslims. Hashmi stelde samen met MPAC een verklaring op, waarin zij eisen dat Prater weer mag lesgeven aan de Hamline Universiteit. ‘Ze wilde juist de diversiteit aan tradities binnen islam laten zien aan haar studenten en hiermee negatieve vooroordelen over islam tegengaan.’

Naast Hashmi zijn ook andere islamitische academici in de Verenigde Staten verbijsterd over het ontslag van de docente. Tijdens een panelgesprek over academische vrijheid, georganiseerd na het nieuws over haar ontslag, vertelt Prater dat illustraties een onmisbaar onderdeel van de colleges kunstgeschiedenis vormen.

Intussen heeft ook de universiteit toegegeven dat het verkeerd was om haar als ‘islamofoob’ te bestempelen. Maar desondanks vrezen veel academici in de Verenigde Staten dat door dit incident de academische vrijheid onder druk is komen te staan.

Ottomaanse miniatuurschilderijen

Veel moslims zijn er stellig van overtuigd dat de islam het afbeelden van de profeet verbiedt. Maar dit is een eenzijdige visie, stelt de Leidse hoogleraar Islam en het Westen Maurits Berger. ‘In islamitische teksten staat geen verbod op het afbeelden van mensen, en ook niet van de profeet. Maar theologen uit de klassieke islamitische periode (de achtste tot de tiende eeuw, red.) interpreteerden de Koran en uitspraken van de profeet alsof het niet de bedoeling was om aan figuratieve kunst te doen. God heeft volgens deze theologen het monopolie op de schepping van levende wezens, en het afbeelden van mensen zou een aantasting zijn van Gods macht. Het afbeelden van de profeet was dus niet zozeer verboden, maar het gebeurde gewoon niet. In plaats daarvan bloeide de islamitische kunst door middel van versierde teksten, daar leende het Arabisch schrift zich goed voor.’

Pas in de vijftiende tot de achttiende eeuw, tijdens de Ottomaanse en Perzische rijken, gaven sultans opdracht om afbeeldingen te maken van de profeet, vertelt Berger. ‘In het Ottomaanse Rijk ontwikkelde zich de kunst van het miniatuurschilderen, die vooral is ingezet om verhalen te illustreren, zoals het levensverhaal van de profeet. De kunstenaars beeldden in sommige gevallen Mohammed wel af, maar dan zonder dat zijn gezicht te zien was.’

‘In het Perzische Rijk gingen ze makkelijker om met afbeelden van de profeet’, vervolgt Berger, ‘omdat sjiieten wat het afbeelden van de profeet betreft minder strikte regels hanteren dan soennieten.’

Cartoons

Enkele jaren terug kende Nederland een rel die vergelijkbaar is met wat er nu in de VS speelt. In 2020 lieten docenten van een school in Den Bosch en een school in Rotterdam in hun lessen de beruchte Mohammed-cartoons van Charlie Hebdo zien. De aanleiding was toen de moord op de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty.

‘Als we alles wat mensen beledigend vinden niet meer mogen zeggen of tonen, kunnen we de scholen sluiten’, vindt Berger. Hij denkt dat niet alle moslims aanstoot nemen aan het afbeelden van de profeet.

‘Hoewel ik zelf vind dat het afbeelden van de profeet niet kan, erken ik dat er islamitische tradities zijn waarin een andere mening wordt uitgedragen.’

Bij de affaires rond het afbeelden van de profeet in Deense cartoons en in het Franse blad Charlie Hebdo was het probleem vooral dat het om satirische afbeeldingen ging. Berger: ‘Als de profeet Mohammed op een eervolle manier was afgebeeld, als een soort Grieks icoon, dan vraag ik me af of er zoveel ophef zou zijn ontstaan. Het continu beledigen en bespotten van de profeet heeft kwaad bloed gezet. Hierdoor reageren islamitische leerlingen soms heel emotioneel.’

Zelf heeft Berger tijdens zijn colleges over de islam historische afbeeldingen en cartoons laten zien. ‘Ik liet een Mohammedcartoon zien naast een cartoon over de Holocaust, om mijn studenten duidelijk te maken dat iedereen vanuit een eigen moreel kader beslist of een beeld beledigend is. Ik probeer op een academische manier de confrontatie met gevoelige onderwerpen aan te gaan. Voordat ik de afbeeldingen liet zien, heb ik de studenten gewaarschuwd. Er zijn nooit opmerkingen gekomen.’

‘Universiteit gecapituleerd’

Erika Lopez Prater toonde geen cartoon, maar een historische afbeelding getoond. Maar ook als het wel een spotprent was geweest, horen moslims kalm te blijven, vindt Hashmi: ‘De Koran leert ons om beledigingen te negeren, of nog beter,  kalm te reageren.’

Berger vraagt zich af wat de plek is van satirische cartoons over de profeet in het onderwijs. ‘Ik ben absoluut voor de vrijheid van meningsuiting, maar een docent of leerkracht is niet aangenomen om zijn eigen mening te propageren. De taak van de leerkracht is juist om een onderwerp goed uit te leggen en vanuit meerdere visies te belichten. Ik leer mijn studenten dat er mensen zijn die islam een mooi geloof vinden, dat er mensen zijn die bang zijn voor de islam en dat er mensen zijn die negatief denken over dit geloof..’

Hashmi vindt het oneerlijk dat de universiteit capituleerde voor die moslims die helemaal geen afbeeldingen van de profeet willen zien, terwijl hierover binnen de islam verschillend wordt gedacht. ‘Hoewel ik zelf vind dat het afbeelden van de profeet niet kan, erken ik dat er islamitische tradities zijn waarin een andere mening wordt uitgedragen.’

De cartooncontroverse heeft er in ieder geval toe geleid dat veel docenten in een ingewikkelde spagaat zitten: enerzijds willen scholen kritisch denken stimuleren, anderszijds willen ze hun best doen om rekening te houden met de religieuze gevoelens van leerlingen en studenten.

Open dialoog

Rutger van Eijken, filosoof en lector sociale studies aan de Avans Hogeschool, vindt de ontwikkelingen in de VS zorgwekkend. Tegelijk denkt hij dat studenten en docenten nog wel nader tot elkaar kunnen komen: ‘Christenen deden ooit moeilijk over films. Tegenwoordig komt de kritiek vaker uit de islamitische gemeenschap. Soms moet je daardoor als docent op je woorden letten, maar het levert ook mooie gesprekken op. Zo had ik het onlangs met studenten over hoe de in 2004 vermoordde filmmaker Theo van Gogh kritiek leverde op de Amsterdamse gemeenteraad, die een voorstelling over de vrouwen van de profeet Mohammed wilde verbieden. Studenten met een islamitische achtergrond waren het met de gemeenteraad eens, maar toen ik betoogde dat het eigenlijk vreemd is dat een ander kan bepalen wat ik zie, lees of luister, vonden ze dat ook.’

Uiteindelijk wil niemand zich beperkt voelen in denken of doen, zegt Van Eijken. ‘Moslims willen niet dat een ander bepaalt of ze wel of geen hoofddoek mogen dragen, niet-moslims willen niet dat een ander voorschrijft welke film of voorstelling ze wel of niet mogen zien.’

Belangrijker dan het benadrukken van vrijheid van meningsuiting in het onderwijs is dat leerkrachten en studenten meer naar elkaar luisteren, vindt Van Eijken ‘Toen tijdens een les een islamitische studente zei dat ze gekwetst was door een cartoon over de profeet, probeerde ik haar zorg en aandacht te geven. Als docent heb je immers een verantwoordelijkheid en dien je een handreiking te doen naar degene die zich gekwetst voelt.’

Hoewel ze een heel andere mening hadden over het nut van het tonen van een cartoon kregen Van Eijken en de studente wel een verzoenend gesprek, vertelt hij. ‘Ik legde haar namelijk uit dat het verbieden van cartoons de vrijheid van anderen beperkt. Zij begreep dat we elkaar juist vrijheid moeten gunnen, omdat zij ook niet wil dat haar vrijheid verkleind wordt.’

Islamitisch modernisme

Javad Hashmi vindt dat de media moslims en de islam vaak als tegenstanders van de vrijheid van meningsuiting neerzetten. Hij wijst er echter op dat vrijheid van meningsuiting juist een veelbesproken onderwerp is onder islamitische theologen van de laatste honderd jaar. Zij trachten moderne ideeën te verenigen met de Koran. Deze traditie heet het islamitisch modernisme.

Daartegenover, legt Hashmi uit, staat islamitisch fundamentalisme dat modern gedachtegoed bestrijdt. Het conservatieve traditionalisme neemt een middenweg tussen deze twee tradities. Sinds de jaren zestig groeide islamitisch fundamentalisme, mede dankzij de financiële steun die de VS tijdens de Koude Oorlog gaf aan de fundamentalistische bewegingen die zich tegen de Sovjetunie keerden.

Veel modernistische islam theologen zijn volgens Hashmi vervolgens naar de VS gemigreerd omdat ze daar in vrijheid hun traditie konden voortzetten. Dit verklaart volgens hem waarom, in het algemeen, moslims in dat land progressiever zijn dan moslims uit andere landen.

Turkije dreigt Griekenland opnieuw met militaire actie

0

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan waarschuwt Griekenland opnieuw, dat het niet moet overgaan tot het bewapenen van Griekse eilanden in de Egeïsche Zee. Als de Grieken ‘iets verkeerd’ doen, zullen de ‘gekke Turken’ actie ondernemen, stelt Erdogan.

De Turkse nieuwssite T24 merkt op dat de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis zich donderdag juist verzoenend uitte. Volgens hem kunnen Turkije en Griekenland hun meningsverschillen oplossen door te praten. Mitsotakis benadrukt dat hij geen oorlog wil tussen de twee landen.

De uitspraak ‘gekke Turken’ is een verwijzing naar bestseller Deze gekke Turken over de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog, geschreven door Turgut Özkaman. Het boek prijst de prestaties van de Turken die onder de meest barre omstandigheden de overwinning boekten, met als resultaat de oprichting van de Turkse Republiek in 1923.

Ankara beweert dat Griekenland de laatste maanden bezig is met provocerende acties en retoriek tegen Turkije, waaronder het militariseren van Lesbos en Samos. Deze acties zouden de vrede in gevaar brengen. Griekenland op zijn beurt wijst met een beschuldigende vinger naar Turkije, dat de werkelijke agressor zou zijn.

Griekenland ziet diverse daden van Turkije als provocaties. Zo dreigt dat laatste land met de annexatie van Egeïsche eilanden en beschuldigt het Griekenland van schending van haar luchtruim.

Turkije werpt tegen dat Griekenland met haar luchtafweer ook enkele Turkse F-16’s in het vizier heeft genomen. De vliegtuigen waren op missie waren boven de Egeïsche Zee en vlogen in het internationale luchtruim. Griekenland ontkent de Turkse beschuldigingen.

Montessorischool Amsterdam ging van ‘Turkenschool’ naar wit en populair

0

Het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam-Oost is deze maand bij open dagen razend populair. Vanwege de drukte moest de school tijdslots hanteren voor ouders en kinderen die een kijkje wilden nemen.

Dat meldt de Amsterdamse stadszender AT5. ‘Het is wel heel erg druk, dit is niet echt uitnodigend’, laat een vrouw weten die net bij de rij aankomt. Een man ziet het wat rooskleuriger in: ‘Het is nu erg druk, maar het is een goede school. Als dit de moeite is die je moet nemen, dan moet je dat gewoon doen toch?’

Beide bezoekers zijn wit en dat is typerend voor de aantrekkingskracht die de school volgens AT5 heeft op witte Amsterdammers. Dat is wel eens anders geweest. Zo heette Metis (toen nog Cosmicus geheten) een decennium terug in de volksmond nog een ‘Turkenschool’ genoemd, meldt Het Parool.

‘De drukte hadden we al verwacht’, reageert directeur Hüseyin Asma. ‘We proberen dat geleidelijk op te lossen met de tijdslots. Ondanks de drukte was het wel een hele gemoedelijke open dag.’

Van de drieduizend potentiële brugklassers die kwamen kijken, kunnen er uiteindelijk maar honderdtachtig een plek op de school krijgen. Toch ziet de directeur het ook voor eventuele afvallers positief in. ‘Wellicht dat je niet op je eerste keuze terecht komt, dat is afhankelijk van je lotnummer. Maar we hebben in de stad wel meerdere mooie scholen, dus uiteindelijk komt het wel goed.’

Journalistenorganisatie bestrijdt kritiek EU op persvrijheid Marokko

0

De Nationale Persraad van Marokko heeft felle kritiek op een recente motie die het Europees Parlement aannam over de persvrijheid in dat land. ‘Dit is een wanhopige poging om de geostrategische agenda te dienen ten gunste van Europese partijen.’

Donderdag drongen Europarlementariërs er bij Marokko op aan de ‘vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid te respecteren’, en ‘gevangen journalisten (…) een eerlijk proces te garanderen.’ Marokko reageerde niet officieel op deze oproep, maar Marokkaanse regeringsgezinde media spraken over ongewenste inmenging in binnenlandse aangelegenheden en over ‘afpersing’.

Daarnaast haalden Marokkaanse media het Europese koloniale verleden erbij. De Europarlementariërs zouden terugverlangen naar de heerschappij die Frankrijk en Spanje in het verleden hadden over Marokko.

Centraal in de motie van het Europees Parlement staat de veroordeling van de Marokkaanse journalist Omar Radi, die in juli 2020 een celstraf van zes jaar kreeg opgelegd wegens spionage. Het proces was volgens Amnesty International ‘buitengewoon oneerlijk’. Radi schreef vaak over mensenrechtenschendingen en corruptie in zijn land. De overheid hield hem met spyware in de gaten.

Radi is eveneens veroordeeld voor verkrachting en aanranding. ‘Het is van essentieel belang dat alle beschuldigingen van seksueel geweld naar behoren worden onderzocht en dat daders van dergelijke aanvallen voor de rechter worden gebracht’, schreef Amnesty in maart 2022. ‘Dat moet wel in een eerlijk proces gebeuren.’

Canadese rechter dwingt regering om vier IS-strijders terug te halen

0

Canada gaat vier IS-strijders repatriëren, samen met hun vrouwen en kinderen. Volgens de moeder van een van die vier, een Brits-Canadese man die vastzit in een Syrisch kamp, heeft dit besluit wereldwijde implicaties.

Dat vertelt de vrouw aan nieuwssite Middle East Eye. De Canadese rechter dwong onlangs de regering om de vier strijders terug te halen naar Canada, samen met hun zes vrouwen en dertien jonge kinderen. Familieleden van de gevangenen hadden de regering voor de rechter gedaagd.

‘We zijn dolblij met dit nieuws’, zegt Sally Lane, de moeder van de Brits-Canadese man. ‘Het voelt surrealistisch omdat we al zo lang vechten om Jack terug te krijgen, maar het nieuws gaat de wereld rond, dus het moet waar zijn.’

Jack Letts, haar zoon, bekeerde zich tot de islam en maakte in 2014 een reis door Syrië en Irak, in gebieden die toen door IS werden gecontroleerd. Maar volgens zijn familie is Letts geen IS-strijder. Hij zou zijn gevangen genomen door IS. Het Verenigd Koninkrijk ontnam hem vervolgens zijn Britse nationaliteit af, om te voorkomen dat hij naar dat land kon terugkeren.

Volgens vijf speciale VN-rapporteurs, die hierover vorig jaar juni een serie brieven schreven, is repatriëring van IS-strijders uit het buitenland ‘de enige reactie (…) die voldoet aan internationale wetgeving’. Zij bekritiseren de ‘onmenselijke omstandigheden’ in de Syrische gevangenissen, waarin de IS-strijders vaak al jaren vastzitten.

Amsterdamse migrantenkerk binnenkort dakloos

0

De zwarte migrantenkerk van pastor Moses Alagbe in Amsterdam Zuidoost moet binnen een paar maanden haar pand verlaten. De gemeente heeft gebouw, dat de kerk in de H-buurt huurt, verpatst aan een projectontwikkelaar. Die wil op deze plek nieuwbouwhuizen neerzetten.

Dat meldt de Amsterdamse stadszender AT5. Alagbe reageert verbolgen: ‘De gemeente denkt niet aan ons, waar moeten we straks heen?’ Hij is al zeventien jaar betrokken bij het Maranatha Community Training Center, zoals zijn kerk voluit heet. ‘We begonnen in een garagebox om de hoek en verhuisden vijf jaar geleden naar deze plek.’

De kerk vervult een brede functie in de buurt. In een oud schoolgebouw is er elke donderdagavond een gezamenlijke maaltijd. Daarnaast krijgen kinderen er huiswerkbegeleiding en leren vrouwen er naaien.

De kerk wist vijf jaar geleden al dat ze slechts tijdelijk van het pand gebruik kon maken. ‘Maar dan verwacht je ook dat er wordt meegedacht door de gemeente om een nieuw onderkomen te vinden’, reageert Ingrid Powel, voorzitter van de kerk. ‘In mijn ogen worden we niet serieus genomen’, voegt Alagbe toe.

Het is lastig een nieuwe plek te vinden in Amsterdam. De prijzen zijn te hoog, meldt Powel, en de kerk wil in de H-buurt blijven. Zij en Alagbe hopen dat er een oplossing komt als ze aandacht vragen voor hun moeilijke situatie. Daarom zijn ze een petitie gestart.

In Trouw vertelde Alagbe dat zijn kerk het slachtoffer is van gentrificatie. ‘Rijken willen dit gebied inpikken’, stelt hij. ‘Mensen die hier zijn opgegroeid en al hun familie en vrienden hebben, moeten plotseling weg. Een koppeltje dat pas getrouwd is, moet nu bijvoorbeeld naar Lelystad. Ze verliezen dan alles wat ze kennen.’

Het probleem is volgens Alagbe dat de gemeente de buurt niet als een verzameling mensen ziet, maar als een hoop stenen. ‘Het voelt als discriminatie. Ik weet alleen niet of het is omdat we christen zijn, of omdat we migranten zijn.’

Wethouder Rutger Groot Wassink reageerde in de gemeenteraad terughoudend op vragen van het CDA over Alagbes kerk. Hij zegt niet voor elke maatschappelijke voorziening ruimte te kunnen regelen, maar wel in gesprek te willen met het stadsdeel.

The Devil’s Drivers: smokkelforenzen tussen Palestina en Israël

0

De documentaire The Devil’s Drivers is een verhaal over de moeizame grensovergang tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever. Palestijnen zonder werkvergunning, die in Israël willen werken, moeten zichzelf ernaar toe zien te smokkelen. Een interview met de Palestijnse documentairemaker Mohammed Abugeth.

In de documentaire The Devil’s Drivers helpen Palestijnen dagelijks landgenoten de grens met Israël over en weer terug. Een gevaarlijk kat-en-muisspel. Als de politie mensensmokkelaars oppakt, staan hen hoge gevangenisstraffen te wachten.

De makers van de documentaire The Devil’s Drivers, Daniel Carsenty en Mohammed Abugeth, hebben maar liefst acht jaar gefilmd op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, onder andere rond de stad Hebron.

Ten zuiden van Hebron hebben Israëlische kolonisten steeds meer ommuurde nederzettingen op de heuvels gebouwd. Hierdoor worden bewoners afgesneden van hun land en watervoorzieningen. Er is nauwelijks werk te vinden.

Israël verstrekt echter zelden werkvergunningen aan mensen die aan de andere kant van de grens willen werken. Bedoeïenen – een volk dat eveneens op de Westbank leeft – zien geen andere optie dan illegaal in de bouw in Israël aan de slag te gaan. Zowel de arbeiders als de smokkelaars hebben de inkomsten hard nodig. Ze rijden daarom op en neer, met alle risico’s van dien.

Wie The Devil’s Drivers kijkt, krijgt bij bepaalde scènes het gevoel in een Hollywoodfilm te zijn beland. De documentaire is grotendeels vanuit auto’s van smokkelaars opgenomen. De makers documenteren de toestanden op een rauwe en afstandelijke wijze, zonder een oordeel te vellen.

‘Palestijnen hopen nog steeds op de steun van Arabische en westerse landen’

‘In de film zie je mijn perspectief, je ziet wat ik zie’, vertelt regisseur Mohammed Abugeth (36). ‘Ik ben de waarnemer en laat de kijker de feiten zien. De hoofdpersonen uit de documentaire mogen zelf beslissen wat ze zeggen en hoe ze reageren op gebeurtenissen. Ik meng me niet in hun leven en geef geen advies.’

Op de bezette Westelijke Jordaanoever is de situatie regelmatig onveilig, zeker voor Palestijnen. Het is extreem moeilijk om in deze regio te filmen. Er bestaan dan ook weinig films en documentaires die de gebeurtenissen in de regio schetsen. Documentaires als The Devil’s Drivers zijn schaars.

Abugeth: ‘Wij voelden ons tijdens het filmen soms bedreigd, maar dat is normaal. Het beroep van journalisten en filmmakers kan gevaarlijk zijn. Uit principe stond bij ons de veiligheid voorop. Wanneer er een checkpoint was, reden we weer weg en waagden we een dag later nogmaals een poging. Zeiden de militairen in het gebied, ‘Nee, je mag vandaag niet filmen’, dan dachten we: prima, dan filmen we vandaag niet. Morgen is er weer een mogelijkheid.’

Is dat de reden dat het filmen van The Devil’s Drivers acht jaar heeft geduurd, in plaats van de beoogde twee jaar?

‘Dat is één van de redenen. Wij waren voorzichtig en kozen ervoor om niet lang op dezelfde plek te blijven, maar om steeds korte reizen te maken. Ons streven was om de documentaire eerder af te ronden, maar het verhaal van Ismael, een van hoofdpersonen, bleek niet klaar. Ismael was plotseling opgepakt omdat hij twee terroristen Israël in zou hebben geloodst. Waar was hij? Wat was er met hem gebeurd? Wij gingen terug naar de Westelijke Jordaanoever, spraken met zijn advocaat en besloten te wachten tot hij uit de gevangenis kwam. Dat was nodig om zijn verhaal af te ronden.’

Waren de smokkelaars niet bang om zich op film vast te laten leggen?

‘Palestijnen begrijpen het spel. Of je wel of niet meewerkt, wel of niet aanvalt of smokkelt: er zullen doden vallen, er zullen extra controleposten bijkomen en Palestijnen zullen altijd collectieve straffen krijgen. Ook de Bedoeïenen betalen een hoge prijs voor hun hulp aan de mensensmokkelaars. Het Israëlische leger heeft een van hun dorpen volledig verwoest. Soldaten hebben lak aan regels en doen wat ze willen.’

‘Onze hoofdrolspelers zijn allemaal gestraft voor mensensmokkel voordat The Devil’s Drivers uitkwam. Ismael heeft anderhalf jaar in de gevangenis gezeten en is daarna gestopt met smokkelen. De arbeider Mahmood heeft enkele maanden vastgezeten en gaat tegenwoordig nergens meer heen. Hammoud is de enige die nog aan het werk is.’

Is er nog hoop voor de Palestijnen?

‘Palestijnen hopen nog steeds op steun van Arabische en westerse landen. Als het op mensenrechten aankomt, maakt het Westen zich hard. Maar westerse landen reageren slechts op conflicten in specifieke gebieden, zoals nu in Oekraïne. De Palestijnen hebben de hoop dat de internationale gemeenschap op dezelfde manier zal reageren op wat hen overkomt. Ik vind de huidige situatie eerlijk gezegd erg treurig.’

Daniel Carsenty en jij schetsen een grimmig beeld. Carsenty opperde onlangs een zwart-wit versie te maken van de documentaire, een soort ‘in memoriam’. Hebben de hoofdpersonen meer hoop dan jullie, de documentairemakers?

‘Ja, misschien wel. Daniel Carsenty had het over een in memoriam, maar voor mij was het anders, ik wilde juist een positieve noot meegeven. Zoals ik het zie, heeft The Devil’s Drivers ondanks alle tegenslagen en akelige omstandigheden een happy ending. Hammoud glimlacht, en zijn vrouw en hij brengen nog steeds kinderen op deze wereld. Zelfs Ali had plannen om zijn huis te herbouwen.

Palestijnen zijn enorm veerkrachtig. De coronapandemie deed mij dit nog meer beseffen. Ik verbleef in mijn eentje in Duitsland, en mijn Duitse vrienden gingen gebukt onder de situatie. Ik troostte hen en zei dat de tijden beter zouden worden, want zo sta ik in het leven. Zij vonden het uitermate hinderlijk om hun huis niet te kunnen verlaten en niet op vakantie te kunnen gaan. Maar in Palestina is dit the way of life. Niemand reist en alle inwoners weten wat de avondklok inhoudt. Voor Palestijnen was corona, niet anders dan elke andere dag. Heel ironisch. Uiteindelijk zullen Palestijnen, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt, proberen een zo goed mogelijk leven op te bouwen.’

Waarom kiezen Palestijnen er in deze uitzichtloze situatie toch voor om kinderen te krijgen?

‘Kinderen brengen geluk, zowel vanuit religie als traditioneel gezien. Mensen moeten doorgaan en niet opgeven. In het Westen denken ze er anders over. Daar willen ze pas kinderen als ze er aan toe zijn. Palestijnen wachten niet op het juiste moment. Dat komt er toch niet.’

Zal door de nieuwe Israëlische regering de leefsituatie van Palestijnen nog verder verslechteren?

‘Laatst sprak ik een Palestijn, die daarover het volgende zei: ‘De ene regering doodt meerdere Palestijnen per dag, de andere regering meerdere per week’. Want hoe je het ook wendt of keert, er worden Palestijnen gedood. Het is net een Amerikaanse film. Ik kan er niet naar kijken.’

Denk je dat films en documentaires als The Devil’s Drivers bijdragen aan het besef dat er iets moet veranderen?

‘Films maken is voor Palestijnse filmmakers een vorm van verzet. Het genre biedt de mogelijkheid om het verhaal van de Palestijnen te vertellen, en wel op zo’n manier dat het mensen over de hele wereld raakt. Film is een prachtig medium om deze situatie onder de aandacht te brengen. Tegenwoordig worden er steeds meer Palestijnse films op internationale filmfestivals vertoond. Er staan in Palestina bovendien steeds meer filmmakers op: vrouwen, jonge mensen. Deze nieuwe generatie biedt nieuwe perspectieven. Neem bijvoorbeeld de film Farha, die veel aandacht heeft gekregen en ook op Netflix wordt uitgezonden. Dankzij deze film weet het grote publiek over de Nakba, de etnische zuivering van de Palestijnen door de staat Israël in 1948. The Devil’s Drivers is geen politieke film, maar ook in onze documentaire komt de Nakba ter sprake.’

Wat zijn je plannen voor de toekomst? Ga je weer in Palestina filmen?
‘Ik ga mij richten op fictie. Ik werk momenteel aan een film over de verhoudingen tussen een Palestijnse DJ en Israëlische kolonisten. Ik zou deze film in Jordanië kunnen maken, dat is makkelijker, maar ik wil deze film in Palestina opnemen. Ik wil zowel in Europa als in Palestina kunnen werken.’

Kun jij als Palestijn wel vrijuit reizen? 

‘Tijdens het filmen van onze documentaire vertrok ik steevast vijf dagen eerder dan Carsenty, die een Duits paspoort heeft. Omdat ik een Palestijns paspoort bezit, moet ik via Jordanië reizen. Ik moet drie grensovergangen passeren: die van Jordanië, Israël en Palestina. Het is een lange reis.’

Europees Parlement veroordeelt opsluiting Marokkaanse journalisten

0

Het Europees Parlement heeft zich gister met een motie uitgesproken tegen de mensenrechtenschendingen in Marokko. Het parlement roept op gevangen journalisten vrij te laten en persvrijheid te respecteren.

Ook de Nederlandse parlementsleden Thijs Reuten (PvdA) en Tineke Strik (GroenLinks) roepen Marokko op te stoppen met intimidatie van journalisten en afspraken op het gebied van mensenrechten na te komen.

‘Er gebeuren echt zeer kwalijke dingen in Marokko, met name in het Rifgebergte waar activisten heel hard worden aangepakt. Nu heeft het parlement laten zien dat ze er ook zijn voor deze activisten’, vertelt Tineke Strik aan de Kanttekening. ‘Niet alleen mensen in Marokko, ook de Marokkaanse diaspora worden hiermee gesteund. Ze zijn vaak bang om zich uit te spreken over het Marokkaanse regime. Veel EU-lidstaten bleven lang stil omtrent de mensenrechtensituatie. Nederland heeft belang bij een goede samenwerking vanwege het terugkeerbeleid van Marokkaanse Nederlanders zonder documenten. Maar dit mag geen reden zijn om kritiek in te slikken.’

Centraal in de Europese resolutie staat de veroordeling van de Marokkaanse journalist en mensenrechtenverdediger Omar Radi, die in juli 2020 een celstraf van zes jaar kreeg opgelegd. De Marokkaanse rechter had hem zonder bewijs veroordeeld voor spionage. De journalist werd doelwit van de Marokkaanse autoriteiten nadat hij over corruptie van machthebbers en mensenrechtenschendingen schreef. Uit een onderzoek van Amnesty bleek dat hij met spyware in de gaten werd gehouden. Ook werd Radi veroordeeld voor een verkrachtingszaak. In Marokko worden kritische journalisten vaker onterecht beschuldigd van zedendelicten.

Naast Radi werd ook voor de vrijlating van activist Nasser Zefzafi en journalist Taoufik Bouachrine gepleit. Beiden legden de situatie in het Rifgebied in Marokko bloot en eisten sociale rechtvaardigheid voor de Riffijnen. Volgens de Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken Nasser Bourita zou de kritiek uit Europa de zoveelste ‘aanval’ zijn op Marokko, en het Europees Parlement de relatie met Marokko willen verstoren door een ‘lastercampagne’.

De resolutie komt vlak na nieuws over de hoofverdachte in een Europees-Marokkaans corruptieschandaal, de Qatargate. Een omkopingsschandaal waarbij de Marokkaanse inlichtingendienst de beslissingen van Europarlementariërs beïnvloedde en zodoende de aandacht van de mensenrechtensituatie in Marokko afleidde.

Volgens hoogleraar en Marokko-deskundige Jan Hoogland is het goed dat het parlement zich uitspreekt. Maar over de uitwerking van de kritiek op Marokko heeft hij zijn twijfels. ‘Deze resolutie had veel eerder in stemming moeten worden gebracht. Vermoedelijk hebben bij het omkopingsschandaal betrokken parlementsleden tegengehouden dat mensenrechtenschendingen op de agenda werden geplaatst.’ vertelt hij aan de Kanttekening.

Het eind is nog lang niet in zicht, vertelt Hoogland. ‘Het is zaak dat de EU eisen stelt aan Marokko. Het land moet intern de zaken op orde krijgen. Als dat niet gebeurt, moeten er consequenties komen. Marokko is van de EU afhankelijk, bijvoorbeeld als afzetmarkt van landbouwproducten. Maar ik ben benieuwd of de EU echt de tanden laat zien.’

Ook Europarlementariër Strik hoopt dat het niet bij deze resolutie blijft en er vanuit de EU vaker kritiek wordt geuit op Marokko. ‘We hebben deze resolutie vaak proberen aan te vragen, maar die werd altijd tegengehouden door corrupte parlementariërs. We moeten er hard aan trekken willen we dat de Europese Commissie de situatie in Marokko serieus neemt en consistent voor mensen opkomt.’

Moskeebesturen blijven bij vertrouwensbreuk met gemeente Almere

0

Lokale moskeebesturen hebben onlangs een brief naar de gemeente Almere gestuurd. Ze uiten ongenoegen over de gemeente met betrekking tot vermeend undercoveronderzoek naar moskeeën.

In het NRC-artikel ‘Undercover naar de moskee’ uit 2021 staat dat gemeenten, waaronder Almere, jarenlang heimelijk onderzoek naar moskeeën hebben laten doen. De undercoveroperaties werden betaald door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

In 2021 stelde de PvdA Almere, naar aanleiding van het artikel, vragen aan het college over dit vermeende onderzoek. Volgens de gemeente was geen opdracht gegeven voor een undercoveronderzoek, maar voor een aangekondigde ‘krachtenveldanalyse’. Het doel van deze analyse was zicht ‘op de aanwezigheid van extremisme in de breedste zin van het woord’. Burgemeester Bijleveld van Almere ontkende vorig jaar dat een dergelijk undercoveronderzoek had plaatsgevonden. Er zou slechts een offerte zijn opgevraagd.

De moskeebesturen laten in de brief weten dat ze na herhaaldelijke schriftelijke vragen nog steeds niet tevreden zijn met de antwoorden van het college van B en W. De besturen spreken van een vertrouwensbreuk die niet is weggenomen. Ze zijn van mening dat de lokale overheid onverantwoorde stappen heeft genomen richting  moskeeën en de islamitische gemeenschap. Ook zien ze op landelijk niveau een ‘stijgende trend van institutionele racisme en islamofobe handelingen’. Ze noemen de toeslagenaffaire en de plannen van de minister van onderwijs om religieuze weekendscholen aan te pakken als voorbeelden.

Toename catastrofale overtochten Rohingya-vluchtelingen

0

Het aantal overtochten van Rohingya-vluchtelingen neemt toe. Vorig jaar raakten minimaal 348 Rohingya vermist op zee. VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR maakt zich grote zorgen.

Steeds meer islamitische Rohingya-vluchtelingen wagen de gevaarlijke overtocht vanuit Bangladesh en Myamar over de Andamanse Zee en de Golf van Bengalen. In 2022 probeerden meer dan 35.000 Rohingya de tocht te maken. Een stijging van 360 procent ten opzichte van 2021, toen zo’n 700 mensen deze reis maakten.

De VN-mensenrechtenorganisatie UNCHR waarschuwt dat er zonder gecoördineerde actie op deze gevaarlijke reizen nog meer mensen overlijden.

De Rohingya zijn slachtoffer van een grootscheepse genocidecampagne door de overheid van Myanmar. Sinds 2016 zijn de politie en het leger van het boeddhistische land bezig met een grote operatie tegen de islamitische minderheid. Dorpen worden in de brand gestoken, vrouwen verkracht en mensen zonder proces geëxecuteerd. Er zijn naar schatting 25.000 dodelijke slachtoffers gevallen, 750.000 Rohingya zijn hun land ontvlucht. Veel gevluchte Roghingya voelen zich ook niet meer welkom in het islamitische maar straatarme Bangladesh en hopen op asiel in een ander land.

De meeste Rohingya vluchten naar Maleisië, Indonesië, Bangladesh (nog steeds) en Sri Lanka. In de laatste twee maanden van 2022 kwamen vier boten met meer dan 450 Rohingya aan land in Atjeh, het uiterste noorden van het Indonesische eiland Sumatra. Een schip met meer dan honderd vluchtelingen kwam aan in Sri Lanka. UNHCR vreest dat een schip met zo’n 180 vluchtelingen in december is gezonken.

UNHCR roept op tot snelle zoek- en reddingsacties en vindt dat westerse landen de landen in de regio moeten ondersteunen. Ook roept de mensenrechtenorganisatie landen op hun acties tegen mensensmokkelaars te verdubbelen.